'Greenpeace pakt de verkeerde'
WTi
Lokaas
Mauritanië
134
ZATERDAG 22 MEI 1999
Volle netten, lege
<ën Met die slogan
>rt Greenpeace actie
tegen overbevissing
van de oceanen. De
rotesten richten zich
vooral tegen de vier
derlandse rederijen,
ie met grote trawlers
voor de kust van
Mauritanië op
bepaalde vissoorten
ven. Twee maanden
'eden werd het schip
'rikadat net van de
werf was gerold, in
Rotterdam belet aan
zijn proefvaart te
ginnen. Eind maart
k op Las Palmas de
'Carolien' van de
IJmuidense
'isserij maatschappij
dijk het doelwit. Op
s' zoek van deze krant
gaan Cor Vrolijk als
voorzitter van de
Nederlandse
Redersvereniging en
Just van den Broek
namens Greenpeace
t elkaar in discussie
er de volle netten en
de lege zeeën.
Reder Cor Vrolijk (links) en Just van den Broek van Greenpeace in gesprek over een visserij-oorlog die geen echte oorlog blijkt te zijn.
ie de kranten van de laatste
maanden erop naslaat,
krijgt sterk de indruk dat er
ssen Greenpeace en de Nederlandse reders
visserij-oorlog is uitgebroken. Een blok-
de bij de Erasmusbrug in Rotterdam, een
zettingsactie van Vrolijks trawler Carolien
Las Palmas, plus spierballentaal in pers-
richten van de milieu-organisatie. Als dat
aar goed gaat tijdens de lunch in IJmuiden,
reder Cor Vrolijk een thuiswedstrijd
eelt tegen Just van den Broek van Green-
ace.
Tussen de gehaktbal (Vrolijk) en tong (Van
Broek) door blijkt al snel dat de confcon-
ie en de toon in kleine kring lang niet zo
rd is als tijdens de acties. Buiten het licht
de tv-camera's liggen de standpunten
Ifs verrassend dicht bij elkaar. Van een vis-
aj-oorlog is geen sprake. Ook niet van
erbevissing van de Mauritaanse kustwate-
door Vrolijk en kornuiten, vindt zelfs Van
,i Broek. De vertegenwoordiger van de mi-
VTU-groep tegen Vrolijk: „Op dit moment
de vangsten bij Mauritanië aan de veilige
nt. Met de pelagische vis, waar de Neder-
iders op vissen, zit het goed. Daar is nu
mis mee."
wr als dat zo is. waarom dan die bezet-
pact ie op Las Palmas van de Carolien?
'an den Broek: „Dat schip was niet bezet,
Szijn alleen op het net gaan zitten."
rolijk: „Klopt, maar waarom is er dan
it Greenpeace in Nederland een persbe-
ht uitgegeven, waarin gesproken wordt
ïr een bezetting van het schip?"
'an den Broek: Bezetting?.. Eeehh... ik
s toen zelf op Las Palmas en heb dat pers-
richt nooit gezien."
'rolijk: „Dat is door jullie zelf uitgegeven.
an den Broek, die het bewuste persbe-
ht krijgt aangereikt: „Ik zie het nu ook. Be
ting is wel een erg groot woord en wat bo
's dan een uur op een net gaan zitten en
i spandoek ophangen."
'rolijk: „Het is toen allemaal keurig verlo-
l Er was eigenlijk niets aan de hand."
Van den Broek: „Dat we daar een actie uit
voerden had te maken met het verhaal van
de koelhuizen op Las Palmas. Er is daar al
een overcapaciteit en ze hebben liever dat de
bestaande vriesvemen worden opgeknapt
dan dat de Nederlanders nieuwe laten bou
wen. Het was een actie van Greenpeace
Spanje, waar ik bij aanwezig was. Het was in
feite niet ons pakkie an."
Vrolijk: „Jullie hebben je voor het karretje
laten spannen. Er is op Las Palmas namelijk
helemaal geen overcapaciteit."
Van den Broek: „Greenpeace Spanje zegt
van wel."
Vrolijk: „Maar voor je naar hun verhaal
luistert, moet je voortaan mij effe een belletje
geven. Dan kan ik uideggen hoe het zit. Wij
zijn daar begonnen met die bestaande koel
huizen, maar als je dan ziet wat die Spanjo
len je voor prijzen voorschotelen...."
Van den Broek: „...Precies, ze zijn gewoon
te duur..."
Vrolijk: „...Dat is het punt. Het gaat niet
om overcapaciteit, maar om enkele koelhuis-
boeren die hun monopoliepositie gaan
kwijtraken en dat merken in hun portemon
nee."
Van den Broek: „Ik heb inderdaad begre
pen, dat ze duur zijn omdat ze van die oude
dingen hebben staan. Ik ben daar zelf in een
vrieshuis geweest... als je ziet dat daar alle vis
met een oud liftje omhoog moet... ja Jezus,
dan betaal je je blauw."
Vrolijk: „Dus moeten er moderne koelhui
zen komen."
Van den Broek: „Ja."
De Carolien van Vrolijk was in januari '98
tijdens de overdracht ook al het doelwit van
een ludieke actie van Novib en Greenpeace in
IJmuiden.
Vrolijk: „De manier waarop dat toen ging
vond ik zelf ook leuk. Maar voor de laatste
acties heb ik minder waardering. Vooral,
omdat wij als Nederlandse reders juist ver
antwoord bezig zijn. Greenpeace en wij zit
ten in feite op dezelfde golflengte. Ook wij
proberen overbevissing te voorkomen. Het is
ook ons belang dat de visstand op lange ter
mijn op peil blijft. Wat hebben grote investe
ringen in koelhuizen, vier schepen (300 mil
joen, red.), onderzoek en wellicht een haven
voor zin, als we in één klap alle vis wegvan
gen? Daar hebben we toch alleen onszelf
maar mee?! Maar ik snap het wel. Green
peace wil de overbevissing wereldwijd aan
pakken. Dat kun je beter doen door zo'n
groot schip van ons als een monster voor te
stellen dat alle zee leeg rooft, dan een garna-
lenbootje in beeld te brengen."
Van den Broek: „Maar met zo'n groot ding
gaat eerder wat mis dan met een garnalen-
bootje."
Vrolijk: „Wat gaat er mis?"
Van den Broek: „Als je het over overbevis
sing hebt."
Vrolijk: „Juist niet."
Van den Broek; „Zo'n groot ding heeft
meer honger dan een kleintje."
Vrolijk: „Als wij met onze trawler van 130
meter lengte op haring vissen bij de Sheüand
Eilanden kunnen wij 250 ton per dag vis naar
boven halen. Meer heeft geen zin, omdat we
niet meer kunnen invriezen aan boord. Als
wij daar liggen te vissen, komt er een
scheepje van Shetland zelf van zo'n 70 meter
lengte langszij en die haalt 2000 ton op een
dag op. Die vaart er mee naar de haven, lost
zijn vangst, en komt de volgende dag terug.
Weer 2000 ton. Die haalt dus zo'n zeven keer
per week meer naar boven dan die hele grote
jongen van ons. Daarnaast is het helemaal
niet beter om grote trawlers door drie* of vier
kleinere scheepjes te vervangen. Kolder. Dan
praat je over drie keer zoveel mensen aan
boord, twee keer zoveel oliegebruik, drie
keer zoveel meer rotzooi in zee. Ik snap die
redenering van jullie dus niet. Men moet ook
eens begrijpen dat we binnen de toegestane
quota werken.
Ik vind het niet terecht dat wij als boos
doeners naar voren worden geschoven, ter
wijl we dat juist niet zijn. We worden ergens
van beschuldigd waar we niet debet a&n zijn.
Wij zijn geen rovers. Dat beeld wordt wel ge
creëerd. De mensen op onze schepen en
hun familie worden daar op aangekeken. Ro
vers vind je in het Verre Oosten, Thailand, de
Filipijnen, noem maar op. Ik ben er ook op
tegen wat daar gebeurt. Greenpeace Neder
land laat zich gebruiken om het wereldwijde
probleem van de overbevissing aan te pak
ken. Daar zijn wij de dupe van. Jullie pakken
precies de verkeerde. Terwijl we juist bij
Mauritanië bezig zijn om een goed beleid
voor de lange termijn op poten te zetten in
samenwerking met de overheid daar. De si
tuatie was daar vroeger met al die Sovjet
schepen veel minder controleerbaar. We ei
sen alleen wel vastigheid voor we nog meer
grote investeringen gaan doen. Mauritanië is
voor 70 procent afhankelijk van de visserij-
inkomsten. Het is voor het land heel aan
trekkelijk om tegen iedereen te zeggen: kom
maar vissen. Maar op die manier raak je wel
de controle kwijt. Dat willen wij niet. Omdat
je de grootste speler wordt in dat land kun je
ook iets afdwingen."
Van den Broek: „Als het je lukt om het
daar goed af te dekken, bij voorbeeld door
Nederland het alleenrecht te geven, heb je
het goed voor elkaar."
Als de vangsten nu binnen de perken blijven,
wat is dan precies het doel van de Green -
peace-acties?
Van den Broek: „We voeren nu actie om
ellende in de toekomst te voorkomen. Daar
om moet het beleid in Mauritanië, dat nu
rammelt, dichtgetimmerd worden. Daar
naast is er een capaciteitsverhaal, dat op zich
niets met Mauritanië heeft te maken. Neder
land sprak in Europees verband af, dat de
vloot van diepvriestrawlers voor 2001 met
zes procent wordt ingekrompen. Maar in
plaats daarvan worden nieuwe grote trawlers
gebouwd. Dat klopt van geen kant."
Vrolijk: „Op dit punt is er een misverstand.
Als je het in Europees verband hebt over
maatregelen ten aanzien van de vloot, moet
je de schepen buiten de Europese wateren
niet meetellen. Dat is van de zotte. Dan kun
nen we ons quotum in Europa niet opvissen.
FOTO UNITED PHOTOS DE BOER ROB HENDRIKS
Als je uitgaat van al onze vriestrawlers, veer
tien in totaal, en je moet er daar een paar
van afhalen, dan hou je te weinig schepen
over om èn Bij Mauritanië én in Europa het
toegestane quotum op te vissen."
Van den Broek: „Maar waarom heeft Ne
derland dan zijn handtekening gezet onder
het Europese visserij-accoord?"
Vrolijk: „Dat is niet snugger geweest. Maar
ik denk niet dat die inkrimping zoals die nu
op papier staat, doorgaat» Ook andere lidsta
ten lopen er tegenaan.'
Van den Broek: „Die hebben het anders
opgelost. Spanjaarden zijn joint-ventures be
gonnen, dat zijn nu Argentijnse schepen ge
worden. Wat dat betreft is zo'n accoord al
leen maar papieren rommel."
Vrolijk: „Vergeet niet: wij zijn uitgenodigd
om daar te komen vissen. Mauritanië heeft
zelf de middelen niet. Die pelagische vis is
voor Nigeria bij voorbeeld de belangrijkste
voedselbron. Dan moet je wel de mogelijk
heid hebben om dat op te vissen. Stel dat we
uiteindelijk worden gedwongen om onze
vloot in te krimpen, dan is het simpel zat.
Dan haal ik de Nederlandse vlag uit de mast
en hang de vlag van Belize in de top."
Van den Broek: „Maar op dit moment blij
ven we met het rare verhaal zitten dat jouw
nieuwe Carolien en ook de Afrika illegaal va
ren, om het kort door de bocht te zeggen."
Vrolijk: „Is niet zo. Alle benodigde docu
menten en licenties zijn aan boord van de
schepen."
Van den Broek: „Daar kun je het niet mee
eens zijn, maar de Nederlandse handteke
ning staat wel onder de overeenkomst. De
vraag is nu: hoe draait Den Haag zich hier
uit?"
Vrolijk: „Het ministerie van landbouw en
visserij heeft dezelfde zienswijze als wij. We
moeten in staat worden gesteld om én ons
quotum bij Mauritanië én ons quotum in
Europa op te vissen. Daar komt een oplos
sing voor."
ederland is wereldwijd dé
specialist waar het gaat om het
vangen van pelagische vis zoals
haring. In de Mauritaanse wate
ren gaat het om zogeheten sardi-
nella's (soort haring), makrelen
en horsmakrelen, die op varia
bele dieptes in scholen zwem
men. Voor de kust van het West-
Afrikaanse land Mauritanië ko
men deze vissen in grote hoe
veelheden voor. Dat heeft te ma
ken met het feit, dat daar drie
oceaanstromen samenvloeien.
Vissen op pelagische vis is alleen
rendabel als het in het groot ge
beurt, zoals de Nederlanders
doen. Een ton sardinella's levert
maar 300 dollar op. De Neder
landse consument haalt zijn
neus op voor deze vis, die goed
koop maar ook erg gratig is. De
Nederlandse vloot exporteert
zijn pelagische vangst naar on
der meer Nigeria, Ghana, Ivoor
kust, Cuba, China en de Filipij
nen.
Tot voor kort visten vooral grote
trawlers uit de voormalige Sov
jet-Unie bij Mauritanië op pela
gische vis. Na het uiteenvallen
van het Sovjet-rijk is die vissers
vloot sterk in omvang afgeno
men: van 200 naar 35. Sinds be
gin 1996 vissen ook schepen van
vier Nederlandse reders (Vrolijk,
Parlevliet Van der Plas, Van
der Zwan en Jaczon) bij Maurita
nië op pelagische vis. Zij betalen
daarvoor aan de Mauritaanse
overheid, met wie zij een con
tract hebben gesloten. Het land
krijgt voor zijn totale visrechten
jaarlijks 110 miljoen gulden van
de Europese Unie. Buiten de Ne
derlandse vloot zijn bij voor
beeld Spanjaarden er zeer actief
met de vangst op intkvis en octo-
Er opereren ook enkele trawlers
uit Duitsland, Engeland en
Frankrijk bij West-Afrika, rtiaar
deze schepen zijn helemaal of
gedeeltelijk eigendom van de
zelfde vier Nederlandse reders.
Afgesproken is, dat in de Maurit
aanse wateren door maximaal 22
Europese trawlers en 50 schepen
uit de vroegere Sovjet-staten (Li
touwen, Letland, Oekraïne) op
sardinella's en dergelijke soorten
gevist mag worden. In werkelijk
heid zijn die aantallen minder.
Gemiddeld werpen zo'n vijf Ne
derlandse trawlers constant hun
netten uit bij Mauritanië. In to
taal beslaat de Nederlandse
diepvriestrawlervloot veertien
schepen. De overige negen traw
lers vissen in de Europese wate
ren.
De trawlers mogen niet binnen
de 12-mijlszone van Mauritanië
vissen. Ze doen dat op 25 tot 150
mijl uit de Mauritaanse kust, die
zo'n 750 kilometer lang is. De lo
kale vissers azen voornamelijk
dicht bij de stranden in kano
achtige bootjes op inktvis en
dergelijke.
De moderne trawler - bouwkos
ten: ongeveer 75 miljoen gulden
- kan zo'n 3.500 ton lading mee
nemen. De schepen zoudën per
dag veel meer kunnen vangen,
maar de beperkte capaciteit van
de vriesinstallaties maakt dat er
niet meer dan zo'n 250 ton vis
per etmaal aan boord verwerkt
kan worden.
De gevangen vis wordt aan
boord ingevroren, in dozen van
20 kilo verpakt en daarna op pal
lets gestouwd. De vangst gaat
naar koelhuizen op Las Palmas
(Canarische Eilanden) en wordt
vandaar verder vervoerd met an
dere schepen. De vier Neder
landse reders zijn bezig om zelf
koelhuizen te laten bouwen op
Las Palmas. Daarnaast bestaan
plannen om in het noorden van
Mauritanië bij Nouadhibou een
haven aan te leggen voor de
diepstekende Nederlandse traw
lers.
De reders hebben sinds een jaar
RIVO-bioloog A.Corten inge
huurd om onderzoek te doen
naar de visbestanden bij Mauri
tanië. Er is nu nog onvoldoende
over bekend. Er wordt gesproken
met de FAO, de wereldvoedsel
organisatie van de VN, om de
biologisch onderzoek in groter
verband samen voort te zetten.
In 1998 hebben alle grote traw
lers bij elkaar (Nederland en de
ex-Sovjetlanden) zo'n 350.000
ton pelagische vis uit de Maurit
aanse wateren gehaald. De Mau-
ritaniërs zelf zijn van mening dat
er circa één miljoen ton per jaar
gevangen kan worden zonder
dat de visstand gevaar loopt.
G0VERT WISSE