6 ZATERDAGSBIJVOEGSEL
Moeilijk, chaotisch
en labiel
'In mijn wanhoop
bedenk ik rare dingen'
TT
T 930 ZATERDAG 22 ME11999
Leidsch Dagblad
1UI
In 1978 probeerde hij met een
speelgoedpistool een KLM-
vliegtuig te kapen. De actie
mislukte. Negen jaar geleden
smeet hij zwavelzuur tegen de
'Nachtwacht'. Ook nu waren
de gevolgen niet ernstig. En
afgelopen zondag kwam hij
voor de derde keer opvallend in
het nieuws: hij vernielde
Picasso's schilderij 'Vrouwelijk
naakt voor tuin'. Wederom
bleef de schade - aangericht
meteen keukenmesje - beperkt.
Het leven van Paul (41uit
Utrecht voltrekt zich in grote
psychische wanorde: vele
malen opgenomen in de
psychiatrie, tussendoor cum
laude afgestudeerd in wis- en
natuurkunde. 'Zeer intelligent
en soms moeilijk in de
omgang', zegt zijn vader.
'Gestoord', volgens een
algemene omschrijving in de
pers. En Paul zelf: 'Ik ben
absoluut niet gek'.
Picasso's 'Vrouwelijk naakt voor tuin', vernield met een keukenmesje.
et leek zo goed te gaan met Paul.
Zes jaar lang woonde hij in een
«JLi complex voor 'begeleid wonen' in
de Utrechtse binnenstad. Hij studeerde intussen
cum laude af aan de universiteit van Utrecht,
deed onderzoek op het gebied van de theoreti
sche fysica en maakte vrienden. Kortom: tevre
denheid. Zijn in Bloemendaal woonachtige va
der kan daarom maar moeilijk geloven dat Paul
weer in de fout zou zijn gegaan: „Ik ben ge
schokt en verslagen." En Wirn Kramer, eerste
geneeskundige van de H.C. Rümke-groep, bij
wie Paul vrijwillig in behandeling was: „Dit is af
schuwelijk; een grote ramp voor de padënt."
Wie is Paul? In de pers figureerde hij als 'ge
stoorde' en 'gek', maar familie en bekenden er
varen hem anders. Een begenadigd leerling, zegt
zijn vader. „Hij is zeer intelligent, bijkans geni
aal. Dat maakt zijn behandeling juist zo moei
lijk." Tegelijk is Paul soms 'heel moeilijk in de
omgang, chaotisch en erg labiel'. Zijn vader: „De
vakanties hé. Dat was een groot probleem. Dan
miste hij aandacht. Dan ging hij zich opwinden.
En dat kon soms heel bedreigend zijn voor de
buitenwacht." Vanaf zijn zestiende kwam Paul
onder behandeling van de Zuidlarense inrich
ting Dennenoord.
In 1978 kaapte Paul met een speelgoedpistool
de DC 9 City of Arnhem die op weg was naar
Madrid. Copiloot, A.G. Raap (51) uit Ermelo
werd toen - zegt hij - getroffen door de intelli
gente voorbereiding. Het nep-pistool was slim
verpakt en kon zo door de douane gesmokkeld
worden. „Bovendien was het vreselijk knap hoe
hij mij en de piloot om de tuin wist te leiden. Wij
hadden geen enkel idee dat het een Nederlandse
jongen was. Alle communicatie ging in perfect
Engels." Paul riep leuzen over de Rote Armee
Fraktion en de PLO en eiste dat het vliegtuig
naar Algiers zou gaan. Uiteindelijk werd hij door
drie passagiers overmeesterd. Niemand raakte
gewond. De copiloot: „Later kreeg ik een brief
van zijn moeder. Ze verontschuldigde zich voor
haar zoon en vertelde meer over z'n achter
grond. Toen werd me pas goed duidelijk hoe
tragisch zijn leven is verlopen. De kaping, dat
wa$ slechts een idee. Hij had geen enkel doel."
Paul werd door de Spaanse autoriteiten snel aan
Nederland uitgeleverd. De kaper werd verpleegd
in het Willem Arntsz Huis in Utrecht.
Negen jaar geleden ging het weer mis. Paul
smeet in een verwarde bui zwavelzuur tegen de
Nachtwacht van Rembrandt. Weer werd een
daad van hem wereldnieuws. Opnieuw was de
schade klein, mede omdat een bewaker een fles
je neutraliserende chemicaliën bij zich droeg.
Na zijn arrestatie liet Paul zich wederom behan
Het oorspronkelijke en beschadigde werk van Pablo Picasso in het Stedelijk Museum Amsterdam.
foto's ap/reuters
delen bij de H.C. Rümke-groep.
Daarna ging het weer goed. De laatste zes jaar
deelde hij met anderen buiten het complex van
de H.C Rümke-groep, één van dé omringende
woningen in de Utrechtse binnenstad. In het
Museumkwartier wonen patiënten in een be
schermde omgeving en krijgen ze enkele uren
per dag begeleiding. Op die wijze wordt getracht
ze langzaam terug te brengen naar een zelfstan
dige positie in de maatschappij.
Paul ging naar de Utrechtse universiteit en
studeerde snel af in wis- en natuurkunde. Hij
kvyam af en toe op het terrein van de inrichting
om mee te doen aan creatieve activiteiten. Een
patiënt die de activiteiten begeleidde: „Hij was
vaak ontevreden. Hij vond dat ze hem vals be
schuldigden. Klaagde over de verpleging, over
zijn medicatie. Daar had hij het altijd maar over.
Hij kon agressief worden tegen het personeel als
iets hem niet beviel. Dan begon hij soms wel
eens te slaan. Maar er viel ook best met hem te
praten. In het activiteitencentrum las hij bijna
altijd heel lang de krant, echt van A tot Z." Een
vroegere medebewoner: „Hij heeft hier een tijd
je boven gewoond en ergerde zich al als ik de ra
dio te hard had staan."
Vorige week vrijdag kreeg Paul na een ruzie
met een medebewoner een klap. Daarop nam
hij een bijl ter hand die hij naar zijn zeggen als
gereedschap op zijn kamer houdt. „Paul zei dat
hij de bijl niet wilde gebruiken, maar het is na
tuurlijk een bedreigende situatie", zegt advocate
H. Klinkhamer die in de eerste dagen als de
raadsvrouw van Paul optrad. Toen de ruzie was
bijgelegd, werd Paul voorgesteld om 24 uur af te
koelen in de gesloten inrichting op het complex.
„Dat voorstel heeft hij afgewezen." Vervolgens
werd hij tegen zijn zin opgesloten en moest hij
hem onbekende medicijnen slikken.
Normaal gebruikt de 41-jarig Utrechter regel
matig Tranxene, een kalmerend middel voor
langdurige behandeling dat angsten en spannin
gen onderdrukt. Maar vlak voor de vernieling
van de Picasso kreeg hij een ander middel voor
geschreven door een waarnemend arts, terwijl
hij uitdrukkelijk gezegd zou hebben: 'Geef me
dit niet, want ik kan er niet tegen'. Zijn advocaat
Job Knap: „Ik sluit niet uit dat deze medicatie
een ongewenste uitwerking op hem heeft ge
had". De H.C. Rümke-groep stel een diepgaand
medisch onderzoek in.
Paul werd .24 uur gesepareerd. Zondagoch
tend sprak Klinkhamer met hem. „Hij was toen
weer goed aanspreekbaar, hoewel geëmotio
neerd. Hij ijsbeerde heftig heen en weer. Al die
oude kwesties kwamen weer boven, zoals het
vernielen van de Rembrandt." Hij wilde naar
buiten. Een woordvoerder van de H.C. Rümke-
groep in een reactie: „Hij heeft de psychiater
verzocht om een uurtje van de zaal te mogen.
Dat leek ons aanvankelijk niet verstandig, maar
hij praatte behoorlijk op de arts in. Bovendien
maakte hij een gekalmeerde indruk. Uiteindelijk
hebben we hem toegestaan naar buiten te gaan,
maar hij moest binnen het complex blijven."
Later op de dag dook Paul op in het Stedelijk
Museum in Amsterdam: hij had het terrein toch
verlaten. Volgens de politie zou hij daar de Pi
casso hebben vernield. Paul heeft niet bekend.
Tegen zijn advocate liet hij zich ontvallen: „Als
je echt iets bijzonders doet, zijn mensen veel
vriendelijker tegen je. Dan luisteren ze naar je."
HENK VAN ESS
ISTVAN KÖVI
Paul: een intellectueel in geestelijke nood
>1
k ben absoluut niet gek. Ik doe dingen uit
I wanhoop.Paul kijkt zijn gesprekspartners
JL indringend aan. Een baardje, zijn ogen
donker, zijn gelaat flets. Zijn gedrongen gestalte buigt
nu en dan voorover, leunend op de tafel. Op zijn
voorhoofd plakken krullende lokken.
De 41-jarige Utrechter verblijft sinds de vernieling
van Picasso's schilderij 'Vrouwelijk naakt voor tuin',
op de beveiligde, gesloten afdeling van het Willem
Arntsz Huis. Hij leeft tijdelijk op de
vierde etage, ook wel 'Het torentje'
genoemd.
Paul staat ter ontvangst bij de
deur en maakt een nerveuze indruk.
Hij heeft zelf uitdrukkelijk om dit
perscontact verzocht. Zijn advocaat
en zijn behandelend geneesheer
raadden hem het onderhoud na
drukkelijk af. Maar hij wil een ver
klaring afleggen. Om te voorkomen
dat opnieuw het versimpelde en
eenzijdige beeld ontstaat van 'een
gek die in een Picasso snijdt'. Een
gesprek op voorwaarde dat er niet
over het incident wordt gesproken.
„Ik weet niet of ik dat gedaan heb. Ik
weet niet eens wat er zondag is ge
beurd."
Paul is onmiskenbaar hoog intelli
gent; hij behaalde een graad in de
wiskunde en natuurkunde. Nu en
dan wordt hij een spraakwaterval,
waarbij hij verre gedachtensprongen
maakt. Vragen onderbreekt hij met
regelmaat, hoewel hij goed luistert.
„Al mijn problemen worden veroorzaakt door de me
dicijnen. Die zijn levensgevaarlijk voor me. Ze hebben
me na een ruzie, vrijdags voor die zondag, verkeerde
medicatie gegeven. Ik kreeg niet de kans in te gaan op
het voorstel 24 uur af te koelen. Ik werd opgesloten en
moest kiezen: platspuiten of het middel Seresta Forte.
Platspuiten laat ik nooit toe. Het werd Seresta. Maar
daar kan ik niet tegen. Je wordt er ook overmoedig
van.
Al mijn opnames zijn het gevolg van slapeloosheid
waaraan ik van jongsafaan leid. En ik kan niet tegen
geluidsoverlast wat bijdraagt aan mijn slaapstoornis.
En ik verzeker je, van slapeloosheid word je knetter
gek. Dat wordt erg onderschat.
Daarmee voldoe ik niet aan de wetten van de psy
chiatrie. Ze hebben al talloze diagnoses gesteld: zwak
begaafd, autistisch, psychotisch, noem maar op. Ze
komen steeds met wat anders.
Langzamerhand hebben ze mijn leven geruïneerd.
Mijn studie afgenomen, alles. Het advies van de
meeste psychiaters is: stop met alles. En je gaat als
een baksteen het ravijn in. In wezen ben ik een nor
maal mens, als ik geen medicatie krijg. Ik garandeer
dat ik dan niet agressief word.
Ze hebben het eerst te licht opgevat en me daarna
verkeerd behandeld. Toen ik zei dat ik aan slapeloos
heid leed, lachten ze me uit; 'Daar kun je niet over
spannen van worden, Paul, slaap maar 's uit'.
Ik ben onder valse voorwendselen opgenomen. Ik
heb zeker in zes verschillende inrichtingen gezeten, ik
ben vaak ontsnapt. Uit wanhoop. Ik kreeg slaapmid
delen; steeds zwaardere. Op zeker moment hebben ze
me Nozinan toegediend. Dat is een paardenmiddel
dat later zelfs is verboden. Je wordt er knettergek van.
Paranoia. Dat had ik*nooit mogen krijgen. Daar ben ik
zó diep van gevallen.
Opname na opname heb ik
achter de rug. Dennenoord, dat
is erger dan de Goelag-archipel.
Ik voelde me daar vreselijk onvei
lig. Uit zelfbescherming moet je
je bedreigend opstellen. Als ik dat
niet ben, nemen andere patiën
ten me te pakken. Als het moet
sla ik erop. Ik heb diverse keren
eenzame opsluiting meegemaakt.
Ik heb eens een deur zo hard
dichtgeslagen dat het kozijn los
kwam.
Uit protest tegen die platspui-
terij, uit wanhoop wil je eruit. Ik
ben vaak ontsnapt, omdat ik het
niet meer uithield. Ik moest
vluchten. Toen ik dat vliegtuig
kaapte, was ik het zat. Godzijd
ank heeft niemand er wat aan
over gehouden. Tegen de Nacht
wacht heb ik een flesje met wat
druppels zuur aangegooid. Vre
selijke spijt heb ik daarvan. Ik
houd van kunst. Wiskunde is
voor mij ook kunst, esthetiek.
In mijn woede en wanhoop be
denk ik rare dingen. Op Koninginnedag had ik in
Utrecht een pot oranje waterverf over de koningin
willen gooien. Ik heb het idee laten varen.
Een paai- maanden geleden heb ik ingebroken in de
Koepel-gevangenis. Ik wilde erin. Ex-gedetineerden
die hier met TBS zitten, hebben me huilend verteld
dat ze wel kruipend terug willen.
Op de spoorbaan heb ik gestaan. Mensen zien je,
weten het, maar doen niets.
De psychologie staat op een te hoog voetstuk. Als je
niet aan de wetten voldoet, weten ze het niet en val je
in een ravijn. De psychiatrie in Nederland is over het
algemeen goed. Het Willem Arntsz is zelfs een heel
menselijk ziekenhuis. Maar de psychiatrie moet niet
denken dat ze voor iedere patiënt goed is. Er is zoveel
wegbezuinigd, er is zo'n zorgverschraling. Die ruzie
op vrijdag, waar het mee begon, was een gevolg van
het gebrek aan personeel. Het duurt dan veel te lang
voor er iemand komt.
„Dat ik nog in de psychiatrie ben heeft vooral te
maken met eenzaamheid. Hoe kan ik nu in 's hemels
naam zelfstandig wonen? Ik vlieg tegen de muren op.
Ik zit hier al te lang."
HENK VAN ESS
zwavelzuur. foto archief anp