Hoop voor Parkinson-patiënten Hooikoorts kan gepaard gaan met voedselallergie Gezondheid Onbekend en ongezond MAANDAG 17 MEI 1999 DAG REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOElINGAi WÊÊÊÊÊÊÊÊmÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊmÊÊÊÊm PUZZEL Kruiswoord-min-een Niet het gevraagde woord invullen, maar een woord dat bestaat uit de letters van het gevraagde woord in dezelfde volgor de min 1 letter. (B.v. Omschrijving "die renverblijf'. Antwoord zou zijn "stal", maar ingevuld moet worden 'sta"of "tal". Welke van die twee het moet worden, moet blijken uit de kruisende woorden.) HORIZONTAAL: 1. Bodem; 4. leenman: 7. onderste molensteen; 9. rondedans;ll. broedplaats; 12. kinbaardje; 13. schaamte; 15. wandpilaster;17. ijverig; 18. mannelijk dier; 19. smerig; 20. schrijflijn; 22.mest- hoop; 25. hof; 27. vorstentitel; 28. golf- terrn; 29. kleur; 31.kleefmiddel; 32. straat handelaar; 34. zoet; 35. adellijke titel. VERTICAAL: 1. Zoogdier; 2. oorhanger; 3. schoon; 4. kledingstuk; 5. voertuig; 6. deel v.e. bruidsjapon; 8. lol; 10. wilskrachtig; 12. these; 14. onderwijs; 15. streling; 17. bolgewas; 18. weekdier; 20. deel v.e. woord; 21. tenen mand; 23. bijenproduct; 24. slecht glijdend; 26. eenheid; 29. aardig; 30. vis; 32. beroep; 33. wiel. Oplossing van zaterdag:Horizontaal:: 1. Ido; 3. tif; 6. si; 9. nu; 10. Leda; 12. epos; 14. orgel; 16. marmelade; 19. as; 20. fa; 21. entrecote; 26. eigen; 27. vent; 29. eden; 31. er; 32. es; 33. lef; 34. ent. Verticaal: 1. Islam; 2. die; 4. Ino; 5. fusie; 7. farm; 8. meel; 11. dorsten; 13. plafond; 15. ge; 17. aan; 18. dat; 21. euvel; 22. rite; 23. eg; 24. ceel; 25. ernst; 28. ere; 30. een. Diabetes-pil HEINZ „Pijn, dat u er zelf bent vandaag. Afgelopen vrijdag had u bijscho ling, hoorde ik van de assistente", zegt mevrouw Van der Lek bij binnenkomst. Ze is samen met haar dochter, en heeft duidelijk wat te bespreken. „Minke heeft het echt geprobeerd, maar het lukt haar niet steeds met een andere arts over dingen van haar zelf te praten. Het is toch al een overwinning om naar het spreekuur te komen. We zijn dat van huis uit niet gewend. Liever lossen we het zelf op." Minke zit met een scheef oog naar haar moeder te kijken. Ze is ze ventien, eigenlijk al groot genoeg om zelf op het spreekuur haar woordje te doen. „Wat kan ik voor jullie doen?" „Minke heeft last van benauwdheid en kan slecht slapen", ant woordt weer de moeder. „Ze wil er niets over horen, maar het is toch niet normaal dat ze niet meer naar sportactiviteiten wil. Vroe ger zat ze op badminton, nu hangt ze wat op de bank, dat komt ook niet ten goede aan haar lijn. Toe Minke, zeg zelf nou ook eens wat", zegt de vrouw tot haar dochter. Er komt niet veel los. Minke lacht wat. „Ik ben moe, slaap slecht, en lig 's nachts steeds te hoesten. Het is nu al vanaf kerst, dat kan je toch geen gewone verkoudheid meer noemen!" Om meer helderheid te krijgen wil ik het hele verhaal horen. Sinds haar derde jaar is Minke regelmatig verkouden. Haar moeder be schrijft haar als niet gemakkelijk. Ze was in die tijd dwars. Zoetjes aan veranderde ze in een teruggetrokken kind, dat het liefst weinig aandacht vroeg en met een boek op de bank zat. Puzzelen deed ze ook graag. Buiten spelen was geen liefhebberij, de andere kinderen waren zo wild, ze ontweek dat liever. Op school kon ze goed meekomen, maar ze viel nogal eens uit doordat ze verkouden was. Na haar 13e jaar ging het beter. Ze groeide eroverheen, en kreeg een vriendin, die haar enthousiast maakte voor badminton. Ze liet zich over de streep trekken, en was enkele jaren regelmatig op het veld te zien. „Ik vond het echt leuk", zegt ze. „Maar plotseling kwamen die aanvallen weer van adem tekort. Niet als ik gewoon zit, maar bij inspanning. Fietsen doe ik ook liever niet, ik heb gelukkig een buskaart." Als ik haar nakijk vind ik afwijkingen in haar ademhalingspatroon. Lange, zachte uitademing, en piepen. Zelf blijkt ze dat ook al ge merkt te hebben, maar thuis was er geen aandacht aan besteed. „Nee, dat kennen we niet bij ons in de familie", neemt moeder het gesprek over. „Noemt u dat astma? Dat is me niet bekend." Onbekend maakt onbemind. In Minke's geval kun je 'ongezond' invullen. Omdat haar ouders het niet kennen, wordt ze niet serieus genomen in haar klachten en trekt ze zich steeds meer terug om met de geringe hoeveelheid lucht die ze heeft, nog het nodige te kunnen doen. Een klaagster is ze niet. Als we doorpraten vallen de stukjes van de puzzel in elkaar. Vader en moeder roken allebei. Minke zelf niet. Toch rookt ze passief met de ouders mee. Ze heeft nooit een loopneus, het hoesten is het belangrijkste symptoom. Haar wordt stilletjes verweten dat ze niet vooruit te branden is. De vorige huisarts had haar wel eens op verzoek van de moeder onderzocht, maar zei dat het aanpassings problemen konden zijn. 'Een gevoelig meisje, dat haar vorm nog moest vinden', had hij gezegd. Op dat moment piepte het meisje niet. Ik vraag haar de peakflowmeter eens te gebruiken. Dat is een ap paraat, dat de hoeveelheid lucht meet die je in een forse adem stoot uitblaast. Ze doet haar best, maar komt tot nauwelijks de helft van wat het zou moeten zijn. Ik licht haar voor over wat er ge beurt: „De grote luchtwegen verkrampen, waardoor er te weinig zuurstof kan binnenkomen, en je steeds een moe gevoel houdt. Met een inhalator die de luchtwegen verwijdt, kan de lucht weer makkelijker binnen komen. Tegen de ontstekingsverschijnselen aan de slijmvliezen geven we nog een inhalator met een corticos teroid. Dat werkt op den duur genezend." Minke krijgt de opdracht de och tend waarden van de peakflow bij te houden. „In de nacht heb je de minste adem, dan is de steroïd- spiegel, die het lichaam zelf kan aanmaken het laagst. Dan ben je dus ook het meest benauwd. In de loop van de dag knapt het meestal op. Heb je straks meer lucht, wordt het ook weer leuker om te gaan sporten. De badmintonclub heeft misschien wel weer een plekje voor je. Vermijd rokerige ruimten, misschien lukt het thuis het ro ken te stoppen." Haar moeder is zich bewust geworden van de ernst, zij heeft al beslist. MARIEKE VAN SCHIE, huisarts Kinderen en zon Pleister jubileert Zo'n 75 jaar geleden, in 1924, bracht Hansaplast de eerste wondpleister op de markt. Een kant-en-klare combinatie van wondgaas en hechtpleis ter. Al in 1882 was een soort hechtpleister ontwikkeld door de Duitse apotheker Paul Bei- ersdorf. Het spul werd ge bruikt om katoenen verban den vast te maken. Deze eer ste hechtpleisters hadden een enorme kleefkracht die niet In 1901 kwam Leukq 0SR witte hechtpleister n> voldoende kleefkrach pj||r band op de huid vasi ken, zonder deze In 1924 kwam de eer^dsia binatie van gaas. Om Hansaplast een authentiek pleisterbb 19.04 1937 kado' een pakje HENK HELLEMA Jeukende en tranende ogen, niesbuien en een loopneus als het gras begint te bloeien, de bloe men bloeien of de bomen hun stuifmeel rond strooien: dat zijn de verschijnselen van hooi koorts. Mensen met hooikoorts kunnen ook al lergisch zijn voor bepaalde voedingsmiddelen. Hooikoorts is een allergische reactie van de slijmvliezen van neus, keel en ogen bij het inade men van stuifmeeikorrels (pollen) van grassen, bomen of bloemen. De klachten zijn het gevolg van een abnormale afweerreactie van het li chaam op lichaamsvreemde stoffen. Deze stoffen worden ook wel 'allergenen' of 'antigenen' ge noemd; het kunnen bijvoorbeeld bepaalde eiwit ten in stuifmeeikorrels zijn. Ook eiwitten uit voe dingsmiddelen kunnen als allergeen een abnor male afweerreactie oproepen. Elk eiwit heeft zijn eigen opbouw en zijn eigen vorm. Het komt geregeld voor dat overgevoelig heid voor een bepaald eiwit leidt tot overgevoe ligheid voor een ander eiwit dat daar sterk op lijkt. Men spreekt dan van een kruisreactie of kruisovergevoeligheid. Mensen die last hebben van een pollenallergie kunnen daardoor ook al lergisch zijn voor bepaalde voedingsmiddelen. Symptomen zijn vochtophoping in de lippen, een onaangenaam prikkelend gevoel in de mond, een dichtzittende keel, heesheid, galbulten of maag-darmklachten. Kruisovergevoeligheid kan onder andere ont staan als er sprake is van een biologische ver wantschap tussen twee voedingsmiddelen. Plan ten die behoren tot dezelfde plantenfamilie be vatten eiwitten die weinig van elkaar verschillen. Een voorbeeld vormt de plantenfamilie peul vruchten (Leguminosaeae). Hierbij horen onder andere soja, pinda, bonen en erwten. Overgevoe ligheid voor bijvoorbeeld soja gaat soms gepaard met overgevoeligheid voor bonen en/of pinda. Bekende kruisovergevoeligheden tussen pollen en voedingsmiddelen zijn onder meer: - graspollen (bloeiperiode april - eind oktober) en overgevoeligheid voor aardappel, tarwe, boek weit, tomaat en pinda; - berkenpollen (bloeitijd april - eind mei) en reacties tegen fhiitsoorten uit de familie der Rosaceae (zoals verse appel, aardbei, kers, peer, pruim, perzik), en tegen noten (vooral hazel noot), sinaasappel, wortel, selderij en kiwi; - bijvoetpollen (Artemisia vulgaris, bloeiperio de augustus) en reacties op tuinkruiden als sel derij, anijs en koriander en op wortel; - ambrosiapollen (Ragweed, bloeitijd juli tot september) en watermeloen en banaan. Wat is er te doen aan dergelijke overgevoelighe den voor voedingsmiddelen? Het ligt voor de hand een dieet te volgen gedurende de periode waarin de voedselovergevoeligheid last geeft. Sommige mensen hebben alleen klachten van bepaalde voedingsmiddelen in het pollensei zoen. Anderen kunnen ook buiten dit seizoen klachten hebben. Bij het dieet worden de voedingsmiddelen waarvoor men overgevoelig is zoveel mogelijk ge meden. Omdat het risico bestaat dat de voeding niet meer voldoende belangrijke bouwstoffen en beschermende stoffen levert, is het van groot be lang dat de diagnose 'voedselovergevoeligheid' zeker is. Dat kunt u het beste bij uw huisarts la ten uitzoeken. Na het stellen van de diagnose kan een diëtist u helpen bij het samenstellen van een volwaardige 'voeding. Als u nog vragen heeft over voedselallergie kunt u contact opnemen met de 'Allergietele- foon' van het Voedingscentrum, op werkdagen tussen 10.00 en 13.00 uur op telefoonnummer (070) 306 88 90. U kunt ook een e-mail sturen naar: allergietelefoon@vc.agro.nl. Wellicht komt er in de toe komst een insuline-pil voor mensen met suikerziekte, zo dat ze zich niet meer dagelijks hoeven in te spuiten. Onder zoekers van de farmaceuti sche firma Merck hebben een stof gevonden, die de werking van het hormoon insuline kan nabootsen. De vondst is min of meer een toevalstreffer. Ja ren geleden namen Spaanse medewerkers van het bedrijf een groot aantal plantensoor ten mee uit het tropisch re- genbos in de buurt van Kins hasa, de hoofdstad van de De mocratische Republiek Con go. Een van de meegenomen soorten was een schimmel, Pseudomassaria. Amerikaanse geen eiwit is zoals iiu 'pgéh collega's namen het extract kan het in pilvorm vi j| van deze schimmel mee in mond worden ingem hun zoektocht naar een stof die de werking vanj, «-Jo kon nabootsen. Hetb eqhe gouden greep. Het extract bevat een stoffc,u|a I quinone. die insult yj|et. bootst. In muizen nu [eg,or vorm van diabetes t)j ^Ro bleek de nieuwe verb j|es k het bloedsuikergeha! (in(jer zo'n 50 procent teve 17 Bij deze vorm van dij 725 ook wel ouderdomst! jfe genoemd, ligt deo0R de ziekte in zowel ee l(Tierj| derde productie vam je fr; als in een afgenomen ctric« ligheid van cellen vu hormoon. De stof bli ^ih fiek de werking vanh [,eC|- na te bootsen. Omdi n0||yo Verstandig zonnen Hoe kun je verstandig genie ten van de zon? De Stichting Verantwoord Zonnen heeft een speciale krant uitgegeven met tips, informatie en artike len over binnen en buiten zonnen. Een greep uit de in houd. De UV-stralen van de zon hebben zowel positieve als negatieve effecten op de huid. Positief zijn het bruin en het dikker worden van de huid. Minder prettige effecten zijn veroudering en kanker. „Een gezonde huid kan zich zelf tot op zekere hoogte be schermen tegen UV-stralen en de opgelopen schade ook zelf herstellen", vertelt AMC-huid- arts Meinardi. „Die bescher ming moet je huid wel kun nen opbouwen. Geef je huid ongeveer drie weken de tijd om te wennen. In die tijd ver- illedi Inforrr ;ramn enart Zo vad Spel pi dikt je huid en wore uq$.j( ner." Te veel zon is; netwe maar te weinig ookn ^|ua Enne ianW nardi: „We kunnen der zon. Je moet een wicht vinden." Hij n om grote overganger. mijden. „Wie het heli °önd kantoor werkt en drk in Spanje aan het str; ,r liggen, vraagt om mi Lei den." Anti-zonnebrg ^e(j|( schermt de huid tegt geme lijke schade. Het get (|eere op de de verpakking, ,ep01 over de duur van de; v( ming tegen de zon. Si 30 minuten in de zon ten zonder te verbraj J^el verlengt een zonnep: W3j met factor 10 dat hal tien keer naar 5 uur zonnen in Nederlanc ge^Q factor 10 tot 12 aaribi Kleding geeft de huid de beste bescherming tegen te veel UV- stralen. Hoe donkerder en hoe dichter geweven, des te meer bescherming. Verschillende dunne lagen zijn ook goed. De zon is het sterkst tussen 12 en 3 uur. Ga dan in de schaduw zitten. Ook hoofdhaar heeft bescherming nodig. Door de zon verdwijnt het bescher mende talglaagje rond het haar en droogt het uit. In te genstelling tot de huid kan het haar die schade niet zelf her stellen. Gekleurd, geperma nent haar is hier extra gevoelig voor. Er zijn speciale produc ten om het haar tijdens het zonnen te beschermen. In te- U I genstelling tot wat ot t vaak denken is veel 2 l goed voor kinderen. 1 veel mogelijk de scha luidt het advies, tussen 12 en 3 uu nehoedje is geen luxe, evenals een Voor kinderen brand met hoge mingsfactoren aangfl - 30). Ook in de schad en worden gesmeerd. Vo 8>or informatie: de - 202 5060 en www.verstandigzoniï Fe de Nederlandse Kant ta"s ding: 0800 - 022 6622f™ .kankerbestrijding.nl Er is hoop voor Parkinson-pati ënten. Elektrische stimulatie in de hersenstam kan de voort gang van de ziekte een halt toe roepen of de effecten sterk ver minderen. Dr. M.J. Staal, neu- rochirurg in het Academisch Ziekenhuis Groningen: "Wel licht dat we met deze vorm van neurostimulatie meer kunnen doen dan alleen symptoombe strijding." Symptomen als tremor, spierstijfheid en bewegingsar moede kunnen de ziekte van Parkinson zeer invaliderend maken. De aandoening komt door het afsterven van hersen cellen in een gebied, waar het boodschappermolecuul dop amine wordt geproduceerd. Een ernstig tekort aan dopami ne verstoort de coördinatie van lichaamsbewegingen. Over de oorzaak van de ziekte tast men nog in het duister. De huidige behandelingen be strijden in feite alleen de symp tomen. In eerste instantie wor den geneesmiddelen voorge schreven om het dopamine-te- kort aan te vullen. De werk zaamheid van deze medicijnen neemt echter met de jaren af. Zijn de symptomen met ge neesmiddelen niet meer te on derdrukken of veroorzaken ze juist een sterke overbeweeglijk- heid (Staal: „mensen kunnen niet meer op hun stoel blijven zitten en schudden en schok ken op de grond") dan maakt men soms kleirie sneden in be paalde kernen van de hersenen thalamotomies „Deze ingre pen kunnen heel effectief zijn, maar hebben toch het nadeel dat eventuele bijwerkingen on herstelbaar zijn", zegt Staal. De laatste jaren is daarom steeds meer belangstelling ge komen voor het elektrisch sti muleren van bepaalde hersen- gebieden in plaats van daarin letsels aan te brengen. Via een heel fijne elektrode in een van beide hersenkernen kan de pa tiënt zelf, via een soort pacema ker die onder de huid is aange bracht, ernstige overactiviteit onderdrukken. In het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam is net een onderzoek afgerond, waarin het effect van het opere ren van hersenendelen is verge leken met neurostimulatie van de thalamuskern. De resultaten zullen in juli op een congres in Vancouver (Canada) worden bekendgemaakt. Staal: „Geble ken is dat het elektrisch prikke len van een de thalamus vrijwel alle Parkinson-symptomen als Via een heel fijne elektrode in een van beide hersenkernen kan de Parkinson-patiënt zelf, via een soort pace maker die onder de huid is aangebracht, ernstige overactiviteit onderdrukken. Op de röntgenfoto is duidelijk de elektrode te zien in de zogenaamde subthalamische nucleus. foto anp tremor, spierstijfheid, bewe gingsarmoede en overactieve bewegingen vanwege de medi cijnen onderdrukt. Mogelijk dat patiënten daardoor op den duur minder of geen medicij nen meer hoeven te slikken. Maar neuro-stimulatie doet waarschijnlijk méér. Het lijkt erop dat het ook bescherming biedt tegen het verder afsterven van dopamine-producerende hersencellen." Samen met het AMC, het Elisa beth Ziekenhuis in Tilburg, en wellicht het Medisch Centrum Twente in Enschede en het AZ Maastricht, wil het AZG dit ef fect verder onderzoeken door met neuro-stimulatie behan delde patiënten gedurende een periode van twee tot drie jaar op verschillende tijdstippen in Groningen onder de scan te leggen. „Met deze beeldvor mende techniek kunnen we de plekken waar dopamine actief is in bovengenoemde hersen kernen zichtbaar maken. Op deze manier kunnen we in de loop van de tijd nagaan of die activiteit wel of niet is afgeno men en of de ziekte van Parkin son is voortgeschreden of niet." Meer dan alleen symptoombe strijding zou ook het transplan teren van foetale hersencellen zijn. Staal is daar al jarenlang - als enige in ons land - mee be zig, aanvankelijk met heel wis selende resultaten. Dat laatste komt volgens hem omdat het heel moeilijk is van een geabor teerde menselijke foetus het juiste hersenweefsel in het juis te ontwikkelingsstadium te ver krijgen. „Ook ethisch lag, en ligt, het gebruik van menselijke foetale cellen moeilijk." Een oplossing voor dit pro bleem zocht hij in het gebruik van foetale hersencellen van varkens. Daarvoor worden bij de vakgroep functionele anato mie van de Diergeneeskundige Faculteit van de Universiteit Utrecht onder speciale omstan digheden varkens gefokt en zwanger gemaakt. „Experimen ten met ratten laten zien, dat de bij deze dieren opgewekte Par- kinsonachtige verschijnselen na transplantatie van de juiste foetale varkenscellen voor een belangrijk dqel verdwijnen." In de Verenigde Staten waren soortgelijke, gunstige resultaten bij ratten aanleiding direct de stap naar de kliniek te maken. Staal schat dat in de VS zo'n twaalf Parkinson-patiënten zijn behandeld, bij wie honderddui zenden foetale varkenscellen in de hersenen zijn geïnjecteerd. „Voorlopige resultaten laten zien, dat deze cellen in de her senen van deze patiënten kun nen overleven." Voor de Groninger neurochi- rurg is de stap naar de kliniek inons land nog een brug te ver. Voordat deze vorm van xeno- transplantatie bij patiënten kan worden toegepast, wil hij deze nog verder testen op apen. Daartoe werkt hij samen met de afdeling psychoneurofarmaco- logie van het Academisch Zie kenhuis Nijmegen, waar het apenonderzoek zal worden uit gevoerd, en het Instituut voor Dierhouderij en Diergezond heid van de Dienst Landbouw kundig Onderzoek (ID-DLO) in Lelystad. Staal: „Een van de problemen bij xenotransplantatie is de mo gelijkheid dat besmette micro organismen via het varken de mens infecteren en daardoor wellicht een epidemie veroor zaken. Men is vooral beducht voor retrovirussen die onder deel van het genetisch materi aal van het varken kunnen zijn en zich daar rustig houden. De vraag is echter of die virussen bij verhuizing naar de mens wel of niet actief zullen worden." Mensen die last hebben van een pollenallergie kunnen ook allergisch zijn voor bepaalde voedingsmiddelen. Wie bijvoorbeeld overgevoelig is voor graspollen kan problemen krijgen bij het eten van tomaten en aardap pelen. foto's archief

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 14