I 'Tbs dreigt aan eigen succes ten onder te gaan' ZATERDAG 15 MEI 1999 ■(ink Kortmann, hoogleraar psychiatrie, is niet vies van provoceren. Over een blindedarm ven we niet meer na te denken, maar over de nselijke geest altijd. Daar geldt: niets is zeker. fen gesprek over waan en werkelijkheid, seks met ezels en misdaad en straf. Het gaat niet met de behandeling van tbs-patiënten. Men doet vaak maar wat. e mens is veel ingewikkel- U der dan wij denken. Niets is zeker. Het is een puzzel die nooit helemaal is op te lossen. Pas nog had ik een man in behandeling die aan het afkicken was van zijn verslaving aan alcohol. Wij zaten met z'n tweeën in dezelfde kamer, maar hij zag dingen, zulke vreselijke dingen, te afschuwelijk voor woorden. Op zulke mo menten denk ik nog steeds: Hoe is het moge lijk? Hoe kan iemand zo psychotisch zijn, zulke bizarre wanen hebben, alleen maar omdat hij een tijdje geen alcohol heeft ge had? Dat is toch een mysterie. De menselijke geest is fascinerend, altijd weer. Zeker niet frustrerend, althans niet voor mij. Het gevaar is wel groot,*'want het volledig genezen van ziekten doe je als be handelaar niet zoveel. Het is vaak meer be geleiden, adviseren, steunen, troosten. Als je dat voor ogen houdt, als je er voor zorgt dat je doelstellingen realistisch zijn, dan is psy chiatrie een prachtig vak. Ieder mens lijdt aan een chronische ziekte met dodelijke af loop; het leven. Als ik dèt als mijn uitgangs punt zou nemen, was mijn beroep heel be droevend. Ik heb me altijd laten leiden door de lijf spreuk van mijn leermeester Van Dijk, die daarvoor een citaat van Schiller gebruikte: 'Ich habe meine Sache auf nichts gestellt.' Met andere woorden: het is zoals het is. Alles wat ik in éen positieve richting kan sturen is meegenomen. Behandel je iemand en bereik je daarmee uiteindelijk gepn resultaat, dan is het zoals het is. Mijn instelling is dat ik er van maak wat er van te maken is. Dat zou ik een gezond idealisme willen noemen. Indien ik me tot doel stelde dat ik van een verkreu kelde persoonlijkheid een geweldig, even wichtig, innemènd persoon moet kunnen maken, dan geef ik je op een briefje dat ik binnen de kortste keren heel gefrustreerd zou zijn. Als mijn ideaal was dat ik alle men sen helemaal beter kan maken, dan had ik geen leven." Vernieuwer Hij woont in Arnhem, op de Menthenberg. Tussen een zwarte vleugel, cd's met piano muziek en kasten vol boeken steekt zijn lan ge gestalte meer af dan zijn stem. Frank Kortmann praat met de rust die de psychia ter kenmerkt. Soms echter vlamt hij met de onrust van een vernieuwer. „Het gaat niet goed met de behandeling van tbs-patiënten, het is nog lang niet wat het moet zijn. Men doet vaak maar wat. In de ene kliniek krijgt een zedendelinquent lustremmende medi cijnen, in een andere kliniek hébben ze die pillen niet eens. Dat kan niet. Of je gebruikt het omdat onderzoek heeft aangetoond dat het werkt, of je gebruikt het niet." Op zulke momenten is hij niet meer de be handelaar, maar de hoogleraar psychiatrie, aan de universiteit van Nijmegen, of liever nog: de adviseur van de werkgroep IBO, die het kabinet binnenkort voorstelt de tbs-sec tor flink te reorganiseren. Aangezien Kort mann de enige psychiatrisch deskundige is van de werkgroep die verder uit ambtenaren van diverse ministeries bestaat, mag hij ge zien worden als de bedenker van het plan. „We hebben zeven tbs-klinieken met el kaar vergeleken en daaruit bleek dat er grote verschillen zijn in aanpak, filosofie en strate gie. Er zijn nog steeds diverse 'scholen' in de tbs en de behandeling die je krijgt hangt sterk af van de instelling waar je terecht komt. In de Van der Hoeven-kliniek in Utrecht vertrouwen ze vooral op groepsthe rapie. Bij de Van Mesdag-kliniek in Gronin gen kreeg dezelfde gestoorde delinquent nog niet zo lang geleden psycho-analyse. In de Nijmeegse Pompe-kliniek is het socio-thera- pie en bij Veldzicht in Avereest denken ze dat het heil van gedragstherapie komt. Er zit weinig systeem in. De verschillende klinie ken werken sterk langs elkaar heen. Behan delingsmethoden zijn weinig wetenschappe lijk onderzocht en het is de hoogste tijd dat dit systematisch gaat gebeuren. Nu gaan kli nieken veelal op hun eigen manier te werk, terwijl ze de koppen bij elkaar moeten steken en tot een gemeenschappelijke aanpak en één basisbehandeling moeten komen die volgens onderzoek bij een bepaalde stoornis het meest effectief is. Daarna pas kun je gaan specialiseren. Niet ieder mens is hetzelfde, ieder mens is een individu, maar ajs u naar de dokter gaat en hij merkt dat uw hartslag onregelmatig is, dan zegt die dokter toch ook dat u in een be paalde groep valt. Namelijk de groep van pa tiënten met hartritme-stoornissen. Dan krijgt u een behandeling die daarbij hoort. En als de eerste aanpak niet werkt, probeert men een volgende. En zo verder, aan de hand van een protocol. De geneeskunde in zijn alge Psychiater Frank Kortmann: „In de psychiatrie en de tbs zitten vaak al mensen die het moeilijk hebben met kiezen, maar voor die groep is het le ven in onze maatschappij tegenwoordig nóg veel moeilijker geworden. En dan krijg je waarschijnlijk ook meer criminaliteit." foto cpd cees zorn meenheid is steeds meer gebaseerd op de uitkomsten van wetenschappelijk onder zoek. Behandelingen zijn daardoor geba seerd op bewijs. In de forensische (gerechte lijke) psychiatrie zou dat ook veel meer moe ten gebeuren. Een bepaalde groep gestoorde delinquenten moet in eerste instantie op één en dezelfde manier worden behandeld, stap voor stap. Als we er door onderzoek achter zouden komen dat onverbeterlijke zedende linquenten alleen tot rust komen door ze medicijnen te geven, dan móet je ze die me dicijnen geven. Of ze nou in Groningen of in Utrecht worden behandeld." Succes U stelt niet de tbs zelf ter discussie? „Absoluut niet. Tbs is een uiting van een hoogstaande beschaving. Waarmee ik be doel: je verdiepen in de achtergronden van mensen die een delict hebben gepleegd en daar iets aan willen doen. En niet bot straf fen in de zin van klein delict kleine straf, groot delict grote straf. Maar de tbs dreigt echter aan zijn eigen succes ten onder te gaan." Succes?! „Ik heb wel kritiek, maar de resultaten van de tbs in zijn totaliteit zijn niet zo slecht. Er zijn relatief weinig mensen met een tbs die na terugkeer in de samenleving weer in hun oude fout vervallen. De zogeheten recidive bij tbs is twintig procent, terwijl die bij gewo ne gevangenen zestig tot tachtig procent is." Een grote groep in de tbs vormen de zedende linquenten en die zijn toch juist overwegend onverbeterlijk? „Die groep blijkt inderdaad moeilijk te be handelen en vaak te recidiveren. Anderen veel minder. Zo zullen mensen die hun part ner hebben gedood, dat bijna nooit nog eens doen." Maar die zijn ook bij lange na geen groot pro bleem voor de samenleving en zedendelin quenten juist steeds meer. „Die hebben het wel gedaan hè? Ik weet niet of ze een groeiend probleem voor onze sa menleving zijn, voor zo ver ik weet is er geen onderzoek naar gedaan. Ik zou het me overi gens wel kunnen voorstellen. Vroeger keek iedereen met zelfs de geringste pedofiele neiging heel goed uit om zijn de lustgevoe lens te uiten. Vooral de kerk was erg duidelijk dat zo iemand hel en verdoemenis wachtte. Tegenwoordig is alles veel vrijer en komen zaken die in potentie aanwezig zijn wellicht ook veel makkelijker tot expressie. Dat wij hier problemen hebben met bepaalde seksu ele afwijkingen is overigens ook sociologisch bepaald. Ik heb twee jaar in Ethiopië les ge geven aan studenten en voor hen viel homo seksualiteit nog onder de seksuele perver sies. Zij zeiden: 'Wat? Geen ziekte? Als iets een ziekte is, dan is dat het wel.' Twee dagen later kwam een patiënt bij me op de polikli niek en die vertelde dat zijn eerste seksuele ervaring met ezels was geweest. Dat vond ik heel bedenkelijk. Toen ik daar met de stu denten over kwam te spreken, moesten ze vreselijk lachen. 'O, zeiden ze, we hebben al lemaal onze eerste seksuele contacten met ezels gehad, dat is hier een spelletje.' De be slissing om homoseksualiteit niet meer als ziekte te bestempelen is een puur sociologi sche beslissing. En andersom ook. Er zijn geen vaste regels voor. In Engeland zijn ho moseksuele contacten onder de achttien jaar verboden, je kunt er voor worden veroor deeld. Ik bedoel maar." Maar zedendelinquenten die in de tbs terecht komen zijn toch gewoon gevaarlijk? „Over die groep maak ik me wel zorgen, ja. Uit bronnen van de tbs-instellingen blijkt dat hun aantal onmiskenbaar is toegenomen. Vroeger kreeg je tbs als je het maar niet kon laten om fietsen te stelen. Vandaag de dag zie je echt geen fietsendieven meer in de kli nieken. Er zitten nu alleen nog maar mensen die zware misdrijven hebben gepleegd. De pathologie binnen de tbs wordt steeds moei lijker." Naast de tbs-kliniek Veldzicht in Balkbrug verrijst momenteel een vleugel die speciaal is bedoeld voor gevaarlijke patiënten bij wie de behandeling ook na een aantal jaren nog on voldoende resultaat heeft opgeleverd. Zij krijgen geen therapie en proefverlof meer. Officieel heet dit nog niet levenslang, maar in de praktijk komt verblijf in zo'n 'long-stay" afdeling daar wel op neer. Het is een frinda- mentele verandering in de Nederlandse visie op misdaad en straf, die vanuit de tbs altijd is bepaald door het geloof dat ook delin quenten te veranderen zijn. Frank Kortmann bekijkt deze ontwikkeling sceptisch. „Je kunt eigenlijk nooit voorspel len dat iemand met psychische stoornissen niet meer beter wordt. We moeten alles op alles zetten om de behandeling te verbete ren. Dit zou nou juist een goed voorbeeld kunnen zijn voor gedegen wetenschappelijk onderzoek. Er bestaan een heleboel types patiënten; zedendelinquenten vragen om een andere aanpak dan bijvoorbeeld zwak- begaafden die steeds psychotisch worden als ze 'buiten' komen. Het is noodzakelijk te we ten om wat voor stoornissen het gaat en wel ke behandeling daar het beste bij past. Als je daar meer zicht op hebt, is een levenslang verblijf in een tbs uiteindelijk misschien he lemaal niet nodig. En vergeet niet dat bij voorbeeld alleen al de leeftijd mensen beter maakt. Iemand van tachtig is puur fysiek al tot veel minder crimineel gedrag in staat. En bij zedendelinquenten nemen de lustgevoe lens over het algemeen toch wel af als ze bo ven de zeventig zijn. Wetenschappelijk zijn we niet in staat om honderd procent zeker te voorspellen hoe iemand zich zal gedragen als-ie vrij is, maar dat is nog geen reden om te pleiten voor een chronisch verblijf in een tbs-kliniek. Ik denk trouwens ook dat het een golfbeweging is, de huidige hang naar zwaar dere, langere straffen. Het is altijd schippe ren tussen de belangen van het individu en de samenleving. In de jaren zestig en zeven tig telde vooral het individu, momenteel we gen de belangen van de samenleving steeds zwaarder. Maar betekent dit dat de samenleving cri- mineler wordt? Zijn daar bewijzen van? En zo ja, dan is dat toch betrekkelijk. In de pe riode dat ik in Ethiopië was, stond het land onder een communistisch regime, marxis- tisch-leninistisch. Overal had je ook kleine deelraden waarvan de leden waren aange steld door de regering. Die mensen hielden de kleine gemeente in de gaten, zagen er op toe dat iedereen zich hield aan de normen, waarden en regels die de regering had opge steld. Ik kan zeggen: het was er heel veilig. Maar zo'n maatschappij in Nederland kun je je toch echt niet voorstellen. De westerse samenleving wordt steeds complexer. In de zeventiende, achttiende eeuw veranderde er bijna niets. Als je werd geboren in het gezin van een meubelmaker, dan werd jij ook meubelmaker. Beroepskeu ze, geloof, trouwen, kinderen krijgen, dat ging allemaal vanzelf, daar dacht je niet over na. Dat is de laatste decennia totaal veran derd. Nu kun je, en moet je. kiezen. Over al les. Dat is prachtig, prima, dat mensen die daarvoor de capaciteiten hebben zich kun nen ontplooien. Maar er zit ook een prijs aan. Vöor wie die capaciteiten minder heeft is het leven met al die keuzemogelijkheden veel moeilijker geworden dan vroeger. In de psychiatrie en de tbs zitten vaak al mensen die het moeilijk hebben met kiezen, maar voor die groep is het leven in onze maat schappij tegenwoordig nóg veel moeilijker geworden. En dan krijg je waarschijnlijk ook meer criminaliteit." Schizofrenie Hij haalt een onderzoek aan naar de ziekte schizofrenie in tien landen, van arm tot rijk. Over een periode van tien jaar is gekeken hoe mensen met schizofrenie er aan toe wa ren in de samenleving. „Je zou verwachten dat de patiënten in de Verenigde Staten met al zijn klinieken en behandelmethoden er het best aan toe zijn. Nee dus. Juist in het armste land, Soedan, functioneren schizofre- nen het best. Daar konden ze een rol blijven vervullen in de familie. Ze konden de koeien naar de drinkplaats brengen, dat soort een voudige dingen. Als je met je schizofrenie in een flat in New York zit, heeft niemand je nodig, ben je anderen alleen maar tot last. In de ik-cultuur moet de zwakke broeder zijn weg maar zien te vinden. Ik moet ook zeggen dat onze samenleving op die punten wel een beetje heeft gefaald. Mensen zouden eerder uit de tbs kunnen als er een goede, gestructureerde opvang in de gemeenschap was. In plaats daarvan moet er nu elk jaar een tbs-kliniek met honderd bed den worden bijgebouwd. De opnameduur is sinds het begin van de jaren tachtig bijna verdubbeld. Dat kan zo niet doorgaan, dan komt er een moment dat de samenleving zegt: nu is het welletjes. Omdat het te veel geld kost. Maar ook, en vooral, voor patiën ten is het niet goed. Je hebt weliswaar met delinquenten te maken, maar tegelijk met zieke mensen die je dient te behandelen. En aan die behandeling hoort ooit een eind te komen. Daarna moet je ze soms niet volledig loslaten, maar in de gaten houden. Vormen van begeleid wonen vind ik daarvoor uitste kend. Toen ik directeur was van het psychia trisch ziekenhuis Wolfheze heb ik gezien dat zoiets goed werkt. Mensen hadden hun vrij heid, maar kregen hegeleiding als ze bijvoor beeld met de bus naar het centrum wilden, want dat was dan nog een hele hijs voor ze. Onvoldoende begeleiding kan heel gevaarlijk zijn, zoals bij het drama in de Vrolikstraat is gebleken. Daar heeft een man een meisje dat hem een beetje voor de voeten liep doodge slagen. Hij liep met zijn geestesziekte over straat, zonder enige begeleiding, want die wilde hij niet. Respect voor de autonomie van de mens is prachtig, maar als het gaat om mensen die onvoldoende in staat zijn autonoom te leven, dan kunnen er dit soort verschrikkelijke dingen gebeuren. De voorganger van mijn voorganger in Wolfheze schijnt altijd te hebben gezegd: 'Heb je moeilijke patiënten? Stuur ze naar Wolfheze, want wij kunnen ze allemaal aan'. Waarom? Toen was het een heel streng psy chiatrisch ziekenhuis, met strenge regels, strenge normen. Daar kon en mocht bijna niets. Dat heeft uiteraard ook zijn nadelen. Waar je de grens ook trekt, er zijn altijd men sen die aan de verkeerde kant zitten en er onder lijden. Proefverlof heeft zijn goede kanten, omdat het mensen helpt terug te ke ren in de samenleving. Maar een enkeling pleegt een verschrikkelijk delict tijdens zo'n verlof. Moet je het dan afschaffen? Dan krijg je iets anders, dan worden er weer patiënten jaren opgesloten. Dan zegt iedereen weer: dat is middeleeuws. Vrijheid geven of aan banden leggen? Een beetje fatsoenlijke maat schappij worstelt altijd met dat dilemma." Hij spreidt de handen. „Een psychiater wordt vaak in stelling gebracht bij misstan den. Als de samenleving het niet meer weet, moeten psychiaters altijd maar weer zeggen hoe het moet." Hij lacht. Want hij had aan vankelijk endocrinoloog willen worden. Maar de hoogleraar bij wie hij in opleiding zou gaan vond het niet goed dat hij eerst een jaar naar Amerika zou gaan. „Omdat ik dan minder goed was op te leiden. Dat vond ik zo'n stomme opvatting, dat ik meteen van die haan heb afgezien." Hij ging wel naar de VS, kwam in aanraking met verslaafden, aan alcohol vooral, en vond dat zo boeiend, dat hij bij terugkeer besloot psychiater te wor den. Tot zijn geluk, nu. „Een psychiatrische ziekte is misschien wel het ergste dat je kunt krijgen. Wat is er dan mooier als je iemand kunt helpen om daar doorheen te komen." DICK HOFLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 41