'Genoeg is genoeg' Gefoold ZATERDAG 8 MEI 1999 Graga Machel op de bres voor wereldvrede Ze is sinds juli vorig jaar de echtgenote van Nelson Mandela. Maar de aimabele vrouw uit Mozambique houdt de naam van haar verongelukte echtgenoot en vrijheidsstrijder Samora Machel in ere. Graqa Machel, 53 jaar, baarde onlangs opzien met een hartstochtelijke oproep aan alle Afrikanen een einde te maken aan de ellende op het continent. Volgende week is ze aanwezig op de internationale vredesconferentie Hague Appeal for Peace in Den Haag. Een interview met een opmerkelijke vrouw. In Mozambique staat Graga Ma chel in hoog aanzien. Ze is een wereldleider, vinden trotse Mo- zambiquanen in de hoofdstad Maputo. Ze was guerrillastrijder, minister van onderwijs en VN-rapporteur over kind soldaten. Maar bovenal is ze Afrikaan se. Bewoonster van een werelddeel, dat heeft geleden onder landverdelende ontdekkingsreizigers en uitbuitende handelaren. Een continent met 750 miljoen mensen, vol honger, armoede en geweld. „Alles wat slecht is in de wereld kom je in Afrika tegen", zei Gra ga Machel vorige maand tijdens een toespraak in Maputo. „Wat is er toch mis met ons continent?" Ze is moeder van twee kinderen en heeft vijf stiefkinderen uit het eerste huwelijk van vrijheidsstrijder en latere president Samora Machel. Ze werd ge boren in 1945 als jongste van zes kin deren met arme en ongeletterde ou ders en werkte zichzelf omhoog. Ze kreeg een studiebeurs voor de universi teit van Lissabon, waar ze lid werd van de marxistische vrijheidsbeweging Fre- limo, en doorliep in Tanzania een gu errilla-training. Samora en 'Graa' waren in 1975 het eerste paar dat in het bevrijde Mozam bique in het huwelijk trad. Veertien jaar lang was Graga Machel minister van onderwijs. Toen Samora in 1986 om het leven kwam bij een nooit opge helderd vliegtuigongeluk, wilde ze er mee ophouden. Maar de wens haar kinderen tot voorbeeld te dienen weer hield haar. In 1989 kwam het er toch van, ze had tijd nodig om haar leven op orde te brengen. Vorig jaar zomer trouwde ze met Nelson Mandela, die andere beroemde Afrikaanse vrijheids strijder. We weten allemaal dat we geacht wor den in vrede te leven, maar we doen het niet. Zo'n vredesconferentie verandert daar weinig aan. „De conferentie is een initiatief van burgers. Het is van groot belang dat groepen, burgers zich wereldwijd orga niseren, opstaan en krachtdadig laten weten: 'Genoeg is genoeg. We hebben genoeg van conflicten, van oorlogen. Wij willen vrede'. Dat geluid moet ster ker worden. We moeten de handen in een slaan en een strategie bepalen om tot een wereldbeweging te komen. In het volgende millennium willen we vrede. Dat is de kracht van deze confe rentie. Daarom doe ik er ook aan mee." Een vredesconferentie in een continent dat oorlog voert? „Precies, en daarom is het juist goed om naar Europa te gaan en te zeggen: hou daar mee op. Toen de conferentie werd gepland, konden wij uiteraard niet voorzien dat het in Kosovo tot een dergelijke uitbarsting zou komen, maar daarom is het des te belangrijker dat we nu met z'n allen komen. Ik geloof dat de discussie in Den Haag aan bete kenis wint met zo'n oorlog naast de deur. Het gaat over iets dat we kunnen zien. Het is niet ver weg." Wat is uw definitie van vrede? „Ik houd niet van definities omdat je dan altijd het risico loopt dingen te vergeten. Maar ik denk dat het van uit zonderlijk belang is dat mensen, al dan niet als politieke groep, leren om hun verschillen op een vreedzame wijze te beslechten. Via de dialoog, discussie. Geweld is niet nodig, zelfs als we te gengestelde belangen hebben. Het hoort bij het leven dat we soms lijn recht tegenover elkaar staan. Maar daarom hoeven we elkaar nog niet uit te moorden." „Een ander belangrijk punt is sociale rechtvaardigheid. Zolang niet iedereen beschikt over de meest noodzakelijke basisvoorzieningen die het waard ma ken verder te leven - drinkwater, eten, gezondheidszorg, onderwijs - kun je niet spreken over een vredige samenle ving." Opnieuw: we weten dat, maar we han delen er niet naar. „Klopt. We moeten op alle niveaus in actie komen. In Nederland zien jullie mij als Mozambiquaan al aankomen als ik iets wil veranderen. Ik maak waarschijnlijk geen enkele kans. Maar wanneer ik er in mijn eigen land in slaag een rechtvaardige samenleving van de grond te krijgen, kan dat een voorbeeld zijn en een bijdrage leveren aan het gevecht in Nederland of in Cambodja, of waar dan ook. Het ligt aan ons, burgers, dat regeringen heb ben gefaald." Graga Machel, de vrouw van Nelson Mandela, op vredesmissie: „Alles wat slecht is in de wereld kom je in Afrika tegen. FOTO GPDROLAND DE BRUIN Mensen worden geacht regeringen te controleren. „Precies. Daarom moeten wij regerin gen op hun verantwoordelijkheid aan spreken. Het is waar dat dit in Afrika niet echt lukt. Er is geen sterke burger maatschappij, we hebben niet de capa citeit om in de gaten te houden wat re geringen doen. Daar moeten we aan werken. Iedere Afrikaan moet weten wat er werkelijk gebeurt. Dat is de boodschap die ik voor Afrika heb: ge noeg is genoeg. Het is belangrijk om een breed front te vormen tegen rege ringen en rebellen. En tegen al diege nen die hen steunen. We weten wie dat zijn, we weten wie de wapens leveren." „Laat ik mijn land Mozambique als voorbeeld nemen. We hebben hier een bloedige oorlog gekend. Wie nam het initiatief de regering en de rebellen er op aan te spreken daarmee op te hou den? De burgermaatschappij. leiding gevende mensen uit de samenleving, kerkelijke leiders. In een aantal andere landen is dat ook gebeurd. Leg de wa pens neer en ga praten, praten, leder een weet dat aan het einde van de rit onderhandelingen wachten. Waarom doe je dat dan niet aan het begin? Waarom moeten er eerst doden vallen en zoveel mensen lijden?" Misschien willen mensen helemaal niet praten. „Het moet. Praten is de enige oplos sing. Je mag er niet in berusten dat praten niet helpt. Hoe leg je zowel de mensen in Kosovo als de mensen in Belgrado uit waarom je aan het bom barderen bent, dat je die taal nodig hebt?" „Eens te meer is duidelijk geworden dat er een internationaal instrument moet komen om dit soort situaties te voorkomen en dat onderhandelingen kan afdwingen. Er moet een manier zijn iemand die de hele internationale samenleving aan zijn laars lapt tegen te houden, zonder geweld en zonder mensen te slachtofferen." Graga Machel en haar man op het Haagse Binnenhof tijdens het staatsbezoek van Hoe? het echtpaar op 12 maart jl. foto anp Raymond rutting „Ik weet het niet. We hebben het GERARD CHEL probleem zelf veroorzaakt, we moeten het zelf zien op te lossen." U was een guerrillastrijder Wat deed li precies? „Veel heb ik niet gedaan. Het is waar dat ik een militaire training heb gehad, het klopt dat ik in bevrijde gebieden actief was, maar ik had geluk, ik stond niet in de frontlinie. Ik kwam, om het zo te zeggen, toen de gevechten al voorbij waren. Ik droeg een geweer over mijn schouder, maar gelukkig heb ik nooit iemand hoeven dood te schie- U streed voor een ideologie en „Ik wil er op wijzen dat wij toen voor onze onafhankelijkheid vochten. We waren een kolonie en wij, het Frelimo, wilde daarover onderhandelen. Maar de fascistische Portugees Salazar wilde niet eens naar ons luisteren. Wij heb ben tevergeefs een beroep gedaan op de Verenigde Naties te zoeken naar een mogelijkheid ons onafhankelijkheid te geven. Daarom moesten we onze toe vlucht zoeken tot geweld." Zou u daawoor nu opnieuw kiezen? „Wij hebben hele moeilijke lessen ge leerd. We staan nu aan het begin van de 21ste eeuw en ons conflict barstte los in de jaren zestig. Veel dingen zijn veranderd. Ik denk niet dat we nu de zelfde middelen nodig gehad zouden hebben ons doel te bereiken. De inter nationale gemeenschap is nu veel be ter in staat ons te helpen dan toen." IJ zegt dat wij van onze geschiedenis le ren? „De mensen die persoonlijk dergelijke conflicten hebben meegemaakt leren ervan. Dergelijke gebeurtenissen laten zulke diepe sporen in een gemeen schap na, dat je er wel lering uit moet trekken. Je blijft niet dezelfde wanneer je zoiets hebt doorstaan. Wij, hier in Mozambique, zijn nooit meer dezelfde mensen geworden na dit conflict. Wij hebben ons lesje geleerd, daar bestaat geen enkele twijfel over." Als je ziet wat volwassenen kinderen aandoen kan niemand beweren dat het goed gaat. „Ja en nee. Wij zijn in staat gebleken te onderkennen dat een kind iets anders is dan een kleine volwassene. Het heeft een eigen identiteit, een eigen per soonlijkheid, het heeft rechten, het moet gerespecteerd worden. Dat wij dat tien jaar geleden, toen de wereld het verdrag op de Rechten van het Kind aannam, hebben herkend, mogen we best vieren. Maar tegelijkertijd gaat het slechter als we naar conflicten en armoede kijken. Daar glijden we af. Wat dat betreft hebben we gefaald, ja. Daar ben ik echt bezorgd over." „Toch is er hoop. niet overal gaat het slecht. Het is bemoedigend dat er bij voorbeeld een wereldbeweging is ont staan tegen kindsoldaten. Er zijn jonge, gedreven mensen, die kinderen niet la ten vallen. Kinderen hebben een stem gekregen. Een kind is geen cijfer, geen stukje statistiek." We luisteren niet naar de jaarlijkse alarmerende boodschappen van bij voorbeeld Unicef. „Ik moet toegeven dat het te langzaam gaat. Het is een uitdaging daarin veran dering te brengen. Toch moet je het ook positief zien. Die rapporten van Unicef zijn een instrument. Dat we el kaar aan durven kijken en zeggen: we doen het helemaal niet goed. Dat is be langrijk. Je moet niet al te pessimis tisch zijn, de problemen waar we van daag tegen aanlopen zijn niet dezelfde als die van 50 jaar geleden." Olara Otunnu, uw opvolger als speciale VN-rapporteur voor kindsoldaten, vindt, aan het einde van deze eeuw te rugkijkend. dat er weinig reden tot feestvreugde is. „Er is wel wat te vieren. Jawel. Het feit dat wij hier zitten te praten, dat u hier tegenover een vrouw zit, de manier waarop wij over dingen praten, is een resultaat van wat er op gebied van vrouwenrechten is bereikt. Weet u wat de grootste uitdaging voor de volgende eeuw is? Samen delen. Dat de mensen die de kennis bezitten, de macht heb ben en het geld - dat zijn er maar een paar tegenover die hele grote meerder heid die dat allemaal niet heeft - dat delen. Pas als ons dat in de nieuwe eeuw binnen een paar jaar lukt, zal on ze wereld er beter op worden." Onze Taal Op zaterdagochtend kunt u mij. ijs en weder dienende, in de stad vin den. Altijd op dezelfde plaats. Ik koop daar mijn weekendkranten, bestel mijn koffie en ga lezen. Er zijn ook een paar kraampjes met tweedehands boeken, en dat is nooit weg. Eerst even naar de boe ken. Vandaag koop ik een vertaling van Dostojevsky's 'De Idioot'. Daar ga ik bij de koffie fijn in zitten bla deren. Het is de vertaling van J.J. Thomson, eerste druk 1922, 5e druk 1953. Mijn blik valt op bladzijde 390. Daar staat: "Er wordt verhaald van een geval waarbij duizenden poed waren gedurende twee of drie maanden op een plaats ston den te bederven." Even ben ik in verwal ring. Wat waren die duizenden? Waren ze poed? Nooit van gehoord. Ik geloof niet dat ik zelf ooit poed geweest ben. voorzover ik weet. Dan zie ik mijn vergissing: 'waren' is hier geen werkwoord, maar een zelfstandig naamwoord. Die 'duizenden poed waren' is zoiets als 'duizenden kilo's spullen of goederen'. Het zijn die goederen die ston den te bederven, la. zo zal de zin gelezen moeten worden. De vergissing is interessant. Maar nog in teressanter is de daaropvolgende zeker heid. Ik twijfel niet meer, het zijn beslist goederen. Zo en zoveel poed goederen, of schoon ik het woord poed niet ken. Wat is er veranderd vergeleken bij mijn eerste en verkeerde lezing? Ik door/ie nu hoe de zin in elkaar zit, ik ben daar ineens heel zeker van, onbegrijpelijk zeker eigenlijk, terwijl ik lm ii poed nog steeds niet ken Gezien de context zal het een woord zijn voor een of andere inhoudsmaat of ge wichtsmaat.Thuisgekomen zoek ik het meteen op in een woordenboek. Ik ben niet verbaasd dat ik het goed geraden heb. I en poed of pud is een Russische gewichts maat; een poed is ruim 16 kilo. Volgens het woordenboek gaan er uit een poed veertig ponden, wat dan wel Russische ponden moeten zijn. Maar dat alles is voor het Ie zen van dit boek van Dostojevsky van wei nig belang. Toch kan men zich lelijk vergissen op de ze manier. W.F. Hermans is zo eens on deruit gegaan. Ik ben aan het lezen in de biografie die Hans van Straten over hem geschreven heeft. Een mooi boek, maar ontluisterend voor Hermans. Fn dan is Van Straten nog goed bevriend geweest met Hermans. I lier wordt de grote ontluisteraar eens zelf ontluisterd. Ie vraagt je af hoe hel hoek geweest zou zijn als Van Straten een hekel aan Hermans had gehad. Neem nou die historie met het 'folen'. lier mans' roman 'De tranen der acacia's' is aanvankelijk in afleveringen verschenen in het tijdschrift Criterium. Uitgever John Meulenhoff had problemen met enkele zinnen in de tweede aflevering. Met name twee zinnen konden zijns inziens niet door de beugel. Het ging om deze zinnen: 'Met haar vinger gaf zij zijn slappe lid gedurig kleine tikjes'; en even verderop: 'l!r scheen baar maar aan één ding iets gelegen te zijn eindelijk weer eens flink gefoold te wor den'. Wel wel. dat is ferme taal. Wat wilde zij eigenlijk? Uitgever Meulenhoff aarzel de niet, en schrapte het woord gefoold In de Criterium-versie komt het dan ook niet voor. Wel in het boek zoals het nadien op de markt kwam. Tot aan de twaalfde druk. Toen had Hermans ontdekt dat het bedoel de woord 'folen' helemaal niet bestaat. Hij vervangt het door 'genaaid'. Hoe kwam hij dan aanvankelijk aan het idee dat het wel bestond? Van Straten vertelt ons dat hij het ergens gelezen had bij Slauerhoff, waar het ook al op een vergissing berustte, want Slauerhoff meende dat het Spaanse 'foliar' in het Ne derlands wel 'folen' zou zijn. T n mijn kleine Spaanse woordenboekje 1 staat 'foliar' inderdaad vermeld, 'met een blaasbalg aanblazen'. Ik wil aannemen dat een woord met deze betekenis in het Spaans ook kan worden gebruikt in een erotische of obscene toepassing. Maar in het Nederlands dus niet. Wie in Van Dale gaat kijken, ontdekt dat daar toch een woord 'folen' staat, maar met de betekenis 'misleiden'! Is het dus Hermans, die ge foold is? Maar pas op, ik heb nu de jongste editie van Van Dale geraadpleegd. Wat stond er in de Van Dale die 1 lermans en Meulenhoff in 1947 konden raadplegen? Toen was het de 6e druk. Daar staat: '(1) (verouderd) plagen, sollen, kwellen; (2) stoeien, gekheidmaken'. In de 7e druk (an no 1950) If tweede betekenis zei ft: 'sol len (met een dier), knuffelen, troetelen'. Wie is it nu gefoold?Slaueriioff, 1 lei mans/Meulenhoff. of Hans van Straten? Of allemaal, dat blijft ook mogelijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 55