rVOORBLJGAAN
Melkkolenbieteny bommen en vloeitjes uit de bijbel
™h Leiden Regio
STADSGEZICHT
jjERDAG 8 ME11999972
CHEF WIM WEGAAAN. 071-5356414, PIV -CHEF HERAAAN JOUSTRA, 071-535643(3
De broers Hillenaar voor de melkwinkel in de Da Costastraat. Van links naar rechts: Jan, Henk, Rinus, Aad en Gerard.
van de oorlog begonnen we ook
met het vorderen van kolen.
Dat was hard nodig, bijvoor
beeld om de centrale keuken
aan de Langegracht, de gaar
keuken, draaiende te houden.
Nou wisten we dat De Lakenhal
een grote voorraad cokes in de
kelder had opgeslagen. Ik zie
me nog zo staan in de Lange
Scheistraat, waarvandaan het
spul in grote hoeveelheden
werd weggevoerd. Naar de
gaarkeuken. Maar er werd wel
netjes voor betaald.
Ondertussen was ik gewoon lid
gebleven van de SFL, Sint Fran-
ciscus Liefdewerk. Een groep
verkenners, padvinders. Alleen
droegen we nu natuurlijk geen
uniformen meer. Zo hebben we
een keer een Duitse stelling ge
tekend die aan de stinksloot lag,
buiten de stad, waar nu de
Groenoordhallen staan. We
roeiden daar met z'n vieren
naartoe, en eentje maakte on
opvallend de tekening. We kwa
men ook in contact met apo
theker Kok van het Rapenburg
die ons onderbracht bij de
Luchtbescherming. Bij de
brandweer op de Langebrug
kregen we een training. En op
de Steenschuur oefenden we
met de zogeheten blokbrand-
spuiten. Die hebben we nooit
daadwerkelijk hoeven gebrui
ken. Na het bombardement op
het station, in verband met de
V-l-transporten, zijn wij opge
roepen om plundering in die
buurt te voorkomen. Dat werk
te prima. Maar ik schrok wel
vreselijk van de ravage. De hele
Haverzaklaan was weggebom
bardeerd. Ook toen gooiden ze
wel eens mis.
Ik herinner me verder dat er
een Duits vliegtuig neerstortte
op de binnenplaats van het Eli-
sabethziekenhuis aan de Hooi
gracht. Ik zag hem zo uit de
lucht vallen tijdens een luchtge
vecht. Ik ben niet gaan kijken,
maar ik hoorde dat de piloot
was omgekomen. Twee jongens
uit mijn compagnie zijn ook ge
sneuveld tijdens de oorlog. Leo
van Galen uit Schiedam en
Maarten van Duyn, een jongen
uit Katwijk. Een stevige jongen,
een visser. Ja. dat soort gebeur
tenissen maakte diepe indruk.
Net als de winter van 1944. Die
was bar en er was niet veel
meer te krijgen. Ook geen vloei
tjes voor de shag, voor de tabak.
Ik weet dat de kolensjouwers,
die graag een shagje rookten,
een keer een partij bijbels heb
ben gekocht van een particu
lier, op de Geregracht. Van de
bladzijden hebben ze toen
vloeitjes gemaakt om de shag in
te rollen. Eten was ook schaars.
Er stierven mensen van de hon
ger. Ook bij ons in de buurt. Zo
als meneer Gijbeis in de Ten
Katestraat. Met ons ging het re
delijk. Wij hadden een adresje
bij de Kaag, boer Van Tol. Daar
hebben mijn broers en ik, met
vier, vijf bakfietsen suikerbieten
gehaald. In totaal hebben we
die winter denk ik wel duizend
kilo suikerbieten gegeten. We
hadden een heel voorraadje bo
ven liggen.
De suikerbieten werden ge
kookt op de kolenkachel. Of op
een noodkacheltje met hout.
Daarna werden ze geraspt. Van
de pulp bakten twee broers van
mij, die allebei bij een bakkerij
werkten - bakker Alkemade in
de Morsstraat en bakker Nieu-
wenhoven in de lanvossensteeg
- brood. En dat aten wij. Het
was nog best te eten hoor. Ook
de andere maaltijden. Dat
kwam ook omdat een broer van
mij kleine flesjes essence kocht:
smaakstof, zoals bitterkoekjes,
mandarijn en bessen. Dan was
het: zullen we vandaag eens
pap met bessen eten?
Met de Duitsers heb ik verder
tijdens de oorlog niet veel be
moeienis gehad. Ia, ik heb drie
dagen gevangen gezeten. Twee
agenten kwamen me 's nachts
halen. Ik had geen Bescheini-
gung, geen bewijsje waar op
stond dat ik onmisbaar was
voor de Nederlandse economie
en de voedselvoorziening. Dat
had je nodig in die dagen, an
ders liep je kans naar Duitsland
te worden gestuurd om te wer
ken. Een chef van mij, die me
miste op kantodh heeft toen ge
lukkig actie ondernomen en
verklaard dat ik hard nodig was.
Ik werd net op tijd vrijgelaten,
de volgende dag zou ik zijn
weggevoerd.
Zo maakte ik de bevrijding in
Leiden mee. Ik weet het nog
goed. ik was voor een controle
van de boeken bij bakker De
Haas in Warmond. Daar zat
toen net een Duitser in de bak
kerij te praten. 'Vandaag of
morgen zullen we capituleren,
het gaat helemaal mis', zei-ie.
De volgende dag was het ook
zover. Feesten in de stad.
Buurtfeesten. Ook in de Da
Costastraat. Overal vlaggen,
versierde bakfietsen en zelfge
maakte borden met allerlei
spreuken, zoals 'Leve de Tom
mies', 'Leve de Engelsen'. Ook
dat zal ik nooit meer vergeten.
Niemand mag de oorlog verge
ten."
HERAAAN JOUSTRA
t de Leidsch DagbladARCHIE^
ANNO 1899
Maandag 8 Mei
TER AAR - Den tweeden Pinksterdag a.s. zal door
de welwillende medewerking van de Stoomboot
Maatschappij 'Bus' een boot varen van hier naar
Heemstede. Het voornemen gaat uit van en voor
rekening van de Onth.-Vereenigingen te Ter Aar
en Nieuwveen. Aan boord zullen voor afwisseling
door het zangkoor liederen worden gezongen, ter
wijl voor goede en goedkoope consumptie zorg zal
worden gedragen. Op de prachtige buitenplaats
'De Hartekamp', voor dit doel welwillend afge
staan door den hoogwelgeb. heer baron Verschu
re, zal een geheel onthoudersvelddag worden ge
houden, alwaar fanfarecorpsen ter opluistering
aanwezig zullen zijn en beroemde sprekers zullen
optreden. Daar deze streek wel een bezoek waard
is, mag men veronderstellen, dat de voorgenomen
boottocht niet tevergeefs zal zijn op touw gezet.
ANNO 1974
Foto's in (lm rubriek kunnen worden nuliestcld door binnen veertien dutten nu plaatsing een Ingevulde cheque (eern
o verschrijvlngtkaarlter waarde van vl|f gulden (voor een exemplaar van 13 bij IH in /wan wil) op te sturen naar liet leidsch
Dagblad, La.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54. 23<XAU leiden of dtxir contante betaling aan de bolle van het leidsch
Dagblad aan de RoosevclLstraat 82. IJ ontvangt de foto binnen drie weken.
Dierenweide.
FOTO JAN SCHEERDER
Woensdag 8 mei
LONDEN - Het beroemde schilderij van Vermeer
'De gitaarspeelster' dat in februari werd gestolen
uit een museum in een Londense buitenwijk, is
terecht. Een politieman trof het doek aan op een
klein kerkhof bij het ziekenhuis van de Heilige
Bartholomeus in Londen. Hij was het schilderij
gaan zoeken na een anoniem telefoontje. Het
doek, waarvan de waarde op 13 miljoen gulden
wordt geschat, stond gewikkeld in een krant te
gen een grafsteen. Een deskundige van 't muse
um waaruit het gestolen werd heeft verklaard dat
het gevonden schilderij inderdaad de beroemde
gitaarspeelster is. Volgens de politie is het niet in
een al te beste staat. 'De gitaarspeelster' werd op
24 februari gestolen. De Londense Times kreeg
daarop een brief met een stukje van het schilderij
waarin de overbrenging werd geëist naar een ge
vangenis in Noord-lerland van twee Ierse vrouwen
die in een Britse gevangenis zitten wegens het
plegen van bomaanslagen in Londen. In een
tweede brief werd gezegd dat het schilderij ver
brand zou worden als de autoriteiten niet op de
gestelde eis ingingen.
LEIDEN - Het kinderkoor van 'Ex animo' bestaat 45 jaar. En dat betekent tevens, dat Herman de Wolff 45
jaar als dirigent aan het koor is verbonden. Dit feit werd gistermiddag in de Vredeskerk gevierd door de
kinderen, die een broodmaaltijd kregen aangeboden en konden kijken naar het poppentheater van de fa
milie Onderwater. Er was 's avonds ook een officiële receptie. Na deze ontvangst werd er weer gewoon
gerepeteerd, zoals dat op dinsdagavond gebruikelijk Is. foto arc.hiii leidsch oagblau
irard Hillenaar werd op 9 december
20 geboren in de Langestraat. De eerste
intig jaar van zijn leven verliepen
lelijk onbezorgd. Maar dat leven
randerde op slag toen de oorlog
■a brak. De oorlog maakte zoveel indruk,
dat hij zich tot op de dag van vandaag
sterk maakt voor de herinnering eraan.
Als secretaris en penningmeester van de
Vereniging van oudstrijders 4e Regiment
Infanterie, en penningmeester van de
Bond van Wapenbroeders.
r^TH. TT ill t Leidenaars blikken
II i L4' 1 terug op hun verleden
kwam weer in de zuivel terecht.
Maar dan op kantoor. Twee
tientjes per maand verdiende
ik. Maar het waren wel andere
werktijden! 's Ochtends om zes
uur was ik al aanwezig. Dan
kwamen de lopers met de
handkarren. Die gaven dan op
wat ze bij zich hadden. Twee
keer veertig liter melk, twintig
eieren, tien pakjes roomboter,
tien pakjes room...Weer of geen
weer, ik stond buiten met een
lijst om alles te inventariseren.
En als ze terugkwamen, contro
leerde ik weer wat ze hadden
weggebracht. Leuk werk. Heel
leuk werk.
Maar de pret was afgelopen
toen ik in dienst moest. Op 5 fe
bruari 1940 was dat. Koffers
pakken, afscheid nemen en
naar Den Haag. Dat was maar
voor even. Na de capitulatie
kreeg ik groot verlof. En op 5 ju
ni mocht ik alweer naar huis.
We woonden toen al weer een
tijdje in de Da Costastraat. Ook
al was er nog geen avondklok
ingesteld en al was er toen nog
geen rantsoenering, door de
oorlog was het leven toch an
ders geworden.
Omdat ze bij De Sierkan al ie
mand anders in dienst hadden
genomen, keerde ik terug bij
Stoelwijk en De Graaf. Voor een
paar maanden maar, toen
kwam ik in dienst bij de Leidse
afdeling van het Rijkskolenbu-
reau, bij de brandstofcommis
sie. Oude Singel 236, vlakbij de
Zoutkeet.
Die commissie moest de ge
meenteambtenaren adviseren
over de toewijzing van kolen
aan bedrijven. Want er was
steeds minder brandstof. Na
deel was dat de winters ook nog
eens heel streng waren. Het
ging er om te kijken welke be
drijven brandstof nodig had
den, en hoeveel brandstof. De
ambtenaren hadden daar niet
zoveel kaas van gegeten natuur
lijk, dus vandaar die commissie.
Verschillende kolenhandelaren
zaten erin. Van Leeuwen van
Caron, Cees van Haasteren,
Schoonderbeek uit Hillegom en
nog een paar. En meneer Wig-
gers en meneer Straatman van
de Gemeentelijke Lichtfabrie
ken.
's Morgens gingen we dan naar
het station bij de Herensingel,
want daar kwamen de trans
porten met kolen aan. Die la
dingen werden dan verdeeld:
toegewezen. Mijn taak was te
administreren. En aan het eind
bezorging. Eerst lopend, dus
met name in de buurt. Later,
toen hij een bakfiets had, ook
elders in de stad. Ik ging wel
eens mee, bovenop de kar, tus
sen de melkbussen. Ik bracht
ook wel eens bestellingen weg.
Een flesje pap. Of een potje
room.
Maar ik heb nooit de ambitie
gehad om zelf in de zuivel te
gaan. Het kantoor trok me
meer. Taal interesseerde me.
Handel ook. Na de driejarige
mulo, aan het Pieterskerkhof,
kwam ik op mijn veertiende te
recht bij accountantsbureau
Stoelwijk en De Graaf aan de
Zijlsingel. Ik mocht de kasboe
ken controleren van de klanten
van kolenhandelaren. Want ko
lenhandelaren waren goede cli
ënten van het bureau. Zoals
Van Haasteren. Ik verdiende
7,50 per maand.
Omdat ik promotie kon maken,
vertrok ik na een paar jaar naar
melkhandel De Sierkan aan de
Herenstraat. Inderdaad, ik
heb een fijne jeugd gehad.
was de oudste van vijf
en we woonden in een
huis in de Langestraat. Het
echt een arbeidersbuurt,
de straten die erachter
De Waardgracht, de
maar gezellig
wel. We woonden naast
'Geloof, hoop en
Iedere maandag repe-
daar een zangkoor. Dus
we vaak naar bed met
Donau'. En we
veel op straat. Knikke-
hoepelen met een ijzeren
voetballen,
vader had een melkhandel
melkwinkel. In de win-
itond mijn moeder. Het was
echt een zuivelwinkel; we
alleen maar zuivel-
Heel anders dan nu
is. Melk is een bijpro-
geworden. Maar wij ver-
zuiver melk en kaas.
stonden vaatjes waar
uit werd gestoken,
een spaan. Vader deed de
Hillenaar: „In totaal hebben we in de hongerwinter denk ik wel
kilo suikerbieten gegeten.'We hadden een heel voorraadje bo-
liggen." foto hielco kuipers