'Het is een kei van een trainer'
Sport
'Ik sta mijn mannetje wel'
VRIJDAG 30 APRIL 1999
983
CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-5356464, PLV -CHEF JANET V
Arie Lagendijk
kan morgen
kampioen
worden met Ter
Leede en na
een jaar weer
promoveren
naar de
hoofdklasse.
Het zou het
zoveelste
kunstje zijn van
de Leidse
trainer, die al
ruim twintig
jaar zijn sporen
trekt door de
regio. Mensen
die met hem
samenwerk
(t)en roemen
zonder
uitzondering
zijn enorme
gedrevenheid
en integriteit.
Een portret van
Arie Lagendijk,
voetbaldier en
vakman.
door JANET VAN DIJK
Arie Lagendijk beleefde vorig jaar met Ter Leede een tegenvallend jaar in de hoofdklasse. Met Uoyd de Meza druipt hij teleurgesteld af na een
nederlaag. foto kees van hoögdalem
Arie Lagendijk kan morgen kampioen worden met Ter Leede
Floor van Duyn is een van de dragende
spelers van het eerste elftal van Ter
Leede. De Valkenburger speelde vele jaren
bij Quick Boys, maar raakte bij de Katwijk-
se hoofdklasser op een dood spoor. Hij be
sloot de overstap naar Sassenheim te ma
ken na een gesprek met Arie Lagendijk.
„Wat hij zei was zó overtuigend, zó helder,
en zó goed...en achteraf is het ook alle
maal zo uitgekomen", vertelt Van Duyn.
De middenvelder zegt dat hij onder La
gendijk het piezier in het voetbal weer te
rugkreeg, lekkerder in zijn vel kwam te zit
ten en daardoor beter presteert. „En dat
plezier krijg je door zijn trainingen. De oe
fenstof is elke keer weer zo interessant en
zo leuk, het is een genot om zijn trainin
gen mee te maken."
Floor van Duyn waardeert Lagendijk niet
alleen om zijn voetbalkennis. De trainer
heeft volgens Van Duyn ook interesse voor
het werk en de gezinssituatie van zijn spe
lers, en hecht er veel waarde aan dat de
groep waarmee hij werkt een eenheid is.
Daarom zoekt hij nieuwe voetballers zorg
vuldig uit. Henk Langemaat, die bij Kat
wijk onder Lagendijk speelde, bevestigt
dat. „Hij voert uiteraard eerst gesprekken
met nieuwe spelers. Als je dan met hem
aan het praten bent, dan denk je dat het
alleen maar over voetbal gaat. Maar on
dertussen vraagt hij ook dingen over jezelf,
en later blijkt dat hij juist die dingen vraagt
om te kijken of je in de groep past. Zo
heeft hij ook wel eens in het groepsbelang
kanjers van voetballers geweigerd. In het
eerste jaar dat wij met Katwijk kampioen
werden, hadden we ook niet de beste spe
lers, maar wel het beste team."
De interesse in 'de mens achter de voet
baller' houdt niet op na de eerste kennis
makingsgesprekken. Volgens Langemaat
wist Lagendijk zelfs wanneer de vrouw van
een speler jarig was. „Dan kwam hij naar
je toe om je te feliciteren. Dat soort dingen
zijn heel belangrijk voor een voetballer, en
dat is ook de meerwaarde die hij had als
trainer."
Daarnaast doet hij er ook alles aan om de
sfeer goed te houden. Van Duyn: „Vorig
jaar zijn we gedegradeerd, maar niemand
is uit zichzelf vertrokken. Dat vind ik ook
de kracht van Arie." Henk Langemaat ver
telt dat Lagendijk aan het einde van het
seizoen altijd een 'grote barbecue' organi
seerde voor de hele spelersgroep. „Met de
vrouwen erbij, dat vond hij belangrijk."
Maar in de tijd dat de trainer zelf nog voet
balde - bij Alphense Boys, FC Utrecht en
UVS - kwam 'gezelligheid' niet in zijn
woordenboek voor, vertelt Hans van Ey-
gen, die met hem samenspeelde bij UVS.
„Hij kwam niet voetballen voor de gezel
ligheid, maar is daar als trainer later meer
waarde aan gaan hechten", aldus Van Ey-
gen.Als voetballer was hij heel gedreven.
Eigenlijk net zo gedreven als hij als trainer
is. Hij was ook heel opbouwend bezig,
heel positief tegen jongere spelers. Hij was
heel fanatiek, zette alles opzij voor het
voetbal. Maar na de wedstrijden bleef hij
nooit hangen. Sommige spelers konden
het daardoor helemaal niet met hem vin
den, die vonden hem veel te serieus."
Bloedserieus
Serieus is hij nog steeds. Collega-trainers
vragen zich zelfs wel eens af of Arie Lagen
dijk wel van zijn succes kan genieten.
„Nee, je kunt niet met hem lachen. Op het
voetbalveld in elk geval niet, daarvoor is
hij veel te serieus. Hij is bloedserieus.
Maar in andere situaties weet ik het niet,
dat zou je aan zijn vrouw moeten vragen",
aldus Floor van Duyn.
In zijn voetbaltijd kon Arie Lagendijk er al
niet goed tegen als spelers het tijdens een
training eens rustig aan deden. Ook later
hadden mensen wel eens problemen met
de enorme gedrevenheid van Arie Lagen
dijk. „Hij vroeg ontzettend veel van je",
vertelt Gerard van Zuylen, bestuurslid en
elftalbegeleider van het eerste toen Lagen
dijk trainer was bij Rijnsburgse Boys. „En
daarbij vergat hij wel eens dat je vrijwilli
ger was."
Bert Parlevliet, oud-elftalbegeleider bij
Quick Boys, vertelt over een speler die een
eigen zaak had en in verband met extra
koopavonden niet kon komen trainen. La
gendijk kon daar met zijn pet niet bij. „Za
ken gaan voor, maar dat was voor Arie niet
zo vanzelfsprekend."
Arie was een heel secure jongen", vertelt
de inmiddels 73-jarige Parlevliet. „Hij
schreef alles op. Van elke wedstrijd maakte
hij een verslag voor zichzelf - dat zag ik
ook nooit, hoor - en daar corrigeerde hij
dan zijn team in. Hij was een man van sys
temen, daar trainde hij ook op. Alles
moest eigenlijk volmaakt zijn. Hij maakte
een beetje een ambtelijke indruk", aldus
de Katwijkser.
Volgens Gerard van Zuylen moest de te
genstander altijd 'perfect geanalyseerd
worden' en speelde Lagendijk altijd 'op ze
ker'. Dat riep bij zijn eerste club UVS ook
wel problemen op, vertelt Hans van Ey-
gen, elftalbegeleider van het tweede toen
Arie Lagendijk hoofdtrainer was. Lagen
dijk liet UVS spelen met twee spitsen en
daar was niet iedereen het mee eens.Arie
werkte ook altijd van achteruit als hij een
organisatie neerzette", aldus Van Eygen.
Floor van Duyn: „Hij gaat uit van een be
paald systeem en zal daar nooit van afwij
ken."
Henk Langemaat vindt Arie Lagendijk 'tac
tisch erg sterk'. Zijn besprekingen stonden
als een huis en de trainer kon elke speler
wel wat vertellen over diens directe tegen
stander in de volgende wedstrijd. „Hij was
heel.sterk in details."
Langemaat werd door Lagendijk ontdekt
bij vierdeklasser MVKV, waar hij op het
middenveld of in de spits acteerde. De
Katwijk-trainer zag in hem veel meer een
verdediger, een voorstopper. „Dat had nog
nooit iemand tegen me gezegd", aldus
Langemaat, die op woensdagochtenden
veel extra trainingen afwerkte met Lagen
dijk.
De bemoeienis van Arie Lagendijk beperkt
zich nooit tot de selectie. De Leidenaar zet
graag een goede organisatie op bij de club
waar hij werkt. Vooral voor Katwijk bete
kende hij in dat opzicht veel. Langemaat:
Het wielerbloed vloeit Nancy Albers door de aderen
„Toen ik bij de club kwam was het hele
maal niks met de jeugd. Het jeugdbeleid
liep ver achter bij dat van Quick Boys.
Maar toen ik wegging, won de BI of Cl, ik
weet het niet meer precies, met 6-0 of 8-0
van Quick Boys. Daaruit bleek voor mij
toen wel heel duidelijk hoe de rest van de
club met hem was meegegroeid."
In zes jaar Rijnsburgse Boys heeft Lagen
dijk de organisatie van het jeugdvoetbal en
rond de selectie 'enorm verbeterd', vertelt
Gerard van Zuylen. Een sterk punt van La
gendijk was dat hij ervoor zorgde dat de
juiste mensen op de juiste plekken te
rechtkwamen. Anderen kon of wilde hij
juist niet gebruiken, en dat leverde wel
eens problemen op. Volgens Van Zuylt
hield Lagendijk daarbij altijd het clubb
lang voor ogen. „Maar soms had hij he
ook wel eens mis."
Overtuigen
Het lukte Lagendijk vaak wel om mens
aan zijn kant te krijgen. Van Zuylen: „I
kon mensen heel erg goed overtuigen
zijn eigen inzicht." De trainer luisterde
ook wel naar de mening van de elftallei
der, 'maar zijn mening was toch wel dc
slaggevend", aldus de Rijnsburger, die
nadrukt dat hij 'heel prettig' met Lagen
heeft samengewerkt. Maar bij UVS kree
Lagendijk te weinig mensen 'mee', en
daarom is hij bij zijn eerste club relatief
kort, twee jaar, hoofdtrainer geweest, w
Gerard Désar, die met Lagendijk voetba
bij UVS en in het Nederlands amateurej
tal, en meteen daarna zijn trainer werd
de Leidse hoofdklasser. „Arie zal alles
doen om de mensen, van de terreinmt
ter tot de voorzitter, te overtuigen van
werkwijze. Maar bij UVS lukte dat niet
lemaal. De club was nog niet zo ver", a
dus Désar. Volgens Van Eygen was Lagi
dijk het ook niet eens met een regel voc
onkostenvergoedingen die het bestuur
de club wilde doorvoeren. Lagendijk st<
te over naar Quick Boys en Van Eygen
vond ook dat hij in die tijd meer bij een
zaterdagclub paste.Als Arie zegt: we g
tien keer over een poortje springen, dai
vragen ze bij een zaterdagclub: mag het
ook elf keer? Terwijl stadsmensen vrage
waarvoor is dat, is dat wel nodig? Arie
werkt liever met jongens die meegaandi
zijn dan met kritische mensen."
Bert Parlevliet herinnert zich dat hij het
'persoonlijk' niet erg vond dat Lagendij
van Quick Boys vertrok naar Rijnsburgs
Boys. „Waarom weet ik niet meer. Nee,
nee, ik heb beslist geen hekel aan hem.
zat juist nog te denken dat ik zaterdag a
het mooi weer is misschien wel ga kijke
bij Ter Leede. En dan zal ik bij wijze van
spreken de eerste zijn die hem feliciteer
Ik vind het moeilijk om te zeggen of hij
beste trainer was die Quick Boys had. A
mensen zijn anders. Maar het was wel
kanjer. En van mij zou hij nu ook wel tei
mogen komen."
Rijnsburgse Boys heeft de Leidse trainei
later daadwerkelijk voor een nieuwe pei
de proberen te strikken. En Katwijk boo(
hem dit jaar nog een vijfjarig contract aa
Spelers van UVS noemden zijn naam, to
de huidige trainer Wim van Zwam zijn
vertrek bekendmaakte. Maar Arie Lagen
dijk blijft nog twee seizoenen bij Ter
Leede, met assistent Cees du Prie, met
hij al jaren samenwerkt.
Mensen die iets willen vertellen over
slechte ervaringen met Lagendijk, of die
zijn zwakke punten kennen zijn er niet
nauwelijks. Ook uit de mond van Toine
l'Ami komt geen kwaad woord over de
trainer. De Wassenaarse voetballer verti
halverwege dit seizoen bij Ter Leede, wa
Lagendijk hem geen basisplaats meer kc-
verzekeren. L'Ami, die de trainer ook dn
jaar meemaakte bij Katwijk, houdt nog
tijd vol dat de reden voor zijn vertrek is
weest dat hij op zaterdag ging werken,
vind Arie Lagendijk een heel goede trainl
en een heel goed mens", aldus de Wassa
naarder. „Het is een trainer die ook in h|
betaalde voetbal had kunnen slagen. He
is een kei van een trainer."
Binnenskamers
Floor van Duyn: „Het is ook de kracht vi
Arie dat problemen binnenskamers blij
ven. Als er bij Quick Boys maar iets ge
beurde, wist iedereen het. Natuurlijk ge
beurt er nu bij Ter Leede ook wel eens w
maar dat weet Arie binnen de groep te
houden. En als er wat is, dan is het ook
weer vrij snel opgelost. Hij houdt van duj
delijkheid."
„Ik heb al heel wat trainers meegema;
en iedereen heeft zijn zwakke en sterke
punten", vervolgt de middenvelder van
Ter Leede. „Die zwakke punten dacht ikl
ook aan te treffen bij Lagendijk. Maar ik
maak 'm nu voor het derde jaar mee, en|
kan echt geen negatieve dingen noemei
Nancy Albers weet niet eens meer wanneer haar 'arbi
trale' carrière precies begon. Ze groeide op in een fiet
sende familie en rolde bijna ongemerkt de jurywagen
binnen. In de mannenwereld die wielrennen is, is Al
bers een van de weinige vrouwen. Daar staat ze nooit
bij stil. „Ik sta m'n mannetje wel", lacht het 29-jarige
jurylid.
Allebei haar broers wielrenden, haar ouders gingen al
tijd mee en kleine Nancy begon er ook aan. In de jeugd
eindigde ze iedere week bij de eerste drie, maar toen
school meer tijd ging kosten, bleef er voor het wielren
nen minder over. „Ik vond mijn carrière belangrijker",
vertelt Albers. „Met het wielrennen is, zeker bij de
vrouwen, geen brood te verdienen."
Maar de wereld van de klassiekers, de stad-tot-stad
ritten en de rondjes om de kerk liet haar nooit los.
Haar vader Dick was inmiddels jurylid geworden en in
de weekeinden beklom Nancy de jurywagen om te as
sisteren met allerlei klusjes. Het bijhouden van de uit
slagen, het papierwerk, het contact met de kranten on
derhouden, van lieverlee kreeg ze steeds meer te doen.
De stap om een cursus van de KNWU te volgen, om of
ficieel jurylid te worden - wat zij eigenlijk al half was -
was niet zo groot. De praktijk kende ze al, de theorie
was omvangrijk, maar geen groot probleem.
Hoe lang zij al als jurylid optreedt, bij klassiekers als
de Ronde van Zuid-Holland en de Waterschapsronde,
kan Albers zich niet meer herinneren. „Zeker meer dan
vijf jaar", denkt zij. „Maar misschien ligt het nog wel
dichter bij tien. Jureren is mijn hobby, wielrennen is
mijn sport, maar actief kan ik die met een full-time
baan niet meer beoefenen. Dus zocht ik een andere
manier. Ik ben het ooit eens gaan proberen en het ging
goed, ik vond het leuk. Dan ga je ermee door." Haar
eerste klassieker was de Ronde van Zuid-Holland. „Ik
was bloednerveus voor het begon, opgelucht en tevre
den toen het was afgelopen. Ik dacht meteen: 'dit kan
ik'."
Het heeft haar als een van de weinige vrouwen een
plaats bezorgd in het circuit. Zelf valt het haar niet
eens op, dat ze door mannen omringd wordt. Ook de
renners en collega-juryleden weten niet meer beter.
„Inmiddels kennen ze me wel", aldus Albers. „Ik krijg
niet meer of minder commentaar dan de anderen en
ook bii de taakverdeling is er geen enkel verschil. Ze
beoordelen je op je kunnen."
Het commentaar dat de jury krijgt, is in de afgelopen
jaren niet van aard veranderd. Van verruwing in het
wielrennen is geen sprake, vindt Albers. „Nou ja, on
derling gaat het er wel wat harder aan toe", plaatst zij
een kanttekening. „Er wordt in de koers meer geschol
den en we moeten wat vaker optreden bij handtaste
lijkheden. Maar tegenover de officials houdt iedereen
zich vrij rustig."
Zo af en toe komt een gefrustreerde fietser, die door
de wedstrijdleiding uit de koers is genomen, scheldend
langsrijden bij de jurywagen. „Dat komt zelden voor",
relativeert Albers. „Wij moeten alert zijn op mensen,
die meerdere keren 'gedubbeld' zijn en toch doorrij
den, of mensen die een rondje hebben gemist om uit
te rusten en dan weer aansluiten, maar als wij daar te
gen optreden, beseffen ze meestal zelf wel dat we gelijk
hebben." Eén keer heeft iemand een fiets in haar rich
ting gegooid. „Dat was niet leuk, nee. Maar het was
een incident. En het is nooit persoonlijk bedoeld, het is
puur frustratie. Ik denk dan: 'Waarom?', want wij doen
het toch ook om hèm zijn hobby te laten uitvoeren."
De wedstrijden waar Albers zich als jurylid mee be
zig houdt, blijven beperkt tot het regionale niveau. On
danks haar nationale kwalificatie. „Bij de grote wed
strijden in Nederland kiezen ze toch voor internatio
naal gekwalificeerde mensen", beseft Albers. En dat is
voorlopig voor haar niet weggelegd, ook al zou ze het
best willen. „Zo lang dat allemaal in het Frans moet,
begin ik er niet aan", lacht Albers. „Dat ouderwetse ge
doe dat dat de internationale wielervoertaal moet zijn,
dat is intussen wel achterhaald, vind ik. Ik heb geen zin
om met veel moeite Frans te leren om in Nederland
aangesteld te kunnen worden. Om te mogen kijken wie
als eerste zijn wiel over de streep drukt. Waarom kan
het niet gewoon allemaal in het Engels? Laat ze een
keer met hun tijd meegaan."
Tot die tijd blijft Albers bij de regionale topwedstrij
den vol overgave de jury voorzitten, of de tussensprints
bijhouden, of de fotofinish-camera bemannen, of in de
auto achter het peloton de boel in de gaten houden.
„Ik ga door zo lang ik het leuk vind. En dat kan nog
heel lang duren."
Wielerjurylid Nancy Albers: „Ik heb geen zin om met veel moeite
te leren om in Nederland aangesteld te kunnen worden."
FOTO TACO VANl
Hé Scheids!! is een rubriek
over arbiters. In de veertiende
aflevering wielerjurylid Nancy
Albers, telg uit een wielerfami-
lie, die als vrouw in een man
nenwereld 'haar mannetje
staat'.