^VOORBIJGAAN
'Een soort van trampolinespringen in de
Leiden Regio
STADSGEZICHT
JffKUMU I 7 ArKIL 1
CHEF WIM WEGMAN. 071-5356414, PIV -CHEF HERMAN JOUSTRA, 071-5356430
LEIDEN - De kleuters van Pinkeltje leven zich uit in de natuur in de
klas. foto archief leidsch dagblad
Woensdag 17 april
VOORSCHOTEN - De Voorschotense huisarts J. E. James zal
per 1 juni zijn Werkzaamheden als huisarts beëindigen. Dokter
James (45) kwam vijftien jaar geleden naar Voorschoten als
opvolger van dokter Thies. De praktijk zal worden voortgezet
door dokter R. R. van Beusekom, voorlopig op hetzelfde adres
Leidseweg 51. Dokter James zal per 1 juni in dienst treden van
de Stichting Interkruis Zuid-Holland (de samenwerkende
kruisverenigingen) en zal zich in Delfland gaan specialiseren
op het terrein van de kinderhygiëne. De scheidende huisarts
zal wel in Voorschoten op zijn huidige adres Leidseweg 51 blij
ven wonen.
KINSHASA (AFP) - Een veertigjarige negerin in Zaïre is in een
nacht op onverklaarbare wijze van zwart blank geworden, 's
Avonds kreeg zij overal puisjes die erg jeukten. Zij ging niet
naar de dokter, maar naar bed en toen zij de volgende ochtend
wakker werd bleek zij helemaal blank geworden, op een klein
plekje op haar gezicht na. Ook haar oude kwalen, kropvorming
en een hoge rug bleken te zijn verdwenen. De veertigjarige
vrouw zegt dat zij geen medicijnen of zalfjes heeft gebruikt en
zij voelt zich verder erg gezond.
LEIDEN - Maandagavond 22 april om acht uur wordt in het ge
bouw van de openbare kleuterschoolPinkeltje" in Leiden
zuidwest een natuurproject afgesloten met een ouderavond. In
de speelzaal zullen in samenwerking met de oudercommissie
en de Kon. Ned. Mij. van Tuinbouw en Plantkunde, afdeling
Leiden, bloemen en planten worden tentoongesteld, waarbij
de ouders en andere belangstellenden het werk van de kleuters
kunnen bekijken en hun kennis van de planten- en bloemen
wereld aan de hand van een lezing en dia's kunnen verrijken.
Het ligt in de bedoeling dat de kleuters in mei een excursie
maken naar de Hortus Botanicus.
Romberg werd in 1904 geboren aan
le' (Niponstraat. Veel Leidenaren kennen
St, ze straat niet meer, want in de Tweede
eu ereldoorlog veranderde die in de
jresstraat. Mombergs grootmoeder had
lei ukruidenierszaakje op dit adres en hij
J rinnert zich nog hoe zij in moeilijke
re, jen de bonen telde voor de klant. Op
ic
zijn zesde verhuisde hij naar de
Waardstraat, toen een doodlopende
zijstraat van de Zijlsingel.
In de derde aflevering van de wekelijkse
serie 'De dingen die voorbijgaan' vertelt
Momberg over zijn jeugd in deze straat en
hoe hij de dagen doorbracht.
lg
T"^m Y Leidenaars blikken
-li i\| I |M IVI terug op hun verleden
De houtzagerij achter de Waardstraat. Tussen de drijvende balken leerde Momberg zwemmen. foto gemeentearchief
achter ons huis. Aan het dood
lopende eind van de Waard
straat lag een pad door de lan
derijen. Aan de ene kant van
het pad stond boerenkool, aan
de andere kant schorseneren,
een soort zwarte asperge.
Tussen de landerijen lag de
houthandel. Sleepboten uit
IJmuiden trokken grote vlotten
met reusachtige boomstammen
uit Noorwegen via de Oude Rijn
naar de houthandel toe. Daar
werden ze afgeladen in sloten
in het veld, waar ze maanden
lang ronddreven. Op de korte
afstandjes tussen de ene boom
stam en de andere leerde ik
zwemmen. Maar we klommen
er niet op, hoor. Dat was te ge
vaarlijk, want ze waren hele
maal groen van het mos.
Op dit open terrein was ook een
zandput. Als het geregend had,
werd het zand dril. Dan spron
gen wij kinderen in de put en
gingen een soort van trampoli
nespringen.
Van maandag tot en met zater
dag zat ik op school. Zaterdag
middag niet. Dan hadden we
vrij. En zondag ging ik naar de
zondagsschool. In de vakanties
plukte ik sperziebonen buiten
de stad samen met de andere
jongens voor de conservenfa-
briek Tieleman en Dros aan de
Uiterstegracht.
Sommige zomers gingen we
ook tulpenbollen pellen. Een
knecht van de fabriek lag
's ochtends met de roeiboot in
de gracht te wachten om ons
op te halen. Hoe hadden we er
anders moeten komen?! Fietsen
waren er nog niet. Je deed alles
lopend. Soms ook voor de lol.
Dan liepen we met vrienden in
een boog van Leiden naar Zoe-
terwoude en weer terug.
Toen de eerste fietsen kwamen,
kwamen ze niet uit de fabriek.
Ze werden met de hand ge
maakt door firma's in bijvoor
beeld, Katwijk en Rijnsburg. Er
bestond ook een type fiets dat
'Katwijker' heette. Die had een
liggende voorvork met veren
zodat de fiets minder hobbelde
op de straatkeien.
In die tijd had je trouwens
'Leidse tijd'. Alle klokken in de
stad waren afgestemd op die
van de Sterrewacht. En die liep
al een paar eeuwen anderhalve
minuut achter. Alleen het stati
on hield een andere tijd aan.
namelijk 'de Amsterdamse'.
Dus als je moest rennen om de
trein te halen en je dacht ter
hoogte van de Steenstraat dat je
net op tijd was, had je de trein
altijd net gemist.
Vanaf mijn twaalfde ging ik op
zondag niet meer naar de zon
dagschool, maar naar de jonge-
liedenvereniging. Daar luisterde
ik naar lezingen en voordrach
ten over allerlei verschillende
onderwerpen, bijvoorbeeld
sterrenkunde. Verder deed je er
spelletjes zoals dammen. Kaar
ten was uit den boze, omdat
het met gokken werd geassoci
eerd.
Later, vanaf mijn twintigste,
werkte ik overdag bij Zaalberg
als hulpmachinist en ging ik
's avonds naar de instrument-
makerschool. Daar leerde ik om
machinetekenaar te worden.
Die school was heel wat. Ge
trouwde mannen kwamen uit
Amsterdam en Haarlem, want
het was de enige school van
zijn soort in Nederland. Mijn
diploma haalde ik in 1928,
maar ik heb nooit als machine
tekenaar kunnen werken, want
een jaar later begon de crisis en
was er geen werk.
In mijn tijd bleven heel wat jon
gens vrijgezel. Hoe kun je nou
trouwen als je geen geld hebt?
Omstreeks 1930 stond er een
advertentie in de krant, waarin
een baan als vlieger en mecani
cien in Nederlands-Indië werd
aangeboden. Toen ik naar de
baan solliciteerde, kreeg ik een
uitnodiging om te komen. Ik
moest eerst laten zien dat ik
met machines kon werken. Dat
ging heel goed. Daarna werdi k
medisch gekeurd. Het bleek dat
ik aan één oor totaal doof was.
Dus kreeg ik de baan niet. Dat
vond ik heel erg, want andere
banen waren er niet."
ESTHER BARFOOT
uit de Leidsch DagbladAIM) II IE VEN
ANNO 1899
Maandag 17 April
LEIDEN - Morgenmiddag zal naar alle waarschijnlijkheid de
voetbalwedstrijd plaats hebben tusschen de Leidsche en Am-
sterdamsche clubs 'Ajax' en 'Quick', respectievelijk kampioen
van de Zuidelijke en Noordelijke 2de klasse-competitie. Zooals
men zich herinnert, heeft de eerste ontmoeting tusschen beide
vereenigingen te Amsterdam geen beslissend resultaat gege
ven (0-0), een schoone strijd dus in het vooruitzicht!
Al, wat zich interesseert voor voetbal, ga naar het terrein aan
den Oegstgeester weg.
ANNO 1974
itus Brandsmalaan.
FOTO JAN SCHEERDER
mocht natuurlijk niet. Thuis re
pareerde mijn vader mijn
klomp door een bandje van leer
of van blik op de neus te zetten.
Bommen waren vierkante vis
sersboten, gemaakt van brede
eikenhouten balken. Omdat ze
geen kiel hadden, lagen ze niet
stabiel in het water. Bij ruwe
zee beleefden schippers bange
momenten in die boten. Ze
werden dan ook vrij snel ver
vangen door de logger, een mo
dernere boot.
In de Herensingel lag een open
baar zwembad van de gemeen
te, waar we ook wel eens gingen
zwemmen. Je kunt het nog
zien, want de wal van het
zwembad staat nog in de
gracht. De riolen kwamen in de
gracht uit, dus je kwam er van
alles tegen. Ik heb het zwem
men geleerd bij de houtzagerij
W. Momberg:
„Alle jongelui
hadden in de
tijd van de
Eerste Wereld
oorlog klom
pen aan en dat
rende moeilijk.
Gewoon
blankhouten
klompen,
hoor. Niet van
die toeristen
klompen, zo
als je nu ziet."
foto henk
bouwman
Wat meer alledaagse dingen
waarmee we de tijd doorbrach
ten, waren hardloopwedstrij
den. Daarvoor maalden we spe
ciale slofjes van oude lappen
die we om onze voeten wikkel
den. Alle jongelui hadden in die
tijd klompen aan en dat rende
moeilijk. We hadden gewoon
blankhouten klompen, hoor.
Geen toeristenklompen, zoals
je nu ziet, met schilderingen er
op.
Een van de dingen die we de
den, was klimmen op de bom
men, de vissersboten die in de
Zijlsingel lagen. Wij lieten ons
langs de touwen op de boot
glijden en speelden daar dan.
Het is meermaals voorgekomen
dat ik het kapje van mijn klomp
brak,omdat ik haastig aan wal
sprong op de vlucht voor de
politie. Want wat we deden,
te ijdens de Eerste Wereldoor-
W |og werkte mijn vader als
toi ffbij Zaalberg, de wollen-de-
101 ifabriek aan de Herengracht,
te en toe, als ik een dag vrij
M i mocht ik met hem mee.
te ieen dag zat een van de fa
ne ekshallen vol met Vlamin-
e': n, die waren gevlucht voor de
gt ipgravenoorlog. Ze werden in
fabriek ondergebracht, waar
eten en drinken kregen en
ozakken om op te liggen. Tij-
:ni us de oorlog stonden er
t.i egtuigen op het veld naast de
te Ihelminabrug (Hoge Rijndijk,
1), waarmee je een rond-
icht kon maken over Leiden.
11 i telf had daar natuurlijk geen
|d voor, maar ging wel naar
vliegtuigen kijken. Er kwa-
n- nveel mensen op af, want
;ni mand had ooit een vliegtuig