I )PORT |vi eesterbrein kijkt uit naar nieuwe witte bladzijden Van der Zee is de schaamte en de boosheid voorbij Waardering WILLEM SPIERDIJK, 071-5356464, PLV.-CHEF JANET VAN DIJK, 071-5356463 'atrick Lefèvere krabbelt moeizaam op na dopingajfaire ■Patrick Van modaal profrenner is Patrick Lefèvere uitgegroeid tot bovenmodaal ploegleider bij de sterkste wielerploeg ter wereld: Mapei/Quick Step. Maar noem hem alsjeblieft gewoon Patrick en geen meneer. Ster of sterveling, de nu 44-jarige zoon van een autohandelaar nabij Roeselare weet hoe dun de scheidslijn is. Toen zijn ploeg vorig week kortstondig verzeild raakte in een dopingaffaire, voelde de grote man van de grootste wielerploeg ter wereld zich even de kleinste kruiper op aarde. Maar zelfs op die zwartste dag van zijn leven bleef menselijkheid de maat bij Lefèvere en weigerde hij de man die op knullige wijze zijn levenswerk en 56 werknemers richting ravijn had gestuurd op staande voet te ontslaan. 'In een vreemd land in de cel en dan datzelfde moment horen dat je ontslagen bent, dat is onmenselijk.' De zware dagen van Patrick Lefèvere, een 'spontaan en positief mens.' De aanvankelijke afspraak was op donder dag 1 april, tussen twee etappes in de drie daagse van De Panne in. Maar Patrick Lefèvere was er niet, hij werd verhoord in de Rijkswachtkazerne van Kortrijk. De nieuwe afspraak wordt dinsdagavond, aan de vooravond van Gent-Wevelgem. „Want tweede paasdag moet ik even vrij zijn. An ders kan ik gelijk nog een advocaat bellen. Voor de echtscheiding", zegt Lefèvere. Dinsdagavond dus, in het Kortrijkse hotel Kennedy, sinds jaar en dag het onderko men van de Mapei-ploeg tijdens de klassie ke maand april. Hun maand, want met na me de Ronde van Vlaanderen en Parijs- Roubaix (waar Mapei in 1996 en 1998 het volledige podium bezette) zijn het terréin waarop de grootste ploeg ter wereld excel leert. In Vlaanderen bleef het team steken op de derde en vierde plaats. Op zich geen slecht resultaat na alle ellende van de da gen ervoor. Maar Lefèvere, als profrenner niet bijzonder begaafd maar als ploegleider een meesterbrein, heeft zich zitten opvre ten in de auto, ver, ver achter het brand punt van de koers. „Het was een tactisch steekspel, de situatie veranderde met de minuut. Maar we hadden wagen nummer 17 en de tv in de auto werkte ook nog eens slecht", bromt Lefèvere. Hij was op dat moment even de koning der machtelozen. „Dan zit je te sterven in de wagen." De dag erna was hij total loss. „Ik heb nor maal niet veel slaap nodig. Maar nu, goh. Ik heb geslapen, heel veel geslapen." Het li chaam is inmiddels weer een beetje bij, maar de geest is nog steeds moe. De ge beurtenissen van een week eerder malen nog steeds door zijn hoofd en maken het zwaar. „Ik heb me een punthoofd gedacht. Ik was er niet goed van dat zoiets kon ge beuren." Hij is er nog niet uit. De sleutel ligt bij de verzorger. Maar die zit nog vast. „Ik zou hem maar één vraag stellen: wat heeft die mens bezield? Ik weet dat het geen hele slimme is. Maar heeft hij dan zo veel zand in zijn hoofd dat hij niet heeft be seft dat hij een hele organisatie, een hele ploeg, het leven van 56 mensen op de hel ling heeft gezet? Ik ben geen intellectueel. Maar hier kan ik met mijn boerenverstand niet bij." „Of ik kwaad ben? Nee, eerder moedeloos." Lefèvere geldt als een man die niets aan het toeval overlaat. Van assistent-ploegleider bij een Belgische kermisploeg groeide hij uit tot de vormgever van de grootste en duurste ploeg van de wereld. „Na de Tour van vorig jaar hebben we een extra arts aangetrokken om alleen de steekkaarten van de renners bij te houden, in de winter hebben we een advocaat met de renners laten spreken, interne reglementen opge steld. En dan dit. (zucht) Ik weet dat de perfectie niet van deze wereld is. Je kunt nooit voorkomen dat je een dief in huis hebt. Als één van uw kinderen drugs neemt, bent u de laatste die het hoort. Maar toch..." De klap kwam daardoor extra hard aan. „Op dat moment kun je nauwelijks meer denken. De hemel valt op uw kop. Yvan van Mol, de dokter, is getraumatiseerd uit de vorige Tour gekomen. Die was meteen in coma toen hij het hoorde. Patrick, heb ik hier 20 jaar voor gewerkt?" Zijn zachte, hese stem lijkt de laatste dagen nog zachter en heser te zijn geworden. „Ja, ik ben ontgoocheld." En dan: „Misschien ben ik wel te goed van hart." Dat klinkt op merkelijk van iemand die veel geld krijgt van een sponsor om veel succes tp halen. „Natuurlijk wil ik dat de ploeg veel wint. Maar niet ten koste van alles. Ik ga niet over lijken. Ik kan het licht ook in de ogen van de ander vinden. Als renner had ik ook niet het killersinstinct, was meer een ploeg- coureur." Hij is in al die jaren niet veranderd, denkt hij. Zijn positie wel. „Ik kan niet normaal meer over straat lopen. Mensen herkennen me, klampen me aan. Gelukkig in 99 pro cent van de gevallen positief, maar soms zou ik wel eens wat anoniemer willen zijn." Hij is een autoriteit geworden, een mens met macht. Dat heeft soms vervelende ge volgen. „Er zijn mensen die vijf jaar gele den Patrick tegen mij zeiden en nu me neer. Daar heb ik een hekel aan, daar voel ik me ongemakkelijk bij." Aan de andere kant kan hij daardoor ook wat in gang zetten. Als er op wielergebied in België iets aan de hand is, bellen ze met Walter Godefroot (Telekom) en mij." Maar hun macht is eigenlijk ook weer heel be perkt, weet Lefèvere. Er wordt nog steeds gesold met de ploegen en dus de renners, weet de Belg. „Iedere keer dat we de grens oversteken, moeten we bang zijn voor wat er nu weer gaat gebeuren. In ieder land zijn de regels anders. Neem de gezondheids controles. In Italië zijn ze iedere maand, van de UCI moet het twee keer, in Frank rijk weer vier keer. Dat moet toch niet kun nen op weg naar één Europa?" De macht is ongelijk verdeeld. „De UCI en de organisa toren hebben de macht. Terwijl het zo zou moeten zijn dat er drie partijen zijn: de or ganisatoren, de ploegen en de UCI, waarbij de laatste dan vooral als arbiter zou moe ten optreden." Vindt hij zichzelf niet veranderd, de wereld om hem heen is dat wel, weet Lefèvere. Ze ker na de Tour van vorig jaar. „Ik heb het gevoel dat ik nu elk woord drie keer in mijn mond moet omdraaien. Ik ben een spon taan mens, maar als ik niet spontaan kan zijn, dan ben ik niet goed meer. Deze week werd ik gebeld door een journalist of hij wat over Gent-Wevelgem kon vragen. Ver volgens ging het twee minuten over Gent- Wevelgem en tien over de affaire van vorige week. Ik ga geen enkele vraag uit de weg maar waarom zo gluiperig? De journalis tiek is veranderd. We hebben in België de zaak Dutroux gehad en de pers heeft er twee jaar van gegeten. Dan krijg je dit soort toestanden." „Ik ben een man van vertrouwen. Ga nooit achter een verzorger staan om te kijken of hij de was wel goed doet of de broodjes goed smeert. Je moet de mensen het ver trouwen geven, dan presteren ze het beste. Ik hou ook niet van contracten. Een hand druk volstaat voor mij. Een renner als Jo- han Museeuw heeft nog nooit een contract bij mij getekend." Lefèvere heeft zelf wel een contract getekend met Mapei. „Ik moest. Het is voor drie jaar en ik hoop dat ik het uitdien. Maar of ik daarna nog wel doorga? Op dit moment heb ik het gevoel van niet. Ik ben niet oud in jaren maar zit wel 18 jaar in de stiel. De laatste zeven jaar staan we met de ploeg aan de top en on danks alles brengt dat veel druk met zich mee." Sinds afgelopen winter woont Lefèvere in het noorden van Italië, in Varana Borghi aan het meer van Varese. „Het is een prachtige plek, op 20 meter van het meer, we hebben een zwemkom, als je 's mor gens op staat heb je altijd een blauwe lucht, je ziet de besneeuwde bergen. Ik heb daar geen Nederlandstalige kranten of tv, we krijgen er minder telefoon. Dat geeft mij rust." Lefèvere hoopt dat die rust snel terugkeert. „Ik ben een positief mens en kijk het liefst vooruit. Maar je kunt niet ontkennen dat deze affaire een blijvend stempel zal zijn. We zaten met een smetteloos imago waar we jaren hard voor gewerkt hebben. Dat was bijna in een slag weg. We zijn toch be smeurd geweest. Het is een zwarte bladzij de die we moeten omslaan. De witte blad zijden moeten overwinnen." Ontslagen Sparta-trainer durft de straat weer op stop. Daar ben ik op afgerekend." Hans van der Zee is ervan overtuigd dat Sparta de nacompetitie zal ontlopen. „Spelers als Jalink, Van der Laan, Krijgs man, Nieuwenburg, Jaliens en Van der Meer zijn bovengemiddelde eredivisiespe lers. En met een spits als Tammer, die toch al weer acht keer heeft gescoord, komt Sparta als de nood aan de man komt er weer bovenop. De nieuwe aankopen Fer guson en Elkhattabi kan ik niet beoorde len, maar het zijn gerichte aankopen, dus ga ik er vanuit dat het versterkingen zijn." Hans van der Zee kent geen rancune ten opzichte van Sparta. „Totaal niet. Wat Bos- sink heeft gedaan, is volgens hem in het belang van de club geweest. Al mag ik het nog steeds een merkwaardige beslissing vinden. Maar boos ben ik niet meer. Het heeft me niet verbaasd, dat er na mijn ont slag ineens een technisch directeur is aan gesteld en ineens wel twee spelers konden worden gehaald. Zo gaat het bijna altijd", zegt de Amsterdammer vertwijfeld. Een nieuwe club heeft hij nog niet. Hans. van der Zee vult zijn dagen met werk voor de CBV (Coaches Betaald Voetbal), bezoekt veel wedstrijden en onlangs is hij voor een club ('Ik noem geen naam, maar het is een rijke club') twee weken in Brazilië geweest. Daar bekeek hij het Zuid-Amerikaans kam pioenschap voor spelers onder de 17 jaar. „Daarbij leg ik me toe op marketing en management. De moderne trainer is een topmanager, die vaak beslissingen moet nemen op beleidsniveau." Waarmee hij niet wil zeggen, dat zijn am bities uitgaan naar een functie als tech nisch directeur. „Mijn voorkeur gaat nog steeds uit naar het trainersvak. Dat is ook wat ik mis. De dagelijkse omgang met de spelers, de individuele gesprekken, de na bespreking, het maken van analyses van de tegenstander, de omgang met de suppor- je zo'n slechte serie neerzet, is dat een van uit 17 wedstrijden. „Dat is te weinig", weet bleef het bestuur achter Van Marwijk ters. Ze bellen me nog steeds op. Ze scan de opties van het bestuur. Daar heb je re- hij ook. „Dat hadden er vier meer moeten staan. Die tijd is mij niet gegund. Ik heb al- deren ook nog wel eens mijn naam, heb ik kening mee te houden." zijn. Maar neem nou Fortuna, dat er in die tijd het maximale uit mijn spelersgroep ge- begrepen. Opvallend, want ik ben na mijn Sparta stond bij zijn ontslag op 12 punten periode nog slechter voor stond. Toch haald, behalve die periode voor de winter- vertrek niet meer op het Kasteel geweest." Emotieloos, zelfs wat afstandelijk nam hij begin december vorig jaar gedwongen af scheid van Sparta. Alsof het een routine zaak was, zo gedroeg de ontslagen trainer zich op Spartanello, waar hij zojuist de spelersgroep had ingelicht. „Misschien ben ik wel zo overgekomen", zegt Hans van der Zee nu, vier maanden later. „Maar we hebben alles heel zakelijk en professioneel afgehandeld. Dit soort za ken gebeurt, het is een vreemde gewaar wording. Maar ik ben niet wereldvreemd. Terwijl het toch pas de eerste keer was, dat ik niet uit vrije wil bij een club moest vertrekken." Maar, durft de voormalig trainer van Quick Boys nu best te bekennen: „Ik heb het er de week daarna, toen ik thuis alles ging te rugdraaien, best moeilijk mee gehad. Dat gevoel van onrecht, dat je is aangedaan, terwijl een bestuur, dat besef ik ook, daar toe alle recht heeft. De emoties moesten er eerst uit. Ik ben een week lang de deur niet uit geweest. Ik schaamde me, omdat ieder een op straat het wist en iedereen over mijn ontslag zou beginnen." „Aan de andere kant kreeg ik zo veel brie ven, cadeaus en telefoontjes met adhesie betuigingen, dat mijn vrouw zich afvroeg of ik soms kampioen was geworden", her innert hij zich. „Pas een week later ben ik weer naar bui ten gegaan, met mijn kinderen naar de bioscoop. In die week was ik nieuwsgierig of ik blij zou zijn als Sparta zou winnen of niet. In de auto hoorde ik dat Sparta van FC Twente had gewonnen en ik was blij." „Mijn trainersloopbaan was tot dusver vijf tien jaar lang redelijk succesvol verlopen en toch niet bij de gemakkelijkste clubs. Maar het kan iedereen overkomen, dus waarom mij niet? Zeker als je uit de laatste zeven wedstrijden twee punten haalt. Als Hans van der Zee: „Het heeft me niet verbaasd, dat er na mijn ontslag ineens een technisch directeur is aangesteld en ineens wel twee spelers konden worden gehaald." foto gpd Cruz wil meer, zoals dat door voetballers heel beschaafd wordt uitgedrukt, waardering. Cruz wil meer waardering van Feye- noord, stond in de krant. Ze zijn zich in Rotterdam een hoedje geschrokken. Ze weten daar ook wel dat het paradijs lonkt naar Cruz en dat in het paradijs, met ook nog zijn weldadig klimaat, met waarde ringgesmeten wordt alsof het niks kost. Udinese, toch maar een nietig voorstadje van het paradijs, heeft al ongelooflijke waardering over voor Cruz, kun je nagaan! Nog onlangs nam Jorien zijn troetelkind apart. Arm om de schouder. Waardering uitge sproken voor de drie kaarten pas, die hij dit jaar incasseerde. Een gebaar, zó uit het hart, maar of het genoeg is? Voetballers vragen met een safe gevoel om meer waardering, geen mens die daar over valt. Waardering in zichzelf is een kuis begrip. Het woord waardering is mede daarom erg in. Waardering is op de sportpagina een mode woord geworden. Opeens was heter. Waardering. (Respect. Ook zo'n woord. Niemand die zo overtuigd respect zeggen kan als Seedorf. Hij mag het. Als één topvoetballer veel respect heeft, dan Seedorf wel - met Davids als goede tiveede. Voor de hele wereld loopt Seedorf over van respect, mag hij soms wat res pect terugvragen van z'n club?). Onbegonnen werk na te gaan wie ermee begonnen is. Naar wordt gefluisterd Abe Lenstra. Helemaal zeker is dit niet, maar het zou kunnen. Lenstra kon voor een ton voet ballen in Florence, maar koos ervoor voor zijn plezier te blij ven spelen, thuis in Heerenveen. Waarom Abe dat fortuin aan zich voorbij liet gaan, wilde een verslaggever van de plaatselijke krant weten? „Hier voel ik me gewaardeerd", antwoordde Abe kalm en in het Fries. Abe bedoelde dar hij op weg naar verre uitivedstrijden in de trein altijd aan het raampje zit ten mocht („Zo zie je wat van de wereld.dat voor belangrijke matches zijn voetbalplunje door een reservespeler het kleedlokaal in gedragen werd zodat Abe krachten kon sparen en dat na afloop een bestuurslid de deur van het spelershome voor hem openhield. Abe stelde dit zeer op prijs en maakte uit dank soms drie goals in een kwartier, een enkele keer vijf. Waarna Abe en zijn meisje uit waardering van de voorzitter een consumptie bonnetje extra kregen en Abe zich voornam zich volgende keer weerzo uit te sloven. Sindsdien is het woord waarde ring niet meer weggeweest. Op de gekste plaatsen steekt het in de voetballerij de kop op. Laatst nog, in Almelo. De mensen van Heracles waren zeer verguld met hun midden voor Leferink, die er al twee ge maakt heeft en deelden hem mede dat hij voorlopig welkom bleef. Drie jaar, vier jaar, het maakte niet uit, Niki Leferink moest het maar zeggen. En Niki zei het, in Voetbal In ternational: „Het wordt VW. Uit de aanbieding van Heracles sprak geen waardering tenvijl uit de aanbieding van VW juist alle waardering sprak. Vreemd genoeg hebben ze het er in andere beroepsgroepen zel den over, over waardering. Be grafenisondernemers hoor je er niet over. Slagers en bakkers dito. Spoonvegpersoneel mijdt het woord. Erwin Kroll hebben we nog nooit waardering horen zeggen. Zeilers kennen het hele woord niet. Afgelopen week liet Cruz het woord waardering vallen in Rotterdam. Zijn zaakwaarne mer uit Argentinië was er speci aal voor naar de Maasoever overgevlogen. Rob Baan van Feyenoord: „We hebben met die meneer Cyter- spiler gepraat over alles dat met Julio en z'n gezinnetje te maken heeft. Over hun woning. Over de toekomst. Over alles. Naar ik begrepen heb zijn be treffende de flat nieuwe gordij nen toereikend, maar wat de toekomst aangaat kunnen we alleen maar bidden dat met het oog op de wedstrijd tegen Ajax bijvoorbeeld een Henk Vos woensdag spontaan Julio's sporttas de Arena binnendraagt. Uit waardering. Anders gaat ook Cruz voor ons voetbal verloren. Patrick Lefèvere: „Ik heb me een punthoofd gedacht. Ik was er niet goed van dat zoiets kon gebeuren. foto gpd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 35