n
De beul met de bijl
Nr. 38: Ties Kruize
ipspör1
'deze feêi
4-Rietveld
ca
H
GÉ
h—
CO
Een eiland dat drijft op sfeer
door MARC KOK
Ties Kruize, geboren 17 november 1952 in Den
Hang groeide in de jaren zeventig en tachtig
uit tot een van de beste hockeyers ter wereld.
De Hagenaar maakte vooral naam met zijn
snoeiharde strafcorner. Met 'de bijl', zoals zijn
loodzivare stick door het leven ging, voerde hij
vele executies uit. Met 18 olympische treffers
kroonde de onervaren international zich tot
koning van de Spelen van Miinchen '72. Met
Oranje werd Kruize één keer wereldkampioen
('73 Amstelveen), één maal Europees kampi
oen ('83 Amstelveen) en won hij twee keer de
Champions Trophy ('81 Karachi, '82 Amstel
veen). Op 18 oktober 1986 sloot Kruize zijn in
drukwekkende carrière na 202 duels en 167
goals af, met een teleurstellende zevende
plaats op het WK in Londen.
De oudste zoon van oud-international Roepie Kruize
kreeg de hockeysport met de paplepel ingegoten. Het be
weeglijke en drukke baasje, dat al rap zijn bovenmodale
talenten toonde, werkte op straat spelenderwijs aan zijn
techniek en precisie. 'Tien over Ties', een boek over de
sportieve carrière van Kruize dat ter gelegenheid van zijn
afscheid in juni '87 op de markt verscheen, verhaalt hoe
Kruize aan een optimaal richtingsgevoel schaaft en de ba
sis voor zijn vermaarde strafcorner legt: 'De lantaarnpalen
en straatnaambordjes in de knusse Haagse wijk Marlot
gaan tegenwoordig aanzienlijk langer mee dan in de jaren
zestig, toen de jeugdige Ties Kruize met zijn vriendjes het
dagelijkse potje straathockey afsloot met het onder sper
vuur leggen van voornoemd openbaar bezit. Raakte je een
lantaarnpaal, dan kreeg je één punt: ronde verkeersbor
den waren goed voor twee punten en de ranke, langwerpi
ge straatnaambordjes leverden drie punten op.'
Op zijn twaalfde debuteerde Kruize in de Nederlandse
jeugd, amper drie jaar later mocht hij voor de eerste maal
het shirt van Jong Oranje aantrekken. In 1969 wil toenma
lig bondscoach Piet Bromberg een beroep doen op de
ontluikende klasse van Kruize, maar vader Roepie wilde
dat de oudste van zijn vijf kinderen eerst eindexamen
deed.
Na het behalen van zijn schoolpapiertje vormde het WK
van '71 de internationale vuurdoop. Het toernooi in Bar
celona was bepaald geen succes. De onervaren 18-jarige
Kruize had nog niet geleerd hoe hij zichzelf in bescher
ming moest nemen, zodat hij door de Pakistani letterlijk
hardhandig het veld werd uitgeslagen.
Ties Kruize toonde zich echter een snelle leerling. Amper
een jaar na Barcelona groeide de onbekende en nieuw
bakken international uit tot topscorer van de Olympische
Spelen van München. In de tijd dat hockey nog op na-
tuurgras werd gespeeld en de strafcorners met de hand
gestopt werden, beukte hij de bal met zijn zware, 27 oun-
Kruize in 1982: als aanvoerder van Klein Zwitserland passeert hij HCC-doelman Drijver.
ce wegende, stick liefst 18 maal achter de vijandelijk goa
lie. Een absoluut record.
Het is echter niet altijd goud dat er blinkt. Pech loopt als
een rode draad door de internationale carrière van het
krachtige cornerkanon. Voor belangrijke toernooien tobt
Kruize, die in '80 met een ingezet stuk rendierpees van
een onwillige enkelband wordt afgeholpen, geregeld met
lichamelijk ongemak. Voormalig bondscoach Wim van
Heumen meende ooit 'dat blessures nou eenmaal bij
Kruize hoorden, net als zijn enorme slagkracht, taktische
inzet en ogenschijnlijke gemakzucht.' Op momenten dat
Van Heumen het niet meer zag zitten, kwam Kruize stee
vast met één van zijn kenmerkende uitspraken: 'Maak je
maar geen zorgen coach, het komt wel goed. We hebben
tijd genoeg.'
Het tekent de persoon Kruize. Opgeruimd karakter, zeer
positief ingesteld. De gepaarde nonchalante houding van
de Hagenaar viel echter niet altijd in goede aarde bij met
name de Utrechtse inbreng van Oranje. Harde werkers als
André Bolhuis en Paul Litjens plaatsten wel eens een kant
tekening bij de vooral op techniek terugvallende Haagse
hockeyers als Kruize en Wouter Leefers.
Kruize, die in '74 met succes de 'scoop' introduceerde en
dankzij zijn gevoel voor ruimte de vijandelijke verdediging
voor grote problemen stelde, werd vergeleken met groot
heden als Johan Cruijff. Hij was in staat om zijn team in
z'n eentje drie klassen beter te laten spelen. Kruize kon al
les-met de bal. Ooit vroegen enkele jonge hockeyers hem
om de bal drie maal achtereen vanaf de cirkelrand op de
bovenkant lat te pushen. Geen probleem voor Kruize.
Op 25 september 1975 leek er een vroegtijdig einde te ko
men aan de carrière van de hockeyer. Na een dag hard
werken en trainen met de nationale selectie, raakte de
naar huis rijdende Kruize betrokken bij een zwaar auto-
FOTO ARCHIEF ANP
ongeluk. Hij werd het ziekenhuis binnengebracht met on
der meer een hersenschudding, een gebroken rib, een
kaakfractuur, trombose en een longembolie. Menigeen
dacht dat Kruizes loopbaan als topsporter voorbij was.
Maar de bijna invalide hockeyer zag het als een uitdaging
om het tegendeel te bewijzen. Kruize miste weliswaar de
Olympische Spelen van '76 in Montreal, maar was. na an
derhalf jaar revalideren weer terug op de velden. Na zijn 0s
carrière stortte Krilizé zich''op de verzekeringswereld', De
inwoner van Wassenaar, die binnenkort wordt benoemd
tot voorzittér' Mfi' Klélïï ZVMtkMand, is tegenw'oti?di§léétief
als makelaar in assurantiën en pensioenadviseur in de
Haagse Javastraat. Desondanks zal zijn naam voor altijd
onlosmakelijk verbonden blijven met de hockeysport. Of
zoals voormalig Oranje-aanvoerder Mare Delissen het ooit
verwoordde: 'Heb je het over hockey, dan heb je het over
Ties Kruize.'
J*
Honderd jaar sport, ha
jaar prestaties van forti
Tijd voor het maken vanq
verbiddelijke ranglijst. W»
de beste Nederlandse tops\
van deze eeuw?
Gedurende het hele jaar\
elke week op deze plaat
sportfiguur geportretteerd
van de redactie een plaat:
gekregen in de top 5(
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
Vi
Ties Kruize Mgg
Jan Raas
Rik Smits
Plet Roozenburg ;p/(
Kees Verkerk
memmde pol toe
Ellen van Langen
Gianni Romme
Marcel Wouda
Bok de Korver ygj
Rein de Waal
Bep van Klaveren
Just Göbel
door MARIJN KRAMP
Het Venetië van Zuid-Holland of Klein Giethoorn.
Twee koosnamen die het Hazerswoudse Rietveld eer
aan doen, of in elk geval deden. Want met de komst
van de 'burgemeesterswegen' parallel aan de water
weg waar de bewoners op eilandjes leven, is er veel
veranderd in dit deel van het Groene Hart. Toch blijft
het voor jonge kinderen in het Rietveld nog steeds
noodzaak om snel te leren zwemmen en roeien. Pas
als ze dat onder de knie hebben kunnen ze aan de
vaste wal gaan fietsen.
Baby-zwemmen is dan ook geen overbodige luxe,
stelt een moeder van een vier maanden oud dochter
tje terwijl ze uitkijkt over het water dat haar tot
woonhuis omgebouwde hoeve omringt. ,,Ik ben al
bezig. Hoe sneller ze het leen hoe beter. Dat zou voor
ons een grote zorg minder zijn. Hoewel je dat ook
niet moet overdrijven. Hier heb je immers geen ver
keer waar je bang voor hoeft te zijn als kinderen bui
ten spelen." Ineke Smit, die een paar boerderijen ver
derop woont, is die periode voorbij. „Godzijdank
kunnen ze nu zwemmen en al hun vriendjes en
vriendinnetjes ook. Toch blijf je lange tijd bezorgd
over al het kroost uit het dorp dat hier komt spelen.
Want spelen kun je hier fantastisch." Dat blijkt ook
wel uit het vijfstemmig gegil en gelach dat opstijgt uit
de tuin van de boerderij. In bomen klimmen, hutten
bouwen, vlotten maken, verstoppertje spelen, in het
water poedelen: alles is mogelijk in het Rietveld.
Rond de veertiende eeuw, de Hazerswoudse ge
schiedschrijver Cees Kroon weet het niet exact, werd
het Rietveld - een veenmoerras - ontgonnen. Sinds
die tijd zijn de regelmatige kavels grond omgeven
door water kenmerkend voor het gebied. Op die ei
landjes bouwden de eerste bewoners boerderijen en
daggelderswoningen. Het leven in dit oude boeren-
vaardorp draaide om de vaart. Het vee en melk werd
vervoerd in schouwen. De boeren en landarbeiders
togen met roeiboten naar het vaste land.
De afgelopen 25 jaar is er veel veranderd in het
Rietveld. Met de aanleg van de eerste 'burgemees-
tersweg' die de naam kreeg van burgervader Smit,
kwam het asfalt een stuk dichter bij de waterweg.
Ruim tien jaar later werd ook het gebied ten noorden
van het Rietveld ontsloten. Langs de Burgemeester
Ten Heuvelhofweg en de Burgemeester Den Hollan-
derweg vestigden zich net als aan de Smitweg tiental
len kwekers. Veel Rietveldse boeren verkochten hun
veehouderij of verruilden de dieren voor bomen en
planten. Ongeveer de helft van alle eilandjes kreeg in
die jaren een brug naar het land van de kweker er
achter. Nog steeds zijn zo'n tien woningen niet ver
bonden met de wal. De roeiboten zijn veelal vervan
gen door motorboten waarmee de bewoners tot het
hotel-café Klein Giethoorn varen of tot de brug bij de
Dijkgraafweg halverwege de vaart.
„Het lijkt een hele toer om bij de winkels te komen.
Maar zo erg als het overkomt op visite is het niet",
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten In Leiden en omgeving. Bewoners vertellen over de plezierige
kanten van hun woonomgeving, maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag: het Rietveld in Hazerswoude.
Het Rietveld, een bijzondere plek in Hazerswoude.
zegt een eilandbewoonster. „Veel mensen vinden het
mooi wonen hier, maar ze kijken je toch meelijwek
kend aan als ze er achter komen dat je voor alles
moet varen. Vreemd is dat, want of je nu een paar
minuten door de regen vaart of fietst lijkt mij geen
verschil." Okee, de verhuizing was wat omslachtig,
want wie doet dat nu met schouw. „En natuurlijk
had je niet moeten zien hoe ik de eerste keer dat ik
achter het roer stond, de oversteek waagde. Maar na
twee keer kom je ook met zo'h enorme lading in je
schuit keurig het water over."
Ze woont nu ruim twee jaar in de hoeve op het ei
land. „Ik heb geen moment spijt gehad van de ver
huizing. Enerzijds leef je afgezonderd op je eigen ei
landje, maar tegelijkertijd heb ik hier meer contact
met de buren dan in het centrum van Alphen waar ik
voorheen woonde. Onze buurtfeesten, elk jaar bij ie
mand anders, en de traditionele Rietveldse roeikam-
pioenschappen zijn befaamd." Ook haar buurvrouw
Ineke van een paar boerderderijen verderop roemt
de betrokkenheid in de buurt. „Als er wat is, staat er
altijd iemand voor je klaar. Zonder dat je op eikaars
lip zit. Want het water scheidt. En de mensen respec
teren het als je teruggetrokken wilt leven."
Wie in een gehuurd roeibootje het Rietveld intrekt,
ontwaart veel klussende bewoners. Kozijnen worden
geschilderd, boten opgeknapt en groen gesnoeid.
Ook de kwekers zijn hard aan het werk op de kavels
grond tussen de eilandjes. Karla Bisschop van café
hotel Klein Giethoorn is druk in de weer met de roei
spanen. Een nieuwe lik verf is nodig voordat zij haar
bedrijf met Pasen weer opent. Van jongs af aan
woont ze in het huis aan het einde van het Pad van
Meurs, dat de naam draagt van haar opa, de pachter
van het viswater en grondlegger van Klein Giethoorn.
Hij kwam begin deze eeuw op het idee om de vissers
uit Den Haag onderdak te bieden. Wat begon met
een slaapplaats in de hooiberg en een karig ontbijtje
in de buitenlucht groeide uit tot een hotel-café, met
terras aan het water, een speeltuin achter het huis en
FOTO HIELCO KUIPERS
een flink aantal roeiboten in de verhuur.
Tegenwoordig is het meer een hobby. Het aantal
roeiboten aan de kade van Klein Giethoorn is net als
de openingstijden van het hotel-café teruggebracht.
Toch zijn ze in het seizoen nog altijd in trek. Het Riet
veld kent immers zijn liefhebbers die graag een hen
gel in het visrijke water uitgooien en genieten van de
rust.
Op de dagen dat er ijs ligt, verandert het karakter
van het Rietveld volledig. De eilandbewoners houden
het weerbericht bij temperaturen rond het vriespunt
goed in de gaten en overleggen met de buren of ze
door blijven varen of dat ze het ijs een kans geven.
Als duidelijk is dat de vorst aanhoudt, raken de ei
landbewoners het bevroren laagje niet meer aan. Ze
zoeken tijdelijk andere oplossingen om aan land te
komen. Een lange plank over een sloot bijvoorbeeld,
zodat ze via de grond van de buurman verder kun
nen lopen.
Als het ijs houdt, wordt het een drukte van belang
op de Rietveldse vaart. Vrienden en kennisser
eens op een alternatieve manier langs. Kle
hoom is in het weekeind afgeladen vol. De
zopie-tent buiten doet goede zaken, de bail
evenzo. „Tsja" grinnikt Karla, „enorme tocb
je hier ondanks al het water niet rijden, mai
net een leuk stukkie voor de krabbelaars uit I)
en de Rijndijk en voor de plezierschaatser. j
zijn er genoeg. En het smaalct ook zo goed hèl
germeistertje als het stervenskoud is. Dus vo*
weet heb je er meer op en dan begint het. W
kom je dan nog terug op de schaats. Werkelj
je ziet ze vallen en krabbelen, maar overeind
lukt niet meer omdat het ijs buitengewoon gl>
je dronken bent. En dan die lui die de rechte!
aan de linkervoet trekken en zo de vaart op|
moet niet vragen hoe, maar ze komen uit(
nog thuis ook. Ach..., al die verhalen. Je zoi
boek over kunnen schrijven."
De oude postbode Gijs den Hertog schn
graag aan mee. Zijn herinneringen aan de rijft
dat hij daar met de postboot roeide, zijn gout
Althans voor hem. „Het is op mijn huwelij
mooiste tijd van mijn leven geweest. Wét een|
gewone mensen woonden daar en wat een lc
met hen gehad."
In 1973 stopte de PTT net als de kruidenif
bakker de varende dienst in het Rietveld. Ka
voor was immers de Burgemeester Smitvj
daaraan postbussen voor de Rietvelders aaj
Het afscheid viel Gijs, net als veel van zijn c|
zwaar. „En nog steeds. Ik ben al zeven jaar
VUT, maar als ze mij nu zouden vragen of ik r
veld nog een paar jaar wil lopen, hoef ik gS
ment na te denken. Dan zit ik al in die boot.
de was zo'n mooi vak daar in het Rietveld. 2
naar je uit, want jij bracht altijd nieuws en inl
ge gevallen geld mee, want in die tijd deden'
nog de kinderbijslag en de AOW. En overal it.1
aan en ging je naar binnen, want niemand i
postbus. Je kreeg dus een hoop koffie en
biest en soep. Overslaan deed ik nooit en di
op den duur het lief en leed van die mense
Want je kunt in de zomer wel denken: 't is md
ik ga snel naar huis, maar dan ben je je adr?
de winter, als je ze het hardst nodig hebt, k\<
dat is niet netjes en ook niet slim."
Het Rietveld was onder de postbodes 's zori
populaire wijk. „Maar in de winter was niet f
er even gek van; het ijs kon best listig zijn. N'4
nender was het bij dooi of als het ijs nog nie
even sterk was. Dan moest je er toch overhed
post. Maar ik vond het fantastisch en leerd'
van de Rietvelders. Zij waren echte ijs- en wad
en de beste roeiers van de omgeving. Maar ja|
je, zij leerden dat van jongs af aan, want all
kunt zwemmen en varen heb je niets te zoekfc
Rietveld."