'Genoeg is genoeg'
ZATERDAG 3 AP#
Econoom Bob Goudzwaard hekelt oprukkend egoïsme in de samenleving
Bob Goudzwaard nam deze week afscheid als hoogleraar aan de Vrije
Universiteit van Amsterdam. Hij zal de geschiedenis ingaan als de econoom van
het genoeg. Ontmoeting met een omstreden denker die gelijk begint te krijgen.
„De koe is geen koe meer.
r zijn wel mensen die tegen
m mij zeggen dat mijn con-
sumptiegedrag wat royaler
kan. Maar ik vind dat ik ruim genoeg leef. Al
leen ga ik niet met het vliegtuig op vakantie,
maar met de trein. En wij hebben geen af
wasmachine. Hebben we al weggedaan toen
de kinderen nog thuis woonden. Niet alleen
omdat we niet te veel elektrische spullen in
huis willen, maar aan de afwas praat je ten
minste nog eens met elkaar. Dat is veel ge
zelliger. Wij kopen ook geregeld in de we
reldwinkel, waar mijn wouw overigens
werkt. Als je, zoals ik, verkondigt dat onge
remde economische groei niet goed is, be
hoor je daar natuurlijk ook naar te leven.
Wat niet inhoudt dat ilc extreem sober leef. Ik
kom niets te kort. Genoeg is genoeg. Nou ja,
genoeg... dat klinkt een beetje buikriem-ach-
tig. Ik bedoel het meer in de zin van: als je de
zorg voor het milieu en voor de zwakkeren
serieus neemt, moet welvaart niet altijd
voorrang hebben.
De koe, kijk haar in het weiland staan.
Enorme uiers, alles gericht om maar zoveel
mogelijk melk te kunnen geven. Ondertus
sen verzwakken andere organen. Wij hebben
van haar een producent van melk gemaakt.
De koe is geen koe meer. Er is geen balans
tussen de zorg voor het dier en de melk die
er uit moet komen. In bedrijven is dat ook
zo. Daar leidt de enorme productie tot stress,
daar zie je hoe onzorgvuldig wij omgaan met
onze voorraad gezondheid. Hetzelfde geldt
voor veel andere voorraden: natuur, milieu,
cultuur.
Wij lopen onszelf als samenleving voorbij.
In onze drang om te groeien, om maar dyna
misch te zijn, irriteren we ons als het om ons
heen niet snel genoeg gaat, als niet iedereen
meekomt. Wij beschouwen onze dynamiek
als vanzelfsprekend en we ergeren ons aan
anderen, aan landen waar dat niet zo gaat.
Heel denigrerend spreken we dan van ont
wikkelingslanden, of van de niet-actieven in
onze samenleving. Kijk naar die hele Schip-
hol-discussie. Nederland Transportland, de
dynamiek heeft alle voorrang en de natuur
stelt slechts een grens aan die discussie.
Merkwaardig. De natuur voedt ons, houdt
ons in stand, maar wij zien de natuur snel als
hinderlijk. Het dynamische wereldbeeld be
paalt ons denken, al het andere is sluitpost.
Dat is een scheve manier van denken. We
moeten juist goed zorgen voor onze voorra
den. Dat is goed te combineren met econo
mische groei, maar niet mateloos."
Filosofisch
Een charmant huis in Driebergen, honderd
meter van het bos. Een vriendelijke man
doet open. Heldere ogen achter dikke glazen.
Bob Goudzwaard haalt een dienblad met
koffie en koekjes uit de keuken. Gaat voor op
de steile trap naar zijn werkkamer. Vertelt
dat hij weliswaar afscheid neemt als hoogle
raar. maar dat hij een paar dagen eerder een
veel groter feest heeft gevierd: „Mijn wouw
en ik zijn veertig jaar getrouwd." Verpoost
even met zijn gedachten bij de jonge genera
ties. „Ik heb de indruk dat daar het idee dat
je voor alles een warm nest voor je kinderen
moet hebben veel minder aanwezig is dan
bij ouderen. Niet dat de gedachte aan schei
ding ooit is opgekomen, maar als dat was ge
beurd, dan zouden we het vermoedelijk niet
hebben gedaan."
Hij komt uit een gereformeerd nest.
Schetst zijn grootouders als 'kleyne luiden'.
„Arm, echt arm." Zijn vader kon goed leren,
maar er was geen geld. „Wat je vaker ziet:
juist die ouders hebben er alles voor over om
hun kinderen wel te laten studeren." Zijn va
der werd drukker. In de oorlog, in Delft,
maakte hij verzetsblaadjes. Kleine Bob. een
jaar of zeven, bracht ze rond. „Ik herinner
me nog goed dat ik een brug over moest,
waar altijd een Duitse soldaat stond. Een
dikke soldaat, met laarzen en een geweer. Ik
was doodzenuwachtig ais ik er langs moest."
De oorlog heeft zijn sporen nagelaten. „Ik
ben echt bang geweest. Mijn twee broers
hebben herhaaldelijk ondergedoken geze
ten." Zijn moeder stond 'als een juweel' voor
de goede zaak. Aan het eind van de oorlog
was ze broodmager. „Later hoorde ik dat ze
het eten uit haar mond had gespaard zodat
haar kinderen tenminste iets hadden."
Het brengt hem bij Dietrich Bonhoeffer,
een Duitse ethicus die zich hevig verzette te
gen de opkomst van het nazisme en de mis
lukte staatsgreep tegen Hitier organiseerde.
Terwijl de Amerikanen al in Berlijn stonden,
werd hij opgehangen. „Het was de uiterste
consequentie van zijn opvattingen. Bonhoef
fer had haarscherp in de gaten wat er in zijn
land aan de hand was en overwoog de benen
te nemen naar Amerika. Dat deed hij niet,
want hij wilde trouw blijven aan zichzelf, aan
zijn ideeën, aan de wortels van de christelij
ke beschaving. Voor hem kwam dat er op
neer dat hij in zijn geboorteland moest blij
ven om de strijd met Hitier aan te gaan. Ter
wijl hij wist dat hij dat vrijwel zeker met de
dood zou moeten bekopen.
Bonhoeffer heeft veel voor hem betekend.
Evenals Vaclav Havel. „In zijn boek 'Leven in
waarheid' zegt Havel dat je kunt kiezen om
mee te liegen met een leugenachtig regime,
maar dat het op den duur ten koste gaat van
Bob Goudzwaard: „Ik heb niets tegen het bevorderen van de welvaart, maar daarbij moet je wel degelijk ook zorg dragen voor wat je is toever
trouwd." FOTO OPD ROLAND DE BRUIN
je menselijkheid. Hij kiest voor leven in
waarheid. Voor, zoals hij dat noemt, het wa
ter waarin je pas vis bent. Het water is er al,
dat schep je niet zelf, en met dat water heb je
rekening te houden. Of zoals Martin Buber
zei; gevoelens huizen in de mens, maar de
mens woont in de liefde."
Hij lacht. „Het wordt nu wel filosofisch,
hè. Maar dat moet. Uiteindelijk moetje jezelf
de diepste vragen stellen, durven stellen. De
wereld is meer dan wat in onze eigen logica
te vangen is. Laat ik het voorbeeld van de
evangeliën nemen. Dat zijn vier onafhanke
lijke verslagen van feiten. Je moet echt van
goede huize komen om te zeggen: dat zijn
geen feiten, die schrijf ik af. Ik zeg: ik wil de
wonderen waarvan de evangelisten een oog-
getuigeverslag hebben gedaan, niet tot onfei
telijk verklaren. Ik vind dat er te veel dingen
van waarde zijn die ik misschien niet begrijp,
maar waarmee ik wel rekening moet hou
den."
Beginselen
Hij zal de geschiedenis ingaan als de 'eco
noom van het genoeg'. Niet als kamerlid,
niet als politiek denker. Terwijl hij dat ook is
geweest, voor het CDA. „Ik ben er op tijd uit
gestapt, waardoor ik niet verbitterd ben ge
raakt." Hij stond begin jaren tachtig aan de
wieg van het beginselprogramma 'Niet bij
brood alleen', maar kreeg problemen met
zijn standpunt over kernwapens. „Ik ben
nooit pacifist geweest, maar ik vond wel dat
je die vreselijke wapens alleen mocht heb
ben om je te verdedigen. De partij schaarde
zich echter achter het NAVO-standpunt dat
je kernwapens ook offensief mocht gebrui
ken. Ik kon daar niet bij. Nog steeds niet,
overigens. Ik kreeg helaas geen ruimte voor
mijn standpunt, of beter: voor mijn overtui
ging. Ik moest mij conformeren aan de par
tijlijn, en dat heb ik geweigerd.
Ik had veertien jaar gebouwd en ook wel
gesjouwd voor die partij, en toen voelde ik
me in de kou gezet, verlaten. Ik wil mijn be
ginselen trouw blijven, je moet stóón voor je
ideeën, dus restte mij geen andere weg dan
mij af te keren van het CDA. Daar heb ik het
twee jaar moeilijk mee gehad. Ik vond dat
het CDA zich ontwikkelde tot een intolerante
partij. Lange tijd was ik de woorden 'evange
lisch' en 'christelijk' behoorlijk zat. Toen
Heerma fractieleider werd, heb ik even over
wogen om weer lid te worden. Maar de ma
nier waarop hij is weggewerkt, en de nieuwe
leider De Hoop Scheffer, hebben me daar
weer van weerhouden. Zo'n De Hoop Schef
fer, die bij de Statenverkiezingen een recla
mespotje heeft met de mededeling dat het
CDA tegen het rekeningrijden is. Is dót nou
de boodschap die je als CDA hebt? Dat is
toch wel erg smal.
Politiek is voor de meesten een manier om
doeleinden te bereiken. Voor mij is het meer
een weg. Politiek gaat ook over hoe je je ge
draagt op deze wereld. Dat heeft zeker met
economie te maken. Ik heb niets tegen het
bevorderen van weivaan, maar daarbij moet
je wel degelijk ook zorg dragen voor wat je is
toevertrouwd. Het Latijnse woord 'oikono-
mia' betekent dat ook: zorg voor de omge
ving.
Ik heb vaak het verwijt gekregen dat ik mij
als econoom aan waardeoordelen bezondig
de, omdat dat een kwestie van ethiek of poli
tiek zou zijn. Ik heb echter niets anders ge
daan dan gepleit voor het wetenschappelijk
verantwoorde waarde-oordeel in de econo
mie. Bijvoorbeeld dat milieu en grondstoffen
uitputbaar zijn en voor hun instandhouding
dus economische zorg behoeven. Ik ben
daarin lange tijd zo'n beetje een eenling ge
weest. Ik ben er veelvuldig op aangevallen,
ook door collega's. Die vonden mij maar een
softie. Maar ik zie dat ook Nobelprijswinnaar
Amatya Sen vindt dat economen een beperkt
wereldbeeld hebben en dat hij in zijn analy
se een normatieve lijn volgt.
En ik zie ook dat er bedrijven zijn, die zich
meer rekenschap geven van wat ze doen. Ik
ben lid van de Raad van Kerken, die van
Shell het verzoek heeft gekregen een ge
sprekspartner te worden. Dat was na de toe
standen met de Brent Spar, waarin de pu
blieke opinie zich tegen Shell keerde. Het be
drijf wilde meer voeling met wat er in de sa
menleving speelt. Er zijn diverse gesprekken
geweest, waarin de Raad Shell heeft aange
sproken op hun milieubeleid en houding ten
aanzien van de mensenrechten in bijvoor
beeld Nigeria. Die gesprekken hebben geleid
tot gedragscodes bij Shell. Dat is een begin
nend proces, men neemt elkaar serieus.
Het versterkt mijn gevoel dat ik gelijk be
gin te krijgen, al had ik dat liever eerder ge
had. Er is al te veel schade aangericht. Nee,
ik ben niet teleurgesteld. De weerstanden
zijn alleen dieper dan ik vermoedde. Eerst
dacht ik het antwoord ligt in de politiek;
daarin ben ik een leerling van wijlen prof.
Tinbergen. We hadden de commissie Mans-
holt die zich boog over grenzen aan de
groei, het CDA was in beweging, dat leken
mij gunstige ontwikkelingen. Maar ik ben er
achter gekomen dat het antwoord toch niet
in de politiek ligt, en ook niet in structuren.
Het ligt vermoedelijk in de mens zelf, nee,
niet helemaal, het ligt eraan hoe je mensen
aanspreekt. Er zitten twee kanten aan men
sen. De eerste is: jezelf ontwikkelen, produ
ceren, het verbeteren van je leven. Zeg maar:
consumeren. Maar is dat het hoogste doel in
het leven? Nee, we komen er toch steeds va
ker achter dat er nog een andere kant is, dat
je niet in je eentje mens kunt zijn, dat we een
binding hebben met de aarde (het milieu),
de tijd en de medemens. Die elementen ho
ren bij het mens zijn.
Laat ik proberen het te verduidelijken. Dat
iedereen een huis wil en eten, is logisch, daar
is niks mis mee, dat zijn basisvoorzieningen.
Een auto wordt al een ander verhaal, maar
vooruit. Ik heb er niet zo'n probleem mee,
dat zelfs de PvdA vindt dat ook hun achter
ban een huisje in Almere moet hebben en
een autootje voor de deur. Maar dan komen
de barrières. Wanneer merk je dat je in je le
ven ook op anderen bent aangewezen, op de
natuur, en dat je ook ouder wordt met bijbe
horende veranderende menselijke behoef
tes? Dat is de andere kant van het verhaal. Je
kunt niet permanent je menselijke condities
ontkennen, verwaarlozen. Nou. ik probeer
een appèl te doen op die menselijke condi
ties. Ik vind dat mensen ook tijd voor elkaar
moeten hebben en tijd voor de natuur."
Ongelukken
„Je kunt systematisch ontkennen dat die an
dere kant ook bij het leven hoort, maar dat
wreekt zich. Vroeg of laat. Stress, ik zei het al,
maar ook eenzaamheid. En de natuur gaat
zich tegen je keren door klimaatveranderin
gen. Vergelijk het met een snelweg vol au
to's. We denken dat die weg niet ophoudt,
maar als dat over twee kilometer wel het ge
val is, wat dan? Geloof me, die weg is al aan
het ophouden. Op bepaalde punten zie je
het einde naderen. De bevolkingsgroei, het
wereld-ecosysteem. Ik vertrouw het klimaat
niet meer.
Je kunt speculeren dat het niet zal gebeu
ren. Natuurlijk, dat kan. Maar dat is onver
antwoord. Je hoort er beter mee om te gaan.
Maar ik constateer een systematisch gebrek
aan voorzorg en dat kan niet anders dan tot
ongelukken leiden. Wat dacht u van de
vluchtelingenstromen, van het asielpro
bleem? Dat hebben we volledig aan onszelf
te danken. In ons vergaande egoïsme heb
ben we de welvaart voor onszelf willen hou
den, hebben we geweigerd om te delen, wil
den we geen rekening houden met anderen.
En nu komen de anderen hier naar toe, om
dat ze ook een deel van die welvaart willen.
Dus we moeten niet zeuren dat we een asiel
probleem hebben! Het is een onbetaalde re
kening, een gevolg van onze kortzichtigheid.
Wist u dat tachtig procent van de octrooien
in het zuiden van de wereld in handen zijn
van het westen? Het is niet moeilijk te raden
dat we die rekening straks ook moeten beta
len."
Alsof hij de vraag voelt aankomen, zegt hij:
„Nee, ik heb nooit dominee'willen worden.
Dat is één van mijn twee broers al. Maar het
geloof loopt onmiskenbaar door mijn leven
en denken heen. Gerechtigheid, zorg, voor
zorg dat zijn terreinen waar je niet zelf de
lijn zet, maar het geloof. Want geloven is ant
woord geven, de Heer verwacht antwoord. Ik
heb geen zendingsdrang. Misschien de eer
ste jaren, maar dat is vervangen door iets an
ders. Ik gebruik daarvoor het Hebreeuwse
woord 'bechinnom' (om niet) en ik ontleen
dat aan het werk van Weinreb: het is het
handelen 'om niet' dat de wereld redt. In
mijn geval is dat: ruimte scheppen voor een
andere lijn in de economie, minder voor de
hand liggend, verrassender."