L Klassiekerkoning met grote invloed V/ Nr. 39 Jan Raas 'Robby is ook slachtoffer, de hoofddader loopt nog vrij rond' 135 ZATERDAG 27 MAART 1999 Tópsporters van deze eeuw Honderd jaar sport, honderd jaar prestaties van formaat. Tijd voor het maken vaneen on verbiddelijke ranglijst. Wie zijn de beste Nederlandse topsporters van deze eeuw? Gedurende het hele jaar wordt elke week op deze plaats een sportfiguur geportretteerd die van de redactie een plaats heeft gekregen in de top 50. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. Jan Raas 40. Rik Smits 41. Piet Roozenburg 42. Kees Verkerk 43. Piet van de Pol 44. Ellen van Langen 45. Gianni Romme 46. Marcel Wouda 47. Bok de Korver 48. Rein de Waal 49. Bep van Klaveren 50. lust Göbel door FRED SEGAAR Jan Raas, op 8 november 1952 geboren in het Zeeuwse Heinkenszand, is de beste cou reur van eendaagse wedstrijden uit de ge schiedenis van het Nederlandse wielrennen. Als lid van de Raleighploeg van Peter Post won hij eind jaren zeventigen begin jaren tachtig bijna alle grote klassiekers één of meerdere keren. In 1979 werd hij ook we reldkampioen. In de Tour de France won hij tien etappes en hoewel hij een hekel had aan klimmen eindigde hij in 1978 op de 24ste plaats in het algemeen klassement. Raas was een groot tacticus en regelaar. Als hij eens een mindere dag had, bepaalde hij wie dan wél moest winnen. Als de ploegartsen van nu de ideale wielrenner voor de klassiekers zouden kunnen creëren, dan zou die er uitzien als Jan Raas: bovenbenen als zuigerstangen, kuiten als ka bels en een kop van graniet. Jan Raas was geschapen voor de ééndaagse wedstrijden over de heuveltjes van Vlaande ren en de kasseien van Noord-Frankrijk. Maar er was nóg een belangrijk kenmerk dat Raas eind ja ren zeventig en begin jaren tachtig tot heerser van de klas siekers maakte. Hij had een onovertroffen koersinzicht. Voelde exact aan waar de beslissing in de wedstrijd zou vallen en zorgde ervoor dat hij op het juiste moment op de juiste plaats was. Wie voorkwam dat Raas déér was waar 'de slag' viel, kon op de toom van de Zeeuw rekenen. Die won geen wedstrijd meer. Raas' invloed in het peloton was groot. Hij was de regelaar van de criteriums na de Tour de France. Hij zette de fina les op en bepaalde wie mocht winnen. Jonge of anders zins onbevangen coureurs die zich niet hielden aan de af spraken. werden door Raas tot de orde geroepen en moes ten lang wachten voordat ook zij eens mochten winnen. Renners daarentegen die zich aan hem onderwierpen, konden op zijn onvoorwaardelijke steun rekenen. Henk Lubberding en Leo van Vliet uit de Raleighploeg mochten Gent-Wevelgem winnen en Ludo Péeters en Cees Priem onderhield hij voor bewezen diensten ook nog nadat hij was gestopt. Hij gaf ze een contract in de Kwantumploeg waar Raas in 1985 ploegleider werd. Zo ongeduldig als de jonge renners die Raas in de criteri ums op hun nummer zette, zo rusteloos was hij zelf in zijn beginjaren. Peter Post bood Raas in 1975 de kans met fiet sen zijn brood te gaan verdienen, al was zijn jaarsalaris (15.000 gulden) bepaald geen vetpot. Post liet Raas knech- tenwerk doen voor Kuiper, Knetemann en Thurau. Dat moest wel verkeerd gaan - althans waar het de relatie Post-Raas betrof. De jonge Raas liet als snel zien dat hij veel meer kon dan 'knechten'. In 1976 werd hij Nederlands kampioen. Raas ambieerde vanaf dat moment de rol van kopman. Post kon hem die niet geven. Florent van Varenbergh wel. In 1977 stapte Raas dan ook over naar Frisol. Hij won dat voorjaar de klassieker die als een rode draad door zijn car rière zou gaan lopen: Milaan-San Remo. Een paar weken nadien won hij ook nog eens de Amstel Gold Race. later omgedoopt in Amstel Gold Raas. Waarop Post hem terug haalde. Raas kreeg de rol die hij ambieer de. De verdiensten als leider van de Raleighploeg waren aanzienlijk, maar toen op de vroege nieuwjaarsochtend van het jaar 1979 een vuurpijl op het rietendak belandde van zijn boerderij in 's Heerenhoek, had hij veel meer geld nodig. De boerderij was niet voldoende verzekerd. Raas wist dat hem maar één ding te doen stond om uit de kos ten te komen: wereldkampioen worden zoals Gerrie Knetemann. Raas was de grote favoriet voor het WK in Valkenburg. Om zoveel mogelijk krgchten te sparen voor de finale, trok hij zich die dag aan de broeken van zijn ploeggenoten de Cauberg op. In de laatste kilometers was hij met dank aan vooral Henk Lubberding in een uitstekende positie gema noeuvreerd. De Belg Daniël Willems en de Duitser Didi Thurau waren met Raas de rapste mannen van de kopgroep. Het leek op een sprint uit te draaien toen in de laatste kilometers de Franse knecht André Chalmel ontsnapte. Chalmel had goed ingeschat dat de kanshebbers elkaar zouden aankij ken in plaats van achter hem aan te jagen. „Toen Chalmel ging, dacht ik: daar zit je met je goeie be nen en nou wordt, God beter 't, Chalmel wereldkampi oen." Raas ging hem niet halen, want dan zouden ande ren van zijn werk hebben geprofiteerd en dat wilde hij ten koste van alles voorkomen. Raas rekende nog op Thurau, die hij kende als een niet altijd even intelligente renner. Het waren zenuwslopende meters, Didi Thurau kon zich weer eens niet beheersen en Raas reed uiteindelijk naar de Fransman. In de spurt won Raas met lengtes voor sprong. Raas gaf daarna geen interviews aan de NOS. Hij voelde zich 'geflikt' door de beelden waarop te zien was dat hij aan de broek van zijn ploegmaats hangt. Andere kopman nen hadden dat volgens hem ook gedaan, maar dat is niet gefilmd. Als Raas boos was, dan trilde het. Dan kon je hem het best op de fiets zetten. Zoals na de Tourstart in Leiden (1978). Raas won de proloog, maar omdat de regen het parcours te gevaarlijk had gemaakt, werd er geen uitslag opge maakt. Stampvoetend stapte Raas de ploegleidersauto in. De volgende dag in de eerste etappe naar Sint Willebrord ging hij als winnaar over de streep. Nog steeds woedend. Boos was Raas ook toen in Parijs-Nice een pony op het parcours verscheen. Hij zette zijn fiets aan de kant, som meerde zijn ploegmaats dat ook te doen en verdween. Hij kwam er pas twee weken geleden voor het eerst terug en dan alleen nog omdat het niet anders kon. De Rabobank ploeg waarvan hij manager is, had geen startbewijs ont vangen voor de Tirreno Adriatico, die gelijktijdig wordt verreden. Zonder Parijs-Nice hadden zijn renners zich niet kunnen voorbereiden op Milaan-San Remo. In de Italiaanse klassieker begon voor Raas in 1977 de vic torie, maar de Primavera zou later ook verbonden worden aan de donkerste uren uit zijn leven. Een slippartij in de afdaling van de Cipressa luidde in 1984 het einde van zijn carrière in. Het was goed dat een olijfboom zijn val brak, anders waren de gevolgen veel erger geweest. Nu liep hij een blessure op aan zijn toch al zwakke rug. Raas had kort daarvoor gebroken met Peter Post. Door de druk van zijn nieuwe sponsor, Kwantum Hallen, en zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de coureurs die mét hem bij Post waren vertrokken, was Raas zichzelf niet in de afdaling van die voorlaatste berg. Hij won nog wel een Touretappe dat jaar, maar niet veel later nam hij plaats achter het stuur van de ploegleidersauto. Hij nam zich voor zijn eigen ploeg heel anders te gaan leiden dan Post deed. De twee hebben altijd gezwegen over hun breuk. Volgens Raas is er 'iets' gebeurd waardoor de toch al botsende ka rakters lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan. Het meest voor de hand ligt een conflict over geld. Sinds een reünie enkele jaren geleden van de Raleighploeg gaat het iets beter tussen hem en Post, maar wie eenmaal de woe de van Raas heeft gewekt, heeft een kwaaie aan hem. Vijfjaar geleden redde hij dankzij die karaktertrek het le ven van zijn wouw en kinderen. Raas kwam thuis van Mi laan-San Remo toen inbrekers in afwachting van de heer des huizes zijn gezin hadden gegijzeld. Vader wist immers waar het geld lag. In die bange minuten bepaalde hij ra zendsnel zijn 'koerstactiek'. Raas deed net of hij op zoek ging naar het geld. vond onderweg een hamer en joeg de bewapende overvallers daarmee zijn huis uit. Raas voelde nog steeds exact aan waar de slag zou vallen. Jan Raas: een klassiekerspecialist van grote klasse. Vervolg van voorpagina De spanning liep begin juni 1998 verder op toen Marcel Vervloesem van de Belgische werkgroep Morkhoven zijn intrede deed in Zandvoort. Hij was op zoek naar de jonge Duitser Manuel Schadwald, die door porno- bazen ontvoerd zou zijn* Robby zou daar in zijn verleden als homoprostitué meer van af weten. Hij blijkt op de hoogte te zijn van de verblijfplaats van Schadwald. Op dat mo ment raakte de zaak in een stroomversnel ling. Vervloesem werd getipt over de handel in kinderporno en legde een link met Ulrich en Van der Plancken. Op 12 juni vertrokken Ulrich en Van der Plancken hals over kop. Robby en Cindy wa ren net in ondertrouw gegaan. Cindy: „Ruim een week na hun vertrek kwam de familie van Gerrie bij mij langs. Ik keek op dat mo ment toevallig uit het raam. De schoonzus van Gerrie zei: 'Je hoeft niet meer te kijken, want ze komen toch niet terug.' Ze vertelde dat Gerrie dood was en Robby daarvoor in Italië vast zat. Ik heb daarna de politie in Zandvoort gebeld. Die vertelde mij dat ik maar contact moest opnemen met de Belgi sche politie." De nabestaanden van Ulrich eisten al snel diens bezittingen op. „Ze vroe gen de papieren en sleutels van de auto's en het kristal wilden ze ook wel. Ik zei: 'Pak maar mee'. Dat hebben ze gedaan." De moeder van Ulrich woont in het Bra bantse Oss. Ze is er nog niet aan toe om over de kwestie te praten. Over de telefoon zegt ze: „Dat gaat niet. Het ligt na negen maan den allemaal nog zo gevoelig." Vanuit Italië maakte advocaat Alessandro De Ranieri duidelijk een voorschot van 2500 gulden nodig te hebben om de verdediging van Robby op zich te nemen. Cindy besloot haar verhaal te verkopen aan de massaal toe gestroomde internationale pers. Totdat ze genoeg had om De Ranieri te betalen en met Nina terug te keren naar België om in Me- chelen in de anonimiteit onder te duiken. „De advocaat beloofde dat de zaak niet zo lang zou duren. In het begin was hij nog ac tief. Belde hij vaak naar Belgie, maar had weinig te vertellen. Nu de geldbron is opge droogd laat hij het afweten." Cindy geeft een voorbeeld:„Robby moest eens een keer voor komen in Italië. Zijn raadsman was er echter niet bij." De Ranieri ondernam ook nauwelijks actie toen hij op 7 maart bericht van de Italiaanse justitie ontving dat Cindy tussen 15 en 25 maart Robby in de gevangenis mocht bezoe ken. Alleen Cindy mocht komen. Nina wordt niet eens genoemd op de fax. De Italiaanse advocaat liet het papier op zijn bureau lig gen, omdat hij naar eigen zeggen Cindy niet kon bereiken. Via de Nederlandse advocate Marianne Meerman uit Haarlem werd Cindy uiteindelijk ingelicht. De Ranieri houdt het erop dat het faxnummer van Cindy was ge wijzigd en hij dus geen verbinding kreeg. Cindy denkt dat er iets anders aan de hand is: „Zijn argument is een domme reden. Ik denk dat hij de fax niet heeft verstuurd om dat hij geen geld heeft ontvangen. Ik heb overigens sinds twee a drie maanden niets meer van hem vernomen." Cindy is nooit op de hoogte geweest van hetgeen zich tussen de vier muren van de beruchte flat in heimelijkheid afspeelde. Ze houdt vol dat Robby haar nooit iets vertelde over de handel in kinderporno. „Ik wist dat er computers stonden, maar hij zei dat er al leen porno van volwassenen op stond. Van al het andere heb ik pas later van Marcel Vervloesem gehoord en in de kranten gele zen. Van Robby hoorde ik alleen leugens. Achteraf ben ik hem er dankbaar voor dat hij me niets heeft verteld." Luk de Koninck be vestigt dat Cindy niet op de hoogte is ge weest van de kinderporno. Voortgaan Vier maanden lang durfde ze niet de straat op te gaan. Toen moest ze wel. „Ik moest toch voortgaan, hè. Elke ochtend opstaan, want ik had ook Nina nog. Zij heeft me door de gehele periode heen getrokken. In het be gin wou ze niet naar school en huilde als ik weg ging. Ze was bang dat ik niet weer zou komen. Het gaat nu beter. Maar om het hele maal te begrijpen zal ze toch ouder moeten zijn." Het bericht waarnaar ze lang heeft uitge zien werkt nu verstorend in haar leven. Ze durft het eigenlijk niet te zeggen. „Ik zie hem nog steeds graag. En ik zal hem ook altijd blijven schrijven. Dat heb ik beloofd. Maar ik wil verder met Nina. Er zal nog ooit wel eens een dag komen dat ik naar hem toe zal gaan. Wat ik hem zal vertellen? Niets. Ik derde dat het zijn beurt is om alles uit te leggen. Ik wil dat de waarheid boven tafel komt. Ik had be ter eerder weg kunnen gaan uit Zandvoort. Dan zat Robby nu niet vast in Italië. Mis schien had ik ook wel liever gehad dat hij dood was. In plaats van nu zo ver weg vast te zitten." Luk de Koninck is achteraf niet gelukkig met zijn rol in de hele affaire. Hij is er vooral zakelijk bij ingeschoten, maakt hij duidelijk. „Cube Hardware zou meer een exportfirma gaan worden. En dat is allemaal mis gelopen hè." Dat heeft hem geld gekost, geeft hij vol mondig toe. Het is misschien maar beter dat zijn zoon voorlopig even vast zit, vertelt De Koninck. „De jongens uit het pornomilieu zijn door de affaire heel veel geld misgelopen en zijn gevlast op hem. Daar kan ik niets te gen beginnen." Monica wordt emotioneel als ze Robby be schrijft als een jongen die zijn buien kan hebben. Ze denkt dat Robby inderdaad Ger rie Ulrich heeft gedood. „Hij heeft dat waar schijnlijk in een vlaag van waanzin gedaan, omdat hij verder wilde met Cindy en Nina." Ze laat aan de keukentafel de tranen de vrije loop. „Ik wil koste wat kost naar hem toe. Wat ik hem zal vragen? Helemaal niets. Ik wil hem gewoon even vasthouden. Robby is een van de grootste slachtoffers. Als kind is hij gestraft. In zijn jeugd is hij gestraft en net toen het wat beter ging opnieuw. Maar de hoofddader loopt nog vrij rond." Ze heeft het contact met haar broer Luc de Koninck dan ook voorgoed verbroken. PIETER VAN HOVE JACOB VAN DER MEULEN Cindy Mehauden: „Misschien had ik ook wel liever gehad dat hij dood was. In plaats van nu zo ver weg vast te zitten." FOTO PETER-VINCENT SCHULD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 53