La Deutekom in het klein
Neologismen
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1999
Coster ken ik niet, maar het lijkt me
zo'n jongen op wie je moeilijk lang
boos kunt blijven. Er zijn zo van die
types. Ze halen dwaze streken uit,
die eigenlijk niet kunnen. Je zegt
dat het nu eens afgelopen moet
zijn, en dan kijken ze je zo schuld
bewust in de ogen dat je al bijna
weer lachen moet. En morgen doen
ze het opnieuw. Het zal wel nooit
beteren.
De tijd dat Mare de Coster op school zat
en af en toe een scriptie schrijven
moest, is waarschijnlijk een hele poos gele
den. Het meeste van wat daar geleerd werd,
is hij al lang weer vergeten. Of misschien
heeft hij die fase wel gewoon overgeslagen,
en is hij meteen begonnen met het schrij
ven van woordenboeken. Mare De Coster
schrijft namelijk woordenboeken, het ene
na het andere. En die woordenboeken lij
ken in zoverre op elkaar dat ze allemaal
slecht zijn, maar erg leuk. Ik had al zijn
'Woordenboek van jargon en slang en zijn
'Woordenboek van populaire uitdrukkin
gen, clichés, kreten en slogans. En nu is van
hem verschenen het 'Woordenboek van
neologismen; 25 jaar taaiaanwinsten' (uit
geverij Contact, Amsterdam/Antwerpen),
een dikke pil van over de 700 bladzijden.
Ook slecht maar leuk.
Laten we beginnen met zeggen dat het
idee alleraardigst is: een woordenboek
van de nieuwe woorden die de laatste 25
jaar onze taal zijn binnengekomen. Ik ben
van mening dat er ongeveer 500 woorden
per jaar bij komen, dus dat zorgt in 25 jaar
voor 25 x 500 12.500 nieuwelingen. De
Coster behandelt er ongeveer 2.000, dus hij
is niet bepaald volledig. Daar staat tegen
over dat hij de behandelde woorden uit
voerig bespreekt, en vooral: dat hij veel
voorbeeldzinnen geeft, compleet met ver
melding van waar hij die gevonden heeft.
Hij moet jaren en jaren kranten en tijd
schriften gelezen hebben met schaar en
lijmpot onder handbereik, en zo een groot
archief hebben opgebouwd. Daar hou ik
wel van. Het probleem is alleen dat hij zo
gefixeerd is geraakt op zijn eigen archief,
dat hij voor de hand liggende bronnen over
het hoofd ziet, of zomaar links laat liggen.
Een beetje eigen archief is prachtig, maar
waarom zou je het werk van voorgangers
ongebruikt laten? De Coster is namelijk niet
de eerste die nieuwe woorden verzameld
heeft. De boeken van Maarten van Nierop
staan niet eens in zijn literatuurlijst. De
boeken van Reinsma staan wel genoemd
maar ik weet niet waarom, want massa's
woorden die Reinsma al opgetekend heeft,
neemt Mare De Coster niet op. Zoals
'jeugdwerkeloze', 'oen', 'ogen', 'derde ok
sel', 'oliecrisis', '(een idee) omarmen', 'on
derbouwen'. Ik noteer ook wel eens een
woordje, al is mijn verzameling waarschijn
lijk op geen stukken na zo groot als die van
De Coster, maar ik heb wel (en De Coster
niet): ademtest, afstandbediening, dataver
keer, filevorming, gevarendriehoek, kans
arm, kringlooppapier, loodvrij en zelfvoor
zienend. Om er eens een paar te noemen,
want ik zou er dit hele stukje mee vol kun
nen schrijven.
Het probleem met Mare De Coster is (en
dat maakt zijn boek tegelijk zo slecht en
zo aardig): zijn voorkeur voor rare woor
den. Volledigheid, althans in de mate van
het mogelijke, interesseert hem nauwelijks;
hij verzamelt bizarre woorden. Vandaar dat
wel het dwergwerpen erin staat, alsook du-
plofaxen, drooggeilen, edutainment, elek-
trovissen, flapchirurgie, grabber, hydrobics,
jakuza, looplezen, luchtgitaar en vele ande
re die geen mens kent, of die althans wei
nig gebruikelijk zijn, terwijl afstandsbedie
ning, filevorming, dataverkeer en kansarm
en zo nog duizenden andere ontbreken.
Plus dat de informatie niet altijd even be
trouwbaar is. Wat gezegd wordt bij 'border-
linesyndroom' klopt totaal niet. En 'caesar-
opapisme' bestaat al minstens honderd
jaar. Bij de bespreking van zijn "Woorden
boek van populaire uitdrukkingen', vorig
jaar in deze krant, heb ik al ongeveer het
zelfde gezegd. Eeuwig zonde hij die mooie
verzameling van hem niet een beetje verder
bewerkt heeft tot iets goeds. Want dat het
een mooie verzameling is, dat staat buiten
kijf. Kijk maar bij onderknuppel, onthaas-
ting, opsinjoren, oudere jongere, paars,
pak, paddo, papparazzo, patatje oorlog en
wafelijzerpolitiek. Maar het moet toch mo
gelijk zijn, bijvoorbeeld, om te achterhalen
sinds wanneer men die term is gaan ge
bruiken? Het oudste citaat is nu van 1992.
Als het inderdaad pas zeven jaar bestaat,
moet de bedenker nog te vinden zijn. Of als
het langer bestaat, moeten oudere citaten
te vinden zijn. Misschien dat iemand van
de lezers ons even helpen-kan. En anders is
het: helaas pindakaas.
Charlotte Church: een 13-jarig zangwonder
In het tengere lijfje van een 13-jarige
puber uit Wales schuilt een volwassen
sopraan. De bankrekening van dit achtste
wereldwonder stroomt vol nu Charlotte
Church hard op weg is als popster met
een licht-klassiek repertoire, een megaster
te worden. Wonderkinderen en hun
kunstjes, het doet de wenkbrauwen
fronsen, de critici argwanen en - in het
land van Jantje Smit - de arbeidsinspectie
gegarandeerd ingrijpen. CC is
overrompelend. Komende week zal
ongetwiijfeld ook Nederland de handen
stuk klappen als dit zangivonder van vier
turven hoog, optreedt in enkele tv-
programma's. La Deutekom in het klein.
Little Stevie Wonder was twaalf toen hij
de harten van een wereldwijd publiek
stal met Uptight. Yehudi Menuhin de
buteerde op zijn elfde bij het New York Symphony
Orchestra in Carnegie Hall. Wolfgang Amadeus
Mozart schreef zijn eerste composities op zijn
vierde. Baas boven baas is Sammy Davis Jr. Amper
drie toen hij tappend de kost verdiende in rond
reizende revues. Nog even, en in Nederland wer
pen de lessen aan de ongeborenen hun vruchten
af.....! Want hoogzwangere moeders kunnen te
genwoordig aan sommige muziekscholen speciale
cursussen volgen, afgestemd op het kind dat in
hen groeit.
Charlotte Church (met 1.40 meter aan de kleine
kant) reageert als iedere andere bakvis van dertien
op dat gegeven. Ze werpt haar hoofd in de nek èn
lacht met volle overgave om die rare Nederlan
ders. die embryo's willen raken door snaren en
vellen in trilling te brengen. Maar in de ogen en
oren van anderen is ze zelf net zo'n wereldvreemd
verschijnsel. Als Charlotte Church zingt, en je je
oogleden sluit, hoor je niet een 13-jarige maar een
jonge volwassene. De muziek is nog niet wegge
storven, of ze gedraagt zich als iedere andere be
ginnende tiener. Op promotiebezoek in Parijs wil
ze met haar boezemvriendin Mandy giechelen,
lekker shoppen en vooral veel toetjes verorberen.
„Ik ben me helemaal niet bewust van het bij
zondere van mijn stem; misschien omdat ik die
iedere dag hoor! Je bent niet de enige die zegt dat
hij vanwege mijn stemvolume de indruk heeft
naar iemand anders te luisteren dan naar het
meisje dat ik ben. Alleen mensen die me minder
goed kennen, reageren een beetje verbaasd als ik
mijn mond opendoe. Ik accepteer het gewoon.
Toen ik acht was, had ik al net zo'n grote blèr
als Shirley Bassey. Mijn tante Caroline, die in
nachtclubs had opgetreden, zag me voor een spie
gel staan zingen en riep: 'Ik denk dat we hier een
stem hebben'. Vanaf dat moment werd het alle
maal serieus. Ze zei namelijk ook dat ik mijn keel
aan het verklooien was, dat ik les moest nemen.
Bij tante zelf. En dat betekende weer het einde van
alle Whitney Houston-covers die ik zong."
Groei
Op haar debuutalbum Voice of an Angel zingt
Charlotte Church licht-klassiek repertoire, zoals
Pie Jesu van Andrew Lloyd Webber en In Trutina
uit Karl Orffs Carmina Burana, maar ook de Wel-
she slaapliedje Suo-Gan en Amazing Grace. Met
begeleiding van - hoe kan het ook anders- koor en
orkest van de Welsh National Opera. Het repertoi
re werd ingestudeerd door Louise Ryan, een zang
pedagoge 'uit de buurt', uit Cardiff.
Charlotte Church: „Louise zorgt ervoor dat nie
mand er in slaagt om me gek te maken. Zo waren
er nogal wat journalisten en zangleraren, vooral
'klassieke' mensen, die in de Britse pers schreven
dat de platenmaatschappij teveel van me wil. Als
jong meisje zou ik eerst mijn stembanden moeten
laten groeien, voordat ik als professional zou mo
gen optreden. Mijn strottenhoofd en stembanden
zouden niet tegen de druk bestand zijn. Louise
vindt dat onzin, zolang ik maar nu en dan op
treed, en op een juiste manier behandeld word."
Ze frunnikt aan haar truitje, lacht even heel ver
legen. „Ik zou op mijn leeftijd al drie of vier uur
per dag moeten studeren, maar ik kom daar bij
lange na niet aan door allerlei verplichtingen zoals
interviews. Als ik reis doe ik een half uur, een uur
solfège, toonladders.
Mijn stem zou kunnen veranderen als ik ouder
word: lager, rijper. Ik zit daar niet mee. Je moet
maar afwachten wat er gebeurt. Louise zegt dat
het veel belangrijker is dat ik mèzelf blijf. Ken je
Céline Dion? Als die 's avonds moet optreden, dan
doet ze een hele dag haar mond niet open. Dan
fluistert ze hooguit even als 't echt niet anders
kan. Ik kan me dat niet voorstellen. Dat zou ik niet
kunnen. Zolang ik maar een glas lauw-warm wa
ter krijg voordat ik het podium op moet, voel ik
me prima en kan ik alles aan.
Zeg, klopt het wat ik hoor? Dat Pavarotti twee
keer met zijn vlakke hand tegen zijn keel slaat,
voordat hij opgaat? Echt? Ik vind dat bizar! Vooral
omdat hij pas water drinkt en een appeltje eet als
hij klaar is."
Legendevorming
Voortekenen of niet, rond Charlotte Church heeft
zich een zelfde legendevorming al in gang gezet.
Hoe ze haar eerste zanglerares, tante Caroline
Cooper, te sterk af was in een talentenjacht. Hoe
ze een tv-programma belde en de producers over
donderde met een krachtige uitvoering van Lloyd
Webbers Pie Jesu. Hoe ze werd voorgesteld aan
Sony-topman Paul Burger en binnen vijf minuten
een wereldwijd contract kreeg aangeboden. Hoe
ze op haar slaapkamersloffen het album 'inzong'.
Hoe ze vorig jaar met veel succes optrad op het
feestje van Prince Charles, alle Britse tv-quizzen
en talkshows deed, concerten gaf in The Royal Al-
bert Hall en The London Palladium. Hoe ze eigen
lijk gek is op popartiesten als Puff Daddy, Will
Smith, George Michael en uiteraard bands uit
Wales als The Manic Street Preachers, Catatonia
en The Stereophonies.
Charlotte Church: „Dat ik n
i miljoen platen heb verkocht is fantastisch natuurlijk, maar het zegt niks. De middelbare school gaat v
In de legendevorming rond CC zit ook de
droom van haar om ooit zelf op te treden in La
Scala in Milaan. Hoe staat het daar mee? Charlot
te: „Da's geen geintje of zo, hoor. We hebben
thuis een abonnement op een kabel-tv-station. Zo
heb ik al een flink aantal opera's gezien en ook
opnamen uit de Scala. Puccini en Verdi hoor ik
het liefst. Mijn favorieten zijn Tosca, La Bohème
en Madame Butterfly. Ik was nog nooit echt in een
operagebouw geweest, tot vorige week. Ik moest
voor een tv-show naar Milaan en mocht met onze
persagent daar mee naar een recital van Renée
Fleming in La Scala. Het was super! Veel kamer
muziek, Puccini, en Summertime uit Porgy and
Bess, en Oh Silver Moon! Ik kon niet geloven dat
ze zong zonder enige versterking. Er hing niet één
microfoon. Na afloop mocht ik naar haar kleedka
mer en vertelde ze dat ze zo blij voor me was dat
ik al zo ver ben gekomen. Dat ze hoopte dat ik
ooit op dezelfde plek zou komen te staan.
Ik moet nog wel bewijzen dat ik ook zo'n ruimte
zou kunnen vullen met mijn stem. Ik weet hoe be
langrijk het is dat ik dan eerst de middelbare
school afmaak, naar een muziekopleiding ga, ta
len leer en wat meer te weten kom over de tekst
en de inhoud van aria's voordat ik die ga zingen.
Het beste is om naar Londen te gaan; een paar
colleges hebben al gevraagd of ik daar kom stude
ren. Ik hoop in aanmerking te komen voor het
beste music college, Girls Hall. Maar eerst de mid
delbare school. Gelukkig maakt daar niemand een
probleem van wat me overkomt. De docenten niet
(ik krijg een leraar mee als ik moet reizen), en mijn
vriendinnen al helemaal niet. En thuis doe ik ge
woon de afwas!"
Bescheiden
Thuis kan Charlotte Church - die zich in Engeland
niet op straat niet kan vertonen zonder een op
loopje te creëren - zich geen grote mond permit
teren. „In Wales", zegt ze, „hebben ze de schurft
nieren op na houden. Maar dat is wel bijgedraaid:
ook ik eet gewoon keurig met mes en vork. Halia-
ha! Wat wel klopt is dat we zo nationalistisch zijn,
zo trots op dat wat Wales is. Daarom doet het zo'n
pijn dat we met rugby zo weinig van de Engelsen
die
op
scheppers. De meiden in mijn klas zouden me ge
woon een klap op m'n kop geven als ik te lang zou
vertellen over mijn avonturen in limousines, ho
tels, Milaan en Parijs. Na iedere trip naar het bui
tenland vragen ze even 'Alles o.k.?' en gaan dan
weer verder met de laatste roddels op school. En
smoezen... Ik heb altijd haast en als ik dan tegen
iemand op knal, roep ik altijd: 'Sorry, dat kwam
door de wind'.
Welshmen zijn bescheiden. En d'r wordt ook al
tijd over ons beweerd dat we er slechte tafelma
Op mijn plaat staan vier Welshe liedjes. Uitge
kozen door Louise en mezelf. Hebben we gedaan
omdat in Wales vroeger zo veel in cafés werd ge
zongen. Mijnwerkersdorpjes hadden toen nog
hun eigen, soms wereldberoemde koren. Die zon
gen veel in onze eigen taal. Het is aan het uitster
ven, net als de mijnwerkers zelf. Ik vind het ook
jammer dat de Welshmen minder en minder in
cafés zingen; je ziet geen enkele tiener nog in een
koor. Maar Wales bestaat! Dat bewijst Bonfire's
Night in Cardiff nog steeds; ieder jaar weer een ty
pisch Wels feest met vuurwerk dat wel een uur
lang duurt, echt te gek. Ik kreeg van de lokale ra
dio de uitnodiging om daar op te treden. Duizen
den mensen die meezongen. Met mij! Ik kreeg er
kippenvel van."
Gevolgen
Jongetjes die zingend beroemd worden, wacht de
kater van de baard in de keel. Heintje werd Hein
en raakte vervolgens vergeten. Jantje Smit krijgt
straks ook een kortere naam opgeplakt en moet
dan afwachten wat de toekomst brengt. Meisjes
zijn eerder geslachtsrijp, maar voor hun stemtype
heeft de lichamelijke verandering niet onmiddel
lijk gevolgen. Charlotte Church vertelt dat de 'pe
riods' geen geheimen meer voor haar en haar
vriendinnen hebben. „Maar het betekent eigenlijk
niks. We blijven twaalf, dertien. Natuurlijk kijken
we al naar jongens en krijgen we dus ook te horen
dat we verantwoordelijk moeten zijn. Maar als ik
eerlijk ben: we spelen eigenlijk net zo vaak nog
met onze poppen als toen we klein waren.
Ik kan me helema,al niet voorstellen wat het be
tekent om groter te worden, vrouw te zijn, te trou
wen en kinderen te krijgen. We leven in Llandaff
bij Cardiff in een kleine buurt met bijna de hele
familie. Ik pas regelmatig op mijn neefje van drie
op. Het is een leuk ventje, dat vaak meegaat naar
tv-shows en dan roept 'Wat zal ik aantrekken?'
Maar later zelf een kind... Ik moet er nog even niet
aan denken! Eerst maar eens kijken wat het wordt
met zingen. Ik leef heel beschermd eigenlijk; m'n
ouders reizen overal mee naar toe. Totdat ik veer
tien ben mag ik van de Britse wet maar veertig
keer per jaar optreden en daarnaast nog tien da
gen tv-werk doen. En elke werkdag mag maar drie
uur duren. Dat ik nu een miljoen platen heb ver
kocht is fantastisch natuurlijk, maar het zegt niks.
Mijn schoolopleiding gaat voor, voor alles. Ik wil
in drie vakken verder leren, waaronder Frans. En
al wat ik nu meemaak is een mooi sprookje. Ik
krijg Parijs te zien, ben met mijn moeder op audi
ëntie bij de paus geweest, hij heeft haar gezegend
- da's belangrijk als je katholiek bent zoals wij. Als
ik het niet maak in de muziek, heb ik altijd mijn
opleiding om op terug te vallen en al die avontu
ren om me later nog eens te herinneren. Dan weet
ik nog hoe de paus het rozenkransje van mijn
overgrootmoeder zegende en mij La Cantante, het
kleine sopraantje noemde. Mijn oom heeft in een
band gezeten, heeft thuis zo'n prachtig dik plak
boek liggen met honderden fotootjes van een
tournee door Israël die hij ooit heeft gemaakt. Het
is verder nooit wat geworden, maar die foto's ma
ken hem iedere keer weer gelukkig als hij ernaar
kijkt."
Charlotte Church is een vrolijke, opgewekte en
ongecompliceerde meid. Met een aanstekelijk es
prit en de gezonde neiging om al te relativeren. Ze
giechelt trots als je vertelt dat ze verder is dan me
nige volwassen showbizz-ster. „Hahaha, ik heb
nog niet veel ervaring en ik kan geen liederen zin
gen waar ik te jong voor ben. Da's niet jammer,
dat is dan gewoon zo! Wat weet ik nou van liefde
en zo? Daar kan ik toch niet over zingen? Ik zing
Pie Jesu en de woorden gaan over 'dood' 'zelf
moord' en 'opoffering'maar dat is niet zo heavy,
want ik heb al iemand verloren: Cy Scott. Hij was
iemand die voor mij veel benefietoptredens heeft
geregeld in Cardiff, toen ik een jaar of acht, negen
was. Hij is op Oudjaarsdag overleden na weken
lang hevige pijnen te hebben gehad door kanker.
Drie dagen voordat hij overleed, was ik bij hem in
het ziekenhuis en hij was zo blij dat hij mocht
doodgaan en dat hij mij nog mocht zien, dat hij in
z'n leven alles' had meegemaakt, dat ik er kapot
van was. Daar gaat dat Requiem over, van Andrew
Lloyd Webber, denk ik dan. Nee - ik kon niet zin
gen op zijn begrafenis, maar ze draaiden wel mijn
plaat."
JOHN 00MKES