Een kleine waarnemer
135
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1999
Jan Mulder: 'Ik ben tevreden met het talent dat ik heb'
FOTO'S CPD ROLAND DE BRUIN
Hij is voetballer, columnist en bijzit in het televisieprogramma 'Barend en Van Dorp'. Een publieksspeler die
gezien, gehoord en gelezen wil worden. Ongevoelig voor wat het publiek van hem vindt. „Niets raakt mij, alleen
iets met Johanna of de kinderen.
Roken, zuipen, nachten lang doorhalen en
vreemd gaan. „Weet ik veel hoe mensen
aan dat beeld komen....! Het kan me niet
schelen. Ik ga er een beetje in mee. Tja, dat beeld...
Omdat ik er zo uit zie, denk ik. Dat hoofd van me. Maar
ik drink niet. Ja soms, een rode wijn bij de spaghetti. Ik
ga ook nooit naar een discotheek. Ben twee keer met
in'n jongste zoon tot zes uur 's ochtends uit geweest in
Groningen. Maar dan heb je het ook over een stad. Am
sterdam is een dorp. Alles gaat er 's nachts om een uur
dicht.
Ik hou niet van het woord vreemd gaan. Het klinkt zo
negatief, dubieus. Ais je het niet doet, dat vind ik pas
dubieus. Ik ben iemand van de klassieke trouw, veertig
jaar bij dezelfde vrouw. Seksuele trouw is heel wat an
ders. Dat is', dat is... net zoiets als appelgebak. Als een
huwelijk goed is, kun je seksueel ontrouw zijn. Natuur
lijk ken ik ook gevoelens van jaloezie. Maar erger is het
om verlaten te worden. Dat zou ik verschrikkelijk vin
den." De idee dat zijn Johanna een appelgebakje zou
hebben genoten mét Kees van Kooten, vindt hij wel
'opwindend'. „Kees is wel oké. Ik vind het wel leuk,
raar. Het is toch mooi als mensen je vrouw leuk vin
den? Die gereformeerde trouw is onzin. Zeg maar Urk.
Het gaat om de grote trouw: verantwoordelijkheidsge
voel, van je vrouw houden en van je kinderen."
Jan Mulder praat in de bedaagde omgeving van gear
riveerde mannen. Zijn auto valt niet op tussen de ande
re, zijn voorkomen wel. Het haar te lang; het overhemd
en zwierige pak te vlot. Hij drinkt cappuccino en rookt
'als een vrouw in de jaren vijftig'. „Kijk dan, hoe ik rook!
Dat is toch belachelijk. Dat is geen roken. Ik kan niet in
haleren. Het is meer een handeling. Ik heb nooit ge
rookt, het is gekomen door het schrijven."
Hij heeft niet het verlopen hoofd van een drinkebroer
en nachtbraker. Zijn gezicht zit eenvoudigweg te ruim
in het vel. Drieënvijftig jaar en geen grammetje vet om
de hangende huid te stutten. Zijn vader moet er ook zo
hebben uitgezien. Kwestie van genen. „Ik zou niet der
tig kilo zwaarder door het leven willen, maar ik ga er
niet voor hardlopen of naar een fitnesscentrum of zo
iets. Terwijl ik heel lichamelijk ben. Ik kan van mezelf
genieten. Dat het allemaal functioneert. Jezelf licht voe
len."
Liefdesverklaring
Mulder is een gezinsman. Zijn zoons bellen hem elke
dag. „Niet lang hoor. Geen half uur of zo. Ik vind het ei
genlijk een beetje tuttig, maar ook erg fijn. Weet je hoe
dat komt? Zo gauw Youri in de auto stapt, drukt-ie op
een knop en gaat bellen. De techniek werkt het ook in
de hand hè." Geret (schilder, caféhouder en snow-
boardkampioen in Andorra) belt ook dagelijks. „Ik zou
ze het liefst in huis hebben. De hele dag om me heen.
Lekker tegen elkaar aan kletsen." De ene zoon voetbal
ler, de ander schilder. Mulders talenten gelijkelijk ver
deeld. Mooier nog. „Youri heeft een intrigerende ma
nier van schrijven. Youri is sterk. Hij heeft een geweldi
ge logica en kan heel helder redeneren."
In 'Familie-album', het boekenweekessay van dit
jaar, brengt Mulder een ode aan zijn zoons. Het is een
liefdesverklaring zonder enige reserves. „Ik ben niet zo
voor het uitspreken van gevoelens. Dat moet je niet
doen. Het leidt er wel toe dat je nooit eens zegt: ik hou
van je. Daarom vond ik het zo leuk dat ze me hiervoor
vroegen. Anders had ik er nooit over geschreven. Nu
word ik gedekt door de opdracht. Anders is het zo aan
stellerig."
De geboorte van Youri herinnert hij zich als een 'on
beschrijflijk vol gevoel'. „Maar ik weiger te zeggen dat
het leven om kinderen gaat. Als je geen kinderen hebt,
dan mis je niets." De geboorte van zijn zoons rekent hij
tot de gelukkigste momenten van zijn leven. „Mooier
dan het moment van scoren? Nee zeg, nu ga je wel erg
ver. Zo'n bevalling is wel leuk, maar wat heb je daar te
doen als man? Ga maar in de kamer ernaast zitten,
wachten tot er iemand komt die zegt; meneer Mulder, u
bent vader geworden van een zoon. Al dat moderne ge
doe. Filmen voor de kut van je vrouw. Ja, ik was wel bij
de bevalling. Maar niet filmend!"
Hoogtepunt
's Avonds is hij thuis bij zijn Johanna en geliefde tekst
verwerker. Mooie dingen doen met woorden. Zijn
hoogtepunt van de dag. „Ik ben een schrijver, een co
lumnist. Ik heb er gevoel voor. Alles wat met taal te ma
ken heeft, vind ik mooi. Uitdrukkingen die mensen ge
bruiken, de vulpen met dop. Ik hou van de schoonheid
van het woord."
Om de dag prijkt zijn column op de voorpagina van
de Volkskrant. De andere dagen zijn voor Remco Cam-
pert. „Om zes uur ga ik zitten en ga schrijven. Een urn-
later is het af. Het gebeurt me nooit dat ik niet weet
waarover ik zal schrijven. De wereld is een poppenkast.
Materiaal genoeg."
Mulder is gaan schrijven toen zijn carrière als voet
baller stuk liep op zijn knieën. „In het begin schreef ik
belabberd. Nee, echt. Het was niks. Als ik dat terug
lees... Man! Pijnlijk!" Hij ziet nog altijd vooruitgang,
maar beschouwt zichzelf meer voetballer dan schrijver.
„Het is niet te vergelijken, maar ik denk dat ik beter ben
in voetballen dan in schrijven. Ik vind voetbal meer bij
me passen. Als 6-jarig jongetje droomde ik ervan voet
balster te zijn. Omdat nu weer te verloochenen..."
Hij heeft nog bitter weinig met voetbal. „Ja, Youri.
Voetbal wordt beheerst door een waanzinnige com
mercie. En dat is geen weemoedig gepeins. Er is ge
woon steeds minder aan. Elke avond een wedstrijd op
televisie, verminkt door televisieregisseurs. Eén in
plaats van zeventien camera's. De close-ups, de vijftien
herhalingen van een doelpunt. Ik zie bijna geen wed
strijd meer uit."
■Schrijven is zijn passie. Geen roman. Of fteel mis
schien, maar niet als ideaal. „Daarvoor zie ik mijn
plaats in de literatuur te scherp. Als columnist word je
misvormd. Wat je schrijft, moet kort en leuk zijn; Ik ben
op m'n plaats als kleine waarnemer. Een roman schrij
ven vind ik ook niet per se hoger dan fragmentarisch
schrijven. Nee, ik ben tevreden met het talent dat ik
heb."
Domweg gelukkig in de Dapperstraat. „Ik stond altijd
bekend als chagrijn en mopperkont. Dat ben ik niet. Als
voetballer wel. Dan was ik kritisch en zo. Klaagde ik
over de te kleine kousen, waarvan de hakken onder je
voet gaan zitten. Vonden de mensen niet leuk. Nu vin
den ze me wel leuk. Er zijn mensen die vanuit de auto
op de snelweg naar me lachen!"
Nog even en Neerlands angry young man is ingekap
seld. Sinds deze week is hij dagelijks te zien in het
praatprogramma van Barend en Van Dorp. Een recht
streekse talkshow over sport, politiek, cultuur, wat dan
ook. Met Mulder als 'deskundige in alles'. Altijd goed
voor een dwarse toon, scherpe sneer, grappig gezwets
of nors zwijgen.
De idee voor een dagelijkse talkshow werd geboren
tijdens de WK-voetbal toen de drie mannen vanuit
Frankrijk vier weken lang dagelijks Villa BVT> presen
teerden. Na zijn Franse vakantie (Johanna was ook
mee) kreeg Mulder een contract aangeboden voor twee
jaar.
„Ik heb ja gezegd om financiële redenen. Ik word on
gelofelijk goed betaald. Het is misplaatst dat ik voor
zo'n televisieoptreden een veelvoud krijg van hetgeen
ik voor een column verdien, maar het is wel zo."
Mulder is toch al een rijk man? De villa in Bussum
(„Verkijk je niet op Bussum. Dit is geen Laren. Bussum
is behoorlijk ordinair. Het lelijke eendje van 't Gooi."),
de columns, de theatertournees met Remco Campert,
de vele schnabbels op congressen („Het is niet goed
om altijd in je eigen keuken te staan. Je moet ook eens
ergens anders kijken. Ook vanwege de taal. Zo ben ik
vorige week naar een congres voor halsslagaderspecia
listen geweest."). ;,Rijk? Nee. Ik kan geen privé-jet ko
pen. Ik kan me geen Ferrari permitteren. Een auto van
tweehonderdduizend gulden lukt ook.niet. Maar ik doe
het niet alleen vanwege het geld. Henk en Frits rijn
vrienden. En ik hou van discussiëren." Villa BVD riep
geen herinneringen op van een discussieprogramma.
Het was meer de vijf-uur-show voor mannen. „Veel er
ger soms! Maar ik vond het leuk om te doen. Dat ge
kwek in een live-uitzending. Ik heb een aantal uitzen
dingen teruggezien en het viel me mee. De sfeer was
Geen verschil
Villa BVD, Barend en Van Dorp. Het zijn misschien wel
de enige mannenprogramma's op televisie. Door en
voor mannen gemaakt. Als vrouw voel je je toeschou
wer van mannen onder elkaar. Drie oudere - soms zeu
rende - mannen, die, waren zij vrouw, alleen al vanwe
ge htm leeftijd van het scherm waren gehaald. „De MONIQUE DE KNEGT
sfeer van jongens onder elkaar? Ik weet niet waar je het
over hebt. Wat is dat?"
Hij heeft geen zussen, geen dochters en ziet geen ver
schil tussen mannen en vrouwen. „Afgezien van licha
melijke, rijn er geen verschillen tussen mannen en
vrouwen. Het ligt aan de maatschappij, maar dan ook
alleen maar. Het komt door onderdrukking en dom
heid. Allemaal sociaal-cultureel bepaald. Mannen 'en
vrouwen zijn hetzelfde. Wat is nou mannen onder el
kaar? Zeker net zoiets als vrouwelijke intuïtie? Bestaat
ook niet. Ik word kriegel van dat soort gesprekken.
Straks ga je nog zeggen dat vrouwen niet kunnen scha
ken. Allemaal conventies, vooringenomenheid, interes
sant gebabbel. "Trainers die zeggen dat de coaching
van een mannen- en vrouwenteam verschilt, zijn niet
wijs. „Ja, vrouwen worden ongesteld, maar voor de rest
is het precies hetzelfde. Als je daar verschil in riet, ben
je niet goed snik, ja zelfs dubieus."
Mulder ziet nooit uitzendingen van het sportpro
gramma terug. „Ik kijk wel uit! Ik haat mezelf. Ik moet
er niet aan denken naar mezelf te moeten kijken. Al die
ergernissen. Je stemgeluid, de omhaal van woorden,
hoe je eruit riet. Duizend dingen. Misschien zou ik het
wel moeten doen. Maar zo serieus beschouw ik die
programma's niet. Televisie is bijzaak. Ik ben schrijver,
columnist.
Het aantrekkelijke van televisie is dat de wereld erom
draait. De aandacht is gefocust op televisie. Ik houd wel
van publiek. Ik was vroeger ook een publieksspeler.
Voor honderdduizend mensen in Madrid spelen. Fan
tastisch. Zo is het voor televisie leuk om iets te zeggen
wat in de aandacht staat. Ik verkondig wel een mening,
maar wel met enige zelfspot Het gaat mij alleen maar
om een grappige manier van tijdverdrijf. Als je zoiets
doet, vind ik, moetje de mensen onderhouden."
Hij hoopt op 'een beetje rommelig programma', waar
niet alles tevoren wordt doorgesproken. „Teveel staat
vast. Televisie geeft nauwelijks speelruimte. Politici
worden niet hard genoeg geïnterviewd. Het is allemaal
inside-ironie." Hij zou graag met mevrouw Jorritsma
willen spreken. Over de Bijlmerramp. Maar nooit alleen
een praatprogramma. „Dan moetje ook'presenteren en
zo. Ik zou niet graag de leiding van een programma
hebben." Liever is hij de verrassende spits, die af en toe
opduikt en een punt maakt.
En als-ie mist, dan zal het fiem een zorg zijn. Vernie
tigende recensies laten hem koud. „Van lofprijzingen
word ik ook niet anders. Niets raakt mij, alleen iets met
Johanna of de kinderen." In 'Familie-album' waagt hij
zich af hoe zijn zoons herinnerd willen worden. „Ik? Ik
ben helemaal niet uit op invloed of herinneringen.
Dood is dood. De volgende dag doet je vrouw het al
met een ander. Geen herinneringen. Ook geen begrafe
nis graag. Geen sprekers. Kun je dat nu even regelen?"