Sport De ziel is eruit Danny Blind: 'Ajax heeft een leuning nodig' Koevangen ZATERDAG 27 FEBRUARI 1999 CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-5356464, PLV.-CHEF JANET VAN DIJK, 071-5356463 Spitz Kohn ziet liefde plaatsmaken voor dollartekens „Ik lag in Karlsruhe in het ziekenhuis. Meniscus. Wat zijn je plannen, vroeg de man naast mij. Ik wil een grote voetballer worden, zei ik. Hoe oud ben je...Negentien...Oh, dan heb je nog een leven voor je. Als ik nu terugkijk, is het alsof hij dat gisteren tegen me zei." De jaren zijn hem voorbijgevlogen. Vorig jaar november werd Antoine 'Spitz' Kohn 65 jaar en trok hij de deur bij Ajax achter zich dicht. Tijd om te gaan rentenieren. Niet dus. Een paar dagen later lekte uit dat hij ging scouten voor het Italiaanse Udinese. „Bij alle clubs waar ik als trainer heb gewerkt, kan ik met opgeheven hoofd binnenkomen." Spitz Kohn is geen spat veranderd. Een paar grijze haren, een bollend buikje on der de zwarte pullover, voor de rest is hij nog altijd dezelfde, beminnelijke Luxembur ger. Twee kinderen zijn er, uit z'n tweede huwelijk: Nicola van 17, Antoine van 14. Bei den zitten op de middelbare school. „An nette, mijn vrouw, zou het liefst uit Diemen vertrekken en teruggaan naar Enschede. Haar moeder en zus wonen er. Mij maakt het niet zoveel uit. Ik weet niet hoe Ensche de geworden is, we zijn er nu al zeventien jaar weg. Ik kan me voorstellen dat Ensche de wat rustiger is dan Amsterdam, en dat bedoel ik dan speciaal voor m'n kinderen. Die twee gaan nu nog niet uit, komen niet in het openbare leven, anders zou ik me nog drukker maken." Ajax ging er vorig jaar stilzwijgend en ge makshalve vanuit dat hij zou blijven. Die vlieger ging niet op. „Ik kreeg zo'n mooie aanbieding van Udinese, daar kon ik geen nee tegen zeggen. Of ik verbaasd was? Op mijn leeftijd wel, ja." Hij is net terug uit Ar gentinië, waar hij zeventien dagen voor Udi nese heeft gescout bij het Zuid-Amerikaans kampioenschap onder 20 jaar. Straks gaat hij naar Uruguay, het WK onder 17. Die baan past hem wel. „Ik ben toch een beetje een avonturier. Rondreizen over de wereld is me op het lijf geschreven. Ik heb pen con tract tot 1 november, daarna zien we wel verder." Spitz Kohn geniet van het leven, maar is bovenal een voetbalkenner pur sang. Met een zesde zintuig voor talent. De laatste drie jaar stroopte hij voor Ajax de velden af op zoek naar versterking voor het eerste elftal. Hij vond ze, maar wil - met een scheef oog naar Tonnie Pronk - niet zeggen om welke spelers het gaat die nu in Ajax 1 spelen. „Als Ajax had gezegd: Spitz, luister: we zijn tevreden, in november word je 65, maar je mag rustig doorgaan, dan had ik gezegd: oké. Want ik heb het bij Ajax altijd prima naar m'n zin gehad, daar ging het helemaal niet om. Vijftien jaar is een stukje van je le ven, ik ben een beetje ver-Ajaxt. En het zijn niet de slechtste jaren geweest die ik bij Ajax heb meegemaakt. Ja, het heeft me pijn ge daan dat ik tegen Ajax moest zeggen: ik ga met pensioen, maar ik heb er ook meteen bij gezegd: ik heb wel een andere club waar ik voor ga werken. Ik Vbel me nog te leven dig om niks meer te doen. Ik moet actie hebben." Wereldliga De huidige ontwikkeling in het profvoetbal verrast hem niet. „Wie goed naar mij geluis terd heeft, weet dat ik al twintig jaar geleden heb voorspeld dat er een Europese liga zou komen. En misschien straks wel een wereld liga. Die ontwikkeling is niet tegen te hou den. Het voetbal wordt zo vercommerciali- seerd, plus dat de grote clubs toch tegen el kaar moeten spelen. Daar springt de televi sie op in. Het zou een keer moeten ophou den, maar het houdt niet Op, zolang er nog iets is wat ze kunnen creëren." „Of het mij te ver gaat? Nee hoor, want ik heb er nog maar weinig mee te maken, be grijp je. Wat mij wel te ver gaat zijn de kos ten die ermee gemoeid zijn. De rijken wor den rijker en de armen steeds armer. Het betekent dat clubs die niet kunnen meedin gen eraan onderdoor gaan. Ik zeg niet dat ze kapot gaan, maar ze spelen straks nog voor een appeltje en een stuk brood. Tuurlijk vind ik dat jammer, het is ook niet gezond. Alleen: in de maatschappij is het niet an ders. De ene multinational gaat samen met de ander, of het nu banken zijn, of grote be drijven. De voetballerij is niet anders." Gaat de voetballerij niet ten onder aan z'n ei gen grootheidswaanzin? „Dat weet ik niet, ik kan niet in de toe komst kijken. Wij zijn nog van de oude stempel, als wij van een club houden, dan houden we van een club. Ajax heeft de grootste supportersclub van Nederland. Die supporters lopen net zo hard met Ajax mee als dat ze bij Ajax weglopen. Maar de men sen die echt iets met Ajax hebben, die ster ven allemaal uit. Er zijn toch bijna geen mensen meer die iets voor niets doen. Ja, een enkeling, bij een amateurclub, die de lij nen trekt, maar voor de restTuurlijk is dat slecht, maar die ontwikkeling is niet te stop pen." „Ik maak dingen mee...Een voetballer van 19 jaar die tien miljoen dollar moet kosten, dan zeg je: waar gaat het naar toe? Dat moet toch een keer ophouden. Alleen: wie zegt mij dat het ophoudt? Voetbal is op dit mo ment zo populair, er is zoveel geld te verdie nen... Ik vraag mij wél eens af hoe lang de mensen het nog pikken dat die knapen zo veel geld verdienen. Ik gun ze het wel, daar gaat het niet om. Maar de liefde verdwijnt als je alleen maar dollartekens in de ogen hebt." „De liefde voor Ajax, dat familiaire, dat gaat er allemaal een beetje af. Alles is in tien jaar in een stroomversnelling gekomen. Er worden directeuren aangetrokken, een ma nager voor dit en dat, ze moeten het alle maal zo goed mogelijk doen, financieel hè. Dat betekent dus ook dat ze van die dollar tekens in hun ogen hebben." „En elke keer wordt het budget maar weer opgeschroefd - de begroting is 15 miljoen, die moet naar 20 miljoen. Moeten ze wéér meer skyboxen verkopen om nog meer geld te krijgen. Maar het zijn straks toch alleen maar de groten die overblijven. Als ze de boot gemist hebben, kunnen ze nog onder elkaar spelen. Van Praag zegt dat Ajax tegen Heerenveen wil blijven voetballen, maar ook tegen Milan, Manchester United of Barcelo na. Waar moeten de clubs dan de tijd van daan halen?" Zou jij nog passen in deze voetbalwereld? „Dat is een gewetensvraag." Na een stilte: „Nee, ik geloof het niet. Waarom niet...Om dat ik te eerlijk ben. Te menselijk ook. Ik wil niet zeggen dat de voetbalwereld oneerlijk is, het is wel een aparte wereld, een tikkeltje a-sociaal. Je hebt met zoveel mensen te ma ken, het is zo commercieel geworden ...Ver liezen is er niet meer bij. Sport hangt samen met emoties. En die emoties zijn winnen, la chen, verliezen, huilen. Die emoties zijn niet meer zo. Nu word je door keiharde zaken mensen in een corset gedreven dat je din gen moet gaat doen, waarvan je zegt: dat ben ik helemaal niet, dan moet ik mezelf verloochenen. Daar moet je wel geknipt voor zijn." „Ze hebben me uitgelachen toen Ajax ging verhuizen. In De Meer kwamen die kleine jongens binnen om te trainen, ze konden met de neus door het gaas kijken en hebben Stanley Menzo of Jari Litmanen aangeraakt. Nu kennen ze die jongens alleen nog maar van de televisie. De ziel is eruit ge trokken, begrijp je. Daar begint het al mee." „De Toekomst is iets fantastisch, de Arena Spitz Kohn: „Ze gaan alleen maar van het tactische uit, die moet zus lopen en die moet zo lopen. Maar je moet eerst kunnen voetballen dunkt me." foto cpd is meer een evenementenhal dan een voet balstadion. Het ligt nog geen kilometer uit elkaar, alleen: zij trainen daar, en daar traint de jeugd. De jeugd moet het hebben van het eerste elftal. Ik wil De Meer niet romantise ren, maar daar was het: hai, hup, daar komt Litmanen, en die aait zo'n jongen even over de bol. Zo'n jongen moet zich met iemand kunnen identificeren. Zonder opbouw kom je nergens. Als je een huis bouwt zonder een goed fundament kun je geen twee etages bouwen. Dat fundament is wat jou als club naar boven brengt." „Nee hoor, met het grote aantal buiten landers heb ik niet zoveel problemen. De hele maatschappij wordt multi-cultureel. We moeten Europees zijn en Europees den ken, dan maakt het niet uit of je nou geel bent, groen of zwart. Mij gaat het alleen maar om de mens zelf." „Ik geloof dat elke club in Nederland het liefst zou spelen met voetballers met de Ne derlandse nationaliteit. Amsterdammers zullen het liefst spelen met Mokummers, al leen: dat is niet meer te doen als je in de top wilt meedraaien. De Nederlandse markt wordt steeds meer afgeroomd. Eerder ver trok alleen de eerste categorie, nu ook al de tweede. Dus blijft de derde over.' Eigen jeugd „De eigen jeugd lijdt eronder, tuurlijk. Ajax heeft de beste opleiding, maar ik zeg er met een achteraan: ze moeten wel oppassen dat het niet zo geüniformeerd wordt dat het al lemaal lopende-handwerk wordt. Je moet het individu vormen. Bij Ajax is de jeugdop leiding zo geperfectioneerd...Dat is aan de ene kant goed, maar aan de andere kant lijdt het voetbal eronder. Je moet zorgen dat er nog een beetje avontuur in blijft. Iemand die kan dribbelen moet je laten dribbelen en niet zeggen: je moet de bal in één keer af spelen. Wat dat betreft ga ik een heel eind met Cruijffmee." „Wat nu met voetballers gebeurt, gebeurt ook met trainers. Ik wil niet zeggen dat het slechte trainers zijn, ik wil alleen maar zeg gen dat het trainers zijn die het meer van de wetenschap moeten hebben dan van het avontuurlijke. Als je vanuit de wetenschap alleen maar hetzelfde voor ogen hebt, krijg je ook hetzelfde resultaat. Dat kan niet an ders." „Wij hebben nog hart gehad voor het vak. Nou wordt er alleen getraind om carrière te maken, met de atitosleutel in de hand. Trai ning afgelopen, hup in de auto, en ze zijn al weer weg. Wij zijn voetbaldieren geweest, waren bezig van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. In bed waren we er vaak nog mee bezig. Nu heb ik het gevoel dat de meesten meer interesse hebben in andere dingen." „Er wordt nu ook heel anders over voetbal gepraat. Ze gaan alleen maar van het tacti sche uit, die moet zus lopen en die moet zo lopen. Maar je moet eerst kunnen voetbal len, dunkt me. Want als je niet kunt voetbal len, kun je lopen watje wilt." „Natuurlijk gaat het mij aan m'n hart. Maar ik ga me niet meer druk maken om wat die trainers doen, ik kan me wel druk maken om Ajax. Als ik zie hoe het nu gaat, en het gaat nog een paar jaar zo door, hoe gaat het dan met de opleiding? Na vijftien jaar is Ajax mijn club geworden. En dan gaat het niet alleen om de club Ajax, maar ook om de mensen die je allemaal hebt leren kennen, de goede en de slechte." Kijken op afstand, want je wordt toch heel oud? „Als God het wil. Ik zeg altijd: daarboven heeft iedereen z'n kaars staan, de één heeft een dikke, de ander een lange, de één flak kert, de ander brandt hartstikke goed, Als ze je tijd gekomen is...Ik ben katholiek opge voed, maar ben niet zo gelovig. Alleen: als de tijd er voor je is, dan ga je." „Ik heb een broer die nu 69 is. Hij was al ten dode opgeschreven op z'n 25ste, en hij leeft nog. Hij is z'n hele leven alleen maar ziek geweest. Ik hoop dat hij nog 20 jaar leeft, maar waarom moet iemand z'n leven lang ziek wezen? Ik zou toch wel één keer met Hem willen praten, moet Hij maar eens uiüeggen waarom dat zo is. Misschien heeft hij daar z'n reden voor. Als het zo is." Danny Blind, hier boos op de scheidsrechter, is in gesprek met Ajax over een functie als tech- Ajax is aan het 'harken', zegt Danny Blind onverbloemd, om in de eredivisie op de tweede of derde plaats te ein digen. Maar dan? Er moet een nieuwe ploeg worden opge bouwd. Blind is, nog steeds, met Ajax in bespreking over een nieuwe technische functie. Hij predikt realisme, en voorlopig misschien wel soberheid. Er zijn twee gesprekken geweest tussen de clubleiding en de aanvoerder, die aan zijn laatste maanden als voetballer bezig is. Blind zou tech nisch manager moeten worden. Een dezer dagen venvacht hij de volgende zet van Ajax. Hij wil niet op de besprekingen ingaan. Over het technische beleid van Ajax zal Blind niets zeg gen. Dat de club op het veld in de afgelopen tien jaar vooral is gestuurd door dominante trainers als Johan Cruijff en Louis van Gaal en dat Hennie Henrichs als bestuurslid tech nische zaken geen zwaargewicht is - nee, dat alles zal Dan ny Blind niet zeggen. De scheidende captain beschouwt de huidige situatie, waarin ook de laatste resten van het tijdperk Van Gaal af brokkelen, en hij heeft zo zijn ideeën. Trainer en generatie genoot Jan Wouters heeft hij van zijn gesprekken met Ajax op de hoogte gesteld. „Wie de functie ook gaat bekleden", zegt hij geforceerd formeel, „het lijkt me duidelijk dat hij zal samenwerken met Wouters." De opdracht is zwaai'. Het Ajax van nu heeft al een pro bleem als de tegenstander, zoals Heerenveen vorige week, de zwak opbouwende rechtsachter Melchiot vrij laat. Wou ters is bezig, zo vertelt Blind, 'elementaire dingen weer aan te stippen'. Een nieuwe ploeg opbouwen, ga er maar aan archieffoto hans van weel staan. Blind: „Het kan ook een heel goed moment zijn. Het gaat erom of je jezelf capabel acht, of je de ambitie hebt en of je perspectief ziet. Dat hoeft niet de top te zijn. Het kan ook een punt zijn waarvan je zegt: er is heel veel te doen, ja." Met het vertrek van de gebroeders De Boer naar Barcelo na heeft Ajax opnieuw veel kwaliteit ingeleverd, meer wel licht dan in bepaalde clubkringen voorzien. Onder Wouters won de kampioen nog geen competitieduel en in tactisch opzicht toonde de ploeg zich onevenwichtig. Blind kijkt om zich heen en maakt per speler de afweging 'of er nog rek in zit'. Hij zegt er niets over, maar positief kan de balans niet zijn. Wat Ajax moet doen? Wouters lijkt in eigen land vooral naar leergierige, nog kneedbare subtoppers (Van Bommel van Fortuna, Oude Kamphuis van Twente) te speuren. Blind: „Daar ga ik in mijn visie ook van uit. De werkelijk goede buitenlanders moet je zien te behouden. Dan denk ik bij ons aan Litmanen, Arveladze, Oliseh, jongens met een meerwaarde die in de as spelen. Maar de hoeveelheid bui tenlanders moet je beperken. Er lopen in Nederland genoeg subtoppers rond van wie je niet weet of ze de top kunnen halen. Maar als je ze er niet mee confronteert, zul je het nooit weten. Toen ik van Sparta naar Ajax kwam, kon nie mand bedenken dat ik zou brengen wat ik inmiddels heb gebracht." Zoals ook de overgang van Wouters van Utrecht naar (toen nog) De Meer wenkbrauwen deed fronsen. Blind en Wouters, dat waren toch geen Ajax-voetballers? Maar Cruijff herkende hun intrinsieke kwaliteiten, hun zogenoemde functionele techniek: effectief spel zonder poespas. Met dat oog van de meester kijken nu diens ontdekkingen van toen. Naar Niels Oude Kamphuis bijvoorbeeld. „Hij kan op meer plaatsen spelen. Goede pass, inzicht, zijn handelingssnel heid zou iets hoger kunnen", weet Blind. „Maar als hij denkt dat hij naar Duitsland (Schalke'04, red.) moet gaan, moet hij dat doen. En dan moeten we er niet rouwig om zijn. Als je niet bij Ajax wilt spelen, moet je het niet doen." Blind staat realisme voor; zo heeft hij zelf altijd gevoet bald. Ajax moet weer terug naar de basis, betoogt hij. Zoals nu onder Wouters al gebeurt. „We zakken meer terug. Om zekerheid te krijgen, om tegen elkaar te kunnen aanleunen. Een ploeg die het moeilijk heeft, moet je een leuning geven. Het zijn simplistische dingen. Elke ploeg in Europa zakt te rug om zichzelf ruimte voorin te verschaffen. Maar Ajax deed het nooit en dan werd het arrogant genoemd als we zeiden dat we de moeilijkste vorm van voetbal speelden." Misschien wordt het Ajax van Wouters en (waarschijnlijk) Blind soberder. Vooral door de schrale uitstraling van de Nederlandse competitie heeft Ajax nooit gerenommeerde topspelers aan zich kunnen binden. Blind voegt eraan toe dat het voor Ajax al een probleem is om wisselspelers te werven die nauwelijks zwakker zijn dan de basiskrachten. Zulke spelers willen in Nederland vaak niet op de bank zit ten. Desondanks mag, zo heet het zelfs nu, de zogenaamde Ajax-cultuur geen geweld worden aangedaan. Het volk wenst dat Ajax aanvalt, en met franje. Blind zucht. „Cultuur is de gehele club op zich. Maar een systeem kan toch nooit een cultuur zijn? Het systeem wordt bepaald door de spe lers." Daarover gesproken: de beste voetballer van Ajax twijfelt nog altijd over zijn toekomst. Blind, met hoorbare hoop: „Ik praat veel met Jari Litmanen, ook over volgend jaar. Dat hij het nu moeilijk heeft, is bijzonder tekenend. Ajax zit in een moeilijke periode, hij kijkt terug op mooie dingen en hij kan weg op een leeftijd waarop velen hun carrière nog een extra dimensie willen geven. En toch twijfelt hij. Dat zegt veel over Jari Litmanen, over het gevoel in de relatie tussen Jari Litmanen en Ajax." Omdat Salt Lake City op nóg grotere hoogte ligt dan Cal gary kan het in 2002 nóg har der gaan dan nu. Maar volgens de deskundigen van atmosfeer weegt het voor deel van de grotere hoogte voor de kilometervreters niet op te gen het nadeel van grotere zuurstofschuld - ten gevolge van deze hoogte. Anders ge zegd, voor de Romme's van de ze wereld belooft Salt Lake niet de zevende hemel te worden. Voor de Bossen en Shimizu's wel. Sprinters hebben nu een maal minder adem nodig, voor hun race, dan stayers. Aangezien ik mezelf niet tot bo vengenoemde deskundigen re ken. zal ik niet proberen u uit te leggen waaróm het schaat sen op hoogte een voordeel is en al helemaal niet, hoevéél dit, in seconden gerekend, scheelt. Dat het scheelt, staat vast. Alle huidige wereldre cords, op Niemann's 5000 me ter van Hamar na, schoten wortel in Calgary. Dat de ijsmakers van Calgary, onder wie Lemay's echtgenoot BartDoan, op hun taak bere kend zijn, is waar. Maar dar de hoogte waarop Calgary ligt een minstens zo bepalende factor is, is buiten twijfel. De Olympic Oval is (nog) de hoogstgelegen overdekte ijs baan ter wereld. Calgary ligt op 1035 meter hoogte. Weliswaar liggen Medeo (1691 m.), Butte (1679 m.), Davos (1560 m.) en Collalbo (1156 m.) op grotere hoogte, deze banen zijn niet overdekt. Wél overkapte banen, zoals in Nagano (375 m.), Mil waukee (220 m.), Hamar (126 m.), Berlijn (34 m.) en Heeren veen (40 cm.) liggen beduidend lager dan Calgary. Om over Den Haag maar te zwijgen: De Uithof, waar dit weekend het NKallround wordt gereden, ligt 40 centimeter beneden Nor maal Amsterdams Peil. Calgary mag dan het eldorado, zeg maar de hoofdstad van de schaatswereld zijn, in Canada zeifis vrijwel niemand hiervan op de hoogte. En al helemaal niemand van het televisieper- soneel. „Snapt u hoe schaatsen werkt?", is een voorzetje, inge geven door eerdere teleurstel lingen. De producer reageert meteen maak-je-geen-zorgen knikje. „Usnapt het dus?" De producer: Wie de race wint plaatst zich voorde volgende ronde, toch!" Verzuchting: „Niet helemaal. U verwart schaatsen met tennis. Of bekervoetbal, ook dat kent een volgende ronde. Schaatsen is echter een race tegen de klok. De beste rijd wint. „Tijd?" „Zonder tijd, geen schaatsen!" De producer: „Waarom rijden ze dan zondag wéér als ze za terdag al winnaars hebben?" Antwoord: „Omdat dit een klassementstoernooi is. Producer: „Is lichamelijk con tact toegestaan?" Antivoord: „Op het erepodium, ja. Elkaar feliciteren is niet on gebruikelijk, soms wordt zelfs gezoend. Maar voor het overige vrees ik dat u schaatsen nu met ijshockey verwart. Toch is de Canadese televisie uitstekend in staat sport in beeld te brengen. Hun sport, wel te verstaan. Zoals koevan gen. Op de zaterdag van het WK sprint was 's avonds het nationaal kampioenschap koe vangen live op tv. Grote over dekte arena. 20.000 toeschou wers met cowboyhoeden op. Belangrijkste spelregel: de koe is gevangen als deze op haar rug ligt en met allevier poten aan elkaar is vastgebonden. Zodra dit is gelukt gilt het pu bliek als één man hüh-yaah. De winnaar deed er 18,23 se conden over (net geen persoon lijk record). Want ook koevan gen is een race tegen de klok. Nog een prachtige slowmotion gezien van een koevanger die op het moment suprème getrof fen werd door een niesaanval. De winnaar van zaterdag bleek in het klassement vierde te staan. Want er zijn diverse soorten koeien die gevangen moeten worden en de kampi oenschappen duren zowat een week. Achteraf bezien stom dat ik on ze Canadese collega's niet ver teld heb dat schaatsen veel ge meen heeft met koevangen, misschien dar dan wél tijden, uitslagen en klassementen in beeld waren verschenen. Frank Snoeks is verslaggever van Studio Sport

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 33