'Mannen zijn hiervoor niet geschapen' Gezondheidszorg geen zaak meer Voor provincie t mm i In het Van der Werfpark plantje ook geen plastic bomen Meningen hokkende beelden in leur of in zwart-wit? ANKBORD SDAG 24 FEBRUARI 1999 970 REDACTIE PAUL DE VLIEGER, 071-5356482 lagina 'Meningen' staat open voor alle lezers. Bij uw brief gaarne vermelding van onderwerp en - indien van toepassing - publicatiedatum van het artikel waarop u reageert. De redactie kan brieven bekorten of weigeren. Alleen brieven met een volledige adressering worden geplaatst. Bijdragen sturen naar: Leidsch Dagblad, t.a.v. redactie Meningen, Postbus 54, 2300 AB Leiden, of E-mailen naar: redactie.ld@damiate.hdc.nl UITGELICHT nde foto stond vorige donderdag op de voor- „Een gewonde aan- van Koerdenleider wordt tijdens een de- ratie in Keulen door de politie opgepakt." Drie maakten bezwaar. ..Is beslist nodig zo'n mis takende sensatie-achti- kleur te plaatsen op Drpagina? Wij lezen de omdat het een goed familiekrant voor oud is zonder foto's not en klein de stuipen lijf jagen", schreef een drukken de foto van- log een keer in zwart-wit 't om de geirriteerde le- ogmaals voor het hoofd [en, maar om het ver- aan te geven. Wat in misselijk makend kan dat in zwart-wit veel Had de fotoredactie >to daarom niet moeten of meteen voor wit moeten kiezen? die vraag is vooraf en aags erna uitvoerig ge- iieerd. Ik geef u onze [gingen, maar meldt u dat wij de wijsheid in es als deze niet in pacht n. misselijk makend is het een een schokkend in- waarbij zes gewonden doden vielen, een foto rukken van een demon- met een bloedneus? ereikten enkele dental 's van deze gebeurte- wnmige foto's vielen af ze te gruwelijk waren, 1 foto's voldeden niet ze de aard van het inci- nvoldoende weergaven, uze viel op de foto van itse persbureau Reuters deze volgens onze fo- eindredactie het beste van de confrontatie. Bij een Koerdische opstand in Berlijn is de complete we reldpers aanwezig. Iedereen krijgt de beelden binnen de korste keren op het scherm. Ook de man met de bloed neus was op alle zenders te zien, maar televisiebeelden krijgen thuis een totaal ander onthaal dan foto's in de krant. Op de televisie staat het beeld van de man met de bloedneus hooguit enkele seconden en dan is er weer een ander shot. Veel van die nieuwsflitsen gaan bij kijkers het ene oog in en het andere oog uit. Zie je een foto in de krant, dan kun je zelf de tijd nemen om het beeld tot je door te la ten dringen en dan ontstaat een heel ander effect. Een foto is vaak veel indringender dan bewegend beeld. Alleen al om die reden is de informatieve waarde van de krant een ge heel andere dan van het tele visiejournaal. In de krant bestaan die ver schillen ook. Een bericht op de voorpagina trekt doorgaans meer aandacht dan een be richt op pagina drie, een foto in kleur valt meer op dan een foto in zwart-wit. Kortom de informatieve waarde van nieuws wordt mede bepaald door de plaats in de krant en de wijze van illustreren. Als lezers schrikken van een foto, zo leert onderzoek, wen den ze zich vaak af en lezen ze niet meer verder. Op dat mo ment doen wij het als redactie dus niet goed. Het is immers onze bedoeling dat mensen de krant lezen jn plaats van hem misselijk terzijde te schuiven. Een krant als de onze heeft, zoals mevrouw Blauw terecht schrijft, een familiekarakter en is niet bedoeld om wie dan ook de stuipen op het lijf te ja gen. Toch blijkt dat regelmatig het onvermijdelijke gevolg van onze berichtgeving. Want hoe breng je een beeld over van een uit de hand gelopen, bloe dige demonstratie zonder een schok te weeg te brengen. Door sobere berichtgeving en door heldere grenzen te stel len aan fotografie. Dus kiezen we niet voor foto's van dode lijke slachtoffers, maar voor een foto van een lichtgewonde demonstrant. Met dank aan de drie kritische lezers. Die stimuleren ons te blijven na denken en discussiëren over de meest effectieve manier om informatie over te brengen. TON VAN BRUSSEL' HOOFDREDACTIE Ik heb bij de provinciale verkiezingen altijd het gevoel dat het niet helemaal echt is. Provinciale poli tici doen vlak voor de verkiezingen wel erg OPINIE hun best om het grote en voor medewerkers zijn niet altijd direct zichtbaar maar wel heel groot. Door de vele fu sies en samen werkingsverban den tussen in- belang van de provincie te onderstre pen, maar er blijft bij mij altijd een beetje twijfel. Desondanks ging ik de laatste keren nog wel met plezier stemmen omdat de provincie voor de gezondheidszorg altijd nog een be langrijke rol speelde. Helaas, dat is, althans in de regio Zuid Holland Noord, nu ook niet meer zo. Helaas? Misschien wel heel goed voor de gezondheidszorg! Wat is er aan de hand in de zorgsector en waarom is de provincie nu van veel minder belang voor de gezond heidszorg? De gezondheidszorg is sterk in bewe ging, op veel fronten zijn er verande ringen gaande. De opnameduur in ziekenhuizen wordt steeds korter, de gemiddelde leeftijd in verzorgingshui zen wordt steeds hoger, de thuiszorg kampt met wachtlijsten, verpleeghui zen worden vernieuwd, instellingen organiseren zorg- en hulpverlening buiten de muren van het eigen ge bouw. Regelmatig is de sector in het nieuws vanwege deze veranderingen of vanwege de gevolgen van de veran deringen. De gevolgen voor cliënten Frits van Oosten is directeur van het zorgcentrum Rijn en Vliet in Leiden en schreef op verzoek van deze krant een opinie over de rol van de provincie in de gezondheidszorg. stellingen kan er soms efficiënter i werkt worden maar de keuzevrijheid van cliënten kan wél in het geding zijn. De sociale gevolgen bij fusies en samenwerkingsverbanden kunnen heel verschillend uitpakken. Tegen deze achtergrond van grote veranderingen heeft de provincie Zuid Holland besloten om zich gro tendeels terug te trekken en steeds meer, zoals dat mooi wordt genoemd, aan de 'veldpartijen' over te laten. Ik denk bij veldpartijen altijd eerst aan een grasmat met spelers, een scheids rechter en publiek. Welnu, in dat veld vervulde de provincie altijd de rol van spelbepaler én van sponsor én van scheidsrechter, maar sinds drie jaar is de provincie naar de zijlijn gestapt. De provincie wil nu zelf niet meer meespelen en moet, mede door wijzi gingen in de wet, de sponsoring over laten aan de AWBZ. De provincie wil dat 'de veldpartijen', dat zijn de direc ties van de zorginstellingen, zelf het spel spelen en gaan bepalen. Er zijn nog maar een paar hoofdregels voor het spel, de rest 'mogen' de instellin gen zelf regelen. De provincie Zuid- Holland lijkt slechts de rol van de toe schouwer te spelen. De zorginstellin gen hebben 'de uitdaging' aangeno men en komen nu bijeen in de Regio nale Commissie Gezondheidszorg. In deze commissie zitten vooral veel di recties vanuit de gehele gezondheids zorg en voorts enkele vertegenwoor digers van de gemeenten van deze re gio, de zorgverzekeraar en, jawel, ook een vertegenwoordiger van de cliën tenorganisaties. En in deze commis sie wordt nu het 'Het Spel' gespeeld met slechts één toeschouwer: de pro vincie. De wens om andere toeschou wers mee te laten genieten van het spel is er niet echt. Want het is zonder publiek al moeilijk genoeg. Zoals de secretaris van de Regionale Commis sie Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord het in een interview formu leerde: "bij de planontwikkeling gaan de instellingen in witte rook sessies, we zijn pas tevreden als er een slui tend plan ligt dat past binnen de ge geven kaders." De Regionale commis sie heeft van de provincie de niet ge ringe opdracht gekregen om de plan nen op te stellen voor de capaciteits ontwikkeling en de budgetverdeling. Of in speltermen: het draait om de knikkers. Wie krijgt welke bedden en welke financiële middelen. En als het spel in alle beslotenheid gespeeld is, staan de resultaten netjes geformu leerd in een plan voor de komende vier jaar vast. Op deze wijze heeft de commissie inmiddels een plan vast gesteld voor de gehele ouderenzorg (verpleeghuizen, thuiszorg en verzor gingshuizen), is er een plan voor de geestelijke gezondheidszorg en voor de ziekenhuizen goedgekeurd. In het plan voor de ouderenzorg wordt duidelijk hoe groot de gevolgen zijn van de ingezette modernisering. In vier jaar tijd komen er in deze regio 13 verpleegafdelingen in verzorgings huizen met totaal 240 verpleeghuis bedden. In deze periode vervallen er 250 bedden in verzorgingshuizen en komen er 500 verzorgingshuis-plaat sen in-de-wijk bij. Voorts komen er twee nieuwe verpleeghuizen en zijn er renovaties voor twee andere ver pleeghuizen. Dit plan is dus niet op gesteld door de provincie maar door de regionale commissie, door de in stellingen. Met politiek bestuur heeft het alle maal weinig meer te maken. De in vloed van de burger is vrijwel nihil. De regionale commissie bestaat niet uit gekozen vertegenwoordigers en wordt overheerst door directies van instellingen. De werkwijze is wel nieuw maar niet echt doorzichtig te noemen. Want, zoals de secretaris van de commissie in het eerder ge noemde interview vertelde, "er zijn geen statuten of reglementen, er zijn geen wettelijke taken er zijn geen stemverhoudingen of -procedures. Alle beslissingen worden in consen sus genomen". Het poldermodel in optima forma? Het roept natuurlijk wel de vraag op waarom we dan nog wel provinciaal moeten gaan stemmen. Allerlei ge zondheidszorginstellingen werken al regionaal: de GGD, het orgaan voor de onafhankelijke indicatiestelling voor verpleging en verzorging, het zorgkantoor voor de AWBZ en de zorgverzekeraars. Waarom zouden we eigenlijk de stap van de provincie niet toejuichen? De regio heeft immers veel meer betekenis voor de gezond heidszorg dan de provincie. Provincie blijf maar aan de zijlijn staan als toe schouwer en zorg ervoor dat we over vier jaar verkiezingen kunnen houden voor een regio. Dat is een stuk demo cratischer en het geeft mij niet langer het gevoel dat deze verkiezingen niet helemaal echt zijn. FRITS VAN OOSTEN Waaron (her) bouwen we op de plaats van de instrumentma- kersschool (Rapenburg 124) ei genlijk niet een antiek 17de eeuws grachtenhuis? De 'mooi ste gracht van Nederland' noe men we het Rapenburg graag. Het is misschien niet helemaal waar; er zitten een paar rotte kiezen in. En de huidige Instru- mentmakersschpol is ook moe ders mooiste niet. Een goede reden dus om te overwegen, nu er een kans is dit gebouw te verwijderen, er wat beters voor in de plaats te zetten. Menigeen vraagt zich echter af, wat een architect nu beweegt een voor stel te doen, zoals bij Rapen burg 124 op het ogenblik het geval is, dat juist niet aan het herstel van het oude karakter van de gracht bijdraagt. Ik denk dat ik dat wel kan uitleggen op grond van enige ervaring als le- kenlid van jury's bij architec ten-competities. Architecten rekenen zich tot de creatieve kunstenaars. Het 'reproduceren' (van een oud model) is beneden hun stand. In principe staan we toe dat een kunstenaar een gedurfde schepping produceert. Bij an dere kunstenaars (schilders, beeldhouwers, componisten, schrijvers) houden we ons als publiek echter ook het recht voor, als hun stijl ons niet aan spreekt, om geen kennis van hun creaties te nemen, door niet naar het museum of con cert te gaan of een bepaald boek niet te lezen. Het aantal breed gewaardeer de kunstenaars is relatief klein (velen voelen zich geroepen, weinigen zijn uitverkoren). En slechts weinige creaties door staan als trendzetters de tand destijds. De fractie breed gewaardeer de architecten is zeker niet gro ter dan onder de andere kun stenaars. In Nederland vormen de architecten die in in het bui tenland respect afdwingen en in de bouwkunst geschiedenis schreven, maar een klein aan tal. Het vervelende van de crea ties van de vele mediocre archi tecten is dat je als publiek niet kan weigeren kennis daarvan te nemen; ze worden je opge drongen aan de openbare weg. En ze worden helaas maar lang zaam door de tands des tijds verzwolgen. Een gedurfd ont werp kan 100 jaar een ergernis blijven. En voorts, bescheidenheid en zorgvuldigheid is de prentieuze beroepsgroep van bouwkunste naars vreemd. Dit leidt tot on vruchtbare discussies met le ken, die bepaalde gedurfde cre aties niet waarderen, waarbij de beroepsgroep niet aarzelt ook hun eigen opvattingen aan het publiek op te dringen. Zoals bij- [uitje van een cent wil I Winston, hoofd van een Londense ïtbaarheidskliniek ze :t noemen, maar ze behoren tot de elijkheden: zwangere men. In The Sunday nes zegt hij dat het ljoenen jaren oude clusieve patent van wen op het dragen en en van kinderen z'n ;ste tijd heeft gehad, sn kwestie van het isplanteren van het yo van de vrouw naar lan. De man bevalt na >en maanden via de :ersnede. Idioterie of een gewenste ontwikkeling? aar Richard van Koetsveld van n (32), partner van een vier en zwangere vrouw: „Als die jkheid er al zou zijn geweest 'n vrouw in verwachting was, :r geen gebruik van gemaakt, nisschien wel erg 'standaard' om dit zo te zeggen, maar ik it zwangerschappen bij de thuishoren. Ik ben toch al hui- Dor trucendozen op dit gebied. M'n vrouw en ik hadden afgesproken dat we geen fratsen zouden uithalen als we niet langs de gewone weg kin deren kunnen krijgen. We prefereren adoptiekinderen boven de medische mallemolen." Dirk Ketting, persvoorlichter bij het Leids Universitair Medisch Centrum (na een diepe zucht): „Ik kan twee dagen lang niemand bereiken van de afdeling 'in vitro fertilisatie' (IVF of wel reageerbuisbevruchting-red.). Los daarvan zouden ze, denk ik, wei nig zin hebben om hier een verhaal over af te steken. Ze balen ervan als maar te moeten opdraven als de me dia weer een arts bij een of ander sensationeel medisch verhaal willen hebben. Laten de ethici eerst maar oordelen, mevrouw Dupuis bij voor beeld." -De woordvoerster van mevrouw H. Dupuis. hoogleraar medische ethiek aan de Universiteit Leiden en kandi daat WD-senator, onlangs in het nieuws met haar spraakmakende pleidooi de opvang van asielzoekers een jaar stop te zetten: „Ik heb even ruggenspraak met mevrouw Dupuis gehouden maar we hebben ons nog niet in zwangerschap bij mannen verdiept en we hebben ook geen tijd om ons erin te verdiepen." De gynaecoloog M. den Ouden van het Rijnland Ziekenhuis in Leider dorp: „Ik denk - en ik spreek nu na mens het grootste deel van gynaeco logisch Nederland - dat het uitprobe ren van de techniek die de Britse on derzoekers voorstaan zeer nadelige gevolgen heeft voor man en kind. Je moet je niet verkijken op de placenta, dat is een agressief orgaan dat zich vastzet aan de baarmoeder. Het li chaam van de vrouw is daarop bere- De man bevalt na negen maanden via de keizerenede. Idioterie of een gewenste ontwikkeling? foto gf kend, dat van de man niet. Ook ethischvalt er veel aan te merken op het fenomeen zwangere mannen. De voortplanting en alles wat daarmee samenhangt, wordt zo uiterst verwar rend. We kunnen onze medische energie beter aanwenden om een be ter antwoord te geven op kanker en andere ernstige aandoeningen." Anita de Graaf, een van de drie ven noten van Bebinella, een winkel in baby-artikelen aan de Leiderdorpse Zijldijk: „Ik ben nu zeker in de een of andere grap verzeild geraakt? Nee? Ik heb de kranten nog niet gelezen, maar het is dus serieus? Zwangere mannen zouden een oplossing kun nen zijn. Ook bij Bebinella merken we dat kinderen steeds meer een be wuste keuze zijn, dat ze tot achter de komma nauwkeurig worden gepland. En dat gaat dikwijls mis. Stelletjes die er drie, vier jaar over doen of waarbij het helemaal niet lukt. In zulke geval len zou zwangerschap bij mannen misschien een oplossing kunnen zijn. Maar ik zou het toch wel belachelijk vinden om samen met mijn vriend een zwangerschapsbroek voor hem bij Bebinella te kopen. Mannen zijn hiervoor eenvoudigweg niet gescha pen. Mannen hebben weer dingen die vrouwen niet hebben." De Leidse verloskundige J. van de Ven-Lok: „De wonderen zijn de we reld nog niet uit. Over zwangere mannen maakte ik tot dusverre alleen nog maar grapjes. Als een vrouw veel problemen had tijdens de zwanger schap en/of bevalling van het eerste kind, zei ik wel eens daar haar man dan maar de tweede moest 'doen'. Ik denk wel dat ik het interessant zöu vinden als ik een zwangere man man moet onderzoeken, ja. nou en of! Ethische bezwaren heb ik niet. Het standpunt dat je de natuur haar gang moet laten gaan, is volstrekt achter haald. De mens grijpt overal op tal van manieren in." De Roelofarendsveense kraamver zorgster Els Verhaar: „Ik zat van de week te kijken naar een programma over de eerste mannelijke kraamhulp. Dat was al een openbaring en dan nu dit. Ie kunt wel bezwaren hebben maar die waren'er ook tegen de eer ste mens op de maan. Je houdt ge woon niets meer tegen. Ik denk dat ik dan ook gewoon m'n werk zou doen als een bevallen man en zijn baby mijn hulp nodig hebben. Gevoelsma tig zeg ik toch: waar zijn ze in gods naam mee bezig. Is dit nu idioterie of geniaal? Aan de andere kant sta ik ook wel eens te klappertanden van verbazing over wat ik in 'gewone' ge zinnen aantref." Dominee J. Blom van de hervormde gemeente te Katwijk: „De Heer heeft gezegd: komt allen tot Mij en Ik zal u rust geven.' De Heer heeft niet ge zegd: Ik zal al uw verlangens bevredi gen. Want daar gaat het toch eigenlijk om bij zo'n mannelijke zwanger schap. Je ziet dat men in de weten schap steeds meer los gaat maken wat bij elkaar hoort. In dit geval moe der en kind. Je sleutelt daarmee aan een basisprincipe en ik keur dat af. In Genesis 2 staat dat God de vrouw heeft geschapen om kinderen te ba ren. Kijk, het kan best zo zijn dat de man fysiek in staét is om kinderen te baren, maar hij mist de psychische constellatie die een moeder heeft. En die kunnen ze de man bij zo'n in greep niet meegeven. Het klinkt mis schien koel, maar als een vrouw on danks alles geen kinderen kan krij gen, zal het echtpaar dat moeten aan vaarden. Ik denk in de eerste plaats aan het kind. Dat kind is er niet om de kinderwens van de ouders te be vredigen. Ik heb het idee dat het voor dat kind niet goed is, als het wordt gebaard door een vader." G.J.M. Wolvers, coördinator afdeling burgerzaken gemeente Leiden: „De wetgever gaat bij de wetgeving altijd uit van de vrouw, degene dus die het kind baart. Wanneer de man het kind baart, moet dat dus juridisch worden geregeld. Ik moet er overigens niet aan denken zwanger te worden. Dat is bij de vrouwen toch prima gere geld, of zie ik dat nou verkeerd?"' CEES VAN HOORE WIM KOEVOET voorbeeld, over smaak valt niet te twisten. Onzin, natuurlijk want an ders zou het woord smakeloos niet bestaan. In Leiden is een veel gehoord argument dat nieuwbouw zich van oudbouw duidelijk moet onderscheiden om de bouwstijl van een be paalde tijd herkenbaar te ma ken. Alsof dat niet voldoende naar voren zou kunnen komen uit bouwontwerpen, die in ar chieven worden opgeslagen, of bij tentoonstellingen uitgestald, zonder dat deze ontwerpen in steen, staal en beton vorm wor den gegeven. Het resultaat is dat afstemming van nieuw bouw op een historische omge ving bewust wordt genegeerd. Waarom is mij een raadsel; in het Van der Werfpark worden toch ook geen plastic bomen geplant omdat dit de tijd van de kunstsstof is? Trekken we deze vergelijking met een andere discipline nog even door dan wordt duidelijk dat de beroepsgroep, in tegen stellingen tot die van de land schapsarchitecten, het belang van het vertoon van de indivi duele creatie hoger acht, dan die van samenhang met andere omgevingselementen. Mijn stelling is dat dit ego centrisme dient te worden doorbroken omdat de afnemer, de genieter van de bouwkunst het grote publiek is en niet be perkt blijft tot die van een enke le opdrachtgever die voor nieuwbouw geld beschikbaar stelt. Het consequent invoeren van een competitie tussen ont werpen voor elk bouwproject waarbij alle inschrijvers een ho norarium ontvangen, en de be oordeling door overwegend een lekenjury wordt uitgevoerd, is dè oplossing. Het ontwerpen wordt daardoor wel wat kost baarder maar architectkosten zijn slechts een fractie van de bouwsom. De competitie stelt architec ten ook in staat vaker en meer gevarieerde ontwerpen te ma ken, - oefening baart kunst - en méér architectuurgeschiedenis te schrijven, waarbij tevens de uitgesproken waardering in het tijdsgewricht wordt vastgelegd. Tot slot nog even terug tot de eerste vraag, ik ben er persoon lijk geen voorstander van om op de plek Rapenburg 124 zon der meer een 17de eeuws grach tenhuis te imiteren. Dat zou een noodsprong moeten zijn als bij een competitie zou blij ken dat niemand iets inventie vers heeft weten te bedenken. A. Rörsch Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 21