Eeef en Coo winnaar van Cabaretfestival ,ichamen die geen 'au!' meer zeggen The Thin Red Line wint Gouden Beer Cultuur Kunst Grandioze prestatie van Nederlands Studenten Koor Festival in Leiden voor Shakespeare-sonnetten Cobra bron van ergernis \ANDAG 22 FEBRUAR11999 CHEF JAN RIJSDAM, 071-5356444. PLV CHEF ANNET VAN AARSEN 071-535&143 MUZIEK RECENSIE LIDY VAN DER SPEK 5j iderlands Studenten Kamerkoor, o.l.v j™ ub Kerstens, m m v Insomnio en- j. mble voor de hedendaagse muziek Gehoord 21 /2de Waag, Leiden Jj et Nederlands Studenten imerkoor (NSK) maakt vol- ns traditie zijn jaarlijkse lurnee. Tweede universiteits- ad die dit koor aandoet is i eiden. De vuurdoop was za- lo rdag in Nijmegen. Deze veede uitvoering is al van (g ïtzonderlijke kwaliteit. Er is ita ?zocht naar een rode draad, ?n thema dat de muziek rich- u'ang geeft. Je kan daar inge- ikkeld over doen, maar laten e de grote lijn in de gaten ouden op koorwerken van Je-eeuwse componisten met iieuwe Muziek. Wat dirigent Huub Kerstens resteert met een koor in toch k !k jaar weer wisselende be- (J Mting, is grandioos. De stem- len zijn in één woord schitte- nd op elkaar afgestemd, dat a om je maar weinig tegen, ingt het plenum, dan verrast /oorbeeldige homogeniteit, lieren de lage-, midden- of «s oge stemmen, dan verwon- pren ze door hun eigen zeer j, ieciale klankkleur en door en spectaculair volume. Eigenlijk is elk programma- oderdeel een juweeltje; wel- cht zou het buitengewoon prstilde 'Silent noon' van uub Kerstens (tevens diri- "?nt), aan zeggingskracht ebben gewonnen als het iets ■comprimeerder was opge- ouwd. Het uitgesponnen 8 phone zweemt naar langdra- gheid Het NSK begint met 3 delen als een dacapo-geheel ge- iffineerd aaneensluiten. 'Si- liano' (1962) van Sylvano s ussotti voor mannenkoor, timmen der Natur' (1975) nor \Touwenkoor van Alfred Schnittke en wederom Sicilia- no. Ze lopen letterlijk naad loos in elkaar over. Als het laatste zoemen van de man nen versterft, zwelt het aan bij de vrouwen die achterin de Waag zijn opgesteld. Alle syl laben van woorden uit een lieflijk herdersliedje vallen hoog en laag, schots en scheef, ijl en zwaar de ruimte in. als toevallig ontglipt. Dat ordeloze wordt nog eens ver sterkt door de diverse ge fixeerde aktiehoudingen van de zangers. De gonzende vrouwenstemmen slingeren in pasteltinten om elkaar heen, bewegen als tij en tegentij, ko men op en ebben weg, nu weer op de voet gevolgd door de mannen. Indrukwekkend uitgebeeld als een Middel eeuws drieluik, met in de kantlijn de twee opdrachtge vers. Gerard Beljon schreef in op dracht van het NSK en het Fonds voor de Scheppende Toonkunst 'En wat dan op een gedicht van Jotie T'Hooft. De desolate sfeer krijgt in transparante fluisteringen, dan weer in hevige uitbarstin gen gestalte. De 5 strijkers, 2 slagwerkers en één klarinet in tensiveren de dodelijke sfeer, een traag kloppend hart, op sterven na dood. De 'Zeven magnificat-antifonen' (1987) van Part en de 'Scene from the Ramayana' (1997) van Sinta Wullur hebben iets gemeen schappelijks. Zoals Part z'n ar chaïserende melodische lijnen uitzet en vermengt met de klank van omfloerste klokken (Tintinnabulli), zo imiteert Sinta Wullur de gamelan die het gezongen verhaal onder steunt, kruist en zelfs aanvalt en er op in hakt. Aan het NSK 1999 zijn al de ze uiteenlopende kleurrijke uitingsvormen royaal toever trouwd. Publieksprijs voor De Spekmennen Het duo Eeef en Coo, uit Antwerpen en Dongen, heeft de eenentwintigste editie van het Vara Leids Cabaret Festival gewonnen. De Spekmennen uit Zoetermeer wonnen de publieksprijs. In het juryrapport over Eeef en Co wordt gesproken van 'een verrassende inhoud waar durf en cynisme strijden met pure mallotigheid.' LEIDEN PABLO CABENDA „Welk juryrapport?" Eva de Ro- overe is zo beduusd van de fes tivaluitslag, dat ze het verslag van de jury niet eens heeft ge hoord. Ze heeft met Colette No tenboom, nadat ze beiden van de Kleinkunstakademie waren 'gegooid', in twee maanden tijd het cabaretduo Eeef en Coo uit de grond gestampt en een pro gramma in elkaar gedraaid. Een mengeling van slapstick, hilari sche hysterie en komische lied jes. In een duizelingwekkende vaart gaat het van Hamlet naar de macarena, naar een dagje aan het strand om vervolgens uit te monden in een melige lachbui over een ernstig auto ongeluk, waar je dus eigenlijk he-le-maal niet om mag lachen. En de jury vond het poepliedje om te zoenen. „Laat je maar goed gaan, trek het je heus niet aan." Een bezoek aan het klein ste kamertje voorgedragen alsof Elton John voor een mooie, dooie prinses zingt. Het is spontane meidengekte, soms niet meer dan het giechelen on der dekens, uitvergroot en met succes op de bühne gebracht. F.n net zoals met dat soort sta pelbedhumor zijn ook Eeef en Coo behoorlijk aanstekelijk en moet zoiets als een clou het nog wel eens ontgelden. Maar voor dat je dat tot je kan laten door dringen zijn Eeef en Coo weer druk bezig met een dansje op Fame. Snelheid is één van de troe ven van het duo. De verbale kwaliteit van de grappen laat weieens te wensen over. Een stuk hogesnelheid Shakespeare is iets te makkelijk scoren net zoals de kwestie: 'Is het gepijpt of gepepen?'Maar het tekort aan tekstuele hoogstandjes wordt adequaat aangevuld met een verbluffend toneelnaturel van beide dames, waarbij hun gedreven overtuiging vaak vol doende is om mensen te kiete len. Of Maarten Westra ook zo'n theaterpersoonlijkheid pur sang is, is moeilijker vast te stel len. De stuntelige, ongedurige presentatie van de surrealisti sche rijmer lijkt soms net iets overgecultiveerd en schiet mis schien een beetje zijn doel voorbij door hier en daar irrita tie juist op te roepen. Maarten, van Maarten en Chiel, is dan ook een ziel die zich te buiten gaat aan taalvondsten, soms eerder vergezocht dan leuk ge vonden. En dat kan wel eens i;positie van oorlogsfotograaf Teun Voeten in Leids CBK s EN CEES V FOTO TEUN VOETEN meeste journalistiek in Nederland is te schrijven als mooi-weer-journalistiek. armee wordt bedoeld dat zowel de rijvende als de fotograferende pers wei- gevaar loopt bij het halen en brengen i nieuws en dat het kogelvrije vest niet de normale uitrusting behoort van de en en dames journalisten. Hooguit krij- ze eens een boze beller aan de tele- n, een proces aan de broek of een bolus Qr de brievenbus, maar meer ook niet. Jaar er zijn van die mensen in deze lerasdelta die wel gevaar lopen bij de uit lening van hun journalistieke vak. Die gels om hun oren horen fluiten en ge- nfronteerd worden met tot de tanden toe ivapende soldaten, met hysterische ordenaars die de machete net zo mak- iijk hanteren als wij het broodmes. Een die mensen is de fotograaf Teun Voe- die vorig jaar in Sierra Leone werd ont- êrd maar gelukkig na een tijd weer heel- ids opdook in Leiden. Het Centrum fldende Kunst wijdt van 24 februari tot met 28 maart een tentoonstelling aan uverk onder de titel: 'A ticket to'. toeten is bij het grote publiek bekend morden door zijn boek 'Tunnelmensen', arin hij in woord en beeld een indrin- 'd portret geeft van de bewoners van de iv Yorkse tunnels, drop-outs die aan de id van het bestaansminimum leven. Al er dan tien jaar begeeft Voeten zich in oorlogsgebieden van deze wereld en lakt hij daar foto's die een grote betrok kenheid met de lijdende mensheid tonen. Geen ver van mijn bed-show voor hem, maar de harde realiteit. In het Centrum Beeldende Kunst in Lei den is een verzameling foto's bijeenge bracht die ondanks de schokkende inhoud geen sensatiezucht ademen. Voeten komt zo dichtbij als maar mogelijk is, maar ner gens krijg je de indruk dat hij wordt be schouwd als een morbide voyeur. Een van de eerste foto's toont drie meis jes die met hun halsdoeken voor de mond en neus gedrukt, wegkijken van een massa graf in Goma. Het erge is dat er in hun blik niet eens meer ontzetting is te lezen. Dit soort taferelen moet voor de drie kinderen dagelijkse kost zijn. Het is de manier waar op Voeten hen heeft gefotografeerd die deernis opwekt. Bij het bekijken van de foto kun je een vloek niet onderdrukken. Naast deze foto bevindt zich een plaat van een vrachtwagen met open laadklep. Drie mannen zijn bezig lijken in een kuil te gooien. Ze dragen mondkapjes ter voorko ming van besmetting. Voeten heeft een van de lijken 'in de vlucht gevangen'. Het is het lichaam van een jonge jongen, dat straks bovenop de andere lichamen terecht zal komen en daarbij geen 'au!' meer zal zeg gen. De waanzin die de oorlog is en de mis moedige berusting daarin heeft Voeten als geen ander weten te treffen. Hij stelt zijn ei gen werk ter discussie met een foto waarin twee journalisten knielen bij een man die met een bebloed gezicht op de keien zit. De enige bescherming die de man heeft, be- ontaarden in virtuoos gestuntel op de vierkante meter zonder een duidelijk doel dan mis schien alleen vertedering. Als Westra zichzelf bijvoorbeeld met zijn lullige drive in disco lampjes aanbiedt voor feestjes, hoor je dan ook zachtjes een warm meelevend 'Aaaah' op stijgen uit het publiek. Patrick Spekman, lefgozer uit Zoetermeer gaat liever voor de confrontatie. Dat doet hij met een agressieve act waarin Spek man de Haagse a-so-zijaal wordt, die „op zoek gaat naar een lekker wijf om zijn gouwe giraf in kwijt te kunne." Spek man is een performer die het publiek bijna letterlijk bij de oren trekt en ze dwingt te luis teren. De actualiteit, een beetje plichtmatig dat wel, komt ook nog om de hoek kijken. Het uit zendbureau is op zoek naar een nieuwe leider van de PKK en Beatrix kan niet in de oranje polonaise omdat ze tot haar hoedje ingesneeuwd is in Lech. Het wordt hogelijk gewaardeerd door een publiek dat houdt van Haagse Harry's en luidruchtig te kennen geeft ook kranten te lezen. Het is dan ook niet ver wonderlijk dat de publieksprijs naar de Spekmennen gaat. Maar hoe hard er ook werd gelachen de indruk blijft dat ook het publiek een prestatie heeft geleverd. Door een hoop goodwill te geven aan acts die hebben getoond wel talent te bezitten maar dat in een mid delmatige editie van het festival nog zeker niet voor de honderd procent hebben verzilverd. Eeef en Coo, beduusd door de overwinning. FOTO LOEK ZUYDERDUIN BERLUN PIETER VAN LIEROP De Gouden Beer, de hoofdprijs van het 49ste Filmfestival van Berlijn, is gisteren toegekend aan de Amerikaanse film The Thin Red Line. Het betreft een oorlogsfilm over de slag om het eiland Guadalcanal. Regisseur is Terrence Malick die ruim 20 jaar niet achter de camera had gestaan toen hij zijn come back maakte met deze zeer vrije verfilming van een door James Jo nes geschreven roman. Actrice Angela Mo lina, die de jury presideerde, liet weten dat de uitverkiezing van The Thin Red Line als beste film in unanimiteit tot stand was ge komen. De Speciale Jury Prijs werd gegund aan Mifunes Sidste Sang - Dogme 3, geregis seerd door Sören Kragh-Jacobsen, die in Berlijn een succesvol vervolg wist te geven aan het vorig jaar in Cannes ingezette of fensief van de Deense Dogma-groep (met Lars von Trier en Thomas Vinterberg als voorgangers). De officiële Berlijnse jury, waarvan deel werd uitgemaakt door Jeroen Krabbé, had nog een eervolle vermelding extra over voor de fotografie (John Toll) van The Thin Red Line en voor actrice Iben Hjejle, hoofdrolspeelster in Mifunes Sidste Sang. In de publieksenquête kwam het Deense werkstuk als meest gewaardeerde Füm uit de bus, gevolgd door The Thin Red Line en Shakespeare in Love. Laatstgenoemde film (geregisseerd door de Brit John Madden) kreeg van de jury een Zilveren Beer voor het scenario dat door Mare Norman en Tom Stoppard geschre ven was. De Brit Stephen Frears (maker van de neowestern The Hi-Lo Country) werd bekroond voor de beste regie. De Zilveren Beren voor acteerprestaties kwamen allemaal terecht in het gastland. Juliane Kohier en Maria Schrader mochten de eer delen voor de manier waarop ze in het Berlijn van tijdens de oorlog gestalte geven aan een lesbische relatie in Max Far- berböcks film Aimée Jaguar. Als beste ac teur werd Michael Gwisdek bekroond voor zijn spel in Nachtgestalten, van Andreas Dresen. Tenslotte was er nog een Zilveren Beer voor David Cronenbergs futuristische hor rorfilm Existenz als 'bijzondere artistieke prestatie', terwijl de Turkse film Reis Naar De Zon (van Yesim Ustaoglu) een Blauwe Engel ontving voor de beste Europese film. De Alfred Bauer Prijs voor het beste debuut werd opgestreken door de Fransman Tho mas Vincent voor zijn film Karnaval. De Gouden Beer voor korte films moest ge deeld worden door Sergej Ovtscharov (Fa- raon) en Pjotr Karwas (Masks). Inclusief de oeuvreprijzen die gedurende het festival al waren uitgereikt aan Steven Spielberg, Meryl Streep, Shirley MacLaine en Roberto Rodriguez, werden er in totaal maar liefst 64 onderscheidingen toegekend. M HOORE LEIDEN staat uit een doek, die hij half over zich heen heeft getrokken. Het doet denken aan 'Mijn kleine oorlog' van Louis Paul Boon, waarin een meisje tijdens een bombarde ment in een kuil springt en een krant bo ven haar hoofd houdt. De fotografen proberen de man met hun camera's zo scherp mogelijk in beeld te krijgen. De vraagt dringt zich op: waarom helpen ze die sloeber niet voordat hij kre- peert? Kennelijk geldt ook voor fotografen: eerst schieten, anders is iemand je voor. Naast de twee fotografen die voor de be bloede man knielen, staat een fotograaf wiens bovenlijf niet in beeld is. De camera hangt ter hoogte van zijn geslachtsdeel. De zoomlens doet denken aan een fors, half geërecteerd, geslachtsdeel. Zo brengt Voe ten treffend in beeld hoe 'geil' de fotogra fen zijn om een mooie plaat te schieten. In Soedan heeft Voeten de bevolking ge fotografeerd terwijl die bezig is met het vee, vaak buffels met vervaarlijke hoorns. Even krijg je van de fotograaf de tijd om,bij te ko men van de narigheid. Hij heeft het Soed- aanse volk en de met slijk bedekte licha men met eerbied gefotografeerd. Alsof hij wil zeggen tegen de mortieren en granaten: hier blijven jullie vanaf. Teun Voeten, A Ticket to: 24 februari tot en met 28 maart in het CBK, Hooglandse Ker- kracht. Openingstijden: woensdag tot en met zaterdag 12-17 uur, donderdag ook 19- 21 uur, zondag 12-16 uur. Officiële opening op zondag 28 februari, 14.00 uur, met pre sentatie van het boek A Ticket to. De Leidse Stichting Tegen beeld houdt op 1 juni 1999 een Shakespeare-sonnettenfestival op de Nieuwe Rijn en de Koornbrug. Tijdens het evene ment zullen tal van Leidenaars 's avonds gezamenlijk 141 son netten van Shakespeare voor lezen, rappen en zingen. Om zoveel mogelijk toe hoorders te kunnen bereiken, wordt in het water van de Nieuwe Rijn een extra podium geplaatst. Burgemeester Post- ma zal het spits afbijten bij de declamatie. Voor het jaar 2000 denkt de Stichting Tegenbeeld aan een manifestatie waarop 'Vijf eeuwen Leidse dicht kunst' centraal zullen staan. Engels is niet de enige taal die tijdens het sonnettenfesti- val te horen is. Ben Walen kamp, drijvende kracht achter de Stichting Tegenbeeld: „We willen daarom deze keer een lichtbord installeren waarop de sonnetten in Nederlandse vertaling te zien zijn. Die moeilijkheden hadden we na tuurlijk bij de 'Mei' van Gorter, de manifestatie van vorig jaar, niet. Het lijkt me aardig als burgemeester Postma begint en ex-burgemeester Goekoop de avond besluit." „Het Shakespeare-sonnet dat door de Stichting Tegen beeld op de muur van een stu dentenhuis om de hoek van het Rijksmuseum van Oudhe den is aangebracht, wordt in het Russisch voorgelezen. Dat gedicht, dat over vriendschap gaat, kenden alle leden van de Russische schrijversbond uit het hoofd. Ze lazen het en masse voor toen George Stei- ner daar een keer op bezoek was en niet wist wat hij moest zeggen, omdat hij door de KGB in het oog werd gehou den aangezien hij lovend had geschreven over Pasternak. Hij noemde toen alleen maar het nummer van dat sonnet en daarop reciteerde de voltallige schrijverspopulatie het ge dicht." „Het poëziefestival moet een jaarlijkse traditie worden. In het jaar 2000 organiseren we een soortgelijke manifestatie, maar dan met Leidse dicht kunst van, laten we zeggen, het jaar 1500 tot 2000. De Leid se muren zijn bijna gestuct met plaquettes van dichters die hier hebben gewoond en gewerkt. Neem alleen Bilder- dijk, die aan het Rapenburg heeft gewoond. En wat zou je denken van Piet Paaltjens? Door zijn poëzie kronkelen tal van Leidse stegen en straten en het Leidse studentenleven is door niemand nog zo mooi bezongen. Hoor ik op Sempre een waldhoorn klagen... Je kunt bij de voordracht zelfs denken aan speciale kledij uit de afzonderlijke perioden. We zouden kunnen beginnen met stadssecretaris Jan van Hout met zijn Spaanse kraag en ein digen met de jongste dichters hier, gestoken in jeans." „Er zou tegelijkertijd een boekje moeten verschijnen waarin een bloemlezing van die Leidse poëzie staat. En een begeleidende tentoonstelling in het CBK of De Lakenhal is natuurlijk ook mooi. Laten we maar eens trots zijn op de mensen die hier zoveel moois op papier hebben gezet. Er ge beurt hier literair gezien bar weinig. En dat terwijl Leiden toch eeuwenlang een leidende rol heeft gespeeld in het lite raire leven." Lotti van der Gaag 1922-1999 De beeldhouwster en schilde res Lotti van der Gaag is vrij dag in het ziekenhuis in Nieu- wegein overleden. De aan de Cobra-groep gelieerde Char lotte van der Gaag is 75 jaar geworden. Zij werkte onder meer bij Zadkine in Parijs, kwam in 1951 in aanraking met Cobra, deelde atelier en armoede met Appel en Cor- neille in de Rue Santeuil. Tot Van der Gaags monumentale werken be hoort bij voorbeeld een vier me ter hoge plastiek in brons bij het Nijmeegs Museum. Haar wer ken zijn or ganisch, ruimtelijk, bizar en hu moristisch. Kenmerken de titels zijn Rifdrift, Bliksem- boom en Oprotrots. Haar leermeester was Livi- nus van der Bundt, de toen malige directeur van de Haag se Vrije Academie. Zij ging zich in die periode op beeld houwen toeleggen. Na een tentoonstelling in 1949 in het Amsterdamse Stedelijk Muse um met werk van beeldhou wers als Brancusi, Zadkine en Giacometti besloot ze naar het buitenland te gaan. Hoewel ze geen geld had om lessen te betalen, nam Zadkine haar als leerlinge aan. Hoewel haar kunst precies aansloot bij wat de Cobra-be weging in haar manifest had betoogd, werd Lotti van der Gaag niet uitgenodigd om van de groepering deel te gaan uit maken. De verhouding Cobra- Van der Gaag zou altijd een bron van ergernis blijven voor de kunstenares. Met name Corneille wilde er niets van weten dat Van der Gaag tot Cobra zou moeten gaan behoren. „Voor Corneille bleef ik altijd het buurvrouw tje", zei zij in 1993 tegen HP- /De Tijd. Hij zorgde ervoor dat Lotti van der Gaag in 1951 niet kon meedoen aan de fa meuze ex positie in Luik, waar mee Cobra internatio naal op de voorgrond trad. Toch had zij toen in Parijs al enige faam verworven; Vijf jaar later mocht ze wel mee doen aan een Cobra-tentoonstelling die door de VS reisde, maar door geldgebrek kon ze geen bron zen afgietsels maken en was ze daarom maar met één beeld vertegenwoordigd. De schenking van ruim honderd tekeningen en enkele collages aan Museum Boy mans-Van Beuningen was voor het Rotterdamse muse um in 1993 aanleiding een keuze uit haar werk te laten zien, met tekeningen, schilde rijen en beeldhouwwerken. Vanaf 1960 was ze weer gaan schilderen. Eigenlijk had ze graag bij de Cobra-beweging gehoord, maar later kon ze het woord niet meer hóren. „Cobra is voor mij dood", zei zij in '93.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 27