)PORT
Stiekem dromen
van de Tour
iïarry van der Laan: 'Mij mag je nooit wisselen'
Pi4
[RDAC 20 FEBRUARI 1999
•WILLEM SPIERDIJK. 071-5356464, PLV -CHEF JANET VAN DIJK, 071-5356463
Aart Vierhouten leert opnieuw lopen en fietsen
Aart Vierhouten klonk, die dag in januari, heel opgewekt. Tijdens de
ploegpresentatie op het hoofdkantoor van de Rabobank werd hij even 'in de
uitzending gehaald'. Live vanuit het ziekenhuisbed. Vierhoutens relaas over dé
valpartij in Spanje en z'n bekkenbreuk klonk nuchter, zat vol kwinkslagen.
Toen de telefoon op de haak ging en in Utrecht iedereen overging tot de orde
van de dag, zakte Vierhouten echter in een diep wak. „Ik dacht, houd nu maar
op met vragen stellen, anders word ik gillend gek. Toen het gesprek voorbij
was, had ik mezelf niet meer in de hand, ging ik diep door de knieën."
hseeeiük&IKM
Figuurlijk en geestelijk dan. Want Vierhouten is sinds
10 januari, de dag dat hij in Spanje geschept werd
door een auto. allesbehalve mobiel. Zijn linkerbeen mag
én kan hij nog nauwelijks bewegen. Hoewel uit metin
gen bleek dat zijn vetpercentage onveranderd is, viel hij
vijf kilo af. Dus. rekende Vierhouten zelf uit, raakte hij
vijfduizend gram aan spierkracht kwijt. Het duurt, dat
lijdt geen twijfel, vele maanden voor hij weer op niveau
is.
Drie weken lag hij plat op zijn rug in het Amersfoortse
Eemland-ziekenhuis en staarde wanhopig naar het pla
fond. Maar sinds begin februari werkt hij thuis in Oud-
Turnhout én in het aldaar gelegen Sint Jozef-ziekenhuis
aan zijn herstel. Een crime voor een coureur die na een
uitstekend seizoen juist zijn vleugels wijd wilde uitslaan.
Vierhouten was voornemens zich niet alleen te profile
ren met het halen van drinkbussen en het uit de wind
houden van de kopmannen, maar te bewijzen dat hij
was gerijpt. Hij dichtte zichzelf kansen toe in de klassie
kers en wilde meesprinten om ritzeges in de kleinere
ronden.
Nog één keer haalt Vierhouten (28) zich, op verzoek,
de gebeurtenissen van zondag 10 januari voor de geest.
„We zaten in een klimmetje. Leon van Bon reed een
meter of 200 voor me. Ieder hield zijn eigen hartslag in
de gaten. Bovenaan trokken we nog even door, niet
overdreven hard. Toen sloeg die tegemoetkomende au
to ineens linksaf. Hij heeft me nooit gezien, remde niet
eens. Ik kon nog een centimeter of twintig naar rechts
uitwijken, maar werd toch getorpedeerd. Ik vloog door
de lucht, raakte de straat en de stoeprand. Zo'n hele ho
ge. Beng, ik maakte z'n harde klap, dat ik weer een heel
stuk verder vloog. Als ik niet meer op deze aarde had
hoeven zijn, dan had dit mijn laatste moment kunnen
zijn. Als die auto mij frontaal had gepakt, was ik er niet
meer geweest."
De pijn was direct ondraaglijk. „Pas nog zei ik tegen
Manda, mijn vrouw, dat als alle pijntjes en blessures die
ik ooit heb gehad op een hoop worden geveegd, het nog
niet half zo erg zou zijn als dit. Echt, ilc zou liever drie
keer achter elkaar de Galibiër beklimmen, dan iets der
gelijks nog eens beleven."
Boren
Vierhouten, meer dood dan levend, werd naar het zie
kenhuis in Denia vervoerd. „Maar voor ik daar in een
bed lag, ging er heel wat tijd overheen. Ze wilden zich er
eerst van vergewissen hoe ik heette - ik moest per se
m'n paspoort laten zien - en of ik wel verzekerd was."
De Spaanse artsen oordeelden daarna (onterecht bleek
later) dat Vierhoutens bekken van zijn plaats was geko
men en achtten het noodzakelijk een pin door het been
van de Rabo-renner te boren. „Ik heb een kwartier ge
protesteerd, dokter Van Meerwijk in Nederland vond
het niet nodig. Maar die Spanjaard zei dat hij de baas
was in Denia, en hup daar ging-ie met een boor aan de
gang."
„Of ik toen aan fietsen dacht, aan een verloren sei
zoen? Nauwelijks. Ik had zoveel pijn, kon gewoon niet
denken. Ik wist ook niet wat er kapot was. Langzaam
kwam het besef dat ik maanden uitgeschakeld zou zijn,
dat ik pas in september weer een beetje kon fietsen, als
waar was wat ze in Spanje zeiden. Dat schokte me wel,
ik werd bang. Mijn contract loopt immers tot het eind
van 1999."
Inmiddels heeft Vierhouten begrepen dat de soep in
Spanje heter werd opgediend dan noodzakelijk. In
Amersfoort werd een nieuwe diagnose gesteld. Het bek
ken was op meerdere plaatsen gebroken, maar zat nog
op z'n plaats. .Dankzij mijn fysieke gestel. Als topspor
ter heb je heel wat meer en beter getrainde spieren en
pezen. Die hebben de boel bij elkaar gehouden."
Er zijn nu meer voordelen. Een 'normaal' mens kan
pas na een week of zes gaan denken aan revalidatie,
Vierhouten is al volop bezig. „Na een week of twee heb
ben ze me, liggend op een brancard, zo in een zwem
badje laten zakken. Maar ik kon niet rechtop zitten, of
mijn been bewegen. Je gelooft dan nauwelijks dat het
ooit nog goed komt."
Elektrotherapie
Sindsdien is het hard gegaan. Met elektrotherapie wor
den de zenuwen in zijn been gestimuleerd. Vierhouten
zit zelfs zo nu en dan al op de hometrainer, met een
heel breed zadel. „Heerlijk. Dat geeft vertrouwen. Fiet
sen gaat trouwens nog beter dan lopen. Het doet ook
minder snel pijn. Ik mag zoveel doen als ik denk dat ik
aankan, met één restrictie: het mag absoluut geen pijn
doen. Inmiddels leer ik in het Sint Jozef weer lopen.
Echt. zo mag je het noemen. Drie weken plat op je rug
en je coördinatie is compleet weg. Gelukkig dat ik niet
nog eens zo'n periode heb stilgelegen, je zou echt niet
meer weten wat je moest doen. Ik ga nu met sprongen
vooruit, zie bijna dagelijks vooruitgang. Ik probeer me
nu al geestelijk voor te bereiden op de dag dat er min
der vooruitgang is. Die komt, onherroepelijk."
Dagelijks rijdt Manda hem heen en weer naar het
Wielrenner Aart Vierhouten revalideert. Zijn linkerbeen mag en kan hij nog nauwelijks bewegen.
hospitaal. De stukjes naar de auto, op krukken, zijn een
beproeving. Niet in de laatste plaats omdat naast zijn
fraaie woonboerderij klinkertjes liggen. Zelfs met een
stel extra kussens in de auto is het geen pretje over zo'n
weg te rijden. Ieder kuiltje voelt hij.
De weg naar herstel is dus nog lang voor Aart Vier
houten. „Wanneer ik mijn eerste wedstrijd zal fietsen?
Ik heb echt geen idee. Stiekem denk ik aan de Tour de
France. Maar of ik dan al weer op niveau ben, is zeer de
vraag. Het is waarschijnlijk dat de Ronde van Spanje, in
het najaar, mijn hoofddoel wordt."
Uitslover
Hij mijmert, droomt weg naar de dagen van voor zijn
val. ,,Ik stond er goed voor. Had in de winter alle dagen
minstens honderd kilometer gefietst. Ook op nieuw
jaarsdag. Een uitslover noemden ze me in de groep. Tij
dens het trainingskamp in Spanje merkte ik ook dat ik
verder was dan het jaar ervoor. Ik wist dat ik wellicht
mee kon gaan doen in de finales, zoals aan het eind van
vorig seizoen."
Moet hij nu voor contractverlenging gaan knokken?
„Ik heb te horen gekregen dat ik niets hoef te vrezen.
Kijk, kwakkel je met je gezondheid en kan je de koersen
niet uitrijden, dan is het veel moeilijker je plekje in de
ploeg te verdedigen."
„Ik heb altijd mijn werk gedaan. Ik hield bij de ama
teurs al niet van linkeballen, ik vlieg er altijd in. Vorig
jaar was het mijn taak de eerste 130 kilometer met de
ontsnappingen mee te zitten, mijn werk te doen. Maar
langzaam werd het meer. In Hamburg, waar Van Bon
won, was ik zelf ook top. Hoefde ik geen bidons voor
anderen te halen, mocht ik laten zien wat ik kon. Die rol
had ik dit jaar ook voor ogen. Aart Vierhouten is geen
programmavulling meer. Nu moet ik natuurlijk weer
een paar treetjes lager op de trap beginnen. Maar ik
hoop dat ik aan het einde van het seizoen weer behoor
lijk bovenin zit."
Harry van der Laan scoort altijd en overal. Vorig seizoen
maakte hij 29 doelpunten voor Cambuur Leeuwarden,
dat promoveerde naar de eredivisie. Bij FC Den Bosch is
Van der Laan hard op weg dat kunststukje te herhalen.
Hij scoorde al 21 keer en vooral dankzij zijn
doelpuntenhonger gaat de Brabantse titelfavoriet aan de
leiding in de eerste divisie.
aarom ik in een hotel woon?
Omdat dan alle zaken geregeld
ik hoef dan alleen maar te voet-
Sen. Dat vind ik makkelijker. Mijn
nilie woont in Gouda, daar ben ik
regelmatig, ik heb in Gouda ook
woning. Dit hier bij FC Den
sch is toch maar tijdelijk. Je bent
twee jaar in Leeuwarden, daar-
ben je even twee jaar in Den
sch en zo rommel je een beetje,
mmigen worden helemaal ge-
Qrd als ze in hun eentje in een ho-
iamer zitten. Ik niet. Ik ben graag
mezelf. Het is trouwens geen ge
ne hotelkamer waarin ik woon, het
iet penthouse op het hotel, met al-
erop en eraan. Er zit een keuken
een grote badkamer, een woonka-
een grote slaapkamer, ik heb
i groot dakterras. Het is gigantisch,
deren kunnen van zoiets alleen
lar dromen.
fee, koken kan ik niet en ik ben
niet van plan dat te gaan leren.
maaltijden worden allemaal
me geregeld, ik kan zelf afspra-
maken met de keuken, ideaal. Je
iet alleen wel een beetje gediscipli-
terd zijn voor jezelf. Je moet na-
nrlijk niet elke dag een tournedos
oganof naar binnen gaan zitten
rken en gaan rommelen met saus-
Ik heb het hier in hotel Vught
naar de zin. Zoals ik het in het
irohotel in Leeuwarden, waar ik
önde toen ik bij Cambuur speelde,
kontzetend naar de zin had.
ik kan aardig een bal in het net
tieten. Het lijkt wel of het elk, jaar
'er gaat. Ik denk dat dat te maken
eft met ervaring. Iemand die z'n
Ie leven al heeft gescoord, heeft op
gebied alles wel zo'n beetje mee
maakt. Scoren is daardoor een au-
natisme geworden. In bepaalde si-
ities maak je daardoor gewoon de
ste keuzes. Scoren heeft ook met
frtuiging te maken. En ik ben over
tuigd van mezelf, al heb ik ook m'n
spanningen en m'n momenten van
twijfel. Als ik me niet lekker fit voel, of
als het elftal wat minder draait. Dan
heb ik ook wel eens dat ik denk: hoe
moet ik er vandaag in hemelsnaam
nog eentje inkrijgen? Maar over het
algemeen maak ik me daar niet druk
over. Ik voetbal op dit moment zeker
niet groots, maar als het op het af
werken van kansen aankomt, ben ik
top.
Natuurlijk sta ik onder druk. Er
wordt van mij verwacht dat ik ergens
tussen de 20 en de 25 goals maak,
maar druk is voor mij geen probleem.
Mijn hele leven wordt er al van mij
verwacht dat ik goals maak. Als ik er
gens de bus uitstap staan er altijd wel
supporters 'Harry, vandaag drie' te
roepen. Nooit wordt dat tegen ie
mand anders geroepen, altijd tegen
mij. Doelpunten maken is altijd het
enige geweest waar het bij mij om
ging en ik merkte al gauw dat ik daar
handig in was. Bij de pupilletjes was
ik dat al.
Ik ben natuurlijk wel een speler
met een gebruiksaanwijzing, ik moet
een beetje m'n eigen gang kunnen
gaan. De trainer moet mij accepteren
zoals ik ben, de ploeg moet mij ac
cepteren zoals ik ben, en gebeurt dat,
dan maak ik het ook waar, dan zorg ik
voor rendement.
Ik had natuurlijk nooit in de eerste
divisie mogen spelen. Misschien niet
bij Ajax, Feyenoord of PSV, maar ik
had zeker toch wel bij de ploegen
daar vlak onder moeten voetballen.
Het is onzin dat ik een typische eer-
ste-divisiespits ben, want dat ben je
natuurlijk niet als je als tweede ein
digt op de topscorerslijst achter Ro-
mario (seizoen 1989-1990, Van der
Laan scoorde toen 21 maal voor FC
Den Haag, red.).
Ik kan straks terugkijken op een
mooie carrière, al is mijn carrière niet
Harry van der Laan schermt de bal af in de wedstrijd tegen Den Haag in januari,
waarin hij beide doelpunten scoorde voor Den Bosch. foto anp
verlopen zoals ik had gehoopt en ook
had verwacht. Ik had verwacht dat ik
door zou breken naar de absolute
top. Het is bij Feyenoord niet goed
gegaan en dat is bepalend geweest
voor mijn carrière. Ik kwam in een
elftal dat niet draaide en we hadden
een trainer, Guilder Bengtsson, die ik
helemaal niks vond. En daar kwam
bij, en dat was misschien nog wel het
grootste probleem, dat ik iemand ben
die binnen een elftal een belangrijke
positie in moet nemen. Ik moet een
bepalende factor zijn, er moet een
hoop op mij zijn afgestemd. En bij
een club als Feyenoord ligt dat na
tuurlijk effe wat moeilijker dan bij
een club als FC Den Haag, waar ik
vandaan kwam. In het begin stond ik
bij Feyenoord gewoon in de basis,
maar het liep niet en ik verloor mijn
plaats. Toen heb ik de kardinale fout
gemaakt de knuppel te snel in het
hoenderhok te gooien. Ik ben wegge
gaan, terug naar FC Den Haag, terwijl
ik bij Feyenoord nog een tweejarig
contract had. Ik had mezelf meer tijd
moeten geven.
De 24ste van deze maand word ik
35, ik zit bijna in de Kerst van mijn
carrière. De ambitie die ik nog heb is
promoveren met FC Den Bosch en
dan nog één jaar in de eredivisie. Nog
één rondje in de echte stadions, nog
één keer om het echie. Ons spel is
overigens nog niet van dien aard dat
ik nu al zeg: we worden kampioen.
Emmen moet je nog niet uitvlakken,
maar FC Groningen is voor mij de ge
vaarlijkste concurrent. Het heeft nog
steeds de uitstraling van een echte
eredivisieclub. Dat is een psycholo
gisch voordeel, andere ploegen kijken
daardoor tegen je op.
Je hebt in de eerste divisie vaak met
hele jonge, onervaren spelers te ma
ken. Laatst tegen Dordrecht komt er
zo'n jongen tegen mij spelen. Van
Bielzen of zo, weet ik veel hoe hij
heet. Sterk, fysiek alles in orde en hij
deed het ook hartstikke goed, daar
niet van, maar hij stond helemaal
strak, was er helemaal op gefixeerd
mij van scoren af te houden. Hij leek
wel een mummie en hij was doof
stom ook, dat weet ik zeker. Geen
woord heeft hij tegen me gezegd,
geen kik heeft hij gegeven. Een robot.
Met dat soort jongens heb ik in de
eerste divisie voortdurend te maken.
Als je tegen eredivisieclubs speelt,
speel je tegen jongens die je kent en
die jou kennen. Dan lui je tijdens een
wedstrijd over van alles en nog wat, is
het gezellig, maar in de eerste divisie
is er wat dat betreft vaak geen lol aan.
Dan speel je tegen jongens als Van
Bielzen, jongens die door hun trainer
nog zijn opgenaaid ook. Zo van: denk
erom, jé staat tegen Harry van der
Laan, de topscorer, die heeft daar en
daar gespeeld, scoort gemakkelijk, is
hartstikke gevaarlijk, als je hem een
meter geeft schiet hij hem erin. Tegen
types als Van Bielzen moet je echt tot
de 90ste minuut scherp blijven om er
een in te krijgen. Dat is dodelijk ver
moeiend hoor.
Aan de manier waarop ik het ver
baal aanpak hebben ze aan mij moe
ten wennen bij Den Bosch. In be
sprekingen zeg ik gewoon tegen mijn
medespelers dat ze de bal naar mij
moeten spelen 'en dan schiet ik hem
er wel in'. Die vent is gek, zie je zo'n
groep spelers denken als ik dat dan
zeg. Dat kan ik me ook goed voorstel
len, maar ik maak het waar. Doelpun
ten maken is. nu eenmaal mijn kwali
teit en die moet je benutten. Er zijn er
niet zoveel die gemiddeld één goal
per wedstrijd maken. De kans dat je
met zo iemand komt te spelen is dus
niet erg groot. Daar kun je alleen
maar je voordeel mee doen.
Ik probeer jonge spitsen ook altijd
wegwijs te maken, ze te vertellen hoe
ze het beste in bepaalde situaties
kunnen reageren, dat ze het beste
vaste hoeken kunnen nemen, vaste
principes kunnen hanteren en dat ze,
als ze op de training een afwerkvorm
doen, die wedstrijdeigen moet doen.
Ik denk ook dat ik heel veel ver
stand heb van voetballen. Ja, er wordt
gezegd dat ik overal verstand van
heb. Bij sommige clubs noemden ze
me Johan. Ik bemoei me overal mee,
maar als ik iets zeg, of iets beweer,
heb ik me er ook in verdiept en ik
vind dat ik dan ook mijn mening kan
ventileren. Ik denk ook dat ik verbaal
sterker ben dan Cruijff. Cruijff heeft
zijn eigen taal ontworpen, wat ieder
een prachtig vindt, maar ik denk dat
ik met begrijpelijker argumentatie
kan komen. Als je Cruijff soms op de
televisie hoort, dan denk je: waar
heeft hij het in godsnaam over.
Sommigen vinden het helemaal
niet leuk om hun mening te geven, ik
wel. Als wij een nabespreking heb
ben, bijvoorbeeld, dan zegt hij (doelt
op trainer Martin Koopman), en dat
doet hij dan expres: 'Zeg Roberto
(Verhagen red.), heb jij nog wat?'
'Neuh, neuh neuh...' Patrick, Patrick
Deckers, ook zo'n jongen. 'Zeg Pa
trick, heb jij nog wat?' 'Neuh neuh
neuh neuh...' Dat zijn jongen die blij
zijn als ze niet aangekeken worden.
Maar dan mis je toch wat ik je per
soonlijkheid en dat zie je ook terug in
het veld.
Ik ben natuurlijk niet bescheiden.
Ja, dat wekt soms irritatie op. Wat
denk je wat er gebeurt als ik er niet
voldoende inschiet..? Dan hebben de
mensen een hekel aan me, absoluut,
misschien hebben ze sowieso wel een
hekel aan mij, maar dat ik is iets waar
ik totaal niet mee zit.
Martin Koopman? Een sympathie
ke man. Geen schreeuwer. Een mo
derne trainer, met moderne oefenstof
en moderne denkbeelden over voet
bal. Ik heb ook al een paar aanvarin-
kjes met hem gehad, maar dat komt
omdat hij aan mij moet wennen. Ie
dere trainer moet aan mij wennen. Ik
heb het een paar keer meegemaakt
dat hij mij een kwartier voor tijd wis
selde. Jaah...Mij mag je nooit wisse
len, zeg ik dan tegen hem. Hoezo niet
wisselen? zegt hij dan, ik heb met
twintig man te maken en iedereen is
vervangbaar. Nee, zeg ik dan, je mag
mij nooit wisselen, ik ben in staat om
in de negentigste minuut nog een
doelpunt te maken."
Romantiek
s gentleman Wenger al door
Elisabeth geridderd of beltaagi
dit Buckingham Palace alleen
als Arsenal er ondanks het over
spelen van de wedstrijd tegen
Sheffield United ook nog in
slaagt de FA Cup te winnen?
Want dan pas zou het sprookje
volledig zijn.
Deze krant citeerde de Engelse
kwaliteitskrant The Indepen
dent die van een historisch offer
sprak. Hans van Breukelen nam
het woord chique in de mond.
„Zoiets kan alleen in Engeland"
zei de ex-keeper van Notting
ham Forest. „Dit maakt Engels
voetbal zo romantisch."
Romantiek.
Het woord is gevallen.
De replay staat in het teken van
de verloren gewaande roman
tiek van her voetbal. (Te hopen
valt dat Sheffield goed aanvoelt
dat de replay niet is bedoeld om
de benadeelde underdog een
nieuwe kans te geven. Want de
replay mag van ons allemaal
zijn, niet van Sheffield). In het
belang van de romantiek is het
gewenst dat dit voetbalsprookje
ook een sprookjeséinde krijgt. In
de traditie van ze leefden nog
lang en gelukkig dacht ik hierbi
aan 6-0 voor Arsenal.
In de Engelse sportcultuur was
oorspronkelijk niet het winnen
van wedstrijden de maatstaf,
maar hoe je de wedstrijd speel
de. De Engelsen zèlfzijn dit al
lang vergeten (wedstrijden wor
den om 100 pond verkocht; zelfs
lichtmasten worden gesaboteerd
om goksyndicaten te gerieven),
maar wij denken dat het tijds
verschil nog steeds 100 jaar is,
dat het in Engeland voor altijd
1899 is gebleven.
Arsenal - Sheffield (zeg maar:
Ajax - Veendam) stond 1-1 toen
Parlour van Arsenal vlak voor
tijd de bal inwierp naar Kanu.
Eigenlijk wilde Parlour de bal
kwijt aan de keeper van Shef
field. Die had (ongeschreven)
recht op de bal, omdat hij deze
had uitgetrapt om een blessure
behandeling mogelijk te maken
Maar de ingooi mislukte. Kanu
(in de afgelopen 2, 3 jaar weinig
aan de bal geweest) aarzelde
niet toen hij eindelijk weer eens
een bal van dichtbij zagen trap
te deze schitterend naar Over-
mars. Wat Overmars in zijn
Ajax-jaren veel te weinig deed,
deed hij nu wel: hij scoorde!
Scoort Overmars eindelijk, is he
weer niet goed.
„Zo wil ik niet winnen", zei Ar
senal-trainer Arsène Wenger in
de BBC-microfoon. „De wed
strijd moet over.
We hoorden dit Maradona niet
zeggen, na zijn handsbal in
Mexico City, 1986. De Engelsen
verwijten hem dit nog steeds,
toch was het een Fransman die
het Engelse voetbal zijn roman
tisch aura terugbezorgde.
Had hij dit ook gedaan als de
tegenstander van het formaa t
Manchester United was ge
weest? Goede vraag.
Probeer het u voor te stellen.
Feyenoord-PSV, dit weekend.
PSV wint door een Linskensach
tig doelpunt van Khokhlov.
Hoort u het Robson al zeggen?
„Khokhlov is er kapot van. Hij
had niet in de gaten dat hij
scoorde. Onze excuses aan de
sympathieke supporters van
Feyenoord. Wij bieden Leo en
Jorien aan de match over te spe
len.
Nee, Robson is wel bejaard,
maar niet gek. Niet zo gek als
Wenger. Maar Wenger is ook
niet helemaal gek natuurlijk.
Sheffield zal Arsenal toch geen
tweede keer voor de voeten lo
pen?
Want hoe nobel en oprecht de
geste van Wenger misschien ook
is, het moment ervoor was uit
stekend getimed. Geen mens die
eraan dacht de zaligi'erklaarde
Fransman te confronteren met
het ondermaatse spel van zijn
kampioenself tegen het Engelse
Veendam.
Dat vonden ook Alan Hansen ei
Trevor Brooking, de Kraay en
Kieft van Engeland, zaterdag in
de studio van de BBC. Hansen
begreep niets van Wenger.
Brooking alles. Maar dat her
Engelse voetbal na de Hoddle-
rel een onsje romantiek gebrui
ken kon. dat begrepen ze al te
goed. Vive le roi, vive Wenger.
Hiermee is Wenger echter nog
niet onsterfelijk.
Dat wordt hij pas als Arsenal
ook de FA Cup wint. Want hoe
je de wedstrijd speelt mag dan
belangrijk zijn, tegenwoordig
moet je hem helaas ook winner
Sir Arsène!
fr
Frank
Snoeks is
verslaggever
van Studio
Sport