'Het blijft gewoon kwaj ongenswerk' Isidorus 936 ZATERDAG 13 FEBRUARI 1999 Thomas Acda (links) en Paul de Munnik: „Wij moeten eerst schrijven wat we willen vertellen en dan moet het ook nog iets te zeggen hebben." FOTO LEX VAN ROSSEN homas Acda zingt wat voor zich uit: „IK HAD HET ALLERMOOI STE LEVEN. SUEP OP EEN iESTIKT MATRAS. MAAR NERGENS FOTO'S. FOTO'S VAN VANDAAG. GELUKKIG WASMaar het kan rden: Foto's van vandaag dat ik ge- ras. dan wordt het een heel andere Thomas probeert een nieuwe zin en Munnik denkt meteen mee: „En er- id ik een foto, in plaats van nergens." uzzelt verder: „Ik moet ergens een foto dat vind ik ook wel fraai hoor. Een bedenkt wat hij allemaal heeft, maar sheeft hij foto's.... Ik lees een nieuwe ok vaak voor aan de theatertechnici, dan wazig kijken, weet ik dat 'ie nog nt ze nog niet, Thomas Acda en Paul inik? Dankzij hits als Ik ben me zelf nooit geweest en Laat me slapen kent tre Nederlander ze, terwijl het caba- zo'n twee jaar geleden nog stilletjes de kleine theaters toerde. Inmiddels ide jongens Ahoy' moeiteloos vol krij- zijn geen zalen meer die niet zijn uit fat als ze langskomen. Thomas Acda s gerust: „Dat komt wel weer, wacht rde programma maar af." En Paul de benadrukt dat het eigenlijk gewoon gensvverk blijft: „Maar daarom is het leuk om te doen." Bang voor een te huk door al die publieke belangstel- het tweetal niet: „Het is een grotere m gemotiveerd te blijven als je voor of veertien man moet spelen." Demo n die het rustige theaterleventje van [n De Munnik verstoorde, was de fee platenbaas Daan van Rijsbergen. aan de wieg van de cd's van Acda Munnik, die in een klap voor Marco taferelen zorgden. Van Rijs- directeur van S.M.A.R.T., een label pydat zich richt op Nederlands talent, (cht de jongens op in het theater: hoe het publiek op de nummers vroeg of we een demo hadden, niet. Of we een demo wilden fNee!" Thomas had helemaal geep [laten maken: „Ik denk dat wordt toch fer toen belde Daan een paar maan- dat het hem niet lekker zat en fel demo wilden sturen. Ik zeg 'We geen demo, maar we komen wel fee.' Dus wij met mijn gitaartje naar htoor en daar hebben we wat liedjes gespeeld. Toen kwamen er langza- steeds meer mensen bij zitten om Het gevolg: een cd en vrijwel het grote succes, fcnde Thomas uit de tijd dat die in de hrman en ik speelde, met onder an- fesist David Middelhoff. Hij is de op het podium bij de optredens da en De Munnik. De muzikaal bege- [altijd bescheiden op de achtergrond S& maar zijn rol bij het maken van de "ma's wordt steeds groter. Toen Tho- '994 uit de band stapte, belde hij me- met het plan cabaret te gaan ma- David er ook bij hebben maar in eerste instantie bij de band. Uit- bishij toch bij ons gekomen."Ze be- dus met z'n tweeën. De première- eerste theaterprogramma werd ge- 1995, maar ging niet door. Thomas had bovendien het topje van zijn gezaagd. „Dus dat leek me niet het "om in première te gaan. Maar de reden was dat het programma Acda en De Munnik zijn niet bang voor de druk van het succes Acda De Munnik. In mum van tijd van de relatieve rust van de kleine theaters, naar een ongekende populariteit en steevast overvolle theaterzalen. Thomas en Paul blijven met de beide benen op de grond staan en laten zich door het succes niet overdonderen. Het tiveede programma deel 2' brengt ze naar de grotere theaters en het derde programma kan nog even op zich laten wachten. Bang voor een te grote druk door al die publieke belangstelling is het tiveetal niet: „Het is een grotere druk om gemotiveerd te blijven als je voor dertien of veertien man moet spelen. nog slecht was." De Munnik herinnert zich de commotie die de afgelasting veroorzaak te: „Een hele week Theater Bellevue in Am sterdam afzeggen, dat hadden ze nog nooit meegemaakt." Thomas kan zich nog opwinden over de negatieve reacties: „Reacties als 'zie je nou wel die Acda en De Munnik met hun grote waffels, die zouden het wel even gaan ma ken, maar mooi niet!' Later - toen we een maal succes hadden - kwam de één na de ander zeggen dat we een precedent hadden geschapen en vond iedereen dat je je pro gramma er uit moet knallen als het niet goed genoeg is." Helden Dat eerste programma kwam er uiteindelijk toch. De titel was Zwerf 011. Thomas Acda had het boek On the road van Jack Kerouac gelezen over een rondtrekkend vrienden-, clubje dat een leven leidde met sex, drugs en poëzie in het Amerika van de jaren vijftig. Dat is niet de tijd waarin Thomas zelf op groeide. Acda: „Nee, maar ik werd op de Kleinkunstacademie al een ouwe hippie ge noemd. Wat ik mooi vind aan dat boek, is dat de verteller niet de held is. Verder stond er in mijn exemplaar ook een foto van twee jongens die tegen een muur leunden en dat leek ons een briljant affiche voor onze voor stelling: twee van die stoere jongens die niet verder komen dan Muiderberg. Dat eerste programma Zwerf on had een sukkelig ver haal, maar dat vond ik leuk omdat de hoofd personen net zulke sukkels zijn als de vertel ler van On the road." De programma's van Acda en De Munnik gaan over helden. Mede door het gigantische succes van hun cd's zitten ze nu zelf ook in die rol. Daarom hebben ze dat aspect in het tweede theaterprogramma heel erg overtrok ken. Er zit een act in die over de Acda en De Munnik-mania gaat. Thomas: „Daarin sta ik ontzettend arrogant te doen. Dat slaat in eer ste instantie op de situatie in '97 toen we net waren doorgebroken met de eerste cd. Maar wat er daarna in '98 gebeurde, is nog drie keer erger natuurlijk. Daar werd die mania- act nog geestiger van, toen kwamen er alleen maar grappen bij." Zoals de naam al doet vermoeden moet het programma Acda en De Munnik Deel 2 gezien worden als een vervolg op het eerste. Voor aanvang van de voorstelling staat het duo al op het podium en zingt de liedjes uit het eerste programma. „Dat is per ongeluk ontstaan," legt Thomas uit. „We waren een keer de inloop-cd vergeten en zijn toen zelf maar alvast gaan spelen. Dat werkt aan alle kanten. De mensen horen de nummers nog die in het eerste programma zaten en voor ons is de angel eruit. We staan niet meer in de coulissen te zweten. Bovendien hebben hebben we meteen een mooie inleiding op Deel 2." De nieuwe voorstelling is opgehangen aan de legendarische tekst van John Lennon: Life is what happens to you while you're busy making other plans. Acda hoorde die zin per ongeluk toen hij naar een film zat te kijken. „Dat was werkelijk het enige dat we hadden - verder stond nog niks van dat tweede pro gramma op papier. Toen ik die tekst hoorde, begon de motor te draaien. En dan begint het eeuwige geouwehoer. We gaan met z'n drieën eten of op een terrasje zitten of door het Amsterdamse bos wandelen." Die derde is in dit geval Ruut Weissman. Cabaretregisseur en directeur van de Klein kunstacademie, waar Thomas en Paul hun opleiding volgden. Thomas 'verwijt' Ruut dat hij nu cabaretier is omdat hij hem naar de opleiding haalde: „Het is tot in lengte van dagen zijn schuld dat ik cabaret maak. Dus dat lost ie dan maar op ook door ons te re gisseren. Het lekkere is dat we helemaal het zelfde denken." Structuur Regisseur Weissman houdt de structuur van het programma nauwlettend in de gaten. Die opzet is gebaseerd op de ideeën van Freek de Jonge, zegt Thomas. „Er bestaat honderd jaar cabaret en Freek heeft de opzet van het verhalende cabaret vijfentwintig jaar geleden bedacht. Het is inmiddels een theaterwet. Freek vindt onze liedjes okay, maar verder heeft hij zich niet echt over ons uitgelaten. Ik denk dat hij het programma cabarettech- nisch niks vindt, maar wie vindt hij nou wel goed? Hij doet het in zijn eigen voorstellin gen heel extreem door in een verhaal een an der verhaal te vertellen en dan daarin nog een." Voor Paul was de andere helft van Neer- lands Hoop, Bram Vermeulen, het grote voorbeeld. Vorig jaar stonden ze een keer sa men op het podium. „Bram zei toen dat hij een opvolger had gevonden en nu met een gerust hart weg kon. Ik heb op de Klein kunstacademie veel geleerd van de lessen van Bram. Meer nog over het vertellen dan over het zingen. Hij gaf meteen heel veel ver trouwen en zei dat ik het gewoon kon. Dat optreden met hem was natuurlijk te gek. Ik vond het ontroerend om een duet-achtig lied te zingen met de oude meester zelf. Maar nog even over die structuur van ons pro gramma: Er zitten in onze programma's tot nu toe steeds twee jongens die him verhaal doen. Daarnaast hebben we de rol van twee vertellers en we zeggen als Thomas en Paul nog dingen. Bovendien zijn de liedjes na tuurlijk ook verhalen op zich. Dus we heb ben allerlei verschillende vormen waarin we de tekst brengen." Zwaktebod De twee jongens uit de eerste programma's van Acda en De Munnik zullen ook in hei derde weer van de partij zijn. Maar daarna moet het wel afgelopen zijn vinden beide ca baretiers: Als we een derde programma ma ken, spreken die jongens af dat ze elkaar hierna nooit meer zullen zien. Anders wordi het een zwaktebod. Dan kunnen we beter ie dereen gelukkig maken door alleen liedjes te spelen. Een liedjesprogramma wordt hei trouwens nooit helemaal. Bij onze muziek tour werd het langzamerhand cabaret. Plot seling staan we dan toch weer tussen de lied jes door een verhaal te vertellen met grap pen." Een nieuw programma maken is geen een voudig proces, verzucht Paul: „Sommige ca baretiers schrijven een programma in achi weken. Dat gaat bij ons veel moeizamer. Wij moeten eerst schrijven wat we willen vertel len en dan moet het ook nog iets te zeggen hebben. We hebben nu het geluk dat we een beetje tijd krijgen voor dat derde program ma. Tot het eind van deze eeuw spelen we Deel 2 en dan komen we in april 2000 terug. Dat klinkt lekker ver weg en dan kun je ook altijd nog beginnen met drie kwartier voor de pauze en erna wat liedjes. We hebben veel tijd nodig, maar uiteindelijk spelen we ons programma net zo lang als iedereen. Het lijkt wel alsof wij het langer spelen, maar wij moeten er een tijdje tussenuit om een cd te maken." Het feit dat Acda en De Munnik zich in veel verschillende werelden begeven, zoals theater, televisie, film en de poppodia, maakt het voor het tweetal niet onoverzichtelijk. „Nee het is overzichtelijk, want het is ge woon onze wereld op dit moment." JAN PIETERSE Deel 2 (Life is what happens to you) van Ac da en de Munnik (muzikale begeleiding: David Middelhoff en regie: Ruut Weissman) is te zien onder meer: Diligentia Den Haag, 26 t/m 28 februari Het is niet gemakkelijk om het ie dereen naar de zin te maken. Ik probeer dat wel eens, maar het lukt meestal niet. Sommige lezers vin den dat ik niet streng genoeg ben want er moet meer opgetreden worden tegen taalverloedering en zo. Anderen, zoals Harry, struikelen dan weer over de fouten in mijn stukjes. Het Comité 'Ei zo na' zou graag zien dat er meer over 'ei zo na' geschreven wordt. En ten slotte zijn er ook die zeggen dat ik te vaak over mijn moeder schrijf. Daarom zullen we vandaag eens een streng en foutloos stukje schrijven over de heilige Isidorus van Sevilla. Umoet namelijk weten dat Isidorus van Sevilla onlangs officieel aangewezen is als beschermheilige van het internet. Het was mij, eerlijk gezegd, niet eerder opgeval len dat het internet geen beschermheilige had: maar nu het zo ter sprake komt, denk ik: gut ja, dat is zo. Gelukidg heeft iemand het opgemerkt en de kwestie aan het rollen gebracht: er heeft nu een benoeming plaatsgevonden. Het is mij niet bekend of er andere gega digden waren voor deze job. Wel gooide Isidorus van meet af aan hoge ogen, deze bisschop van Sevilla, die volgens mijn bronnen leefde van 560 tot 636. Hij heeft veel geschreven, en zijn boeken zijn de hele middeleeuwen door ook veel gelezen, maar wat hem speciaal voor het internet kwalifi ceert, is natuurlijk zijn omvangrijke ency clopedie in twintig delen, die helaas onvol tooid gebleven is, maar daar kun je met het oog op het internet natuurlijk ook juist een mooie symboliek in zien. En het was hem dan toch maar ei zo na gelukt. Het heeft lang geduurd voordat Isidorus deze speciale taak kreeg, 't Zal hem nog moeite kosten zich een beetje in die com puterwereld in te werken. Was hij aanvan kelijk een heilige in algemene dienst? Nee, ik ontdek dat hij ook al de patroon is van de landbouwers. Zoals Cosmas en Damianus voor de geneesheren zorgen, Cosmas ook voor de kappers (maar vroeger was het on derscheid tussen de barbier en de genees heer zo groot niet), Lucas voor de schilders en andere kunstenaars, Christoffel voor de reizigers, Nicolaas voor de scholieren, Eligi- us voor de smeden, Rafaël voor het spoor wegpersoneel en Leonardus voor de gevan genen. De taalkundigen moeten het zonder patroon doen, maar enfin, er is dan nu ie mand voor het internet. Er valt in ieder ge val veel te doen. Ik denk aan de bestrijding van kinderporno, de bescherming van de privacy, allerlei auteursrechtelijke proble men en zo nog een paar zaken. Waar ik woon krijg je bij de apotheek een soort kalendertje cadeau. Voor alle da gen van het jaar staat daar de heilige van die dag vermeld. Het lijkt me een overblijf sel uit een vroeger systeem van gezond heidszorg. In ieder geval is het handig om zo'n lijstje bij de hand te hebben. Vijf au gustus, mijn verjaardag, is de dag van de heilige Oswald. Toevallig was ik vorige week in èen andere apotheek. Daar hadden ze ook van die kalendertjes, en omdat ik even wachten moest, keek ik nog eens bij 5 augustus. Warempel, nu was Abel de man van 5 augustus. Kaartje meegenomen naar huis, en grondig vergeleken met m'n eerste kaartje. Er is veel overlapping, maar er zijn ook opmerkelijk verschillen. Intussen heb ik bij wel tien apotheken van die kaartjes verzameld, en ik kan u zeggen: er is nogal verschil. Neem nu 6 april. Is dat de dag van Cestinus? Van Petrus van Verona? Van de heilige Isolda? Van Balderik? Van Marcellin? Van Notker? Ik ben blij dat ik niet jarig ben op 6 april, want de keuze was nog moeilijk geworden. Om nog maar te zwijgen van na tionale feestdagen, want dan worden er he lemaal geen heiligen vermeld. Hoe kan dat? Dat lijkt me niet in orde. Ik heb ook nog even nagegaan welke dag van Isidorus van Sevilla is. Isidorus staat op geen van die kaartjes. Hoe is dat nu weer mogelijk? Ik ga naar de bibliotheek om een lijvig boek te raadplegen over heili gen en naamdagen. Dan blijkt dat 4 april de dag van Isidorus is. Waarom wordt hij niet genoemd op die kaartjes? Dat komt door dat er achter 4 april alleen maar staat: 'Pa sen'. Mooi dat het wel precies de verjaar dag van mijn moeder was. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 53