ZATERDAGS L A, B IJVO EG S E Leidsch Dagblad Alle ogen zijn gericht op Bijlmerrampcommissie ZATERDAG 13 FEBRUARI 1999 De Bijlmerrampcommissie krijgt de meest uiteenlopende kritiek te verduren. Sommigen noemen de parlementariërs meedogenloos, anderen spreken van theatraal en vooringenomen. Bewonderaars betitelen de ondervragers daarentegen als scherp, begrijpelijk en voor heel Nederland te volgen. Inquisiteurs of waarheidsvinders?Het moet geen publieke executie worden." mw. De Bijlmerrampcommissie met in het midden voorzitter Theo Meijer (CDA), en links naast hem Theo van De camera registreert alles wat er tijdens de Bijlmerrampenquête in de Eerste Kamer gebeurt foto cpd phil nijhuis den Doel (WD) en Marijke Augusteijn-Esser (D66) en rechts Rob Oudkerk (PvdA) en Tara Oedrayraj Singh Varma (Groen Links). foto cpd phil nijhuis De strafrechtgeleerde prof. mr. Th. de Roos heeft te doen met de getuigen in de Bijlmerram penquête. „De getuigen Worden behandeld als verdachten. Ze zitten in het beklaagden bankje bij een commissie die hen op een re- chercheur-achtige manier ondervraagt." Neem nou meneer Gaalman, onderhouds monteur bij El Al. Voor het oog van de came ra zat een gebroken man die na veel door vragen aarzelend bevestigde dat hij onder druk vliegtuigen heeft goedgekeurd die ei genlijk niet hadden mogen opstijgen. „Die man werd vreselijk in de mangel genomen. De commissie zat hem gewoon te roosteren. Dat is onnodig voor de waarheidsvinding. Het moet geen publieke executie worden", zegt De Roos. Onzin, meent de Haagse strafpleiter mr. G. Spong. „Meneer Gaalman was eerst van plan meineed te plegen. Voor zover ik het heb ge zien gebeurde er niets onoorbaars in dat ver hoor. Sterker, Gaalman kreeg zelfs de gele genheid om midden in het verhoor met een raadsman te overleggen. Dat hoeft de com missie helemaal niet toe te staan. In de ver horen van de rechercheurs Van Vondel en Langendoen tijdens de IRT-enquète, enkele jaren geleden, ging het er tien keer harder aan toe." Gaalman toonde zielig. Niet vanwege het verhoor, maar door zijn uitstraling, zegt een gedragsdeskundige die de verhoren op de voet volgt. Hij is het roerend met Spong eens. „De commissie zou hebben geblun derd als ze niet had doorgevraagd. Persoon lijk was ik nog verder gegaan." Nog nooit trok een parlementaire enquête zoveel belangstelling. De rechtstreekse tele visie-uitzendingen van de verhoren over de gebeurtenissen op en na 4 oktober 1992 wor den door honderdduizenden mensen ge volgd. De onopgeloste vragen van de Bijl merramp liggen mensen veel dichter aan het hart dan die van de.RSV (1982), de bouwsub- sidies (1986), het mislukte paspoortproject (1987), de WAO (1993) en de IRT (1995). Spierballen Juist de emotionele betrokkenheid bij de Bijlmerramp benauwt prof. De Roos. Parle mentaire enquêtes zijn bedoeld om de waar heid op tafel te krijgen. Dat kan wat hem be treft het best gebeuren in serene rust, zonder de nadrukkelijke aanwezigheid van televisie camera's die politici verleiden tot spierbal- lenvertoon. „Er zit een spanning op de en quête die niet goed is. De media spelen daar bij een aanjagende rol. Camera's zoomen in op getuigen en de politici in de commissie willen zich profileren door getuigen klem te zetten. Het wordt een bühnestrijd tussen de getuigen en de commissie. Door de span ning gaat iedereen roepen tot en met pre mier Kok. In mijn ogen moet de waarheids vinding veel soberder, veel onderkoelder. Anders liggen onzorgvuldigheden en effec ten op de loer. De commissieleden willen te veel laten zien dat ze geen watjes zijn." Advocaat Spong is daarentegen juist groot voorstander van de registratie door televisie camera's. „Een parlementaire enquête staat in dienst van het volk. Iedereen moet daar kennis van kunnen nemen. Televisie is dan het middel bij uitstek. Daarnaast kunnen ca mera's de waarheidsvinding vergroten. Ie mand die liegt, vertoont vaak zenuwtrekjes die door camera's genadeloos worden gere gistreerd." Binnen tien jaar zullen volgens Spong ook rechtszaken rechtstreeks worden uitgezon den. „De ultieme openbaarheid zal de kwali teit van het strafproces ten goede komen. Al le partijen zullen minder trucs toepassen. Slecht voorbereide advocaten vallen genade loos door de mand en officieren en rechters zullen zich niet meer onbeschoft gedragen tegen de verdachten. Verhoortechnieken De commissieleden hebben zich goed voor bereid op hun publieke optreden. Zoals bij elke parlementaire enquête worden ze bijge staan door een uitgebreid team van deskun digen. Maar het is voor het eerst dat de com missieleden door een politiefunctionaris zijn geschoold in verhoortechnieken. De politici die in de Kamer oeverloos kunnen zwetsen, blijken nu ineens heel bondig te kunnen for muleren. Waar het er in de Kamer om gaat 'om aan het woord te zijn', is het bij een ver hoor zaak anderen het woord te geven. Ver der is de commissieleden afgeleerd sugges tieve vragen te stellen ('Is het niet zo, me vrouw de minister, dat u van de lading wist? maar zoveel mogelijk open vragen te ge bruiken (wist u van de lading?). Een politie- psycholoog volgde enkele voorgesprekken en nam de eerste week van verhoren met de commissie door. De commissie-Van Traa die onderzoek deed naar opsporingsmethoden van de poli tie, moest het doen met een dagdeel media training. Verder niets. Het toenmalige com missielid. A. Rouvoet vindt een spoedcursus verhoortechnieken zo gek nog niet. „Kamer leden zijn goed getraind in het voeren van een debat, maar niet echt in het puntig vra gen stellen. Ik vind coaching op dat vlak pri ma, vooral ook omdat het heel verschillende verhoren zijn. Een slachtoffer moet je toch op een andere manier benaderen dan een verantwoordelijk politicus." Niettemin kijkt Rouvoet met tevredenheid terug op de werkwijze van de IRT-commis- sie. „De verhoren werden gelijkelijk ver deeld, maar iedereen mocht inbreken. Door tussenkomst van een collega had je soms het gevoel dat het verhoor bij je wegviel, maar zo'n interruptie was nooit bedoeld om pun ten weg te kapen of iemand de loef af te ste ken. De commissie ging in grote harmonie te werk en leunde daarbij op Van Traa. Maar ten wilde altijd alles weten en lezen. Hij was een a-typische voorzitter. Hij heeft geen ze ven karakters tot een eenheid gesmeed, want hij was altijd met het onderzoek bezig. Hij was enorm gretig. Hij brak vaak in een ver hoor in, maar dat kwam altijd door zijn grote betrokkenheid." Scoren De commissie-Van Traa was geen op elkaar ingespeeld team. Op het moment dat Van Traa minister Sorgdrager verhoorde en de spanning opliep, kwam plots commissielid Koekkoek tussendoor met een vraag. Alle op gebouwde spanning werd verbroken en Sorgdrager kon even achterover leunen en zich hervatten. Dit bewuste fragment is aan de huidige Bijlmerrampcommissie getoond om te laten zien hoe het niét moet. Nu bereiden steeds twee leden van de commissie een verhoor voor. Om de team geest te versterken wisselen de duo's van sa menstelling. Dit moet ook voorkomen dat mensen individueel willen scoren, want sco ren doet de commissie pas aan het eind van de rit als de feiten boven water zijn gehaald. In de tussentijd moet de commissie onge stoord haar werk kunnen doen en niet voort durend worden becommentarieerd, meent Eerste-Kamerlid en oud-voorzitter van de RSV-enquêtecommissie Van Dijk Verder geen commentaar dus uit zijn mond. Ook Rouvoet wil pas een oordeel geven als de commissie haar werk heeft afgerond. „Wat ik zie, vind ik intrigerend, maar ik ont houd me van een oordeel omdat je dat pas aan het eind van de rit kunt geven. Je weet niet wat voor strategie de commissie voert. Sommige vragen worden met opzet niet ge steld omdat ze later aan de orde komen. De kijker weet dat niet en ergert zich daaraan. Wij kregen ook telefoontjes en brieven van mensen die zeiden: 'Waarom vroeg je niet door? Je kunt toch aan z'n kop zien dat-ie niet deugt?' Maar het niet-doorvragen is soms onderdeel van de tactiek. Zo moesten wij essentiële vragen aan een infiltrant laten liggen omdat anders een nog lopend onder zoek kapot zou gaan. Later hebben we hem alsnog het vuur na aan de schenen gelegd." Strategie De commissieleden hebben veel meer ken nis dan de kijkers. De kennis is opgedaan uit dossiers, maar ook uit voorgesprekken met bijna alle getuigen. Op basis van die voor kennis wordt een strategie uitgestippeld. De Bijlmerrampcommissie behandelt elke week een thema (lading, berging, hulpverlening) en begint elke verhoorronde met 'gewone getuigen' om te eindigen met hooggeplaatste verantwoordelijken. Eventuele nieuwe feiten kunnen de verantwoordelijken dan nog on der de neus worden gewreven. Het gevaar van een al te rigide strategie is dat de commissie geen oog meer heeft voor informatie die niet in haar beeld past. Toen de alom arrogant bevonden RLD-topman Wolleswinkel een toelichting wilde geven op het begrip 'gevaarlijke lading' werd hij bot afgekapt. De commissie krijgt tijdens de publieke getuigenverhoren zelden iets nieuws te ho ren. Bijna alles is al bekend uit voorgesprek ken, maar moet in het openbaar en onder ede worden bevestigd. Soms zijn getuigen in het verhoor minder openhartig dan in het voorgesprek. De commissieleden mogen in zo'n geval niet verwijzen naar het voorge sprek, dat puur vertrouwelijk was, maar moeten het hebben van hun verhoortech- niek. Desalniettemin komt het weinig voor dat de commissie tijdens de openbare verhoren wordt verrast dooï nieuws. Meest frappante voorbeeld daarvan is het verhoor van voor malig minister Hirsch-Ballin in de IRT-en- quête. Er was geen voorgesprek met hem ge weest. Een handgeschreven 'bombrief van Sorgdrager kwam toen als een donderslag bij heldere hemel. De verbazing van de com missie daarover was niet gespeeld. Maar dat is uitzonderlijk. Doorgaans is de verbijstering of verontwaardiging op de gezichten van de commissieleden óf niet te lezen óf op herha- ling. Theater 'Theatraal' noemt prof. dr. U. Rosenthal (cri- sisdeskundige en 'mentor' van de IRT-en- quêtecommissie) de presentatie van de Bijl merrampcommissie. Het laten vallen van stiltes, de formulering van de vragen, de in tonatie, het vragen om morele oordelen.... Alsof de commissieleden een cursus theater school hebben gevolgd. Dezelfde beelden echter waar Rosenthal zich aan ergert, vormen cursusmateriaal aan de Media-academie in Hilversum. Judith Bosch, bekend van de NCRV, geeft er les in interview- en presentatietechnieken en vindt de commissie absoluut niet theatraal optre den. „Dankzij de korte zinnen, het gewone taalgebruik, de toon waarop dingen worden gezegd en de lichaamstaal zijn de verhoren veel begrijpelijker en toegankelijker dan die van vorige commissies. Er is duidelijk reke ning gehouden met een groot publiek. Ik vind dat met de voortdurende aanwezigheid van televisiecamera's heel belangrijk." Oud-WD Kamerlid en ondervoorzitter van de RSV-enquêtecommissie Th. Joekes be stempelt de kritiek als typisch Nederlands gezeur. „Natuurlijk is het theater. Alles is theater. Maar dat doet geen afbreuk aan de waarheidsvinding." Hij volgt de verhoren op de voet en vindt ze 'scherp en goed'. Komende weken zal blijken of de commis sie even streng is voor haar (oud-)ministers. In de IRT-enquête werden volgens critici de hoge bomen met zachte hand behandeld. Spong: „Naarmate hoofdofficieren, procu reurs-generaal en ministers als getuigen ver schenen, werd de commissie opmerkelijk mild. Waar Langendoen en Van Vondel van meineed werden beticht, werden anderen bevangen door plotselinge dementie. Ik vind dat misplaatste selectiviteit." In alle rumoer rond de enquête broedt de kip door. Voorzitter Meijer stoïcijns: .Alles wat om ons heen gebeurt, gaat langs ons heen. We houden ons alleen bezig met waar heidsvinding." MONIQUE DE KNEGT dalman, onderhoudsmonteur bij El Al, tijdens zijn verhoor vorige week. Voor het oog van de camera zat een gebroken man die na veel doorvragen aarzelend bevestigde dat hij onder druk vliegtuigen heeft goedgekeurd die eigenlijk niet hadden mogen opstijgen, mangel genomen. De commissie zat hem gewoon te roosteren. Dat is onnodig voor de waarheidsvinding. Het moet geen publieke executie worden", zegt strafrechtgeleerde prof. mr. Th. de Roos. „Die man werd vreselijk in foto's cpd phil nijhuis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 43