Levensvatbaarheid staat voorop' Heather Myles is de wachtkamer beu Cultuur Kunst ekwelde bakkers ver het nut er dingen Weggemoffelde Leidenaars W.C. Brouwer: 'Oh, Mussolini, kom ook hier!' AG 29 JANUAR11999 CHEF JAN RIJSDAM, 071-5356444, PLV. CHEF ANNET VAN AARSEN 071-5356443 Vorig jaar heeft de Leidse Uni versiteit zich bevrijd van de aan duiding 'Rijks' bij haar naam. De Universiteit Leiden is in de wereld alom als zodanig bekend. Aanduidingen als Rijksuniver siteit of Stedelij ke Universiteit geven eerder verwarring dan verheldering. Historisch ge zien zou de toe voeging 'Europese' nog het beste te ver dedigen zijn. Vooral in de tijd van de Repu bliek der vere nigde Nederlan den kende de Universiteit Lei den een enorme toeloop van stu denten uit het huidige Europa. Daarnaast heb ben Leidse pro fessoren het denken in intel lectueel Europa belangrijk beïn vloed. In de zeventiende eeuw bijvoorbeeld, was de Leidse juri dische faculteit toonaangevend in Europa. Traditioneel denkt men dan aan de Hollandse of Elegante School bij de bestudering van het Romeins recht. Maar een prominent vertegenwoordiger van de Hollandse school als Ge rard Noodt (1647-1725) was ook vernieuwend in zijn denken over de staatsinrichting. Als rector van de universiteit hield hij drie eeuwen geleden, op 9 februari 1699, in zijn diesrede een door wrocht pleidooi voor het idee van de volkssoevereiniteit. Uiter aard was die rede in het Latijn, maar al snel waren er Neder landse, Engelse en Franse verta lingen. De rede van Gerard Noodt werkte door in het gedachten- goed van de Franse Revolutie. In 1784 verscheen nog eens een ge actualiseerde Nederlandse verta ling van de rede. In onze 'Staats regeling des Bataafschen Volk' van 1798 is het idee van de volkssoevereiniteit voor het eerst grondwettelijk verankerd. Over Gerard Noodt of de Staatsregeling van 1798 hoor je nooit meer iets. De besturen van de stad en de universiteit zwij gen Gerard Noodt en de Staats regeling dood. Wel heeft deze be stuurlijke elite het altijd, tot ver velens toe, over Thorbecke en diens editie van de Grondwet van 1848. Vorig jaar werd zelfs net gedaan, alsof we nog maar 150 jaar een grondwet hebben. De Staatsregeling van 1798 is nogal sterk republikeins en daardoor in de ogen van de he dendaagse elite politiek incor rect. Hetzelfde wegmoffelen zien we bij de Slag bij Castricum van 6 oktober 1799. Het is veruit de bloedigste veldslag in (Noord)- Holland ooit. De politieke ver worvenheden, zoals neergelegd in de Staatsregeling van 1798 dreigden door erfprins Willem Frederik met Russische en Engel se troepen te worden te ruggedraaid. Onze Bata ven wisten met steun van Fransen dat toen nog te voorko men. Wie weet dat tivee eeuwen later nog Ook bij de waardering voor perso nen uit onze eeuw is er sprake van selectieve vooringeno menheid. Marinus van der Lubbe (1909-1934) werd jaren lang als een zielig en niet serieus te nemen geval beschouwd, zo het al de moeite waard werd gevonden om hem te noemen. Je zag steeds dezelfde foto van hem, waar hij op zijn onvoordeligst uitkwam. Voor de elite was Marinus van der Lubbe van geringe komaf, ongeschoold, activisten commu nist. Echt koningsgezind zal hij ook wel niet geweest zijn. Mari nus van der Lubbe hoorde niet thuis in de officiële geschiedenis van Leiden en kon maar beter worden weggemoffeld. In een paar jaar is het beeld over de persoon en betekenis van Marinus van de Lubbe drastisch veranderd. Niet dankzij het Leidse establishment. Maar wel dankzij het Leids Comité Mari nus van der Lubbe. We kunnen Van der Lubbe nu zien als een stadgenoot op wie we trots mo gen zijn. Er zijn thans in de stad naast andere activiteiten, liefst drie tentoonstellingen over Van der Lubbe. Marinus van der Lubbe is geen ontoerekenings vatbare brandstichter meer, maar een bewondering afdwin gend gedreven strijder voor soci ale rechtvaardigheid en tegen fascisme. De Universiteit Leiden heeft helaas geen comité, dat haar helpt nog eens met andere ogen naar haar geschiedenis te kijken. Bewust heeft de Universiteit Lei den afstand genomen van het beeld dat zij slechts een vazal van het rijk is. Dat de universi teit zich werkelijk vrij voelt ook politiek incorrecte zaken aan de orde te stellen, kan de komende dies natalis blijken. Een univer siteitdie trots is op haar geschie denis, is minstens verplicht om de (Europese) betekenis van de rede van rector Gerard Noodt drie eeuwen eerder passend te henvaarderen. CEES WAAL Country-traditionaliste treedt dinsdag in Alphen op THEATER ENSIE DICK VAN TEYLINGEN elling: Brood of 't Nut der din- Stichting Buk. Tekst en spel in den Berg en Maartje Vos ectie a ae'- Gezien: 27/1, LAKtheater, Leiden. ise ant bakker, zo iemand met ivitte muts en een blau- ruitjesbroek die iedere nd geurige broodjes wie maakt daar nou toneelvoorstelling over? tting Buk. Dat zijn Mag- den Berg en Maartje ie Wael, twee dames uit imehoek. aanmoedigingsprijs de mime die ze in 1996 bn heeft weinig gehol- want van mime is in nieuwe voorstelling (al- de vijfde samen) weinig ierken. 'Brood of 't Nut dingen' gaat over twee ers. een met een voor voor zoet en een die lie- tout bakt. Hun leven is idschappelijk, maat- ppelijk nuttig en over- elijk, maar toch jeukt er Dat wordt duidelijk als dronkenlap om een tenbol komt vragen en 5, Sass oute bakker en passant op de mogelijkheid dat k kunt weigeren de din- te accepteren zoals het je die in de schoenen eert te schuiven. Ook de 1, gretig op zoek naar de waar de bakkers nooit toegekomen zijn, kiest eigen weg. Uiteindelijk °nstra |t het get0b over de g kansen zo groot dat ze wegen hun hoofd in de te stoppen, m ood enzovoort is een ei- lardige voorstelling. De igen, geschreven door de wen zelf, hebben niet om het lijf, maar passe- net snel en terloops i om je je even te laten igen wat ze nou precies kenen. De voorstelling is iskenbaar warrig, maar iort warrigheid kan intri- n. Ook het spel is op een lalde manier knullig, met drinkgebaar voor kopje e en twee vingers in de bij 'ik zweer het', die iets ontroerends heeft. )leef steeds de toon hou- van een melancholieke ;blik op een onmogelijke |H|e, ook als de hedonist iet woord was. n van de charmes van lames van Buk is dat ze niks lijken aan te trek- van theaterwetten. Ze leden zich rustig op het um, spreken polderne- inds op het onverstaan- af, en nemen de tijd om ijes Lambrusco in te nken voor het hele pu- Toch heeft dat gekeutel n een vitrine met koek- n een kar met brood en leedspullen iets aan- ïlijks. Het zal iets te ma- hebben met een kinder- eloof in toneelspelen. Van Mierlo voorzitter balletorkest Hans van Mierlo is voorzitter geworden van het bestuur van het Nederlands Balletorkest. De voormalig D66-leider treedt daarmee in de voetspo ren van de in 1997 overleden Benno Premsela, die het voor zitterschap van het balletor kest twaalf jaar lang vervulde. De kort geleden tot Minister van Staat benoemde oud-vice- premier heeft bij menige lite raire en culturele organisatie een functie bekleed. Heather Myles klinkt vastbera den. Een aantal jaren heeft de country-traditionaliste uit Cali- fornië in de wachtkamer geze ten. Maar nu is het haar beurt, vindt ze zelf. En anderen met haar. Haar recente album 'Highways honky tonk' is in Nederland binnengehaald als een perfecte countryplaat. En Billboard-journalist Chet Flippo typeerde haar als een kruising tussen Tammy Wynette en Buddy Holly. ,,Of het nu mijn tijd is? Dacht het wel. En mocht dat niet zo zijn, dan zorg ik wel dat het nu mijn tijd wordt." Dat doet Myles onder meer door kilometers te vreten. Mo menteel is zè weer in Neder land, dinsdag treedt ze op in Hotel Toor in Alphen aan den Rijn. „Het is wel jammer dat het nu bij jullie winter is, want ik zou* graag in Nederland zijn als de bloemen overal bloeien", zegt de Amerikaanse blondine. Myles komt om haar 'High ways honky tonks' onder de aandacht te brengen. Het is haar derde album. Het verschil met de eerste twee is klein, meent Myles. „Highways honky tonks is wat grootser op gezet. Ik had nu ook meer erva ring als het op songschrijven aankomt. Het grootste verschil is wellicht dat ik ditmaal co- producer was. Daardoor had ik meer controle over de productie van het album. Zodoende is het een betere plaat geworden dan mijn eerste twee. Ook heb ik door mijn actievere rol meer plezier gehad in de studio." Haar eerste platen waren goe de countryplaten, stelt Myles. „Het nieuwe album is gepolijs- ter. Op een goede manier klinkt 'Highways honky tonks' ver fijnder. Soms klinken zangers en zangeressen te gladjes. Je weet wel wat ik bedoel. De pro ductie is ditmaal gewoon beter dan op de vorige platen. Vooral de gitaren klinken geweldig. En de liedjes zijn ditmaal zeer sterk." En het was natuurlijk fantas tisch om met countrytycoon Merle Haggard een duet te zin gen, laat ze tevreden weten. „Bij ons in Amerika is Merle al jaren een grote ster. Met Merle heb ik in Amerika reeds vaker gewerkt. Ik heb een aantal voorprogram ma's voor hem gedaan. Merle is in de studio een prima vent om mee te werken. Hij is een echte professional, maar is toch re laxed." „Wat ik van hem het meest heb geleerd? Gee", zucht Myles. „Ik ben altijd een groot fan ge weest van de manier waarop Merle liedjes schrijft. Ik heb veel naar zijn muziek geluisterd en hij is een grote inspiratiebron voor mij als componist. Je hoort zijn invloed terug in mijn werk. Niemand schrijft zo als hij. Bo vendien heeft zijn band een echt honky tonkgeluid en is zijn gitaargeluid zeer apart. Hij doet ook dingen die countrymuzi- kanten normaliter niet doen. Zo introduceerde Merle blazers in de countrymuziek." Een aantal jaren geleden viel Myles met haar platen tussen de wal en het schip. Ze was, zo lezen we in de inlay van 'High ways honky tonks', te laat voor de hausse in mainstream- country en te vroeg voor de al ternatieve rootsmuziek die Americana genoemd wordt. „Of het nu mijn tijd is? Dacht ik wel. En mocht dat niet zo zijn, dan zorg ik wel dat het nu mijn tijd wordt. Hoe? Door te doen wat ik doe. Keihard werken en mij suf toeren, zodat ik voor iedereen kan spelen. Dat moet ook wel, want het is natuurlijk altijd goed om iets te eten op tafel te heb ben." „Het is zeer moeilijk om als muzikante in de wachtkamer te moeten zitten, omdat de radio je niet wil draaien. Het is frus trerend als het tij tegenzit. Countrymuziek in Amerika zit vol met mains tie am-muzikan ten die zeer poppy klinken. Dat maakte het moeilijk voor mij. Maar op dit moment zijn de dingen enigszins aan het veran deren. Traditionele country zoals ik die maak, krijgt nu meer aandacht. Daarom hoop Heather Myles: „Keihard werken". ik dat ook ik meer aandacht krijg." In haar jeugd waren Merle Haggard, Tammy Wynette en Loretta Lynn de grote voorbeel den voor Myles. „Ik hou van traditionele country. Waarom weet ik niet. Ik speel country en FOTO GPD/E.K. WALLER geen hardrock, omdat ik ben opgevoed op een grote paar- denranch op het platteland. Mijn moeder was een grote countrymuziekfan. Dat zal er veel mee te maken hebben." Te zien: 2 februari in Hotel Toor, Alphen aan den Rijn aniscitoren Blues- en Jazzweek wijzen kritiek van de hand W.C. Brouwer: „Zoolang wij toestaan dat het Algemeen Kiesrecht be stendig blijft is er geen kans op orde en zal Europa ten gronde gaan." FOTO ARCHIEF Ontwerper Leidse Gijselaarsbank hield er groezelige denkbeelden op na De bekende Leidse pottenbakker en keramist W.C. Brouwer (1877-1933), die onder meer de Gijselaarsbank aan het Rapenburg ontwierp en mede-verantwoordelijk was voor de ornamentiek van het Haagse Vredespaleis, hield er uiterst rechtse denkbeelden op na. Dat blijkt uit een onderzoek van deze krant in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag, waar Brouwers artistieke nalatenschap is ondergebracht. Deze week dook in Leiden een onbekend kunstwerk van Brouwers op, een medaillon waarop de acteur Louis Bouwmeester (1842-1925) staat afgebeeld in de rol van de joodse woekeraar- Shylock uit Shakespeare's toneelstuk 'De koopman van Venetië'. Brouwers heeft zich evenwel niet alleen beziggehouden met het maken van 'beeldschoon' aardewerk, maai- ook met het bak ken van wandborden voor de N.S.B. Ook ontwierp hij een grafmonument met hakenkruis. In correspondentie en in stukken die Brouwer aan het eind van de jaren twintig onder het pseudoniem 'Karei van den Brouckaert' schreef voor De Vaderlan der, komt zijn verlangen naar een Nieuwe Orde en het onder de duim houden van de arbeiders uitgebreid aan de orde. Hij wil de arbeiders het kiesrecht ontnemen en voorkomen dat er steeds meer 'uit de staatsruif wordt gegraaid'. De bouwkunst zou volgens Brouwer evenals de maatschappij destijds staan in het 'funeste teken van socialistische vervlakking'. Ook de literatuur ont kwam niet aan die tendens. In een van zijn maatschap pijkritische overpeinzingen voor De Vaderlander schreef hij: 'De gedichten yan mevrouw Roland Holst worden besmet met haar socialistische en communisti sche tendenzen. Heijermans' joderige achterbuurtver- halen, als in Diamantstad of zijn 'Op hoop van zegen' of zijn 'Kamertjeszonden' zijn mesthoopvuiligheden, met een viezige lust/wellust gedebiteerd.' Ingrid Moerman, conservatrice van Stedelijk Muse um De Lakenhal, waar binnenkort in de tentoonstelling 'De Dageraad der Moderne Kunst' Brouwers werk te zien is, reageert verbaasd. „Als ik dit allemaal zo hoor, geloof ik niet dat ik hem nog zo'n aardige man vind. Ik heb hier nog nooit iets van gehoord en ik denk ook niet dat hierop wordt ingegaan bij de expositie. Wij hebben heel veel aardewerk van Brouwer, maar ik wist niet dat hij uit dit vaatje heeft getapt." Willem Coenraad Brouwer werd in 1877 in Leiden ge boren. Hij stond in 1896 aan de wieg van 'Kunst om de Kunst', een vereniging die de gezapigheid van het Leid se kunstleven wilde doorbreken, de tegenstrever van het elitaire kunstgenootschap Ars Aemula Naturae. Brouwer werkte met een aantal Leidse kunstenaars vrienden naar model. Ze spraken voorbijkomende Lei denaars aan met de vraag of ze voor een paar stuivers wilden poseren. En ja, daar stond zo'n man dan, 'trots, met zijn aardappelbuikje.' In 1901 begon Brouwer zijn eigen pottenbakkerij in de leegstaande villa "Vredelust' aan de Rijn bij Leiderdorp. Hier werden met noeste ijver en inzet de fundamenten gelegd voor de latere roem van Brouwers Aardewerk. Wie de artistieke nalatenschap van W.C. Brouwer in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie bestudeert, komt onder de indruk van zijn werkkracht. Er waren weken dat hij 'zeven ovens stookte en geen nacht sliep'. Tegen twee ex-werknemers die zijn werk namaakten, begon hij in 1902 een proces. De aanklacht luidde: diefstal van geestelijk eigendom. Brouwer won het proces. In 1906 begon hij te experimenteren met kleinplas- tiek, meestal dier- en mensfiguren. Zo'n jaar of drie la ter kreeg hij de opdracht om het Vredespaleis te ver fraaien met een manshoge adelaar en andere terracot ta-figuren. Daarmee begon zijn artistieke opmars. Tal van gebouwen in Nederland dragen nu nog de sporen van Brouwers kunst. Dat hij daarbij vaak ook tegenwer king ondervond, blijkt uit een notitie achterop een foto van het kunstwerk 'Charitas', het beeld van een vrouw in een lang, openvallend, gewaad. Brouwers schreef: 'Geweigerd wegens ven-egaande onzedelijkheid door een damescomité te Bergen N.H.' Wat Brouwer in zijn kunst vooral wilde was zuiver heid. De kunstenaar moest zich telkens afvragen: 'Is de uiting gezond?' Of een wandbord dat in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie is geregistreerd ook aan dat streven naar zuiverheid beantwoordt, valt te twijfelen. Op dat bord, binnen een driehoek, staan pontificaal de letters N.S.B tegen de achtergrond van een zee, waarboven een soort vuur uitwaaiert dat wordt veroorzaakt door een toverlamp a la Aladdin. De tekst onder de driehoek luidt: 'Hou-zee', de woorden waar mee de zwarthemden elkaar destijds plachten te be groeten. En wat te denken van een grafmonument dat Brouwer maakte voor Renee Sinclair de Rochemont, die op 7 september 1919 op twintigjarige leeftijd het le ven liet? Onder de tekst: 'Er is een liefde die machtig en zachtkens alle dingen regelt' staat prominent een ha kenkruis. De overledene was een familielid van die an dere Sinclair de Rochemont, de man die het fascis tische weekblad 'De Bezem' leidde. Of Brouwer in die tijd lid was van de N.S.B., is niet duidelijk. Maar dat hij er zeer groezelige denkbeelden op nahield, staat als een paal boven water. In een brief aan zijn vriend H. H. van Dam schrijft hij op 29 juli 1927: 'Een volk heeft orde nodig. D.w.z. macht die deze orde mogelijk maakt. Het 'volk' voelt dit als een hinder voor hun vrijheid en hun losbandigheid... Kies dus nooit deze mannen, die orde en macht wenschen, doch kiest die lui die gouden bergen beloven. Leugenaars- opiumkerels. En zoolang wij toestaan dat het Algemeen Kiesrecht bestendig blijft is er geen kans op orde en zal Europa ten gronde gaan. Oh, Mussolini, kom ook hier.' Terwijl de crisis in Nederland begint door te zetten, schrijft Brouwer op 28 november 1931 een ingezonden brief aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Hij spreekt daarin de wens uit voor 'andere regeerders'. 'Het overdreven koesteren en gebaker van hen dien het aardsche slijk minder had besmeurd' moet maar eens ophouden. Willem Coenraad Brouwer sterft op 23 mei 1933. Als hij op de begraafplaats van het Groene Kerkje in Oegst- geest ten grave wordt gedragen, brengt zwarthemd Sin clair de Rochemont hem na de bloemenhulde samen met een deputatie 'den fascistengroet'. Schikhof: „Als hij op eigen houtje een week met moderne jazz wil oganiseren, mijn zegen heeft hij. Laat hij die woorden uit de krant maar waarmaken. Ik hoop alleen voor de Leidse belastingbetalers dat zij niet voor de tekorten hoeven op te draaien. Bij mijn weten was de vorige exploitant van Q-bus niet zo succesvol. Wij draaien al ne gentien jaar zonder een cent overheidssteun." Na het verweer dat sponsors ook niet zaligmakend zijn, zeker niet als ze in toenemende mate het programma bepalen, zegt Wansink: „De concerten van Carter in de Hooglandse Kerk en Koopman in het Rijksmuse um van Oudheden waren alleen toegankelijk voor werknemers en relaties van de sponsors en hadden daarom niet in het pro gramma moeten staan. Maar dat wil nog niet zeggen dat zul ke concerten niet door de beu gel kunnen. Ze doen geen af breuk aan het totaal-program- ma. Integendeel, Carter speelde verderop in de week voor het Leidse publiek in de Stadsge hoorzaal. Dat zat in de deal met de sponsor. Ik geef toe dat het niet zo fraai is dat je Koopman verder niet meer in het pro gramma bent tegengekomen. Maar hij was niet in staat om een tweede keer op te treden. Op zichzelf vind ik dat dat een voorwaarde moet zijn." i. De di ,®izzweek waarin de jazz met een lantaarntje gezocht worden, sponsors die alle kaarten voor de concer- :kn Debra J. Carter en Wim Koopman incasseren en rogrammering die even voorspelbaar als conserva- Tussen alle complimenten en adhesiebetuigingen organisatoren van de Leidse blues- en jazzweek 6[ie afgelopen 19de aflevering hebben gekregen, wer- 3ok kritische noten gekraakt. De bestuurders D. ink en M. Schikhof balen daar zichtbaar van. Ze n de meeste kritiek niet terecht en zijn ook zeker an plan om voor de 20ste en volgende afleveringen ijier drastisch om te gooien. WIM KOEVOET/JAN RIJSDAM rik pakt het programma voorbije 19de Blues- en :ek erbij. Zijn vinger glijdt de namen van artiesten de geslaagde, drukbe- gala-avond 'Jazzin' Lei zaterdag in de Stadsge- lal, acte de présence heb- igeven. „Sorry hoor, maar zo vijf of zes die abso- zz spelen. En die anderen in elk geval met jazz te De critici die wijzen op idse avond', die hebben En de woensdag met de intocht is bedoeld om te :ien wat er in Leiden zoal nuziek wordt gemaakt, verder is het een echt en jazzfestival." khof: „Het is een keuze, een festival met louter met alle blikvernauwing of gooi je de boel open? Alle festivals die recht in de leer zijn, lijden een noodlij dend bestaan. Wij willen vooral levensvatbaar blijven. Volgens Schikhof en Wansink vormen de beperkte financiële mogelijkheden ook een verkla ring voor de weinige moderne en avant-gardebands die tijdens 'hun' week spelen. „Moderne bands spelen doorgaans niet voor niets op gesubsidieerde podia. Er komt weinig publiek op af maar de muzikanten vra gen - terecht - wel de volle mep." Wansink: „En voor alle zalen die wij huren, of ze nu De Waag, Hooglandse Kerk of Stadsgehoorzaal heten, betalen wij de commerciële prijs." Des te meer reden om samen te werken met gesubsidieerde podia als LVC en Q-bus. Dan hoeven die instellingen ook geen plannen te maken voor een alternatieve jazzweek, zoals M. Schikhof en D. Wansink: „Alle festivals die recht in de leer zijn, lijden noodlijdend bestaan." nu dreigt te gebeuren. Wansink en Schikhof schudden hun hoofd. „Alsof wij niet willen sa menwerken! Maar je moet niet met voorstellen komen als de programma's al bij de drukker liggen. En je moet ook niet gek staan te kijken als wij er voor oppassen dat verschillende avonden elkaar beconcurre ren." Wansink: „Die meneer John May van Q-bus, die in de krant roept dat wij alleen maar aan ouwelullenjazz doen, die ken den wij niet eens. Tot dat artikel dan. We hebben met drie ande re bedrijfsleiders van Q-bus te FOJO MARK LAMERS maken gehad. Die hebben we vier keer geschreven maar het bleef gewoon twee maanden stil. Begrijp ons goed. Wij willen heel graag samenwerken met meneer May. Maar hij kan niet meteen voor vier avonden mee liften. We moeten elkaar eerst leren kennen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 23