Levensvatbaarheid staat voorop'
Heather Myles is de wachtkamer beu
Cultuur Kunst
ekwelde
bakkers
ver het nut
er dingen
Weggemoffelde
Leidenaars
W.C. Brouwer: 'Oh, Mussolini,
kom ook hier!'
AG 29 JANUAR11999
CHEF JAN RIJSDAM, 071-5356444, PLV. CHEF ANNET VAN AARSEN 071-5356443
Vorig jaar heeft de Leidse Uni
versiteit zich bevrijd van de aan
duiding 'Rijks' bij haar naam.
De Universiteit Leiden is in de
wereld alom als zodanig bekend.
Aanduidingen
als Rijksuniver
siteit of Stedelij
ke Universiteit
geven eerder
verwarring dan
verheldering.
Historisch ge
zien zou de toe
voeging
'Europese' nog
het beste te ver
dedigen zijn.
Vooral in de tijd
van de Repu
bliek der vere
nigde Nederlan
den kende de
Universiteit Lei
den een enorme
toeloop van stu
denten uit het
huidige Europa.
Daarnaast heb
ben Leidse pro
fessoren het
denken in intel
lectueel Europa belangrijk beïn
vloed. In de zeventiende eeuw
bijvoorbeeld, was de Leidse juri
dische faculteit toonaangevend
in Europa.
Traditioneel denkt men dan
aan de Hollandse of Elegante
School bij de bestudering van
het Romeins recht. Maar een
prominent vertegenwoordiger
van de Hollandse school als Ge
rard Noodt (1647-1725) was ook
vernieuwend in zijn denken over
de staatsinrichting. Als rector
van de universiteit hield hij drie
eeuwen geleden, op 9 februari
1699, in zijn diesrede een door
wrocht pleidooi voor het idee
van de volkssoevereiniteit. Uiter
aard was die rede in het Latijn,
maar al snel waren er Neder
landse, Engelse en Franse verta
lingen.
De rede van Gerard Noodt
werkte door in het gedachten-
goed van de Franse Revolutie. In
1784 verscheen nog eens een ge
actualiseerde Nederlandse verta
ling van de rede. In onze 'Staats
regeling des Bataafschen Volk'
van 1798 is het idee van de
volkssoevereiniteit voor het eerst
grondwettelijk verankerd.
Over Gerard Noodt of de
Staatsregeling van 1798 hoor je
nooit meer iets. De besturen van
de stad en de universiteit zwij
gen Gerard Noodt en de Staats
regeling dood. Wel heeft deze be
stuurlijke elite het altijd, tot ver
velens toe, over Thorbecke en
diens editie van de Grondwet
van 1848. Vorig jaar werd zelfs
net gedaan, alsof we nog maar
150 jaar een grondwet hebben.
De Staatsregeling van 1798 is
nogal sterk republikeins en
daardoor in de ogen van de he
dendaagse elite politiek incor
rect. Hetzelfde wegmoffelen zien
we bij de Slag bij Castricum van
6 oktober 1799. Het is veruit de
bloedigste veldslag in (Noord)-
Holland ooit. De politieke ver
worvenheden, zoals neergelegd
in de Staatsregeling van 1798
dreigden door erfprins Willem
Frederik met Russische en Engel
se troepen te
worden te
ruggedraaid.
Onze Bata
ven wisten
met steun
van Fransen
dat toen nog
te voorko
men. Wie
weet dat
tivee eeuwen
later nog
Ook bij de
waardering
voor perso
nen uit onze
eeuw is er
sprake van
selectieve
vooringeno
menheid.
Marinus van
der Lubbe
(1909-1934)
werd jaren
lang als een
zielig en niet serieus te nemen
geval beschouwd, zo het al de
moeite waard werd gevonden
om hem te noemen. Je zag steeds
dezelfde foto van hem, waar hij
op zijn onvoordeligst uitkwam.
Voor de elite was Marinus van
der Lubbe van geringe komaf,
ongeschoold, activisten commu
nist. Echt koningsgezind zal hij
ook wel niet geweest zijn. Mari
nus van der Lubbe hoorde niet
thuis in de officiële geschiedenis
van Leiden en kon maar beter
worden weggemoffeld.
In een paar jaar is het beeld
over de persoon en betekenis van
Marinus van de Lubbe drastisch
veranderd. Niet dankzij het
Leidse establishment. Maar wel
dankzij het Leids Comité Mari
nus van der Lubbe. We kunnen
Van der Lubbe nu zien als een
stadgenoot op wie we trots mo
gen zijn. Er zijn thans in de stad
naast andere activiteiten, liefst
drie tentoonstellingen over Van
der Lubbe. Marinus van der
Lubbe is geen ontoerekenings
vatbare brandstichter meer,
maar een bewondering afdwin
gend gedreven strijder voor soci
ale rechtvaardigheid en tegen
fascisme.
De Universiteit Leiden heeft
helaas geen comité, dat haar
helpt nog eens met andere ogen
naar haar geschiedenis te kijken.
Bewust heeft de Universiteit Lei
den afstand genomen van het
beeld dat zij slechts een vazal
van het rijk is. Dat de universi
teit zich werkelijk vrij voelt ook
politiek incorrecte zaken aan de
orde te stellen, kan de komende
dies natalis blijken. Een univer
siteitdie trots is op haar geschie
denis, is minstens verplicht om
de (Europese) betekenis van de
rede van rector Gerard Noodt
drie eeuwen eerder passend te
henvaarderen.
CEES WAAL
Country-traditionaliste treedt dinsdag in Alphen op
THEATER
ENSIE DICK VAN TEYLINGEN
elling: Brood of 't Nut der din-
Stichting Buk. Tekst en spel
in den Berg en Maartje Vos
ectie a ae'- Gezien: 27/1, LAKtheater,
Leiden.
ise ant
bakker, zo iemand met
ivitte muts en een blau-
ruitjesbroek die iedere
nd geurige broodjes
wie maakt daar nou
toneelvoorstelling over?
tting Buk. Dat zijn Mag-
den Berg en Maartje
ie Wael, twee dames uit
imehoek.
aanmoedigingsprijs
de mime die ze in 1996
bn heeft weinig gehol-
want van mime is in
nieuwe voorstelling (al-
de vijfde samen) weinig
ierken. 'Brood of 't Nut
dingen' gaat over twee
ers. een met een voor
voor zoet en een die lie-
tout bakt. Hun leven is
idschappelijk, maat-
ppelijk nuttig en over-
elijk, maar toch jeukt er
Dat wordt duidelijk als
dronkenlap om een
tenbol komt vragen en
5, Sass oute bakker en passant
op de mogelijkheid dat
k kunt weigeren de din-
te accepteren zoals het
je die in de schoenen
eert te schuiven. Ook de
1, gretig op zoek naar de
waar de bakkers nooit
toegekomen zijn, kiest
eigen weg. Uiteindelijk
°nstra |t het get0b over de g
kansen zo groot dat ze
wegen hun hoofd in de
te stoppen,
m ood enzovoort is een ei-
lardige voorstelling. De
igen, geschreven door de
wen zelf, hebben niet
om het lijf, maar passe-
net snel en terloops i
om je je even te laten
igen wat ze nou precies
kenen. De voorstelling is
iskenbaar warrig, maar
iort warrigheid kan intri-
n. Ook het spel is op een
lalde manier knullig, met
drinkgebaar voor kopje
e en twee vingers in de
bij 'ik zweer het', die
iets ontroerends heeft.
)leef steeds de toon hou-
van een melancholieke
;blik op een onmogelijke
|H|e, ook als de hedonist
iet woord was.
n van de charmes van
lames van Buk is dat ze
niks lijken aan te trek-
van theaterwetten. Ze
leden zich rustig op het
um, spreken polderne-
inds op het onverstaan-
af, en nemen de tijd om
ijes Lambrusco in te
nken voor het hele pu-
Toch heeft dat gekeutel
n een vitrine met koek-
n een kar met brood en
leedspullen iets aan-
ïlijks. Het zal iets te ma-
hebben met een kinder-
eloof in toneelspelen.
Van Mierlo voorzitter balletorkest
Hans van Mierlo is voorzitter
geworden van het bestuur van
het Nederlands Balletorkest.
De voormalig D66-leider
treedt daarmee in de voetspo
ren van de in 1997 overleden
Benno Premsela, die het voor
zitterschap van het balletor
kest twaalf jaar lang vervulde.
De kort geleden tot Minister
van Staat benoemde oud-vice-
premier heeft bij menige lite
raire en culturele organisatie
een functie bekleed.
Heather Myles klinkt vastbera
den. Een aantal jaren heeft de
country-traditionaliste uit Cali-
fornië in de wachtkamer geze
ten. Maar nu is het haar beurt,
vindt ze zelf. En anderen met
haar. Haar recente album
'Highways honky tonk' is in
Nederland binnengehaald als
een perfecte countryplaat. En
Billboard-journalist Chet Flippo
typeerde haar als een kruising
tussen Tammy Wynette en
Buddy Holly. ,,Of het nu mijn
tijd is? Dacht het wel. En mocht
dat niet zo zijn, dan zorg ik wel
dat het nu mijn tijd wordt."
Dat doet Myles onder meer
door kilometers te vreten. Mo
menteel is zè weer in Neder
land, dinsdag treedt ze op in
Hotel Toor in Alphen aan den
Rijn. „Het is wel jammer dat het
nu bij jullie winter is, want ik
zou* graag in Nederland zijn als
de bloemen overal bloeien",
zegt de Amerikaanse blondine.
Myles komt om haar 'High
ways honky tonks' onder de
aandacht te brengen. Het is
haar derde album. Het verschil
met de eerste twee is klein,
meent Myles. „Highways
honky tonks is wat grootser op
gezet. Ik had nu ook meer erva
ring als het op songschrijven
aankomt. Het grootste verschil
is wellicht dat ik ditmaal co-
producer was. Daardoor had ik
meer controle over de productie
van het album. Zodoende is het
een betere plaat geworden dan
mijn eerste twee. Ook heb ik
door mijn actievere rol meer
plezier gehad in de studio."
Haar eerste platen waren goe
de countryplaten, stelt Myles.
„Het nieuwe album is gepolijs-
ter. Op een goede manier klinkt
'Highways honky tonks' ver
fijnder. Soms klinken zangers
en zangeressen te gladjes. Je
weet wel wat ik bedoel. De pro
ductie is ditmaal gewoon beter
dan op de vorige platen. Vooral
de gitaren klinken geweldig. En
de liedjes zijn ditmaal zeer
sterk."
En het was natuurlijk fantas
tisch om met countrytycoon
Merle Haggard een duet te zin
gen, laat ze tevreden weten. „Bij
ons in Amerika is Merle al jaren
een grote ster. Met Merle heb ik
in Amerika reeds vaker gewerkt.
Ik heb een aantal voorprogram
ma's voor hem gedaan. Merle is
in de studio een prima vent om
mee te werken. Hij is een echte
professional, maar is toch re
laxed."
„Wat ik van hem het meest
heb geleerd? Gee", zucht Myles.
„Ik ben altijd een groot fan ge
weest van de manier waarop
Merle liedjes schrijft. Ik heb veel
naar zijn muziek geluisterd en
hij is een grote inspiratiebron
voor mij als componist. Je hoort
zijn invloed terug in mijn werk.
Niemand schrijft zo als hij. Bo
vendien heeft zijn band een
echt honky tonkgeluid en is zijn
gitaargeluid zeer apart. Hij doet
ook dingen die countrymuzi-
kanten normaliter niet doen. Zo
introduceerde Merle blazers in
de countrymuziek."
Een aantal jaren geleden viel
Myles met haar platen tussen
de wal en het schip. Ze was, zo
lezen we in de inlay van 'High
ways honky tonks', te laat
voor de hausse in mainstream-
country en te vroeg voor de al
ternatieve rootsmuziek die
Americana genoemd wordt. „Of
het nu mijn tijd is? Dacht ik wel.
En mocht dat niet zo zijn, dan
zorg ik wel dat het nu mijn tijd
wordt. Hoe? Door te doen wat ik
doe. Keihard werken en mij suf
toeren, zodat ik voor iedereen
kan spelen. Dat moet ook wel,
want het is natuurlijk altijd goed
om iets te eten op tafel te heb
ben."
„Het is zeer moeilijk om als
muzikante in de wachtkamer te
moeten zitten, omdat de radio
je niet wil draaien. Het is frus
trerend als het tij tegenzit.
Countrymuziek in Amerika zit
vol met mains tie am-muzikan
ten die zeer poppy klinken. Dat
maakte het moeilijk voor mij.
Maar op dit moment zijn de
dingen enigszins aan het veran
deren. Traditionele country
zoals ik die maak, krijgt nu
meer aandacht. Daarom hoop
Heather Myles: „Keihard werken".
ik dat ook ik meer aandacht
krijg."
In haar jeugd waren Merle
Haggard, Tammy Wynette en
Loretta Lynn de grote voorbeel
den voor Myles. „Ik hou van
traditionele country. Waarom
weet ik niet. Ik speel country en
FOTO GPD/E.K. WALLER
geen hardrock, omdat ik ben
opgevoed op een grote paar-
denranch op het platteland.
Mijn moeder was een grote
countrymuziekfan. Dat zal er
veel mee te maken hebben."
Te zien: 2 februari in Hotel
Toor, Alphen aan den Rijn
aniscitoren Blues- en Jazzweek wijzen kritiek van de hand
W.C. Brouwer: „Zoolang wij toestaan dat het Algemeen Kiesrecht be
stendig blijft is er geen kans op orde en zal Europa ten gronde gaan."
FOTO ARCHIEF
Ontwerper Leidse Gijselaarsbank hield er groezelige denkbeelden op na
De bekende Leidse pottenbakker en keramist W.C.
Brouwer (1877-1933), die onder meer de Gijselaarsbank
aan het Rapenburg ontwierp en mede-verantwoordelijk
was voor de ornamentiek van het Haagse Vredespaleis,
hield er uiterst rechtse denkbeelden op na. Dat blijkt uit
een onderzoek van deze krant in het Rijksbureau voor
Kunsthistorische Documentatie in Den Haag, waar
Brouwers artistieke nalatenschap is ondergebracht.
Deze week dook in Leiden een onbekend kunstwerk
van Brouwers op, een medaillon waarop de acteur
Louis Bouwmeester (1842-1925) staat afgebeeld in de
rol van de joodse woekeraar- Shylock uit Shakespeare's
toneelstuk 'De koopman van Venetië'. Brouwers heeft
zich evenwel niet alleen beziggehouden met het maken
van 'beeldschoon' aardewerk, maai- ook met het bak
ken van wandborden voor de N.S.B. Ook ontwierp hij
een grafmonument met hakenkruis.
In correspondentie en in stukken die Brouwer aan
het eind van de jaren twintig onder het pseudoniem
'Karei van den Brouckaert' schreef voor De Vaderlan
der, komt zijn verlangen naar een Nieuwe Orde en het
onder de duim houden van de arbeiders uitgebreid aan
de orde. Hij wil de arbeiders het kiesrecht ontnemen en
voorkomen dat er steeds meer 'uit de staatsruif wordt
gegraaid'. De bouwkunst zou volgens Brouwer evenals
de maatschappij destijds staan in het 'funeste teken
van socialistische vervlakking'. Ook de literatuur ont
kwam niet aan die tendens. In een van zijn maatschap
pijkritische overpeinzingen voor De Vaderlander
schreef hij: 'De gedichten yan mevrouw Roland Holst
worden besmet met haar socialistische en communisti
sche tendenzen. Heijermans' joderige achterbuurtver-
halen, als in Diamantstad of zijn 'Op hoop van zegen'
of zijn 'Kamertjeszonden' zijn mesthoopvuiligheden,
met een viezige lust/wellust gedebiteerd.'
Ingrid Moerman, conservatrice van Stedelijk Muse
um De Lakenhal, waar binnenkort in de tentoonstelling
'De Dageraad der Moderne Kunst' Brouwers werk te
zien is, reageert verbaasd. „Als ik dit allemaal zo hoor,
geloof ik niet dat ik hem nog zo'n aardige man vind. Ik
heb hier nog nooit iets van gehoord en ik denk ook niet
dat hierop wordt ingegaan bij de expositie. Wij hebben
heel veel aardewerk van Brouwer, maar ik wist niet dat
hij uit dit vaatje heeft getapt."
Willem Coenraad Brouwer werd in 1877 in Leiden ge
boren. Hij stond in 1896 aan de wieg van 'Kunst om de
Kunst', een vereniging die de gezapigheid van het Leid
se kunstleven wilde doorbreken, de tegenstrever van
het elitaire kunstgenootschap Ars Aemula Naturae.
Brouwer werkte met een aantal Leidse kunstenaars
vrienden naar model. Ze spraken voorbijkomende Lei
denaars aan met de vraag of ze voor een paar stuivers
wilden poseren. En ja, daar stond zo'n man dan, 'trots,
met zijn aardappelbuikje.' In 1901 begon Brouwer zijn
eigen pottenbakkerij in de leegstaande villa "Vredelust'
aan de Rijn bij Leiderdorp. Hier werden met noeste
ijver en inzet de fundamenten gelegd voor de latere
roem van Brouwers Aardewerk.
Wie de artistieke nalatenschap van W.C. Brouwer in
het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
bestudeert, komt onder de indruk van zijn werkkracht.
Er waren weken dat hij 'zeven ovens stookte en geen
nacht sliep'. Tegen twee ex-werknemers die zijn werk
namaakten, begon hij in 1902 een proces. De aanklacht
luidde: diefstal van geestelijk eigendom. Brouwer won
het proces.
In 1906 begon hij te experimenteren met kleinplas-
tiek, meestal dier- en mensfiguren. Zo'n jaar of drie la
ter kreeg hij de opdracht om het Vredespaleis te ver
fraaien met een manshoge adelaar en andere terracot
ta-figuren. Daarmee begon zijn artistieke opmars. Tal
van gebouwen in Nederland dragen nu nog de sporen
van Brouwers kunst. Dat hij daarbij vaak ook tegenwer
king ondervond, blijkt uit een notitie achterop een foto
van het kunstwerk 'Charitas', het beeld van een vrouw
in een lang, openvallend, gewaad. Brouwers schreef:
'Geweigerd wegens ven-egaande onzedelijkheid door
een damescomité te Bergen N.H.'
Wat Brouwer in zijn kunst vooral wilde was zuiver
heid. De kunstenaar moest zich telkens afvragen: 'Is de
uiting gezond?' Of een wandbord dat in het Rijksbureau
voor Kunsthistorische Documentatie is geregistreerd
ook aan dat streven naar zuiverheid beantwoordt, valt
te twijfelen. Op dat bord, binnen een driehoek, staan
pontificaal de letters N.S.B tegen de achtergrond van
een zee, waarboven een soort vuur uitwaaiert dat wordt
veroorzaakt door een toverlamp a la Aladdin. De tekst
onder de driehoek luidt: 'Hou-zee', de woorden waar
mee de zwarthemden elkaar destijds plachten te be
groeten. En wat te denken van een grafmonument dat
Brouwer maakte voor Renee Sinclair de Rochemont,
die op 7 september 1919 op twintigjarige leeftijd het le
ven liet? Onder de tekst: 'Er is een liefde die machtig en
zachtkens alle dingen regelt' staat prominent een ha
kenkruis. De overledene was een familielid van die an
dere Sinclair de Rochemont, de man die het fascis
tische weekblad 'De Bezem' leidde.
Of Brouwer in die tijd lid was van de N.S.B., is niet
duidelijk. Maar dat hij er zeer groezelige denkbeelden
op nahield, staat als een paal boven water. In een brief
aan zijn vriend H. H. van Dam schrijft hij op 29 juli
1927: 'Een volk heeft orde nodig. D.w.z. macht die deze
orde mogelijk maakt. Het 'volk' voelt dit als een hinder
voor hun vrijheid en hun losbandigheid... Kies dus
nooit deze mannen, die orde en macht wenschen, doch
kiest die lui die gouden bergen beloven. Leugenaars-
opiumkerels. En zoolang wij toestaan dat het Algemeen
Kiesrecht bestendig blijft is er geen kans op orde en zal
Europa ten gronde gaan. Oh, Mussolini, kom ook hier.'
Terwijl de crisis in Nederland begint door te zetten,
schrijft Brouwer op 28 november 1931 een ingezonden
brief aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Hij
spreekt daarin de wens uit voor 'andere regeerders'.
'Het overdreven koesteren en gebaker van hen dien het
aardsche slijk minder had besmeurd' moet maar eens
ophouden.
Willem Coenraad Brouwer sterft op 23 mei 1933. Als
hij op de begraafplaats van het Groene Kerkje in Oegst-
geest ten grave wordt gedragen, brengt zwarthemd Sin
clair de Rochemont hem na de bloemenhulde samen
met een deputatie 'den fascistengroet'.
Schikhof: „Als hij op eigen
houtje een week met moderne
jazz wil oganiseren, mijn zegen
heeft hij. Laat hij die woorden
uit de krant maar waarmaken.
Ik hoop alleen voor de Leidse
belastingbetalers dat zij niet
voor de tekorten hoeven op te
draaien. Bij mijn weten was de
vorige exploitant van Q-bus niet
zo succesvol. Wij draaien al ne
gentien jaar zonder een cent
overheidssteun."
Na het verweer dat sponsors
ook niet zaligmakend zijn, zeker
niet als ze in toenemende mate
het programma bepalen, zegt
Wansink: „De concerten van
Carter in de Hooglandse Kerk
en Koopman in het Rijksmuse
um van Oudheden waren alleen
toegankelijk voor werknemers
en relaties van de sponsors en
hadden daarom niet in het pro
gramma moeten staan. Maar
dat wil nog niet zeggen dat zul
ke concerten niet door de beu
gel kunnen. Ze doen geen af
breuk aan het totaal-program-
ma. Integendeel, Carter speelde
verderop in de week voor het
Leidse publiek in de Stadsge
hoorzaal. Dat zat in de deal met
de sponsor. Ik geef toe dat het
niet zo fraai is dat je Koopman
verder niet meer in het pro
gramma bent tegengekomen.
Maar hij was niet in staat om
een tweede keer op te treden.
Op zichzelf vind ik dat dat een
voorwaarde moet zijn."
i. De di
,®izzweek waarin de jazz met een lantaarntje gezocht
worden, sponsors die alle kaarten voor de concer-
:kn Debra J. Carter en Wim Koopman incasseren en
rogrammering die even voorspelbaar als conserva-
Tussen alle complimenten en adhesiebetuigingen
organisatoren van de Leidse blues- en jazzweek
6[ie afgelopen 19de aflevering hebben gekregen, wer-
3ok kritische noten gekraakt. De bestuurders D.
ink en M. Schikhof balen daar zichtbaar van. Ze
n de meeste kritiek niet terecht en zijn ook zeker
an plan om voor de 20ste en volgende afleveringen
ijier drastisch om te gooien.
WIM KOEVOET/JAN RIJSDAM
rik pakt het programma
voorbije 19de Blues- en
:ek erbij. Zijn vinger glijdt
de namen van artiesten
de geslaagde, drukbe-
gala-avond 'Jazzin' Lei
zaterdag in de Stadsge-
lal, acte de présence heb-
igeven. „Sorry hoor, maar
zo vijf of zes die abso-
zz spelen. En die anderen
in elk geval met jazz te
De critici die wijzen op
idse avond', die hebben
En de woensdag met de
intocht is bedoeld om te
:ien wat er in Leiden zoal
nuziek wordt gemaakt,
verder is het een echt
en jazzfestival."
khof: „Het is een keuze,
een festival met louter
met alle blikvernauwing
of gooi je de boel
open? Alle festivals die recht in
de leer zijn, lijden een noodlij
dend bestaan. Wij willen vooral
levensvatbaar blijven.
Volgens Schikhof en Wansink
vormen de beperkte financiële
mogelijkheden ook een verkla
ring voor de weinige moderne
en avant-gardebands die tijdens
'hun' week spelen. „Moderne
bands spelen doorgaans niet
voor niets op gesubsidieerde
podia. Er komt weinig publiek
op af maar de muzikanten vra
gen - terecht - wel de volle
mep." Wansink: „En voor alle
zalen die wij huren, of ze nu De
Waag, Hooglandse Kerk of
Stadsgehoorzaal heten, betalen
wij de commerciële prijs."
Des te meer reden om samen
te werken met gesubsidieerde
podia als LVC en Q-bus. Dan
hoeven die instellingen ook
geen plannen te maken voor
een alternatieve jazzweek, zoals
M. Schikhof en D. Wansink: „Alle festivals die recht in de leer zijn, lijden noodlijdend bestaan."
nu dreigt te gebeuren. Wansink
en Schikhof schudden hun
hoofd. „Alsof wij niet willen sa
menwerken! Maar je moet niet
met voorstellen komen als de
programma's al bij de drukker
liggen. En je moet ook niet gek
staan te kijken als wij er voor
oppassen dat verschillende
avonden elkaar beconcurre
ren."
Wansink: „Die meneer John
May van Q-bus, die in de krant
roept dat wij alleen maar aan
ouwelullenjazz doen, die ken
den wij niet eens. Tot dat artikel
dan. We hebben met drie ande
re bedrijfsleiders van Q-bus te
FOJO MARK LAMERS
maken gehad. Die hebben we
vier keer geschreven maar het
bleef gewoon twee maanden
stil. Begrijp ons goed. Wij willen
heel graag samenwerken met
meneer May. Maar hij kan niet
meteen voor vier avonden mee
liften. We moeten elkaar eerst
leren kennen."