'Die rechter was een idioot' 'Mijn waardering voor Tryater is alleen maar groter geworden' Cultuur& Kunst Winnende fotojournalist houdt zichzelf scherp ©ERDAG 21 JANUARI 1999 Robert de Niro jaagt in Frankrijk op geheimzinnige koffer Geert van Resteren fotografeen problemen jes een jaar geleden kwam Robert De Niro in het vvs op een manier die hij weinig kon waarderen, vijl hij in Parijs als hoofdrolspeler werkzaam was rjohn Frankenheimers film Ronin, werd hij op een jen van zijn bed gelicht en gevankelijk meegevoerd het politiebureau. Hij werd ervan verdacht illegale den te onderhouden met een call girl-netwerk. De re is met een sisser afgelopen. langrijkste tegenspeler, is een van de sympathiekste collega's met wie ik ooit heb gewerkt. En als je kijkt naar de royale mede werking die wij bij het maken van Ronin kregen in Parijs, in Nice en Arles, dan mag ik ook de houding van Franse autori teiten niet gelijkschakelen met het gedrag van die ene idioot." ,,We kregen alle faciliteiten om op straat zeer hevige vuurge vechten te ensceneren en voor de meest opzienbarende car chases. In die scènes zat ik niet zelf achter het stuur, soms zat ik wel naast de chauffeur en ik kan zeggen dat ik daar behoor lijk zenuwachtig van werd. Maar die Franse cascadeurs zijn fantastisch en hadden die scènes perfect onder controle. VAN LIEROP ncident vormde een grove lag op het vermogen van teur zich geconcenteerd te jen op zijn rol als leider en team ex-spionnen dat ip een geheimzinnige kof- lonm is een film geworden De Niro trots op zegt te maar aan de draaiperiode lijs denkt hij gramstorig aap nog steeds niet wat die ?zield heeft. Ik zat al vanaf mber in Parijs en het leek ifze al die tijd zaten te iten om me ergens voor te ■en. Toen ze het eindelijk ■n. kwam het wel heel on- |en. Ik heb overigens maar aar uur vast gezeten, maar iheel ingrijpend als je zo- iverkomt. Het is echt niet mpel om een dag later een flegmatieke geheim ite spelen die voor de du- iet bang is. Het was schan- -gesukkel van vooral die kennelijk publiciteitsgeile, k] [er van instructie. Ook al are krantenverhalen, die ik is over me uitgestort kreeg, iden een forse aanslag op I ost concentratie. Van de be- Etj Idigingen is niets overeind -Iwo tven. Een officiële zaak is ikv K)it gekomen. Maarintus- kun tond ik wel reusachtig paal." Tost feet niet wat sommigen nee lie Franse machthebber- d nankeren. Mode-ontwer- il irmani heeft ook zoiets spa jemaakt. Hij werd opge- middenin een modeshow jet veel moeite georgani- apla livas ergens op straat. De moest worden platge- omdat ze Armani ineens I m ondervragen over iets ater ook een misverstand te zijn. Ik vind het geen a van gastvrijheid als je zo gkw iringt met mensen die in land hun werk komen 'It rigens is het niet waar, zo- erd geschreven, dat ik mijn in d' Honneur heb ingele- en dat ik gezegd zou heb- ïooit meer een voet te zul- .roi etten op Franse bodem. Ik lie dingen wel even over- n, want ik was furieus, biet ik heb niks tegen de Fran- het algemeen. Op de set dien lonin hebben we gewerkt 1 p< voornamelijk Franse tech- dit|en dat waren fantastische sen. Jean Reno, mijn be Gentleman Ronin werd geregisseerd door John Frankenheimer, een vete raan die al met films als Grand Prix en The French Connection II liet zien dat hij iets speciaals heeft met jakkerende auto's en spectaculaire crashes. In Nice zitten spionnen, criminelen en politiemannen elkaar achterna dwars door de oude stad, in Pa rijs racen ze levensgevaarlijk over de avenues en door tun nels. Maar het tunneltje van La dy Di werd gemeden. De Niro: „Die tunnel was voor ons niet interessant, want dat is maar een kort doorsteekje. Maar om redenen van piëteit zouden we die sowieso niet hebben gebruikt. Daar is ie mand als John Frankenheimer te fijngevoelig voor. John is een gentleman, een filmer van een oudere generatie, dan waar ik meestal mee werk. Hij heeft een enorme ervaring en is buiten gewoon vitaal. Hij kent alle technieken en foefjes van het vak en het is ook een erg aange name en geestige man. Daarom wilde ik graag met hem werken. En ook omdat hij naar mijn smaak een intelligente manier had om dit onderwerp te be handelen." „John heeft iets met snelle au to's en hij is goed met actie. Maar hij stamt uit een theater traditie en heeft veel voor tv ge daan. Hij houdt daarom van ac teurs en vindt het belangrijk dat een film als Ronin ook mooie spèlscènes moet hebben. Dat maakt hem speciaal ten opzich te van veel regisseurs die enkel met actie uit de voeten kun nen." Robert de Niro en Natascha Mcelhone in 'Ronin', die net in Nederland in première is gegaan. Ronin was in het oude Japan de naam voor dolende ridders, sa moerai, die waren losgeraakt van hun reguliere krijgsheren en zwervend op zoek gingen naar willekeurige opdrachtge vers om voor te vechten. In Frankenheimers film staat de term 'ronin' symbolisch voor internationale spionnen die werden ontslagen na het einde van de Koude Oorlog. Hun bij zondere kennis en vaardighe den stellen ze tegenwoordig ter beschikking aan elke goed beta lende opdrachtgever. De Niro voert een multinatio naal team van zulke huurlingen aan in de jacht op een koffer, waarbij men het aan de stok krijgt met ex-KGB'ers en ander gespuis. Op dit schimmige slag veld komen we ook de Frans man Jean Reno, de voormalige Bond-schurken Sean Bean en Jonathan Pryce en de Zweed Stellan Skarsgard tegen. Enige vrouw op dit schouwtoneel is Natascha McElhone, laatstelijk waargenomen in The Truman Story en Mrs. Dalloway. Uitgebreide research zegt Ro bert De Niro aan deze rol niet te hebben besteed: „Voor sommi ge rollen in het verleden vond ik dat gewenst of zelfs noodza kelijk, hier niet zo erg. Hier was het vooral van belang dat er niks mankeerde aan mijn fysie ke conditie. Ik heb wel een paar voormalige CIA-mannen opge zocht. Ik heb iets proberen op te pikken van hun manier van praten en hun gedrag. Taalge bruik en houding waren wel be langrijk voor onze personages, omdat dat het enige is waarmee ze zichzelf profileren. Over hun vroegere achtergronden kom je niets te weten en omdat het gaat om professionals lopen ze ook niet met hun verhalen en emoties te koop." Improviseren Anders dan de acht films die De Niro maakte met Martin Scor sese bood Ronin niet het mate riaal waarmee hij zijn liefde voor improviseren kon botvie ren: „Improviseren kan soms nuttig zijn en mooie dingen op leveren, maar nauwelijks in een actiefilm. Bij actiescènes is de timing belangrijk en kun je niet ineens zo maar dingen gaan zeggen of doen die de timing in gevaar brengen. Ik speel boven dien een man van weinig woor den. In een film als bij voor beeld Jackie Brown werd dan wel heel veel gepraat, maar daar was improviseren even min op zijn plaats, omdat Ta- rantino zulke meesterlijke dia logen schrijft dat het zonde zou zijn als je daarmee gaat rom melen. Ook schrijver David Mamet heeft dat bijzondere ta lent. Voor Ronin werd hij er pas in latere instantie bijgehaald om het bestaande script bij te punten en te perfectioneren. Maar hij diende de grote lijnen van het verhaal vast te houden en heeft het script dus niet echt naar zich toe kunnen trekken. Maar hij heeft wel uitstekend werk verricht." De Niro zegt de hoofdrol in Ronin vooral te hebben aange pakt voor de lol, de actie en de afwisseling na Wag The Dog. „Die film was nooit bedoeld om munt te slaan uit de problemen waarin Clinton terecht is geko men. Het was puur toeval dat de première samenviel met het uitbreken van het Lewinsky- schandaal. Stel dat iemand die film nu pas had willen maken en hij werd mij aangeboden, dan weet ik nog niet zeker of ik die rol zou accepteren. Dan zou het script wel heel erg goed moeten zijn. Het is dieptreurig wat er nu in mijn land ge beurt." In elk geval hoeven we in Ronin niet naar een politieke bood schap te zoeken. Hoewel? „In dit verhaal blijkt iedereen be reid zich dood te vechten voor een koffer waarvan niemand weet wat de inhoud is. Ook het publiek komt dat niet te weten. Ik vind dat wel grappig. Ieder een mag zelf bedenken wat er in die koffer zou kunnen zitten en kan daarmee zelf de film desnoods net zo politiek maken als men leuk vindt." Komende zomer al zien we Amerika's meest veelzijdige ac teur terug in Analyse Tltis van Harold Ramis: „Als een mafioso die zich onder behandeling stelt van psychiater Billy Crystal. Het werd hoog tijd voor weer eens een echte komedie." UTRECHT/AMSTERDAM GPD HANS WESTERVOORDE Zijn fotodebuut had plaats in een kroeg in Leerdam. Geert van Kesteren had het bankwe zen net afgezworen, een came ra gekocht en was fotojournalist geworden. Tegenwoordig scoort de autodidact met repor tages over het leven na Desert Fox in Bagdad en over de dood door aids in Zambia. Deze week maakte hij een dubbelslag door tegelijkertijd de Zilveren Came ra en de titel Fotojournalist van het Jaar 1998 binnen te halen. Uit 3.324 foto's en 262 inzen ders is zijn foto en is hij geko zen. Van Kesteren is de man niet naar valse bescheidenheid, maar waarschuwt wel voor overdrijving. „Ik zie het als een bewijs dat ik goed bezig ben. Zo zag ik de Utrecht Prijs in 1994, zo zie ik deze prijzen ook. De tegenwoordige Amsterdam mer werd 32 jaar geleden in het Zuid-Hollandse Asperen gebo ren. Zijn eerste journalistieke werkgever was De Gecombi neerde in Leerdam, voor wie hij een reportage mocht maken over het North Sea Jazz Festival. Later trok hij naar Utrecht, om er voor het Utrechts Nieuws blad te fotograferen. De begintijd volgens de gelou- teerde fotojournalist: „Het was gewoon overal op afstappen. Heel veel doen. Dan ontwikkel je vanzelf de techniek en komt de ervaring die je in de foto- journalistiek nodig hebt. Ik wil de eerst in Nederland goed zijn, voordat ik internationaal verder ging. Achteraf gezien is het toch vrij snel gegaan." Als free-lancer voor onder meer Het Parool, Vrij Nederland, de Nieuwe Revu, de Volkskrant en De Morgen (België) was Van Kesteren het afgelopen jaar veelvuldig op reportage in bin nen- en buitenland. Zes maan den lang geen vrouw en kinde ren, maar zag de Paus en Fidel Castro samen in Cuba, was na de Amerikaanse en Britse bom men in Irak, maakte de op komst van de Palestijnse staat mee en bracht de ellende van aids in Zambia in beeld. In ei gen land portretteerde hij het leven op en rond het Amster dam-Centraal Station en de aanhang van de Achterhoekse popgoep Normaal. Volgens juryvoorzitter Wil de Jong verdient de Amsterdam mer de titel Fotojournalist van het Jaar met „zijn prachtige re portages, rond en achter het nieuws, in binnen- en buiten land, waaruit een sterke betrok kenheid spreekt." Van Kesterens bezoek aan Irak nuanceerde zijn kijk op de cri sis en het volk. „De vooroorde len tegen de Arabieren in Ne derland zijn zo groot. De Irake zen zijn veruit de aardigste mensen die ik in deze regio ken. Okee, de regering is cor- Geert van Kesteren. foto anp rupt. De gewone mensen haten Saddam, al mag daar niet over gesproken worden. Maar Irak is ook een land waarin alle stop lichten het doen en de straten schoon zijn." De Zilveren Camera won Van Kesteren met zijn foto van een mortuarium in Zambia. „Een indrukwekkend beeld dat op een haast ingetogen manier - zonder enige zweem van sensa tiezucht en zonder in clichés te vervallen - dit immens maat schappelijke probleem aan de orde stelt. Een confronterende foto die de kijker niet afstoot," meent jurvoorzitter Adriaan Monshouwer. De winnaar zelf: „Ik ben blij dat het onderwerp hierdoor weer meer aandacht krijgt. In Afrika zijn 21 miljoen mensen besmet met het aids-virus. Er liggen mensen te sterven, van huis tot huis. Er komt een verpleegster langs met een buisje aspirine. Dat is het enige dat voor de mensen kan worden gedaan. Krankzinnig." Hij zag op de begraafplaats in Lusaka om het kwartier een vrachtauto voorbijrijden, vol lij ken. Maar met het fotograferen van zo'n vrachtauto was Van Kesteren er niet: „Het probleem was hoe je het in beeld brengt. Zo kwam ik op het mortuarium, waar de doden worden geregi streerd. Ik mocht er niet bin nen, dat wilden de autoriteiten niet. Daarom ben ik samen met een politieagent gegaan, die af scheid nam van een collega. Hooguit een half minuutje ben ik binnengeweest, maar het was genoeg." De illusie om via de foto iets aan de schrijnende problema tiek te doen, houdt Van Keste ren volgens eigen zeggen scherp. Die zouden de bladen van tegenwoordig ook wat meer mogen hebben, vindt hij. „Wat mij verbaast is dat je over de Nederlandse fotografen struikelt bij de finale van de WK Darts, terwijl ik bij de orkaan Mitch maar een andere Neder landse fotograaf heb gezien: de goede J. Visser van het Refor matorisch Dagblad." Fries toneelgezelschap bloeit dankzij Jos Thie Thie (44) is artistiek leider van het Friestalige toneel- elschap Tryater. Eerder was hij werkzaam bij het RO later in Rotterdam. Onder Thie kent Tryater een zeer cesvolle periode met recentelijke topstukken als v a' en 'Pak 'm Stanzi' en het spektakelstuk 'Abe', waar ii m iport en toneel op fraaie wijze wist te combineren, leger was zijn droom om óf profvoetballer óf drum- r te worden. Die droom werd niet vervuld, nu werkt aan zijn ideaal toneel onder de aandacht van zo veel jelijk mensen te brengen. WARDEN BONNE STIENSTRA/GPD lijn, dat idealisme heb ik door kunnen trekken naar Tryater. Dat brengt het toneel bij de mensen, ook bij die mensen die geen band met toneel hadden." Waar Thie zich voor inzet, zou hij wel volkstoneel willen noe men, ware het niet dat 'volksto neel' wat al te gemakkelijk asso ciaties met 'De Jantjes' oproept. Het is bij hem ook geen kwestie van het volk met kunst verhef fen. Maar dat kunst zo lang al leen voor de elite gemaakt werd, dat heeft hem destijds te gengestaan en dat staat hem nog tegen. Een verklaring voor zijn ideaal heeft hij niet. Vader was rijksambtenaar en zeker in Den Haag hield dat een zekere standing in. Toeschouwer Thie: „Ik had een vriendje in de straat, de zoon van een adellijke familie, en ik had een vriendje, de zoon van heel volkse ouders. Mijn ouders vonden in die tijd nog dat ik met bepaalde jon gens niet om mocht gaan. Dat klassenverschil heerste toch wel erg in een ambtenarenstad als Den Haag. Ik heb me er niets van aangetrokken. Automatisch voelde ik me tot de straat aan getrokken. Zonder er zelf ooit deel van te hebben uitge maakt." „Ik ben in alles toch meestal een toeschouwer. Ik voel me betrokken en toch sta ik aan de zijlijn. Ik zal nooit een Fries met de Friezen worden. Ik voel me erg betrokken bij Fries land en bij de mensen hier, maar ik maak geen deel van hen uit. Terwijl mijn roots en die van de Friezen dicht bij el kaar liggen. "Veel Friezen komen van oor sprong uit het Drentse veenge bied. Mijn ouders kwamen uit Groningen en Drente. Ik herken sommige eigenschappen van Friezen ook wel. Ze komen mij niet onbekend voor. Zo'n Fop- pe de Haan, meegaand, makke lijk, maar toch ergens binnen in hem, zit een kern, een pit, die raak je niet. Als je er bij in de buurt komt, treedt er een be paalde onverschrokkenheid op. Dat is bij Foppe, dat is bij veel Friezen en ik begrijp het." „Het idealisme van toen is er nog, maar natuurlijk ben ik in de loop der jaren realistischer geworden. Maar niet zo realis tisch dat ik voor het grote geld heb gekozen. Anderen heb ik die ommezwaai zien maken. Ik ben nog naïef, maar niet meer zo naïef als vroeger. Als iemand mij vToeg wat ik wilde verdie nen, liet ik het aan de ander over. Dat doe ik niet meer. maar geld is nooit mijn drijf veer geworden." „Ik heb de musical Joe voor Joop van den Ende geregis seerd. Ik werd gevraagd en ik heb ja gezegd. Niet om het geld, het was de nieuwsgierigheid die me dreef. Iets maken voor 100.000 mensen, in een profes sionele omgeving, ik wilde het eens ervaren. Het draait bij die producties louter om geld. Er wordt geld ingestoken en er moet geld uit komen." „Ik heb er uitstekend kunnen werken, maar toen ik hier weer terug kwam, was mijn waarde ring voor Tryater alleen maar groter geworden. Met geld is veel te koop. Maar succes is niet te koop, een goede voor stelling is niet te koop. Keihard werken, dat is de basis. Maar Joe was nuttig, het was voor mij een soort van opfriscursus. Ik heb mijn blikveld kunnen ver ruimen." „Iedereen zou dat moeten doen. Gewoon eens elders kij ken wat er gaande is. Ik vind Friezen een prachtig volk, maar alleen dan als ze bereid zijn open te staan voor invloeden van buitenaf, als ze midden in de wereld durven te staan om daarmee hun unieke eigen schappen te versterken. Soms merk je dat mensen vooral wil len consolideren wat ze heb ben. Dat staat me dan tegen." „We buiten de successen bij Tryater commercieel zo goed mogelijk uit. Dat doen we met Twa, met Stanzi. Zonder subsi die zullen we nooit kunnen, maar wat we met successen binnen kunnen halen, moeten we doen. Mini en Maxi zijn wat dat betreft mijn grote idolen. Die twee, dat is wereldniveau. Geen cent subsidie, dus ze moeten wel commercieel zijn. Maar toch zijn ze dat niet koste wat kost, ze doen niet al maar concessies voor het geld." Balans „Het is een voorrecht die twee te mogen regisseren, het zijn mijn vrienden. Bij hen is alles zoals ik het zou wensen. Ik heb ook niet het gevoel dat ik op ge lijke hoogte met hen sta, ik kijk tegen hen op. Omdat ze een ba lans gevonden hebben tussen commercie en behoud van hun idealen." Theaterman Jos Thie fietsend op weg naar zijn Tryater. „Ik heb niet het talent dat zij hebben. In Groningen wist ik al dat mijn talent niet in het to neelspelen zat. Maar ik heb wel een uitgesproken artistiek ta lent. En ik heb de nieuwsgierig heid en de drang iets te doen wat nog nooit eerder is gedaan. Het publiek wil ook graag iets zien wat het nog nooit eerder foto gpd wietze landman heeft gezien. Zoals met 'Abe'. toneel en sport combineren, dat was nog nooit ergens ver toond." „Ik ben nu ongeveer vijftien projecten vooruit. Drie jaar ver der. Ik hou er van als een pro ject wat ligt te rijpen. In mijn gedachten dan. En dan begint het repeteren en'dan moet de rest komen. Niks ligt vast. in het doen moet ik denken. Je loopt daardoor wel eens op een slap koord, maar het houdt me le vendig. Soms spelen er andere zaken door mijn hoofd, maar dat is niet erg. Ik ben geen schrijver of schilder, geen auto noom kunstenaar." „Ik heb nooit een toneel- of re gisseursopleiding gehad. De basis is mijn belangstelling, mijn optimisme en mijn naïvi teit. Dat laatste maakt dat je kwetsbaar wordt, dat je tegen teleurstellingen oploopt. Mijn angst is dat ik cynisch wordt, door schade en schande wijs geworden. Cynisme is de tegen pool van naïviteit, denk ik. Ik blijf liever naïef." Gelukkig „Er is in dit vak bijna geen scheiding te maken tussen werk en privé. Ik kan bij Tryater niet om openheid en belangstelling voor elkaar vragen als ik het thuis zelf niet kan opbrengen. Ik geloof vast en zeker dat geluk in het werk me in algemene zin gelukkig maakt. Tevreden zijn met wat je doet en wat je bent. Streeft niet iedereen die harmo nie na?" „Ik ben een toeschouwer, vaak. Maar ik ben geen solist, ik sta tussen de mensen, ik werk er mee. Ik heb een gezin, dat kan soms beperkingen met zich meebrengen. Maar niet vaak en ik zie het zeker niet als verve lend. Toen ik Joe regisseerde hebben we vier maanden in Amsterdam gewoond en de kinderen hebben het heerlijk gevonden."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 13