'Leiden is een waterpoeltje' In Natura Haaruitval en hemielijnen WOENSDAG 13 JANUARI 1999 REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINGA Wiskundige Lenstra onderscheiden met Spinoza-prijs Het nieuws hoorde hij op een vroege woensdagochtend. Om kwart voor zeven werd hij door een secretaresse uit zijn Califor- nische bed gebeld. „Bent u over drie kwartier nog thuis', was vrijwel het enige wat ze zei." Even later belde de direc teur zelf. Van NWO:Aan u is de Spinoza-premie toegekend." Wiskundige prof. H.W. Lenstra kan de komende jaren drie mil joen gulden in het Leidse wis- kunde-onderzoek steken. De officiële overhandiging heeft volgende week dinsdag plaats. Is hij familie van de legendari sche Friese voetballer? Hij schudt zijn hoofd. „Waarschijn lijk is onze naam in de loop van de tijd verbasterd van Linstra, vernoemd naar het riviertje de Linde ten zuiden van Wolvega, naar Lenstra." Prof. Lenstra is ook geen voetballer, maar een vermaard wiskundige. Een fa milietrek. Zijn vader was wis kundige, drie van zijn vier broers zijn wiskundigen. Hij is de enige van hen die de zuivere wiskunde bedrijft. Vooral alge bra en getaltheorie. Vindt hij gewoon leuk. „Het was eigenlijk het enige vak waar ik wel goed in was." Lenstra doet bescheiden, te be scheiden. Volgens NWO, de Ne derlandse Organisatie voor We tenschappelijk Onderzoek, is Lenstra 'zonder enige twijfel de beste Nederlandse wiskundige en behoort hij tot de internatio nale wereldtop'. De laureaat houdt van getallen, vooral van gehele getallen, liever geen breuken, en doet daar voortdu rend intellectuele spelletjes mee. .Algebra bestudeert de structu ren die zijn samengesteld uit optellingen (en aftrekkingen) en vermenigvuldigingen. De vergelijking: a+b b+a is één van de simpelste uit de algebra. Het kan natuurlijk aanzienlijk ingewikkelder. De algebra heeft wat minder op met delen, dat wordt vaak vermeden. Delen door 0 kan niet, bij delen moet je dus uitzonderingen maken, en aan uitzonderingen hebben wiskundigen een vreselijke he kel. Als onderste steen van een huis tast een uitzondering het fundament van je wiskundige bouwwerk aan." De wereld van de algebra kent geen eind, met algebra ben je nooit klaar, zegt hij.Als je er gevoelig voor bent, is het een fantastisch vak. Het is een intellectuele uitda ging en levert bovendien bruik bare elementen voor andere delen van de wiskunde." Lenstra studeerde aan de Uni Professor Lenstra wil met het geld op de faculteit wiskunde aan de Leidse u versiteit van Amsterdam, zat vanwege de weinige colleges voornamelijk in de bibliotheek, deed cum laude doctoraalexa men en promoveerde in 1977, eveneens cum laude. In het daarop volgende jaar werd hij, op 28-jarige leeftijd, in Amster dam hoogleraar algebra. Hij bleef daar bijna tien jaar. In 1987 hield hij het voor gezien. „Het was de tijd van de bezui nigingen. Wanneer iemand met pensioen ging, had je de groot ste moeite de faculteit ervan te overtuigen dat degene die weg ging, toch echt moest worden vervangen. Om een eind aan dat steeds weer soebatten te maken moesten we een zoge naamd kroondocentenplan op stellen en daarin aangeven wel ke functies voor de wiskunde werkelijk noodzakelijk waren." Op een gegeven dag komt hij bij de decaan van de faculteit en ziet toevallig in diens agenda een lijstje met vakgebieden en data staan. Zijn oog valt op: al gebra - 2014. „Dat sloeg dus op mij. In het jaar 2014 zou ik met emeritaat gaan. Mijn carrière stond vast. Ik bevond mij op een glijbaan aan het eind waar van zich mijn afscheid van de universiteit bevond, in 2014 moest ik weg. Ik kreeg het visi oen van een voorgegraveerde grafsteen. Het leek me beter maar meteen op te stappen en naar een meer uitdagende om geving om te zien." Dat werd Berkeley - bij San Francisco, Californië -, een wal halla voor wiskundigen. Maar hij kon Nederland niet echt vaarwel zeggen en werd in 1988 tevens hoogleraar fundamente le en toepassingsgerichte wis kunde in Leiden. In feite heeft Lenstra dus twee banen, al zegt hijzelf 'altijd verlof te hebben'. Hij pendelt halfjaarlijks heen en weer. Het beste werkt hij in het zwembad. „Daar word ik het minste afgeleid." Dat hij daar geen pen en papier bij de hand heeft, is geen bezwaar. „Dat dwingt je je gedachten en re kenwerk goed te ordenen." Heel verhelderend is ook het uitleggen aan en discussiëren met studenten. „Daardoor moet je elke stap in je wiskun dige redenering goed doorden ken." Eigenlijk is hij altijd wel bezig met 'abstract fröbelen on der zijn hersenpan' - onder het tandenpoetsen, het eten, het douchen. Alleen opera's kunnen hem nog zó in beslag nemen dat zijn geest wiskundig leeg is, bij con certen willen nog wel eens be wijsvoeringen door zijn hoofd schieten. Soms gaat dat onbe wust en heeft hij opeens een oplossing voor een probleem, waarvan hij het idee had daar over niet of nauwelijks nage dacht te hebben. Soms schiet hij midden in de nacht wakker met het besef iemand iets ge zegd te hebben dat niet waar is. Een computer gebruikt hij vrij wel uitsluitend voor tekstver werken en e-mail, hij rekent er niet op. „In de algebra en getal theorie gaat het vooral om de bewijsvoering, hoe je tot een bepaalde oplossing komt, niet zozeer om het rekenen." De getaltheorie houdt zich be zig met eigenschappen van po sitieve, gehele getallen -1,2,3 enzovoorts. Het geldt, zegt hij, als het zuiverste van het zui verste van de wiskunde. Hij haalt een voorbeeld aan. Uit de 14e eeuw. Over harmonische getallen. „Neem steeds twee opeenvolgende harmonische getallen - de één een macht van 2, de ander van 3 - die slechts 1 van elkaar verschillen. Daar voldoen slechts vier paren van getallen aan: 8 en 9,3 en 4, 2 en 3 en 1 (als een bijzonder getal) en 2. Niet meer. Dat valt te be wijzen. Maar dat is niet eens zo eenvoudig. Het lukte de Frans man Gersonides voor het eerst." In de getaltheorie, aldus Len stra, zijn vaak minder vergelij kingen dan onbekendei door het stellen van eis aan de onbekenden voorbeeld: het gaat allei positieve, gehele getalle deze vergelijkingen toet lossen." De wiskundige zich beziggehouden me onderdeel van de laatste ling van Fermat, een pre uit de getaltheorie, en tail van de bewijsvoerin Andrew Wiles aanzienli beterd. Hij heeft zich be houden met het opstelk rekenschema's, van zog de algoritmen, om het met priemgetallen (gehi tallen die slechts deelba door zichzelf en 1) te ve voudigen. Er zijn kleine getallen als 2, 3, 5, 7, 11, maar er bestaan ook het Getaltheorie lijkt op een misch spelletje, maar ht laatste decennia belang toepassingen gevonden, cryptografie, de modem heimschriftkunde voon veiliging van onder mee; puterbestanden. Daarty gebruik gemaakt van zei priemgetallen. „In de en grafie bestaat de behoefi een wiskundige structuy in sommige problemen lijk zijn op te lossen, ma dere onmogelijk moeiliji een priemgetal van hom cijfers makkelijk te vindt vermenigvuldiging vant priemgetallen van hondi fers is goed te doen, ma. ontbinden van een get. tweehonderd cijfers in priemgetallen is vrijwel t doenlijk. Het grote getal tweehonderd cijfers mag bliekelijk bekend zijn, afe trokken priemgetallen m heim blijven." Lenstra houdt zichzelf n lijks met cryptografie be: j Na mensen die zich daarme moeien liever gaan dank Ein „Het succes van de crypt is het gevolg van de onto van getaltheoretici. Zoud een doorbraak op dit bereiken, dan houdt dec sing van de getaltheoriei cryptografie op te bestaa Maar dat neemt niet weg zijn Amerikaanse student moeiteloos een baan vim de National Security Age: r\t* In grote lijnen weet hij al Ui hij met het NWO-geld wï „In Leiden een Berkeley ge sfeer creëren. „Berkelf een rivier die harder stra 3mt dan ik kan zwemmen, La er f een waterpoeltje waarin) en 1 met een stokje wat bewq In komt." Heer Bommel liet het theezetten in de steek en repte zich naar de voor deur, waar voor de tweede keer ge beld werd. Het was burgemeester Dickerdack, die opgewekt binnen trad, zwaaiend met enige papieren. ,,Ik kwam toevallig langs"', sprak de magistraat. ,,En ik dacht: die Bom mel is net de figuur die ik moet heb ben!" „Ja, het duurde even", zei heer Ollie. „Ik was in de keuken bezig. Ik bedoel, Joost heeft een vrije avond, en dan staat men overal alleen voor. Het personeel doet maar tegenwoor dig: het heeft alleen maar belang bij vrije tijd." „Daar heb ik je!" riep de Heer Bommel en de Killers heer Dickerdack, in een fauteuil wegzinkend. „Dat zijn de gevaren van de welvaart. Steeds minder werkuren en steeds meer tijd voor ontspanning. Maar wat is het resul taat? Kattenkwaad en misdragingen! Het is een moeilijke opgave voor de overheid!" „Voor mij ook", prevelde heer Bommel, maar de ander luister de niet. „Hier ligt een taak!" zo voer hij voort. „Het stadsbestuur en de vooraanstaande burgerij moeten de Vrijetijdsbesteding in juiste banen leiden. Toevallig kreeg ik een soort vouwblad in handen, dat erover gaat. Het is geschreven door een deskundige uit het Westen, waar ze altijd verder zijn dan wij. Met die deskundige zou ik eens moeten pra ten, als ik tijd had. Maar dat heb ik niet en daarom dacht ik aan jou. Wat is dat toch voor een gefluit in de ver te?" „Dat is mijn theewater", zei heer Ollie. „De ketel kookt leeg. Ach, er is niemand die aan de vrijetijdsbe steding van een heer denkt." „Pre cies!" riep de burgemeester uit. „Jij bent de aangewezen figuur om die deskundige op te zoeken en samen met hem een plan te ontvouwen!" Televisie kijken gezond 1 Televisie kijken is binnen een halve eeuw een deel van het dagelijks leven geworden. Programma's hebben een grote invloed op het denken en het gedrag van de kijkers. Steeds vaker wordt een voor- lichtingsboodschap verpakt in een amusementsprogram ma, zoals de milieucomedy Opassen!, soapseries als The Bold and the Beautiful en het magazine Viola's gezond heidsshow. Kenners spn )l 1! dan van de entertainme education (E&E). De bot schappen zijn in deze p gramma's zo verweven het amusement dat ze i belerend en saai overko Deze opzet draagt bij aa zonder en socialer gedrag )a; de kijkers. Dit stelt Martin en> Bouman in haar proefsch waarop ze moveerd. Televisie kijken gezond 2 Een populaire dramaserie als Medisch Centrum West, waarin allerlei emotionele en ingrijpende thema's aan bod komen, creee"rt een soort in timiteit op afstand, die te ver gelijken is met direct mense lijk contact. Bovendien sluit de serie aan bij de belevings wereld van de kijker, waar door die zich makkelijk met de spelers kan vereenzelvi gen. Wanneer dit gegeven be wust wordt gebruikt, kunnen acteurs negatieve of positieve invloeden hebben op de kij ker, of juist een overgang van negatief naar positief gedi laten zien. Drama kan zo< belangrijk instrument w jen den voor gezondheidsvofl toer lichting. Verschillende org1 nisaties in de gezondheid; zorg hebben dan ook in M disch Centrum West hun MT voorlichtingsboodschap la verweven. Het onderzoek' promovendus Bouman la: zien dat de kijkers, zekere trouwe fans, tegen deze co binatie van voorlichting ec amusement weinig bezwa r( 2 hebben. Sterkers zelfs, zes J ken er wat van op. AC Eén gen twee resistenties In tomatenplanten zorgt een gen voor resistentie tegen zo wel het wortelknobbelaaltje als tegen de aardappel blad luis. Dat blijkt uit onderzoek van het Wageningse bedrijf Keygene, samen met molecu lair biologen van de Land bouwuniversiteit. Het onder zoek is gepubliceerd in het gezaghebbende Nature Bio technology. Het aaltje en de bladluis zijn in het dierenrijk geen familie. De luis is een insect en het aaltje is een worm. De enige overeen komst is dat beide zijn voor zien van een stilet (een uitschuifbare naald) om voedsel te onttrekken aan hun gastheer. Het gevondi iii r resistentiegen Mi -1inge- Ifle kruist uit een wilde tomatt M E plant, leidt bij beide diertje -00 tot een ander afweermech nisme. De resistentie tegen beide belagers gaat altijd K 05 gelijk over naar de volgend' 'lMl generatie planten. Daarom dachten veredelaars dat lie moest gaan om twee genet die heel dicht bij elkaar lig- euv gen, maar het blijkt dus c het om slechts één gen g" Cryptogram HORIZONTAAL: 1. Bij voorbaat werd de Spaanse landvoogd heilig verklaard (6): 7. Dronk van het brood (5); 8. Schiet op, je bent er bijna! (5); 9. Een geschokte eiser wordt bespot (5); 10. Macho die met alle winden meewaait (4); 11. Door die klus hoor je een gewas (6); 12. Verwarde gerant uit Marokko (6). VERTICAAL: 2. Frans en Engels lidwoord in de onderwereld (5); 3. Dat dier bestaat uit koper, zink en nikkel (6); 4. Schenken grote tranen (6); 5. Een van de drie beroemdheden van een kapitein (4); 6. Kan gebeuren in het voorbijgaan (8); 10. Op deze plaats is Frans van gisteren (4); 11. Dier om in het donker te knijpen (3). Oplossing van dinsdag: 1. pret-peter-Peuter 2. lena-talen-Levant 3raam-drama-Armada 4. klas-spalk-Kapsel 5. kram-kamer-Masker 6. ruin-kruin-Indruk 7drom-droom-Domoor 8doen-ronde-Donder 9. moet-motie-Emotie 10. leed-delen-Levend Gevraagd woord: PLAKMIDDEL. Onze haren vor- men een bron van voortduren de zorg. Een ge deelte ervan la ten we onbe roerd. een ander gedeelte scheren we keurig weg. Het hoofdhaar wordt gekapt en gesnoeid, gemo delleerd en ge beeldhouwd, ontkleurd of ge verfd. gekruld of ontkruld, en dit alles naar de laatste mode. Zijn sommigen uiterst trots op dit laatste stukje van onze oorspronkelijke vacht, anderen raken volledig van slag door haaruitval en min of meer gevorderde processen van kaal hoofdigheid. Wat is haar nou eigenlijk? Het is dood spul. Het leeft niet en het groeit niet. Het is dood eiwit dat door de haarzakjes uit het hoofd wordt geperst om vervol gens nog een poosje rond te slierten in de buitenlucht. Die haarzakjes, de zogenoemde fol- likels. zijn natuurlijk wél spring levend. We hebben er zo n vijf miljoen van, waarvan er ergens tussen de zestigduizend en honderdduizend op ons hoofd zitten. Samen produceren ze dagelijks dertig meter eiwit, dat is tien kilometer per jaar of een dikke nveehonderd kilometer per mensenleven. Deze gewel dige lange haar zou een buis zijn, want haar is hol, met een diameter van 0,066 millimeter. Dun, maar sterk, want een plukje haar van één vierkante centimeter kan gemakkelijk een gewicht van tien kilo dragen. Als we al die rekensommetjes vereenvoudigen tot de praktijk van alledag, komen we tot de conclusie dat de gemiddelde haar één centimeter per maand groeit. Ook worden er telkens nieuwe haren gevormd, want we raken er dagelijks zo n ze ventig kwijt. Onze wimpers worden elk kwartaal vervangen, wat betekent dat we tijdens ons leven zo n zeshonderd stel nieuwe wimpers krijgen. Omdat we er zo mee bezig zijn, doen over haren de wildste ver halen de ronde. Het meest gangbare is de man of vrouw die door zorgen of verdriet wordt gekweld dat zijn of haar haar in één nacht volledig grijs wordt. Een bijzonder taaie en hardnekkige anekdote, die ech ter door wetenschappers naar het land van sprookjes, fabelen en onzin wordt verwezen. „Het kan niet", zeggen ze, „fysiolo gisch en anatomisch kan het gewoon niet!" Het is inderdaad een sterk ver haal, maar in de dierenwereld komt een dergelijke ontkleuring op korte termijn wel degelijk voor. Hermelijnen worden in één herfstmaand sneeuwwit en in het voorjaar weer bruin. Vroeger dacht men dat dit pro ces op dezelfde wijze verliep als bij bovengenoemde menselijke tobbers: de bruine haren van de hermelijn zouden zomaar in eens wit worden. Onderzoek heeft echter aangetoond dat de hermelijn een korte periode van vachtwisseling doormaakt, waarbij de bruine haren ver vangen worden door witte. De ze vachtwisseling vindt, zoals bij veel dieren, twee keer per jaar plaats. In het vooijaar wor den de witte haren weer ver vangen door bruine. Wat kan nu het nut zijn van zo'n kleurwisseling? Bij de mens heeft het beslist geen nut. Het is slechts een kleurverande ring, meer niet. Grijze haren be vatten eenvoudigweg weinig pigment en witte haren hele maal niet. Bij de hermelijn ech ter zou een witte winterse vacht een camouflagefunctie kunnen hebben. Dat begrijpen we, maar waarom wordt dan onze wezel niet wit, die toch qua le venswijze en verspreidingsge bied sterk overeenkomt met de hermelijn? Trouwens, in uiterst noordelijke gebieden trekken ook wezels een witte winterjas aan. Maar met camouflage heeft dit niets van doen. Prooi dieren ruiken een wezel of een hermelijn al lang voordat ze hem zien. Wit heeft een geheel andere functie. Het voorkomt uitstraling van warmte en op li chaamswarmte moet je zuinig zijn in noordelijke gebieden. Daarom zijn de meeste pool dieren wit. Nu valt ook te verklaren waar om hermelijnen in zuidelijke gebieden 's winters gewoon bruin blijven. In Frankrijk en Italië zul je nooit witte hermelij nen tegenkomen, behalve in het hooggebergte waar het kan vriezen dat het kraakt. Naar het noorden toe is er een groot overgangsgebied waarin de die ren half wit en half bruin zijn. In ons land lopen de meest wonderlijke bruin-wit-patronen rond: hermelijnen met een wit te kop en bruin lijf, met een wit lijf en een bruine kop, met een gevlekte of gestreepte tekening: je kunt het zo gek niet beden ken of het is er wel. THEO SCHILDKAMP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 10