kEen roman heeft geen nut, maar verrijkt het leven'
Rtv Show
Het ademloze van-dag-tot-dag van schrijver André Gide
DERDAG 7 JANUARI 1999
rijver Willem Brakman beschouwt zijn dagelijks werk cds een logboek
wil je drinken?', vraagt Willem Brakman voor aan-
ïdebvan het gesprek. Op deze vraag is eigenlijk maar
rJ&tw00"! mogelijk, ook voor de meest hardnekkige
inair^eut: Thee. Want wie het werk van deze te Den
nnen geboren schrijver kent, weet dat zijn personages
itlantde meest sappige verhalen vertellen terwijl ze met
5etJ*ei thee zitten te drinken. Dat werk werd diverse ke-
^Jekroond, met als hoogtepunt de P.C. Hooftprijs in
:t. La]
?t hoi maand is zijn nieuwe roman Het goede boek ver-
ïen, waarmee Brakman de 43ste titel aan zijn oeu-
ïaalt pevoegt. Het boek speelt zich af aan de vooravond
Js fefe Eerste Wereldoorlog. Het gesprek voert daarom
raagtiaam maar zeker naar het begin van deze eeuw, de
eindde die Brakman nog steeds blijft boeien en waar
laar c^jj nooit uitgeschreven lijkt te zijn. Een interview
>oekre 76-jarige auteur in de vorm van een monoloog:
ren ojlosofie duidt en de wetenschap verkrijgt, maar de
tegelj toont.'
^Brakman - 'Het goede boek'. Uit-
volfe Quendo, Amsterdam, prijs:
e wijj 34,90.
lis exf
voor miJ maar te vaak
^lónJeken met de schrijver Si-
po^estdijk, omdat we allebei
gn ijn geweest en een grote
ng psychologische ro-
hebben geschreven. Maar
ergelijking heeft niets te
n met literaire maatsta-
Jimon Vestdijk maakte al-
jttreksels voordat hij aan
1>man begon te werken. Als
hreef, oriënteerde hij zich
durend op het verhaal. Je
hem dus rustig tot de con-
jvisten rekenen.
>ry eeben een totaal andere
overker, juich een houding toe
e reiiinen de esthetica bekend
meeals het nominalisme. Dat
dan £nt dat je vanaf de onder-
lekeobegint te werken, en al
ie dvend een vorm vindt,
ocuiijk werkte precies anders-
wissfre liet zijn ideeën als het
:n, ervan boven naar beneden
oveti. Maar ik niet. Ik ben aan
/lottdoeteren. En altijd aan het
iuram naar de juiste vorm en
n a$te bewoordingen,
goedla geen dag over. Gemid-
nuit doe ik zeven maanden
het schrijven van een ro-
eienfin in zo n periode gebruik
iren ts wat zich in mijn hoofd
ng welt. Al mijn activiteiten
bovan zich toe op de roman
■n dian ik werk. Ik zie mijn
elkidaarom ook als een log-
iftige,
len psen vragen me wel eens
est lik het toch allemaal van-
natuhaal. Dan kan ik alleen
het ^zeggen: uit het wonderlij-
d teïgrip ervaring. Daar gaat
jpede boek in feite over. In
en urnan heeft mijn hoofdfi-
op kooit in Zeeland gewoond,
haddt middel van een erfenis
en dt hij teruggeplaatst in het
geelden. En die terugkeer ver-
gewt de kwaliteit van de bele-
t zoil In Het goede boek ont-
n erf het verleden zich als een
win panorama, zonder de
ollerielachtigheid te verliezen,
rt viiaast is mijn hoofdfiguur
van kwetsbaar man, een man
riezier huid. Dat soort mannen
ïgstelmijn voorkeur. Ik amuseer
ig.' lltijd kostelijk wanneer ik
Ie strff kan herkennen.''
i vanl jeugd is een lust, maar
iet eten last. Ik ben verknocht
ir zolet verleden dat ik met mij
ardeiraag. Ik had voor een deel
>oekjelukkige jeugd, groeide op
jmefin een warm gezin. Het ge-
n djevoel uit die tijd is niet te
jhrijven. En het is verdwe-
Je kunt het later alleen nog
j missen, en in dat gemis
ligt dan een beleving die niet
gering is. Als ik nu over het Lan
ge Voorhout in Den Haag zou
lopen en het zou gaan sneeu
wen... Ik geloof dat ik dan in
snikken uit zou barsten.
Buiten het gezin was het voor
mij als kind vreselijk. Ik deed
gewoon niet mee met de ande
ren. Daardoor was ik altijd al
leen. De verhouding tot de lera
ren was uitermate dubieus. Ik
was gesloten en nors. Vriendjes
had ik niet. En vriendinnetjes
evenmin. Maar ze waren er wèl.
Ik kon ze met een loodzware
ernst aankijken. Meisjes vinden
zon jongen natuurlijk griezelig.
Ik had al snel in de gaten dat de
intensiteit van gevoelens in het
gemis ligt en niet in de vervul
ling.
Ik was in mijn prille jaren wat
betreft het ervaren een genie. Ik
heb daardoor niet alleen geluks
momenten gekend, maar ook
veel momenten van vertwijfe
ling, wanhoop en angst. Ik weet
nog dat ik op m'n hurken zat
aan het begin van de Nieboer-
weg, vlakbij het Teerpad. Ik was
op dat moment echt wanhopig.
En toen bespeurde ik in mijn
hoofd een enorme ruimte, dat
kan ik me nog goed herinneren.
En links, noch rechts of in de
verte voor me zag ik ook maar
één lichtpuntje dat troost zou
kunnen bieden. Ik zal toen een
jaar of tien zijn geweest. Derge
lijke momenten hebben mijn
geest aanzienlijk verrijkt.
Gevoelens van wraak en haat
zijn zeer stimulerend. Je moet
er alleen voor zorgen dat die in
je werk niet op de voorgrond
staan. Al die donderstenen die
mij geestelijk mishandeld en
gekweld hebben, ben ik diep
dankbaar. Zij hebben mij ge
maakt tot degene die ik ben, en
die behoort niet tot de middel
maat. In mijn jeugd lag voor mij
de bron der bronnen. En die
bron is onuitputtelijk."
Archtetype
,A1 in mijn jonge jaren was ik
diep, diep, diep onder de indruk
van vrouwen. Ik heb in mijn ro
man Een vreemde stam heeft
mij geroofd beschreven, hoe ik
vanuit de wieg de min zó door
dringend aan kon kijken, dat ze
een handdoek over mijn hoofd
legde en uiteindelijk maar ont
slag nam. In mijn boeken ko
men uiteenlopende vrouwen
naar voren. Je hebt de meisjes
van de waterstokerij, de Haagse
dames, buurvrouw Paap en de
koningin met al haar glans. De
vrouwen in mijn romans zijn
natuurlijk altijd voor een groot
deel gebaseerd op een archety
pe. Wanneer ik bijvoorbeeld
een relatie tussen een zoon en
een moeder beschrijf, ontkom
ik daar niet aan. Anders blijft er
Willem Brakman: 'Ik ben een geëngageerd schrijver, maar niet in de doorsnee betekenis.'
alleen maar een realistisch ge
neuzel over, waar niemand iets
aan heeft.
Mijn manier van schrijven
moet het meer van omspelin
gen hebben dan van definities.
Je kunt een definitie geven van
het begrip liefde. Maar het is
veel mooier om voortdurend
factoren te beschrijven die met
dit begrip te maken hebben.
Het gemis, het verlangen, de af
wijzing, de hunkering, de omar
ming. Al? je de liefde via omwe
gen benadert, zeg je naar mijn
idee veel meer. Ik geloof dat
echte literatuur zich afspeelt in
het struikgewas, en niet op de
landweg. De filosofie duidt en
de wetenschap verkrijgt, maar
de kunst toont. En de kunst
toont datgene wat niet kan wor
den gezegd. Als je vanaf nu tot
aan je stervenssnik de Nacht
wacht van Rembrandt aan ie
mand uit gaat leggen, zal die
persoon het schilderij uiteinde
lijk toch met eigen ogen willen
zien.
De boeken die ik schrijf zijn
kritisch. Ik kaart niet een sociaal
onrecht aan, maar wijs op de
armoe binnen de hedendaagse
samenleving. We leven in een
maatschappij waar alleen het
functionele telt. De dingen die
nut hebben. Maar een roman
heeft géén nut. Een roman is
een waaier met schoonheden,
die je net zo goed kunt missen.
Je kunt een hoed opzetten om
je hoofd warm te houden. Maar
je kunt ook een hoed opzetten
omdat die zo prachtig staat. Die
laatste hoed is in feite overbo
dig, maar verrijkt het leven. En
hoe rationaler een samenleving
wordt, hoe meer zo'n hoed
wordt overgeslagen.
Massa
,,Er wordt tegenwoordig veel ge
klaagd over het taalgebruik. En
terecht. Die mensen die je in de
Tweede Kamer hoort debatte
ren, vormen een misère van heb
ik jou daar. Fletse en uitgesleten
taal gebruiken ze. Voorbeelden?
Iedereen moet zijn eigen broek
ophouden, dweilen met de
kraan open, de rit uitzitten. Je
krijgt er wat van, van al die uit
gekauwde metaforen. Vreselijk
vervelend. Die mensen doen
ook helemaal niet hun best, wil
len niemand verrassen. Het
ontbreekt ze aan de druk om
zich op een goede manier te ui
ten, en die is gebonden aan er
varing. Maar die ervaring ont
breekt.
Ze hebben een fractie, waarin
alles wordt besproken. Dan ligt
alles klaar in het hoofd. En ver
volgens worden alleen nog
maar eventjes de feiten naar
buiten gebracht. Alleen wie de
dingen daadwerkelijk ervaart,
voelt de druk om die op de juis
te en eigen manier te verwoor
den. En in die houding is de
klad gekomen. Dat komt omdat
we nu leven in een samenleving
van de massa. Het vermogen
om een beslissing te nemen ligt
nu niet meer in de persoon zélf,
maar elders. Een wonderlijk
systeem bepaalt welk oordeel u
uit zult spreken en welke beslis
sing u zult nemen.
Als je de kwaliteit van de sa
menleving wilt verbeteren, dan
moet je de kwaliteit van de indi
viduen verbeteren. Daar ligt de
functie van de literatuur. Ik ben
een geëngageerd schrijver,
maar niet in de doorsnee bete
kenis. Ik ben wel eens gevraagd
om mee te lopen in een protest
mars. Toen zei ik: als ik mee
loop, is de stoet mislukt. En der
gelijk engagement hoort niet bij
mij. Mijn protesten liggen el
ders."
Dreiging
,,Een periode van dreiging
kweekt tussen de mensen een
grote samenhang. Zo'n periode
heb ik zélf meegemaakt, tegen
het einde van de jaren dertig.
Dat was, kan ik haast wel zeg
gen, een feestelijke tijd. In 1939
hadden we een prachtige zo
mer. En alle mensen waren ie
dere dag nieuwsgierig naar wat
er gebeurde in de wereld. Er
hing een spanning en een be
haaglijke warmte in de lucht. En
nergens verveling te bekennen.
Er was sprake van een feest vol
geruchten. Alsof er een glans
over de werkelijkheid lag.
De Tweede Wereldoorlog
heeft nooit een rol gespeeld in
mijn werk. Ik heb alleen een
keer een verhaal geschreven
over de onderduiktijd, in het ka
der van het 750-jarig bestaan
van Den Haag. Maar ik voel me
in die oorlog helemaal niet
thuis. Ik deed wèl veel indruk
ken op, maar die drongen niet
tot mijn merg door. Een rij
tanks vind ik niet interessant,
heeft geen historie. Maar ik
weet nog wel dat ik tijdens die
oorlog een keer een fietstocht
maakte en toen op een sombere
weg een afdeling Duitse solda
ten zag marcheren. Dat ritme
van die hakken over die gladde
steentjes... Dat was een oer
beeld, dat mij sterk ontroerde.
De kracht van een verhaal zat in
dat beeld.
De Eerste Wereldoorlog was
natuurlijk de oorlog van mijn
vader. En voor mij de oorlog
van de verhalen. Als je die jon
gens nu ziet op die oude foto's...
Dat waren geen jongens meer,
maar al volwassenen. Trotse
blikken van snormannen."
Krijgsman
,,In de periode voor de Eerste
Wereldoorlog was van alles te
beleven. Moet je je voorstellen
dat iemand in die tijd ergens
snel wilde zijn. Die had onmid
dellijk een rijtuig nodig! In die
tijd wist men zich nog te ver
plaatsen! Bij dat soort beelden
kan ik als schrijver mijn vingers
aflikken. Ik had zeer graag in die
tijd geleefd. De vrouwen waren
toen ook zo vreselijk mooi. Nu
zijn het allemaal van die met
huid overtrokken skeletjes.
Maar toen had je nog van die
echte gevulde vrouwen... Prach
tig!
Tijdens de Eerste Wereldoor
log is het begrip krijgsman ver
dwenen. Mannen die een helm
met een veer droegen en gewa
pend waren met een lans. In
één klap was dat beeld weg. Aan
het begin van die oorlog gingen
de krijgslieden naar het front en
een half jaar later vlogen de re
gimenten in stukken de lucht
in. Dat is één van die momen
ten geweest in deze eeuw waar
FOTO GPD/REINIER VAN WILLIGEN
op men tot op het bot werd ont
nuchterd. Die krijgslieden kwa
men uit de oorlog als arbeiders.
Vreselijk!
Dat enthousiasme vlak voor
de Eerste Wereldoorlog is een
van de grootste kwetsuren ge
weest van het socialisme. Die
hele solidariteitsgedachte die
zeer moeizaam was opge
bouwd, vloog in één keer volle
dig uit elkaar. Het socialisme
brak in stukken en ging teloor in
het nationalisme. Ik ben ervan
overtuigd dat het socialisme die
klap eigenlijk nooit meer te bo
ven is gekomen. Er was sprake
van een verraad aan de on
schuld. Na de Eerste Wereld
oorlog was het mogelijk dat een
dergelijk drama zich weer kon
voltrekken. Het socialisme heeft
dat besef daarna altijd met zich
meegedragen als een geheim
zinnige wond, die niet meer te
ontkennen viel. De solidariteits
gedachte heeft daardoor vanaf
dat moment iets hysterisch ge
kregen. Die kop van Den Uyl is
mij om die reden nooit zo goed
bevallen. Die was te zeer gericht
naar de horizon, waar het licht
gloort. Wil je nog thee?"
BIOGRAFIE RECENSIE
ALY KNOL/GPD
Alan Sheridan - André Gide, a life in the present. Uitgeverij Pen
guin Books, 709 pag., 111,00.
Ondanks oude schoolse 'voorkennis' sla je na 634
pagina's tekst (gevolgd door nog eens 75 pagina's
noten en referenties) de biografie André Gide, a
life in the present toch nog totaal verbijsterd
dicht. Hoe heeft iemand tijdens zo'n onmisken
baar nomadenbestaan, reizend van hot naar
haar, van logeeradres naar hotel, zo'n indrukwek
kend oeuvre kunnen opbouwen? Hoe heeft ie
mand, in de tijd waarin hij leefde, zoveel open
hartigheid weten te betrachten over homoseksua
liteit? En hoe heeft iemand tenslotte zijn hele le
ven zoveel fijnzinnige en overtuigende opvattin
gen weten te noteren over om het even welk on
derwerp?
Die iemand was de Franse schrijver André Gide
(1869-1951), die laat in zijn leven, in 1947, voor
zijn werk én zijn integriteit werd beloond met de
Nobelprijs voor de Literatuur. De Brit Alan Sheri
dan, die zojuist een lijvige biografie van Gide
heeft gepubliceerd, weet zelf aan het eind van
zijn onderzoek niet meer wat hij van deze indruk
wekkende mens moet denken. In Gide's fictie
vindt Sheridan meer wijsheid en meer vermaak
dan in welke non-fictie dan ook van het merk
theologie, psychoanalyse. Marxisme of de moder
nere pedanten daarvan, uitgedragen door dege
nen die zich graag als de- of post- van het een of
ander afficheren.
Het doel van zijn biografie is bij zijn lezers de
zelfde fascinatie voor Gide op te roepen als hij
heeft, en de mens Gide te leren kennen zoals je
een vriend leert kennen en niet leert kennen."
Dat is hem gelukt. Na het lezen van André Gide, a
life in the present is er niet alléén de verbijstering
over Gide's welgevulde leven, er bekruipt je ook
een zeker gevoel van gelukzaligheid dat je even
(opnieuw?) hebt mogen delen in het ademloze
van-dag-tot-dag van zo'n bijzonder mens.
André Gide maakte zowel de Eerste als de
Tweede Wereldoorlog bewust mee. Hij voerde
campagne tegen de onmenselijke Franse kolonia
le politiek en hing openlijk de Griekse beginselen
aan, waarover hij al in 1924 het schandaal ver
wekkende boek Corydon publiceerde. Er gaan in
de biografie geen twee of drie bladzijden voorbij
of Gide beleeft wel ergens een van zijn 'avontu
ren', zoals hij ze zelf noemde, ontmoetingen met
vooral jonge jongens, sommigen niet ouder dan
dertien, veertien jaar. in de pisbakken langs de
Franse boulevards, bij Romeinse fonteinen, of in
de oude wijken van Tunis of Algiers.
Zelf had Gide Corydon eigenlijk al jaren eerder
willen publiceren. Op aandrang van vrienden, die
dachten dat Gide een maatschappelijke ver
schoppeling zou worden, stelde hij publicatie
echter steeds weer uit. Maar al in 1922 verzuchtte
hij: „Ik kan niet langer wachten... Ik moet. abso
luut móet deze mantel van leugens weghalen die
mij sinds mijn jeugd heeft verborgen... Ik stik er
onder." Toen het boek uiteindelijk uitkwam,
kreeg Gide zijn portie kritiek, maar ook ongekend
veel bijval. Voor Gide zelf was Corydon 'mijn be
langrijkste boek'.
Gide joeg in de loop der jaren zowel de protes
tantse als de katholieke clerus tegen zich in het
harnas door het strenge keurslijf van de protes-
tantse kerk - hij was zelf van huis uit Hugenoot -
en de hypocrisie van de katholieke kerk te veroor
delen. Tenslotte kwam hij, na een reis door het
Stalinistische Sovjet-Rusland van 1936, ook in
botsing met de rechtlijnige communisten. Aan
vankelijk hadden dezen een handig propaganda-
instrument in fellow-traveller' Gide gezien, maar
zijn kritische kanttekeningen bij het terreurbe
wind konden zij niet verkroppen. Voorgegaan
door de Pravda, viel de hele communistische pers
over Gide heen: hij werd uitgemaakt voor 'een
verrader, een fascistische agent, een misleider,
een hypocriet, een geperverteerde...'
André Gide had een enorme vrienden- en ken
nissenkring, waarin zo ongeveer alle belangrijke
Fransen van zijn tijd - en een flink aantal buiten
landers - voor kortere of langere tijd een plekje
hadden. Charles de Gaulle, Joseph Conrad. Mar
cel Proust. Lytton Strachey. Oscar Wilde. Boris
Pasternak. Isaac Babel, Rainer Maria Rilke, Klaus
Mann, Jef Last. Jean Cocteau, Léon Blum, André
Malraux, Francois Mauriac. Sergej Eisenstein... ze
trekken in Sheridans biografie aan je voorbij alsof
het niets kost.
Als er één ding mislukt is in Gide's leven, con
cludeert Sheridan tenslotte, dan is het zijn huwe
lijk geweest met zijn nicht Madeleine, met wie hij
zijn jeugdjaren deelde. Er bestond zeker een soort
liefde tussen beiden, maar hun huwelijk werd
nooit 'geconsumeerd', zoals dat toen heette, het
werd 'niet door de bijslaap voltrokken'. Gide
trouwde Madeleine in 1895, zeventien dagen na
dat zijn dominante, van het puriteinse protestan
tisme doortrokken moeder was overleden, die de
verbintenis nooit had zien zitten. Enkele maan
den voor zijn huwelijk was Gide in het Algerijnse
Biskra door Oscar Wilde geïnitieerd in de man
nenliefde. Al tijdens zijn huwelijksreis liet Gide
Madeleine voortdurend alleen om, waar ze ook
waren, te gaan 'cruisen', op zoek te gaan naar
jong, gewillig, mannelijk schoon.
Alan Sheridans biografie staat berstensvol data:
op de rechterpagina's wordt nauwkeurig bijge
houden in welk jaar we ons bij welke gebeurtenis
bevinden. Sheridan zegt dat bewust te hebben
gedaan: niet alleen omdat hij persoonlijk veel van
data houdt. „Chronologie op zichzelf', schrijft hij.
..betekent niets, maar het verschaft wel een neu
traal raamwerk voor het verhaal van een leven;
data zijn als seinposten die vertellen hoeveel kilo
meters we nog van ons einddoel af zijn, dat. in
een leven, het ultieme punt van vertrek is." Gide
'vertrekt' bij zijn overlijden, zoals hij heeft ge
leefd: sereen, de dood recht in het gezicht ziend,
zonder angst, zonder klachten.
Alan Sheridan schrijft fascinerende biografie over Franse Nobelprijswinnaar