ie doener, de denker en de schrijver informeert I informeert ALDI informeert ALDI Sport ^JSDAG 6 JANUAR11999 ge i autq 34/94. 6-53 W CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071 -5356464, PLV -CHEF JANET VAN DIJK, 071 -5356463 ne\\aatser/chemicus Mamix ten Kortenaar presenteert boek fcag komt onverwacht, maar toch hoeft Mamix ten -rï n^aar er niet lang over na te denken. De schaatsende —leus kijkt reikhalzend uit naar de presentatie van opppek (vandaag), gevolgd door het EK-allround (vrij- w. voaterdag en zondag) en mag kiezen uit drie wensen. "oViitvinden in de laboratoria van de Technische Uni- cit Delft. Gehuldigd worden als Europees schaats- jrijfioen. Of over een tijdje constateren dat je eerste ^meteen een bestseller is. ,,Doe mij maar die prach- itvinding. Omdat dat de hele wereld een stuk mooi- iakt. Dat boek en die Europese titel zouden alleen J 9e?'ooier maken." geb =n of c .5djUIDO BINDELS/GPD mi ten Kortenaar leeft in BlldUlende werelden. Het is Jhaal van de schaatser en '""Storandus. Op de Techni- ^""Jniversiteit in Delft, te- GEVfh van de scheikundigen, ipparthij soms: straks ben ik geziri bij AKZO of zo |ntu# ik een prima leventje, n 24 in op zulke momenten de !n "joed relativeren. !544? eenmaal °P de ijsbaan 4 juist andersom. Dan ziet nadelen van dat andere "*™!je. Heel veel werk in heel iruin stoppen. Een weten- iUn<pelijk stukje schrijven. »DOttblicatie in een tijdschrift "gens weggestopt in een oie kf komt te liggen. Met een /ERC geluk leest iemand het '°°^3g eens. 12 22 zijn boek moet dat an- aan. Zal het anders gaan. hij. Ook daar heeft hij edi ■Ra" e loet Mamix ten Kortenaar met volle overgave. Op donkere avonden, tijdens de lange trai ningskampen, las hij er wel eens uit voor. En dan was iedereen stil. Van schaatsvriend Bart Veldkamp tot manager Conrad Alleblas, van de trainers tot de concurrenten in de sport. Daar achter die magische Falkenstein voelde ik wijsheid en chaos tegelijk. Wijsheid om dat ik wist hoe het niet moest. Hoe je niet hard moest schaat sen. Hoe je jezelf niet moest op stellen in deze wereld. En hoe je gefrustreerd kon raken zonder dat je er erg in had. Chaos om dat ik wel voelde hoe het wél moest, maar het tegelijkertijd toch niet precies wist. Ik voelde wel hoe ik de juiste concentratie kon afdwingen op de juiste wed strijd en hoe ik miljoenen kon verdienen in het leven zonder er moeite voor te doen. maar ik wist niet precies hoe. En ik voél de wel hoe je de Nobelprijs kon winnen in de wetenschap, maar kon het niet vertellen. Voelen was vaag en voelen was geen weten... Luisteren naar hem is luiste ren naar verhalen met diepere achtergronden. Want de docto randus. de schaatser en de au teur is ook filosoof. De doener is tevens denker. Dat probeert hij in zijn boek ook duidelijk te ma ken. „Maar", haast hij zich te zeggen, „er staan ook grappige dingen in hoor. Niet dat de mensen die dit lezen denken dat het alleen maar ernst is." Dat is het dus niet. Maar het zijn juist die serieuze dingen die beklijven. 'Op weg naar het licht'. Alleen die titel al. Heeft hij, Marnix ten Kortenaar, dat licht ook uiteindelijk gevonden? Wie hem aanvankelijk hoort praten denkt van niet, maar de echte toehoorder weet wel be ter. Allereerst is er de wat dat betreft 'bedriegende' constate ring dat hij niet weet wat hij in de toekomst gaat doen. ,,Op de Technische Universi teit ben ik bezig met promove ren op het vakgebied fysische chemie. Microchips nóg kleiner maken, dat is wel leuk, maar ik zou daarmee niet oud willen worden. Ik ben bezig met uit vindingen, maar ze zijn me niet relevant genoeg. Een medicijn ontdekken tegen kanker, dat is pas wat. Zoiets is echter te bio logisch voor mij, dus dat kan ik wel vergeten." „Momenteel ben ik weer vooral schaatser. Oók leuk. Maar om nou tot het einde der tijden rondjes te draaien op de Haagse Uithof, nee, ook dat weer niet. Chemicus, schaatser en nu ook nog auteur, hoe meer ik doe, hoe meer ik de weg kwijt raak in het leven. „Dat boek heeft me een tijd in de greep gehouden. Nu het af is val ik toch even in een soort gat. Er is een mooi creatief idee weggevallen, iets wat een eigen leven in mijn hoofd was gaan leiden. Het was de laatste tijd zo dat ik in mijn eigen boek ging leven. In mijn eigen fantasieën. Het gaf een kick. Alles wat je creëert in wat voor vorm dan ook, geeft een gigantische vol doening. Je ontplooit jezelf, merkt datje lééft". „Ik wilde dit al jaren, altijd al. Ik heb het tenslotte bewust in relatief korte tijd opgeschreven. Op gevoel, op intuïtie schrijven is het beste. Dan laat je de kleurrijkste en mooiste kanten van jezelf zien. Je gedachtegan gen meteen neerzetten en dan niet meer veranderen." „Veel op papier zetten over Marnix ten Kortenaar zelf en veel over de fantasieën van Marnix ten Kortenaar. Eigenlijk kun je het vergelijken met het rijden van een tien kilometer. Je hoort het publiek, je ziet de ron detijden en dan wordt het je op eens zwart voor de ogen. Wat denk je dan? Wat voel je dan? Wat is echt, wat is fantasie? Wat hangt daar tussenin?" Vragen waarop Mamix ten Kortenaar antwoord probeert te geven. In een boek dat veel meer is dan een sportboek. 'Op weg naar het licht'. Hij heeft het toch, ondanks voorgaande op merkingen, gevonden. Hij kon het zelfs even aanraken. En weg was het. „De mensen moeten het maar lezen en ieder mag er het zijne over denken. Eigenlijk is iedereen op zoek naar het licht De ene groep vindt dat onzin en zegt: je vindt het toch niet. De andere groep blijft zoeken en vindt het wel. Voor even." „Je komt pas verder als je weet waar je heen gaat." De confrontatie met een oude uit spraak van hem, zorgt even voor verwarring. Nu zegt Ten Kortenaar: „Op het moment dat je weet waarom je hier bent, kom je verder in alles wat je doet. Op het eerste moment lijkt niemand dat te weten, maar ik denk dat iedereen het wel weet. Als hij tenminste goed naar zichzelf wil luisteren. Ik weet waarom ik hier ben en waar ik heen ga. We zijn geest- jes die in lichamen zijn gedrukt. Ga je dood, dat blijft dat geestje keurig over." „Je moet twee dingen goed uit elkaar houden: het Doen en het Zijn. In het Doen weet ik niet waar ik heen ga. Chemicus, schaatser, schrijver, werken op een vuilnisbelt, noem maar op, ik weet het gewoon niet. Maar in mijn Zijn weet ik het wel. Daarom kom ik ook verder, on geacht wat ik doe. Omdat ik me bewust ben van mijn Zijn." „Ja, ik ben dus gelukkig. Niet in mijn Doen. Maar daar maak ik me niet meer druk om. Om Marnix ten Kortenaar is op de TU in Delft bezig met een promotie-onderzoek op het gebied van fysische che mie. „Microchips nóg kleiner maken." foto gpd dat ik het Zijn heb gevonden. Maar zullen we het nu even over iets anders hebben. Over het EK schaatsen, of over wat grappige verhaaltjes van dingen die ik heb meegemaakt en die ook in het boek staan"? Nee dus, want dié kant van Marnix ten Kortenaar kent het grote publiek wel. Ik vervloekte mijn onspor tieve gedrag en ik had spijt. Spijt omdat ik afscheid nam van de Doe-wereld en ik mijn schaats- leven had verknald. Omdat ik me nooit op de Klok had gericht maar op de buitenwereld. Ik had me met mijn bewuste den ken nooit gezuiverd van mijn zwakten en mijn onderbewuste was even zwak als bij mijn ge boorte. Ik had me niet op mijn binnen, maar op mijn buiten gericht. Ik had me op mijn con currentie gericht en op gouden medailles. Ik had nooit gezien dat veel grotere prestaties wer den geleverd door je te richten op de Klok. Toen voelde ik mijn energie wegglijden. Ik werd moedeloos want ik had mijn ene kans verknald. Ik had de reden van ons bestaan nooit gevonden en nu ging ik heen. Net als alle schaatsers die me voor waren gegaan. En net zoals u spoedig ook uw wereldje zult verlaten. Het startschot viel en ik blies mijn laatste bewuste schaatsadem uit. De wereld van het Doen was niet meer...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 25