Op zoek naar natuurlijke vijanden In Natura Ganzen Sluipwespen in katapult OS Sluipwespen zijn nuttige insec- holle kleiduiven gestopt i)S ten die als larven heel wat worden vervolgens naar ijev, schadelijke insecten op velden wenste plaatsen gekatapijne en in boomgaarden verdelgen, teerd. Bij het neerkomen|nn Omdat zij echter niet uit zich- de klei en kunnen de larv||e: zelf naar de velden trekken. zich verspreiden. Blijkbare maar in de struiken blijven overleven de insecten de j,e waar ze zijn uitgebroed, plegen ringssnelheid van ongev^m( landbouwers de wespenlarven kilometer per uur zonder e nogal eens met de hand te ver- blemen. De door de wetepp wijderen om ze op het veld uit schappers ontworpen kl&e|< te zetten. Dat is een tijdrovend ven bestaan uit biologische en moeizaam karwei. Onder- breekbaar materiaal dat s/e|| zoekers van het Amerikaanse verpulvert en volledig ori'|ec ministerie voor landbouw in delijk is. Hel systeem van|0r het Californische Shafter heb- gekatapulteerde wespenl^e ben een curieuze methode be- is volgens de wetenschap^ dacht om de larven efficiënter bruikbaar bij velden, boogyi te verplaatsen. De beestjes wor- gaarden, bloemenkwekei^er den in speciaal vervaardigde en mogelijk zelfs wijngaaian itui U itsterven dinos K iet Een Amerikaanse wetenschap- doet onderzoek naar de bier per beweert een stukje te heb- sellaag van de zeebodem.ud ben gevonden van de enorme is bekend dat die bewijzeJOS asteroïde (een kleine planeet), zich draagt van een giganlet die 65 miljoen jaar geleden op komeet- of asteroïde-inslict de aarde insloeg en de mogelij- Volgens Kyte is de aarde (>RC ke oorzaakis van het uitsterven miljoen jaar geleden niet ing van de dinosaurus. De geofysi- een komeet geraakt, maaier cus Frank Kyte heeft het stukje een asteroïde, een kleine jve gevonden in het noorden van neet. Veel wetenschappeöer de Stille Oceaan. Ondanks de loven dat het klimaat toeijér geringe omvang, het fossiel is drastisch veranderde dooinc ongeveer 2,5 mm groot, is dit inslag van een hemellichtjig volgens hem het eerste zichtba- Dit maakte de aarde niet latt re overblijfsel van de asteroïde, bewoonbaar voor de dui^ol Het lag 45 meter onder her den soorten dinosauruss^ei zand en was bedekt met 65 mil- daar 160 miljoen jaar had|er joen jaar oude modder. Kyte rondgelopen. Wa ite Paaseiland 1 iro Ergens rond 1450 eindigde ab- door de Moai's gebruikt al1® rupt de hoogstaande Moai-be- materiaal voor hun beeldfrc schaving op Paaseiland, bij ons Vastgestels is dat het kapfr' bekend door de reusachtige. van de beelden zeer abru£e( rechtopstaande beelden. gestopt rond 1450. Precier3' Nieuw onderzoek heeft uitge- dat moment verscheen lal?' wezen dat die ondergang vrij- de oever van het kraterme"1 wel zeker het gevolg geweest totora-riet. dat alleen in Zi van een invasie van Inca-krij- Amerika voorkomt. Samej gers uit Zuid-Amerika. Waar- het totora-riet ontdekten schijnlijk vernietigden zij uit re- tenschappers in de sedimi ligieuze overwegingen de beel- resten van talrijke soorten' den en namen zij de bevolking planten en diertjes, zoals mee als slaven. De reconstruc- sen en mosselkreeftjes, di< tie is afgeleid uit onderzoek van maal uit Zuid-Amerika aflj een laag puin uit een vulkaan- stig zijn en niet in de oude krater op het eiland. De vijftien gen van het kratermeer zin meter dikke puinlaag werd WOENSDAG 6 JANUARI 1999 Ineens is de lucht vol ganzen. De ene V-formatie na de andere trekt onder de lage wolken voorbij. Zo midden in de winter lijken de vliegtochten kortston dige manoeuvres om uit te wij ken voor sneeuw en ijs. Die V- formatie: waarom vliegen slechts enkele vogelsoorten op een dergelijke manier? Wat is het nut van die vorm? De aërodynamica houdt zich bezig met het onderzoek naar de aard van bewegingen van luchtstromen en de invloed van lichamen met uiteenlopende vormgeving op die luchtstro mingen. In het geval van gan zen leert de aërodynamica ons dat ze bij het vliegen flinke tur bulentie veroorzaken. De lucht achter de vleugels gaat omlaag, terwijl die aan de zijkanten om hoog wordt gestuwd. Zouden ganzen precies achter elkaar vliegen, dan zouden ze' elk in de door hun voorganger teweeg gebrachte neerwaartse lucht stroom zitten, hetgeen onvoor delig is. Als ze echter schuin achter hun voorganger vliegen, en het liefst iets hoger, kunnen ze profiteren van de opwaarts bewegende lucht, die het vliegen een stuk gemakkelijker maakt. Vliegen alle ganzen in die positie, dan zijn ze in een schuine lijn ge groepeerd of in een dubbele schuine lijn: een V. Deze twee mogelijkheden worden door de ganzen benut. Zo simpel is de verklaring. Maar er blijven vra gen. Zoals: is het voor de vogels niet moeilijk om keurig in for matie te blijven? Nee, luidt het antwoord, het is zelfs heel ge makkelijk! In feite is het moeilij ker de formatie te verbreken dan in stand te houden. Vliegt een gans naar voren uit de lijn. dan verliest hij het voordeel van de door zijn voorganger om hoog gepompte lucht en valt hij terug in de linie. Breekt hij ach terwaarts uit de formatie, dan zorgt de door de achter hem vliegende gans veroorzaakte druk erv oor dat hij naar voren wordt gestuwd en terug in de lijn. Het zijn dus de opwaartse luchtbewegingen die het eska der bijeenhouden en het ener gieverbruik van de groep tot een minimum beperken. Slechts één gans kan niet van zijn voorganger profiteren: de aanvoerder van de groep. Hij verricht het zwaarste werk en wordt dan ook op gezette tijden afgewisseld. Het een en ander gaat vergezeld van gesnater en gegak. Al pratend wordt voort durend overleg gepleegd in het eskader. Zelden zal een V-for- matie zwijgend voort vliegen. Sociale dieren als ze zijn hou den de ganzen ononderbroken contact met elkaar en met an dere groepen die in de nabij heid zijn. Zo gaat de tocht urenlang voort. Ganzen hebben het dus alle maal prima op een rijtje. Win terkoninkjes blijkbaar niet. En nachtegalen ook niet. Die vlie gen niet in V-formaties naar het zuiden. Dat komt, doordat hun vleugels te klein zijn. Willen ze profiteren van de door elkan ders vleugelslagen veroorzaakte opwaartse luchtbewegingen, dan moeten ze wel héél dicht bij elkaar vliegen. In een vrijwel aaneen gesloten lijn of in een bijna massieve wolk. Zo'n for matie levert meer nadelen dan voordelen op. De vogels zou den gemakkelijk met elkaar in botsing komen. THEO SCHILDKAMP Cryptogram HORIZONTAAL: 1. Engelse gewichten van een rockgroep (6); 7. Vertegenwoor digt de eerste Belgische plaats (5); 8. Frans krijgt er een rood hoofd van (5): 9. Twee uitroepen van een opschepper (5); 10. Tweede soort in touw (4): 11. Het blijft een paradijs als de maat ervoor gaat staan (6); 12. Vreemde boer die maling heeft aan een rund (6). VERTICAAL: 2. Oplosmiddel voor luierstof (5); 3. In wezen geen droge tijd (6); 4. Spannend om er gevoelig voor te zijn (6); 5. Akelig dat vampiers niet vies zijn f4); 6. Knappe man met een ladder? (8); 10. Schrijf in op het werk van een schrijver! (4); 11. Betaal voor scheepsreparaties! (3). Oplossing van dinsdag: 1. kort-stork-Orkest 2. deel-leeds-Elders 3. velg-vlieg-Veilig 4. flat-tafel-Elftal 5roet-otter-Retort 6. teer-etter-Letter 7. raat-traan-Ornaat 8. reep-speer-Perser 9. keel-enkel-Elkeen 10. ezel-lezer-Reuzel Gevraagd woord: OEVERLOPER. PETER DE JAEGER De inzet van natuurlijke vijan den in de land- en tuinbouw verloopt moeizaam. Nog maar tien procent van de bestrijding van plagen gebeurt biologisch, terwijl zeker de helft mogelijk is. „Er is oneerlijke concurren tie met chemische middelen. Die zouden drie keer zo duur moeten worden, vanwege hun negatieve milieu-effecten", zegt Joop van Lenteren, godfather van de biologische bestrijding in ons land. De overheid wil dat boer en tuinder minder spuiten, om het milieu te sparen. Het verbruik van pesticiden in Nederland is de afgelopen tien jaar bijna ge halveerd van 20 miljoen kilo in 1987 tot 11 miljoen kilo vorig jaar. Van Lenteren: „Maar de vermindering zegt niet alles. Sommige nieuwe middelen zijn juist minder gunstig en roeien tegelijk ook natuurlijke vijan den uit, waardoor een stuk gra tis gewasbescherming wegvalt. Het meest selectieve chemische middel pakt nog altijd honder den soorten insecten. Een para siet vernietigt hooguit vijf plan- tenetende insectensoorten." Van Lenteren is hoogleraar en tomologie aan de Landbouw universiteit Wageningen. Hij zag net een groot Europees project gehonoreerd, dat de ri sico's van biologische bestrij ding gaat onderzoeken. Er zijn immers spectaculaire voorbeel den dat het mis kan gaan. Zo zijn in de jaren vijftig suikerriet padden in Australië ingevoerd vanuit Latijns-Amerika. Deze reuzenpad moest afrekenen met een vraatkever die per on geluk uit Brazilië was inge voerd. Maar het alles etende dier veroorzaakte een grote na tuurlijke ramp. Ander voor beeld is de civetkat, die vanuit India naar Trinidad werd over gevlogen om ratten en slangen te bestrijden. Dat beest deed zijn werk zo goed, dat binnen enkele jaren alle prooidieren op waren, zodat het noodgedwon gen zijn menu uitbreidde met kippen. En dat was niet de be doeling. „Maar insecten tegen insecten is nog nooit misgegaan", zegt de hoogleraar. „Deels geluk misschien, maar voor het grootste deel, omdat biologi sche bestrijding in handen is van deskundigen. Er zijn in principe altijd beesten uitgezet met een heel beperkt menu. Vooraf wordt onderzocht hoe ver de insecten buiten hun bord eten. Dit om te voorko men dat ze ook nuttige insecten te lijf gaan. Wereldwijd wordt 90 procent van de insecten die een plaag zouden kunnen worden, onder de duim gehouden door na tuurlijke vijanden. Er is sprake van biologische bestrijding als In de kasteelt is het gebruik van insecticiden met 90 procent gedaald sinds de jaren tachtig. foto anp de mensen de insecten produ ceert, ergens naar toe brengt en bewust loslaat. Dat is in minder dan tien procent van de totale gewasbescherming het geval. Op wereldschaal worden de meeste gekweekte insecten bui ten ingezet. Bijvoorbeeld op grote schaal in citrusteelt, sui kerriet, soja, maïs en rijst. In Nederland begon biologische bestrijding in kassen, vooral omdat binnen spuiten onder vochtige omstandigheden on gezond is voor de tuinder. In de kasteelt is het gebruik van in secticiden met 90 procent ge daald sinds de jaren tachtig. Vooral bij de teelt van tomaten, komkommers en paprika's is biologische bestrijding niet meer weg te denken. „Bloe menteelt onder glas is ingewik kelder dan groenteteelt. In de sierteelt hebben we namelijk te maken met enkele honderden plantensoorten en per soort nog eens tientallen variaties. Toch gaat het ook hier razend snel. Zo wordt op 40 procent van de gerbera's al biologische bestrijding toegepast. Van Lenteren wil onderzoeken of de inzet van insecten buiten de kas kan worden uitgebreid. Zo worden in boomgaarden roofmijten uitgezet om spint, bladroller en bladmineerder te bestrijden. „Dat heeft alleen kans van slagen als de fruitteler geen breed werkende chemi sche middelen inzet die de roofmijt vernietigen", zegt Van Lenteren. Sinds kort wordt ook gekeken naar biologische be strijding in de vollegronds groenteteelt. In Wageningen zijn enkele proefvelden spruit- kool aangelegd met daartussen wilde mosterd, een plant die rijk is aan pollen en nectar. De ze mengteelt is vergeleken met alleen spruiten op het veld. Jarenlang onderzoek heeft het scala aan natuurlijke vijanden uitgebreid. In de jaren zeventig werd gebruik gemaakt van nog maar twee of drie natuurlijke vijanden. Dit aantal groeide in de jaren tachtig uit tot zo'n vijf den soorten. Tegenwoordig kan de tuinder kiezen uit 85 soor ten. In Nederlandse kassen worden jaarlijks twee miljard kruipende of vliegende insecten losgelaten. 's Werelds grootste producent van insecten is het Nederlandse Koppert bv. in Berkel en Ro denrijs. De massakweek kan de helft goedkoper dank zij een spectaculaire vinding. Wage- ningse entomologen ontdekten namelijk dat een bacterie (wol- bachia) insecten kan parasite ren en op die manier zorgt voor louter vrouwelijke nakomelin gen. „Hoe dat genetisch in el kaar steekt is onbekend, maar de gevolgen zijn enorm", zegt Van Lenteren. Geïnfecteerde vrouwtjes hoeven namelijk niet eerst te paren, maar kunnen zonder hulp van mannetjes eie ren leggen. En uit die eieren ko men uitsluitend vrouwtjes. Bij de sluipwesp thrychogramma, die wordt ingezet tegen allerlei motten, doet alleen het vrouw tje het vernietigende werk door haar eitjes in de vlinder te in jecteren. De uitgekomen larve eet van binnenuit zijn prooi op. Als de populatie alleen uit vrouwtjes bestaat is de repro ductie sneller en dus goedko per. Ook verdubbelt het vernie tigingseffect. Een andere.methode van biolo gische bestrijding is het om de tuin leiden van schadelijke in secten. Zo worden mannetjes in de war gebracht met vrouwe lijke lokstoffen of feromonen. Hierdoor kunnen ze de vrouw tjes niet meer vinden en sterft de populatie vanzelf uit. HEINZ Kapitein Wal Rus was vol ongeduld in de mast geklommen om een ruim uitzicht over het eiland te hebben. ,,Ik zit hier mijn lig-uren te ver doen", mompelde hij in zijn snor. ,,Die landlubbers hebben ook altijd wat. Als je op de oceaan een zee slang tegenkomt, moet je zorgen dat je hem op vier streken houdt, maar op de wal zitten ze met een bom achter hun wormen aan. Bah! Als het niet om de lading was, zou ik voorlo pig buitengaats blijven." Op dat ogenblik voer er een trilling door het schip, zodat de gezagvoerder wan kelde in zijn kraaienest. Verrast richtte hij zijn kijker op een water zuil, die achter de bergen zichtbaar werd en zich steeds hoger in de lucht verhief. „Donders!" prevelde hij. „Dat overgehaalde monster is door die bom als een geiser opgeblazen!" Deze gevolgtrekking was echter niet juist. Wat hij zag was het zeewater dat door de bom omhooggeworpen was en dat nu als een grote vloedgolf naar beneden kwam kletteren, pre cies op de kop van het monster. En vreemd genoeg sloeg het ondier daardoor in kleine stukjes uit elkaar. „W-wat geb-gebeurt er?" stamelde heer Ollie, die verstard en met door weekte rug naar het toneel gekeerd zat. „Trotten", zei Tom Poes. „Het monster bestaat uit trotten; kijk maar." TOM POES Tom Poes en het Monster Trotteldrom Ah Paaseiland 2 „Zoveel soorten planten en die ren die op hetzelfde tijdstip worden aangevoerd op een ei land dat op 2000 kilometer van de dichtstbijgelegen kust ligt. kan geen toeval zijn", aldus de Gentse hoogleraar Dumont, die het onderzoek op het Paasei land leidt. „Er is hier sprake van een ware invasie, die zowel de Moia-cultuur als de fauna en flora op het eiland grondig heeft beïnvloed, om niet te zeg gen vernietigd. Wij zijn er vrij wel zeker van, dat het om de Inca's gaat. Het totora-riet werd door de Inca's voor hun vlotten en voor de woningen op deze vlotten gebruikt 1 leyerdahl heeft reeds mei Kon Tiki-expeditie in 1947 wezen dat het Paaseiland tacten heeft gehad met Zu Amerika via zeevaarders d tora-vlotten gebruikten. Al kon hij er geen precieze d; ring aan vastknopen." Het mont-team vindt trouwen aanvullend bewijs voor de ca-invasie in de legenden i Inca-overlevering. Daarin: sprake van een Inca-prins lang voor de komst van de ste Europeanen met een n tige vloot van wel tweehon schepen op verovering tro Aarde heeft pit De kem van de Aarde bestaat uit een vloeibare laag met daar in een vaste 'pit'. Wetenschap pers vermoedden al langer dat de kern van de aarde vast is, maar konden het bewijs niet le veren. Door het analyseren van seismische golven bij een zeer zware aardbeving ongeveer zeshonderd kilometer onder Indonesië in juni 1996 is dit nu wel gelukt. Om het vloeibare binnenste van de aarde drijft een steenachtige mantel in de kern van de laag ten ijzer is de druk zo dat het ijzer een vaste vormt, is de mening van derzoekers. In de jaren constateerden seismolc onregelmatigheid in de heid waarmee golven zich de kern van de aarde wogen. Daaruit zij dat deze een soort moest bevatten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 10