En altijd geloven De ene stal is de andere niet S Om te zoenen 'T GODDELIJK KIND, VREEDZAAM LACHT Geloof, hoop en liefde. Of: geloof met liefde op één hoop. Cabaretiers weten er wei raad mee. Hemel en hel, Kerk en God, het zijn dankbare onderwerpen. Recht voor z'n raap en schuin door de bocht. God heeft het er maar moeilijk mee, stelt kleinkunstenaar Erik van Muiswinkel vast. Het is begonnen met Fons Jansen en Guus Vleugel, Annie Schmidt die gaarne over God een nootje kraakten of over bijbelse verhalen scherpe grapjes maakten of Bisschop Gijsen even snoten in een snedig lied. Toen kwamen Gaaik- en Halsema, en Cox en Freek de Jonge en Robert Long met Jezus Redt, ja zelfs een Paul van Vliet -het type man waar zelfs mijn oma absoluut geen kwaad in ziet- is uiterst oneerbiedig met de bijbel omgesprongen. Het moet nu maar eens zwart op wit in deze krant gezet: Dat God het thans zo moeilijk heeft, komt door het cabaret! De zalen lopen vol voor cabaret, al meer dan honderd jaar en altijd moet het christendom eraan geloven. Als God een Vent was, op Z'n troon daarboven, dan zou het snel met ons gebeurd zijn, reken maar! Maar nee, Hij durft niet tegen Hansje Teeuwen Justus van Oei ducht van de Heere geen gevaar Hij balt Zijn vuist en roept om Tipp-Ex en een schaar, Hij zou wel uit de hemel willen schreeuwen: 'Staakt toch uw godvergeten atheïstenpret!' Maar nee hoor, het staat 10-0 voor het Hollands cabaret. Het cabaret heeft Lennaert Nijgh, en Dorrestijn en drs. P, heeft virtuozen, durfals, beulen, koninginnen. Wat moet een humorloze God uit Israël beginnen tegen de overtuigingskrach t van Jiskefet, Van Kooten en De B. Het Nederlands publiek lag eeuwenlang gekluisterd in doodsbange aanbidding voor zijn God en Heere J. Geloof het maar of niet, 'tis nog geen honderd jaar gelee dat geintjes over Hem niet eens werden gefluisterd! Nu ligt Hij machteloos te woelen in Zijn luxe hemelbed... De hele wereld is van Hem, behalve dat brutale behalve dat verrekte behalve dat vervloekte cabaret! ERIK VAN MUISWINKEL Detail van een joyeuze kerstkribbe - in 17e eeuwse stijl - uit Napels. •foro visual ommige geleerden houden het er op dat reeds in de vierde eeuw na Christus gelovigen zich verzamelden rond een kribbe in de kerk van Maria Maggiore te Rome. Anderen wijzen Franciscus van Assisië aan als de heilige die als eerste en op simpele wijze ver beeldde hoe de omstandigheden twaalf eeuwen eerder waren ten tijde van de geboorte van het Kind: een stal, Maria, Jozef, een os met een ezel en natuurlijk de voe dertrog - de kribbe - waarin de pasgeborene werd neergevlijd bij gebrek aan beter. Franciscus van Assisië zette in 1223 een kerststal op in het bos waaromheen zijn volgelingen zich schaarden. Omdat zijn orde de gelofte van armoe had afgelegd, paste soberheid vanzelfsprekend in dat beeld. Hen stal, stro, een os en een ezel, herders en schapen. Met het prediken van hun bood schap door heel Europa, voerden de Franciscanen ook het kribbetje in hun bagage mee. Als een olie vlek verspreidde de kerststal zich op die manier vanuit Italië over het continent. Onder impuls van de bereisde Jezuïten, die vanaf de zestiende eeuw de wereld over trokken om het geloof te verkon KOMT, KNIELT ALLEN BIJ 'T KRIBBEKE NEER 'En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor hen geen plaats meer was in de herberg'. Lucas 2: vers 7. digen, zette de kribbe zijn opmars over de aardbol voort en bereikte zo - bij voorbeeld - in 1595 Japan. In Nederland deed het krib betje pas goed opgang in de vori ge eeuw toen de symboliek van beeldjes weer legitiem werd. In eerste instantie stelden kerken deze beeldengroepen op; later plaatsten de katholieken minia tuurtjes daarvan ook in de huis kamer. Na de Tweede Wereldoor log had elk zichzelf respecterend katholiek gezin wel een kribbe in huis. Sommige mensen hielden het niet bij één stalletje. Zoals dr. Eli sabeth Houtzager uit Utrecht. Omdat ten tijde van de bezetting goederen schaars waren, maar zij toch een stal met kribbe wenste te bezitten om het kerstverhaal te visualiseren, maakte een kennis er eentje van papier. Later op een reis door Frankrijk kocht zij er in de Provence een kameel bij die aan haar groep ontbrak. Omdat die van aardewerk was, hing de stal daardoor wat 'uit het lood'. Zodat ze terugging en zich daar in Zuid-Frankrijk een complete Provengaalse creatie aanschafte. Het vormde het begin van één van de omvangrijkste verzamelin gen van kerstkribben ter wereld. Veertig jaar reisde Elisabeth Houtzager stad en land af, op zoek naar bijzondere exemplaren. Op gegeven moment telde haar verzameling ruim achthonderd groepen, en dus ook kribben. Van alle tijden en afkomstig uit (nage noeg) alle landen; Taiwan. Polen, Sri Lanka, Brazilië. Italië, Mexico, Oostenrijk, Zweden, Duitsland en uiteraard ook Nederland. in 1987 gaf ze haar complete verzameling ten geschenke aan het Bijbels Openluchtmuseum in Heilige Landstichting. Die maakt er al tien jaar goede sier mee door in de donkere dagen rond kerst een tentoonstelling 'om de krib be' te organiseren. Aan de hand van een thema - dit keer engelen - stalt het muse um jaarlijks zo'n honderd groe pen uit. Omdat ze er daar inmid dels zo'n duizend bezitten, is af wisseling gegarandeerd. De verzameling is zo zeldzaam, omdat hier sprake is van pure volkskunst door de eeuwen heen. Rond dat toch betrekkelijk een voudige thema van een krib, een kind en wat bijbehorende figuur tjes viert het 's lands wijs, 's lands eer hoogtij. De diversiteit is enorm, de interpretatie per land en per tijdvak buitengewoon ver schillend. Zo steekt de Hollandse nuch terheid met zijn vormelijke en vrome beeldjes schril af tegen de joyeuze 17e eeuwse stijl van een kribbe uit Napels. In dat klassieke tafereel is het kindje Jezus in een gouden schelp gevat en afgezet tegen een achtergrond van heuse Romeinse zuilen. Of neem de groep uit Nicaragua die aan de hand van tientallen beeldjes en in strekkende meters het hele ver haal vertelt van de vlucht uit Egypte tot en met de geboorte van Christus. De Spaanse opstel ling is weer heel anders. Een com pleet dorp met honderden figuur tjes geeft uiting aan zijn vreugde over de geboorte, twee stieren in cluis. Typisch Frans zijn de santons uit de omgeving van Arles. Een eeuwenoude traditie, deze ge boetseerde en met de hand be schilderde beeldjes. De kip en kuikens zijn zó miniscuul klein dat één penseelhaar volstaat om ze kleur te geven. De figuurtjes uit Ecuador werden gemaakt van brooddeeg en in tijd van nood eetbaar! Dat geldt ook voor de kribbe uit Peru, gemaakt van aardappelmeel. Bij dit zogenoem de retableau kunnen de deurtjes dicht. Dit onder het motto: 'pop- petjegezien, kastje dicht'. Maar hoe verschillend van vorm en aard ook, wezenlijk ver schillend zijn ze wereldwijd niet als het puur gaat om die kribbe. Hij mag dan van goud, bamboe, papiermaché of hout zijn: een eenvoudige voederbak voor die ren blijft het. Wat dat betreft vormt de bijzonder fraaie terra cotta-groep van de Nederlandse kunstenaar Gerard Héman daar een uitzondering op. In de molen ligt het kindeke bij Maria in bed. Lekker weggestopt onder de warme wol. Zou St. Franciscus kennis nemen van zoveel luxe - de arme heilige zou zich omdraai en in zijn graf. AD VAN KAAM Kerststallen-expositie Bijbels Open luchtmuseum, Profetenlaan 2, Heilige Landstichting (bij Nijmegen); t.m. 6 januari dagelijks" van 10 tot 17 uur, op 1 januari van 12 tot 17 uur. LIEFDE SPREEKT UITZIJN MONDEKE TEER Iemand een kus toewerpen is net zo'n teder gebaar als een zoentje stelen. Maar ook een klapzoen, een dikke zoen (op z'n Gronings 'een smok op de klodde'), een tongzoen, een kushandje, een natte zoen of een heel lief klein kusje mist zelden zijn doel. En als je kusjes op zijn, kun je altijd nieuwe maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 49