'Opvoeden... Moeilijk, maar boeiend'
D
Slaapliedjes wakker geschud
Toegedekt door de wolken
A
'T.
Stflie nad*. neiiige nacht Davids joor ung wjrwicfll wordt dooi dividers begiMt m een stal. op de bergen UrnW vreugdegeschal. rwiida ieddei isdaai Heil de ree
èliy=!
Even m'n hart luchten. Ik heb net een fik
se ruzie met je kleindochter achter de rug.
Stephanie is bij vlagen opstandig. En als
ze boos is, kan ze soms echt onhandel
baar zijn. Ik ook, toen ik negen was?!
Gehoorzaamheid en discipline, daar had
jij het vroeger altijd over. Ik denk dat jij en
pa het makkelijker hadden. Niet luisteren,
een waarschuwing. Nog niet luisteren,
een pets voor je kop. Als kind wist je
meteen waar je aan toe was. Toen ik op
groeide waren de meeste vaders en moe
ders bij ons in de buurt trouwens ook zo.
Tegenwoordig moet je als vader te allen
tijde blijven communiceren met je kind,
het liefst op voet van gelijkheid, zo lees ik
in boekjes van kinderpsychologen. Als ik
aan jou vroeg waarom, dan zei je daarom.
Einde discussie. Nou, Stephanie pikt dat
niet. Die wil argumenten horen.
BIJ HET KINDJE 'T HOOGHEILIGE PAAR
Gehoorzaamheid en discipline. Het waren betrouwbare bakens - uitgezet door zijn ouders - in de jeugd van
verslaggever Ed Blaauw. Thans zelf opvoeder ziet hij die steunpunten op drift geraakt. Het ouderlijk gezag is niet
meer zo vanzelfsprekend als het was. Tijd voor een brief aan z'n moeder, vond de moderne vader.
Ik hoor van andere ouders dat ze met ex-
cact hetzelfde probleem zitten. Wanneer
moet je de discussie aan en wanneer
moet je je autoritair opstellen? Laatst las
ik een interview met een opvoedkundige.
Die zei: .Alleen ouders met weinig peda
gogische kwaliteiten willen nog weieens
gaan meppen en schelden, uit onmacht."
Ik geef toe, soms moet ik me inhouden
haar een tik te geven.
Die knallende ruzie, dat kwam zo. Ik
moest even langs de dokter om mijn
bloeddruk te laten controleren. Stephanie
mee. „Geen kaas en chips meer", was zijn
advies. „Doe ik al tijden niet", zei ik. Ze
hoorde dat met stijgende verbazing aan.
„Je eet altijd van de kaas en je steelt ook
uit mijn snoeppot." Ik lachte, maar wel
als een boer met kiespijn.
Terug naar huis in de auto probeerde ik
uit te leggen dat mijn opmerking in de
spreekkamer van onze huisarts, een grap
je was. Ik kreeg de wind van voren. „Ik
vind dat geen leuke grapjes", zei ze. Ze
was door het voorval uit haar humeur en
ze bleef de hele weg naar huis snauwerig.
Ik begon, omdat zij zo vervelend deed,
ook boos te worden.
Thuis bleef ze doorzeuren. En toen ik haar
verbood om op de computer te spelen - ik
wilde aan deze brief beginnen - was het
huis helemaal te klein. Ik stuurde haar
voor straf naar haar kamer om af te koe
len. Ze rende hevig verontwaardigd en
heftig protesterend naar boven. Bovenaan
de trap riep ze fel: 'Lui'. Dat had ik tegen
pa of jou moeten zeggen! Ik had een paar
fikse klappen gekregen. Dat weet ik zeker.
Maar tegenwoordig wordt een klap op de
billen door deskundigen gezien als vorm
van machteloosheid en van de eigen on
zekerheid. Er zijn er zelfs bij die zeggen
dat een autoritaire opstelling van de ou
ders kan leiden tot onzelfstandige en
angstige mensen. Ik zie je lachen. Jij vindt
dat nonsens. Ik hoor het je zeggen: „Een
kind wordt heus niet slechter van een op
voedkundige tik."
Vandaag de dag krijgen kinderen van ne
gen nauwelijks tikken. Op school al hele
maal niet. Als ze onverhoopt klappen zou
den krijgen, is Leiden in last. Ik weet zeker
dat bijna alle ouders meteen naar school
zouden komen om te zeggen dat de juffen
en meesters hun handen thuis moeten
houden.
Jullie hadden 'n boek achter de hand, dat
van Spock. Moet je tegenwoordig kijken.
Ik zie het bij ouders van de vriendinnetjes
van Stephanie. Ze hebben tal van opvoed
kundige boeken in hun boekenkast. En
hoeveel televisieprogramma's gaan er niet
over opvoeden?
Onlangs zei een opvoedspecialist op de
tv: „Je kunt allerlei boeken en bladen le
zen of naar tv-programma's kijken, maar
als je als vader en moeder al die tips in de
praktijk zou brengen heb je binnen de
kortste keren een neuroot van een kind."
Dat geloof ik ook. Opvoeden doe je op ge
voel en niet met een boekje in de hand.
Enfin, Stephanie kwam na een half uur
haar kamer uit. Haar straf had lang ge
noeg geduurd, vond ze. Ze walde buiten
spelen met haar vriendinnen. Ik stond
even in tweestrijd. Moest ik haar laten
gaan, of had ik haar naar haar kamer
moeten terugsturen?
Ik liet haar gaan. Ze trok haar winterjas
aan en deed het lint om haar nek waaraan
haar huissleutel hangt. „Als jij straks weg
bent en mama is nog niet thuis, dan kan
ik er tenminste in", zei ze. Een kind met
een sleutel om haar nek, jij vindt dat maar
niets. Ik hoor het je zeggen: „Ouders moe
ten thuis zijn als ze een kind van negen
hebben."
Wist je ma, dat uit een onderzoek van de
GG en GD naar voren is gekomen dat zo'n
twintig procent van alle kinderen kampt
met psycho-sociale problemen? Dat komt
doordat ouders geen grenzen meer aan
geven, waarden en normen zoek zijn in
de samenleving en doordat kinderen de
duurste cadeaus krijgen zonder er maar
iets voor te doen. Dat laatste klopt zeker.
Stephanie heeft een cd-speler, sportfiets,
dure schaatsen, tientallen CD-ROMS, ko
nijnen, kanen. Als ik haar met haar vrien
dinnen vergelijk is ze zeker geen uitzon
dering. Trouwens, de helft van die luxe
spullen heeft ze van jullie gekregen. Als jij
in deze tijd kinderen had gehad, was je
ook een andere opvoeder geweest. Denk
ik.
ROND DE KRIBBE ZINGTD ENGELENSCHAAR
Slaapliedjes. Van die liedjes die ooit door moeder werden gezongen met zo'n veilige stem, zo'n
stem die als kapoksneeuvv over je heen daalde en je naar dromenland zond. Liedjes die je
moesten beschermen tegen de aanstormende spoken en de schaduwen op het behang. Bestaan
ze nog? Jawel, maar er moet tegenwoordig een cursus aan te pas komen.
Slaap kindje, slaap.
foto hans van weel
winkle, twinkle, little
star'. 'Slaap, kindje, slaap'. 'Au clair
de la lune'. Slaapliedjes overleefden
eeuwen en zingen over de gehele
wereld. Van Timboektoe tot aan Ter-
Welterusten, goede nacht.
Uw moeder houdt de wacht.
Uw moeder ziet teer
op haar kindeke neer.
Morgen vroeg, wees dan blij
ziet gij allereerst mij.
Morgen vroeg, wees dan blij
ziet gij allereerst mij'.
„Slaapliedjes", zegt muziekpedagoge
Lieneke Schotanus, „zijn onontbeer
lijk voor de opvoeding en de geest
van het jonge kind". In de cursus
'Muziek op schoot' leert zij ouders
(weer) zingen voor hun koters. Want
zo is het wel: er moet tegenwoordig-
een cursus aan te pas komen om het
slaapliedje wakker te schudden. De
tijd dat ze van generatie op generatie
werden overgedragen, is nagenoeg
verdwenen. Die cultuur behoort tot
de categorie 'oude gebruiken', waar
van alleen de oudste generatie onder
oma's de receptuur nog uit het
hoofd kent. Hun taak werd overge
nomen door muziekscholen waar
(aanstaande)moeders terecht kun
nen voor een opleiding slaapliedjes.
De waarde van slaapliedjes is -
stelt Lieneke Schotanus - groot.
„Veel van die liedjes zijn in een zes
achtste maat. Perfect om kinderen in
slaap te helpen vallen, ook tijdens
het wiegen trouwens. Natuurlijk
kennen we klassieke slaapliedjes.
'Slaap, kindje, slaap' is daarvan een
voorbeeld. Dat zijn traditionele lied
jes. Niemand weet wie ze heeft ge
schreven. Maar het gekke is dat ze in
bijna alle talen dezelfde melodie
hebben. Ze zijn van generatie op ge
neratie overgeleverd. Hoewel deze
oud liedjes nog steeds over de gehele
wereld worden gezongen, ontstaan
er ook nieuwe slaapliedjes.
Slaapliedjes zingen voor kinderen,
werkt heel goed. Veel beter dan een
bandje waarop een liedje is vastge
legd. Kinderen herkennen de stem
van hun ouders en die maakt hen
rustig. Of de ouders nu wel of niet
zuiver zingen, is eigenlijk niet zo be
langrijk. Als foetus al neemt het kind
de stem van de moeder op en als dat
kind die stem dan later terughoort,
geeft dat rust. Ik adviseer ouders ook
om nog voordat hun kind geboren is
al slaapliedjes of gewone liedjes te
zingen.
Ik vind dat -die liedjes zouden moe
ten horen tot het vaste slaapritueel.
De ouders creëren zo een bepaalde
intimiteit die het kind heel erg nodig
heeft. Je krijgt contact met het kind.
Zelfs bij zwakzinnige kinderen, kin
deren die soms niet begrijpen wat je
zegt, komt zo'n slaapliedje wel aan.
Je hebt van die slaapliedjes waarin
kinderen echt móeten gaan slapen.
Kinderen móeten niet slapen, je no
digt ze uit dat te doen. Ik hou ook
niet van die moralistische slaaplied
jes, daar let ik altijd heel erg op. Ik
zoek naar nieuwe liedjes waarin het
niet allemaal rozengeur en mane
schijn is, waarin niet alleen sprake is
van witte wol."
Een voorbeeld van een slaap- en
wiegeliedje dat de problemen van al
ledag binnenhaalt en waarin het niet
alleen maar zoete melk met brokken
is, is 'Izaak Meijer's wiegeliedje' van
James Cohen van Elburg. Als Frans
Horst, bekend koopman en gangma
ker in het Leidse culturele leven,
goed bij stem is en een paar pinten
achter de huig heeft, wil hij het in
het café nog wei eens zingen. Een
ontroerend lied, dat na alles wat er
met de joden is gebeurd ook iets
droevigs heeft. Horst: „Mijn vader
zong het altijd voor wij gingen sla
pen. Later zongen wij het zelf ook,
tussen de schuifdeuren."
En hij zet in:
Sluit je kijkertjes, m 'n allerliefste klei-
venspijnen
hebben nog geen zorg als wij.
Slaap maar lekker, kleine les, droom
maar van de Sjabbastisch.
Trek je er maar niets van aan hoe de
sinaasappelen staan.
Wees jij nog maar niet versjtehrt, hoe
je vader concurreert
met die verrotte uien-kruier, doe
maar stil wat in je luier.
La-la-la-la-lala la-la-la-la
Slaap maar zacht, m'n kleine Izaak
Meijer.
(Sjabbastisch: sjabbattafel - Ver
sjtehrt: laat dat je leven niet beder
ven).
CEES VANHOORE
De zingt ïengeteoscflar
SUtonacM Mgcnicra. ïGodde»*!»
,cht nachten heeft de Belgische
astronaut Dirk Frimout zijn ogen geslo
ten in de schoot van het heelal. Rustend
in een speciale slaapzak, ontworpen
door Wubbo Ockels. De eerste Neder
landse astronaut heeft er succes mee,
maar daarover valt met Ockels even niet
van gedachten te wisselen. Hij besloot
zich terug te trekken uit de publiciteit
om zijn opvolger André Kuipers alle
ruimte te geven.
Dirk Frimout - in 1992 betrokken bij
de NASA-missie met de Shuttle Atlantis
- heeft volop ervaren hoe heerlijk slapen
het is in den hooghe. „Van ons team was
ik degene die het gemakkelijkst en het
meest sliep. Ze hebben me zelfs een
paar keer moeten wekken, anders had
ik me daarboven nog verslapen!"
Maar in die roes blijkt niet iedereen
te delen. Hoe sfeervol en inspirerend
het ook is daar boven: er wordt toch
nog danig getobd met de nachtrust. De
helft van de astronauten gebruikt zelfs
slaappillen en is voortdurend op zoek
naar de strooipot van Klaas Vaak.
De hemelreizigers begeven zich te ruste
in een kooi die geheel is afgesloten van
de rest van het ruimtevaartuig. Ener
SLAAPTIN HEMELSE RUST, SLAAPT IN HEMELSE RUST
Wat is er mooier dan een slaapplaatsje in de buurt van God? Zeker als je er niet dood voor hoeft te gaan.
Astronauten zijn bevoorrechte mensen: dutten, toegedekt door de wolken, met de sterren binnen
handbereik. 'Slapen in de ruimte is een wonder', zegt de Belgische ruimtevaarder Dirk Frimout.
zijds om de vele geluiden van ratelende
faxen, loeiende airco's en andere herrie-
apparaten zoveel mogelijk buiten te
sluiten, anderzijds om de ruimtevaarder
een gevoel van beslotenheid te geven.
De mannen in space binden zich als
ze gaan slapen vast aan hun bed. Opdat
ze niet zwevend in dromenland aanko
men. Voor de zekerheid is ook hun
slaapzak verankerd: met klittenband
vastgehouden aan de muren van de
kooi. „En", zegt Dirk Frimout, „dan zijn
er ook nog voorzieningen nodig om je
hoofd in bedwang te houden!" Door de
gewichtsloosheid - legt hij uit - is het
onmogelijk het moede hoofd ('Na acht
uur werken ben je echt bekaf) zomaar
op het kussen te leggen. De luchtreizi
ger bindt daarom zijn hoofd vast aan
het kussen, wat niet altijd blijkt te hel
pen. Frimout: „Het geeft echt een zon
derling gevoel als je wakker wordt en
door het gewoel je hoofd toch los van
het kussen is gekomen. Je weet dan ab
soluut niet in welke positie je verkeert."
Dat de biologische klok - verantwoorde
lijk voor het slaap-waakritme - in het
luchtruim geheel van slag raakt, ligt
voor de hand. Een etmaal duurt tijdens
een hemelreis namelijk slechts ander
half uur. Een uur in het daglicht en een
half uur in de schaduw. Er klopt dus
niets meer van de ingebouwde wekker
die de aardse mens doet inslapen.
De astronauten worden daarom één
of twee weken voorafgaand aan een
vlucht, alvast onderworpen aan het
slaap- en werkritme in het ruimtevaar
tuig. Zo passen ze lichaam en geest aan.
In de praktijk blijkt dat een ruimtevaar
der gemiddeld na vier dagen de jet-lag
min of meer te boven is.
Desondanks gebruikt de helft dus nog
slaapmiddelen. Wetenschappers zijn
daarom volop bezig met experimenten
om.dat probleem anders op te lossen.
Momenteel worden proeven genomen
met melatomine, een stof die het li
chaam normaal zelf produceert als het
tijd is om naar bed te gaan.
De ruimteziekte, een equivalent van
wagen- en zeeziekte, is eveneens een
fenomeen waar de helft van de astro
nauten mee te maken krijgt Frimout:
„Maar na anderhalve dag is dat wel
over."
De Belgische astronaut signaleert dat
sommige collega's nog een ander pro
bleem hebben: ze willen gewoon niet
naar bed! Geboeid door het adembene
mende uitzicht schuiven ze het mo
ment van slapen op. Frimout: „Wij
voerden onze missie uit in de cockpit
van de shuttle. Daar waren rondom
vensters, dus wij konden overdag vol
doende van het uitzicht op de aarde ge
nieten. Maar wie z'n werk in een afge
sloten ruimte doet, wil natuurlijk in z'n
vrije tijd liever naar buiten kijken dan in
bed kruipen."
Een van de opmerkelijkste herinnerin
gen ligt voor de Belg in wat hij om
schrijft als 'het wonder van de lichtflit
sen'. Frimout: „In je slaap krijg je een
paar keer per nacht lichtflitsen op je
netvlies. Dat is bijzonder. En heel opval
lend: astronauten die in de cockpit zit
ten en dus naar buiten kunnen kijken,
hebben die ervaring niet; die flitsen val
len dan niet op. De kosmische straling,
want dat is waarschijnlijk de oorsprong
van die flitsen, gaat blijkbaar dwars
door de capsule heen. Een wonder, vind
ik."
IRENE NIEUWENHUIJSE
Astronaut Dirk Frimout. „Ze hebben me een paar keer moeten wekken, anders had ik me daarbo
ven nog verslapen!" Jl foto nasa