waar is Ben
Speurtocht naar steenhopen
M 'Oo c
Twee kerstvogeltjes
In Natura
WOENSDAG 16 DECEMBER 1998
Naast rendieren en een enkel
konijntje of eekhoorntje zien
we op kerstkaarten nauwelijks
andere beesten dan vogeltjes.
Soms zijn dit heel rare vogels
die geen bepaalde soort verte
genwoordigen, hoewel er zo
nu en dan mezen of andere
voedertafelbezoekers in te
herkennen zijn. maar meestal
betreft het roodborstjes en
winterkoninkjes. Dat zijn
kerstvogels bij uitstek! Uiter
aard komt dit door hun lief
tallige uiterlijk, maar in de
eerste plaats natuurlijk, door
dat ze vrijwel de enige vogels
zijn die in het hartje van de
winter van zich laten horen.
Omdat het winterkoninkje
zelfs gedurende de koudste
en naargeestigste winterda
gen van zich liet horen en
zich dus niet liet kisten door
het barre jaargetijde, dichtte
men het vroeger magische
krachten toe, terwijl ook het
roodborstje beschouwd werd
als symbool van het overleven
van winterse doodsheid. Wat
betreft dit laatste vogeltje
speelt bovendien de rode
borst een belangrijke rol. Een
oude legende vertelt ons dat
het roodborstje indertijd uit
alle macht de doornen uit de
kroon van de gekruisigde
Christus probeerde te trek
ken, waarbij het bloed hem
over de borstveren stroomde.
Sindsdien is zijn borst, die
voorheen even grauw was als
de rest van zijn Bjf, rood als
bloed gebleven, ter nagedach
tenis aan zijn voortreffelijke
daad. Dit verhaal leefde in de
Middeleeuwen volop en heeft
het roodborstje tot metgezel
gemaakt van Christus, waar
door het vogeltje natuurlijk
ook aanwezig dient te zijn op
het feest van Jezus' geboorte.
Een lieverdje is het roodborst
je echter niet. Het is een vo
geltje dat ons verbaasd doet
staan over zijn vechtlust, ba
zigheid en onverdraagzaam
heid. In z'n eentje rondschar
relend door de tuin lijkt hij
een grondige hekel te hebben
aan andere vogels. Hij is be
slist geen sociaal wezen: ruzie
zoeken maakt een groot ge
deelte van de dag uit. Hij is
dan ook voortdurend uitge
dost met oorlogskleuren. Het
rode borstje is een vurig vaan
del. Het is de vlag die het on
verbiddelijk verdedigd territo
rium afbakent.
Slechts in het holst van de
winter houdt het roodborstje
een beetje zijn gemak. Bij
strenge vorst of een dik pak
sneeuw biedt geen enkel ter
ritorium voldoende voedsel,
zodat het verstandig is om de
grenzen een tijdje te vergeten
en de-strijdbijl te laten rusten.
Temidden van talloze soort
genoten die de barre kou van
het noorden en oosten van
Europa zijn ontvlucht schar
relen onze eigen roodborstjes
rond onze huizen, in de hoop
getracteerd te worden op een
kaaskorstje of restjes brood.
Dat vinden wij mensen
prachtig. Zo prachtig dat we
het vogeltje zijn gaan vereen
zelvigen met midwinter.
Vooral het rood spreekt ons
dan aan, zoals we in deze da
gen ook graag rode hulstbes
sen, rode kaarsen, rode kerst
ballen en zelfs rode namaak
paddestoeltjes zien. Rood is
immers de kleur van vuur en
vuur is warmte en warmte is
waarnaar we hunkeren in de
ze donkere tijd. Warmte is le
ven en leven is de boodschap
van Kerstmis: na de duisternis
keert het licht terug. De dood
wordt overwonnen door het
leven. Luister maar naar win
terkoninkje en roodborstje
wanneer hun liedjes opklin
ken vanuit de bomen die, ge
laten wachtend, met kruinen
als kantwerk, tegen de grauwe
hemel staan waaruit slechts
heel moeizaam wat daglicht
naar de aarde sijpelt.
THEOSCHILDKAMP
o°-,
O - o°
o°
Illustratie Theo Schildkamp
Cryptogram
HORIZONTAAL:
1. In de greep van Mandela (6); 7. Touwen voor afvallers (5);
8. Dit land is nog niet gevallen (5); 9. Bewaarplaats van het
ingezette geld (5); 10. Niet te bewegen om in Engeland te
schitteren (4); 11. Vervolgens ginds omhoog (6); 12. Een nade
lig saldo van onvoldoende lengte (6).
VERTICAAL:
2. Geen jongen om geintjes mee uit te halen (5); 3. Dit water is
weg (6); 4. Oude man die van de rotsen terugkwam (6); 5. Het
tijdschrift "De Groene" (4); 6. Modieus taalgebruik (8); 10.
Maakt de reclame belachelijk (4); 11. Lief doekje (3).
Oplossing van dinsdag:
1kano-kanon-Kanton
2 riem-immer-Imraers
3open-kopen-Kapoen
4krap-kaper-Kapper
5eeuw-geeuw-Eeuwig
6. ster-stern-Resten
7kort-kroet-Dokter
8. rest-stere-Restje
9. romp-tromp-Import
10. leng-lenig-Lening
Gevraagd woord: KIKKERDRIL.
redactie. margot klompmaker en saskia stoelinga 023.
Hunebed als oudste cultuurmonument
STRIPS
HEINZ
TOMPOES
Tom Poes en het Monster Trotteldrom
Na enig gepraat besloten heer Bom
mel en Tom Poes dat dit een goede
raad was.,,Het is gans gevaarloos",
sprak heer Ollie onder het lopen.
„Niet gevaarlijk, bedoel ik. Als we de
meerderheid maar op onze hand
hebben.",,Hm", zei Tom Poes. „Dat
was tot nu toe nogal moeilijk. Als we
maar wisten waarover alle trotten het
eens zijn..."Deze opmerking bracht
heer Bommel op een idee. Hij hield
halt bij een trottelnotenplantage,
waar een eenzame planter bezig was
de platgetrapte kweek aan te harken-
.„Kunt u me ook zeggen waar alle
trotten het over eens zijn?" vroeg hij-
.De tuinman keek verrast op.„Da's
me ook een vraag!" riep hij uit. „Over
het belang van trottelnoten natuur
lijk! Dat is onze enige handel, maar
door dat ellendige monster is die
naar de maan; kijk maar!"Hij zuchtte
diep en hernam met een droevige
klank in zijn stem: „Als er maar ie
mand was die het ondier onschade
lijk kon maken. Maar niks, hoor! We
Vliegen vulkaanas 1
Een wolk vulkaanas leidde er
op 16 december 1989 toe dat
instrumenten en motoren van
een KLM-Boeing 747, op weg
van Amsterdam naar Tokio,
boven Alaska plotsklaps uit
vielen. Het toestel daalde
3000 meter in een paar minu
ten en pas op een hoogte van
3400 meter kreeg de piloot de
motoren weer gestart. Net op
tijd. Een minuut later zou het
toestel met 231 passagiers
zijn neergestort.
Uit deze bijna-ramp is inmid
dels lering getrokken. In San
Francisco meldden weten
schappers afgelopen week op
een bijeenkomst van de Ame
rican Geophysian Union dat
het incident met het KLM-
Zo i9
toestel van groot belang is
weest voor onderzoek naj
systemen voor de opspoi
van wolken vulkaanas. fj
er een internationaal nety
van negen centra die advi
ren over vulkaanas (VAA(
Vliegen is daardoor veel?
ger geworden, stelde The
Casadeval van het Ameri
kaans Geologisch Onder
zoeksinstituut. Straalviie;
gen komen in vulkaanas
ken in problemen, doord
het uiterst fijne as via de
luchtinlaatsystemen indi
motoren en instrument
komt. De stoffilters houdi B
het niet tegen. Propellon
tuigen hebben dit proble*
niet.
Aswolken van vulkaanuitbarstingen zijn een bedreiging v
vliegverkeer.
Vliegen vulkaanas 2
De VAAC's geven informatie
over vulkaanexplosies en mo
gelijke aswolken door aan pi
loten van zowel burger- als
militaire vluchten. De groot
ste uitdaging was volgens een
vulcanoloog van de Techni
sche Universiteit van Michi
gan, Bill Rose, om de infor
matie zodanig snel samen te
stellen dat die bruikbaar en
op tijd bij de piloten is. Die
hebben doorgaans slechts
een paar minuten om een
plotselinge aswolk nog te
kunnen ontwijken. De VAAC's
maken bij hun observati
onder meer gebruik van
lieten. Daar is nog beha
wat verbetering nodig
de wetenschappers in Si
Francisco, zeker wat bet
de informatie over
vulkanen. Ook zijn er ni
satellieten nodig die spe
zijn uitgerust voor hetoj
ren van aswolken. Nuk
het nog geregeld voor di
tellieten aswolken aanzi
voor gewone wolken oh
wind.
Zachte winter, minder mossel
Warme winters leiden voor
schelpdieren in de Wadden
zee tot minder broedsucces.
Mossels, kokkels en nonnetjes
verliezen tijdens een warme
winter namelijk gewicht en
houden hierdoor minder
energie over voor de voor
planting. Gevolg: ze leggen
minder eieren. Dit ontdekte
Pieter Honkoop die net is ge
promoveerd aan de Rijksuni
versiteit Groningen.
De bioloog deed veldonder
zoek langs het Balgzand, een
getijdegebied tussen Den Oe
ver en Den Helder. Tevens
heeft hij gegevens bekeken
over de broedresultaten van
schelpdiersoorten in deze
kuststrook van de afgelopen
dertig jaar. „Duidelijk is dan
dat na warme winters er min
der zaad of broedjes Van mos
sels, kokkels en nonnetjes zijn
te vinden. Roofvijanden als
kleine krabben en garnalen
zijn na een zachte winter na
melijk eerder actief op de
wadplaten. Zij vreten de eie
ren op. Maar dat is al langer
bekend."
Honkoop bekeek een andere
mogelijke verklaring. Li
chaamsprocessen vanf
bloedige schelpdierend a
bij hogere temperature!
volle toeren. Dat vreet um
en dat gaat ten kosten v
lichaamsgewicht. In pro van
heeft Honkoop aangeto t sc
dat gewichtsverlies uitei ;eei
lijk leidt tot een kleiner irtii
eieren. Het verband tus hij i
chaamsgewicht en aani i al
ren is bij het nonnetje 1 nu
grootst. „Maar meer eie r ei
wil niet automatisch ze| Hen
dat er meer schelpdier!) M
jes of kleine schelpjes h zatf
in het voorjaar. Een kou re
winter is beslist geen gc tv
voor een goede broed.1 va
keerd levert een warme ers
ter wel altijd een lager! elei
succes." dei
Honkoop deed zijn ond njgl
zoek in het kader vanh is i
derzoeksprogrammani ad
gevolgen van het broed n vv
fecL Verwacht wordt di Itijd
nen honderd jaar de zf wei
tot vier graden warmei en
worden. Dit zal dus leid ia, 1
minder schelpdieren in m i
Waddenzee, zo blijkt ui ikel
onderzoek. ma
zijn zo voorgeraakt, dat niemand
meer weet dan de meerderheid. En
die weet niets!",,Der meerderheid
weet niets", sprak professor Prlwytz-
kofski. Hij zat niet ver vandaar met
Smoris Trot op de bank en trachtte
het ventje te bemoedigen.„Gans
niets!" verzekerde hij. „Treur daarom
niet, kleiner Trot. Een persoon weet
altijd meer dan een menigte.",,Zou
het?" vroeg Smoris hoopvol. ,,Ik heb
dat ook wel eens gedacht, maar de
meerderheid was er altijd tegen."
wim van lenthe
„Het zijn de oudste cultuurmo
numenten, ouder dan pirami
den in Egypte. Maar als ik ie
mand ernaar vraag, dan weten
ze er niets van. De mensen we
ten meer van de stenenrijen in
Bretagne - want daar zijn ze ge
weest - dan van onze eigen hu
nebedden." Het is de spijtige
constatering van Jan Jonker (83)
uit Ommen, die een boek over
hunebedden heeft geschreven.
De titel 'Het hunebed door
grond' zegt alles over de in
spanning die hij daarvoor heeft
geleverd.
In niet meer dan twee en een
halfjaar doorkruiste hij het ge
bied van de Hondsrug tot aan
de Oostzee en de Poolse grens.
Als ik zo'n onderwerp heb, dan
moet ik het ook intensief aan
pakken. Ik zou ook geen geduld
hebben als historicus of archeo
loog."
Een wetenschapper is hij niet,
maar hij raadpleegde wel alle
voorhanden zijnde wetenschap
pelijke literatuur, meer dan vijf
tig titels uit binnen- en buiten
land. Daarnaast las hij de
Drentse en Nieuwe Drentsche
Volksalmanakken sinds 1836
(met daarin veel artikelen van
de kenner bij uitstek, dr. A.E.
van Giffen) en het boek 'Anti-
quiteten' van Johan Picardt
(1599-1670). Literatuur die
voornamelijk gericht was op
'steenhoopen' in een beperkt
gebied. „De Franse literatuur
beschrijft alleen wat er in
Frankrijk is en de Duitse alleen
over wat er in Duitsland is",
constateert Jonker.
Hij wil zichzelf niet op de borst
kloppen, maar beaamt dat zijn
doorwrochte uitgave tot nog toe
het enige boek is dat een grens
overschrijdend beeld geeft van
megalieten (reuzenstenen) en
de daarvan gemaakte graven.
Hij gidst zijn lezers door een
groot gebied, langs ganggraven
in Denemarken via langgraven
op de Lunenburgerheide naar
'dolmen' (eenspersoonsgraven)
in de Hümmling (net over de
grens tussen Coevorden en Ter
Apel) en Bretagne. En naar het
Middellandse-Zeegebied, tot op
Menorca (Spanje) toe, waar
rotsgraven bestaan.
Hoe meer hij speurde en vond,
hoe meer ging de materie voor
hem leven. „Ik hoop dat dit
voor iedereen gaat gelden en
dat ze in het onderwijs meer
aandacht besteden aan hune
bedden. Als dat gebeurt, dan
ben ik tevreden." Bij hemzelf
heeft het trouwens lang ge
duurd, voordat zijn ogen ge
opend werden. Toen hij 35 jaar
geleden, met zijn gezin op va
kantie in Frankrijk, langs de
metershoge rijen menhirs in
Camac (Bretagne) liep, was het
nog niet zover. Pas een paar
jaar geleden, op verkenning
langs fraaie Romaanse kerkjes
in het Duitse Oost-Friesland,
ontwaakte hij.
„Ik kwam door het Emsland en
zag tot mijn verrassing hune
bedden, daar vlakbij over de
grens bij Emmen." Jonker
moest eerst ouder worden voor
dat hij die vijfduizend jaar oude
erfstukken van het Trechterbe-
kervolk op waarde wist te schat
ten.
Hij wilde er meer van weten,
bezocht de hunebedden in het
Emsland, tot Osnabrück toe. Hij
had nu de smaak goed te pak
ken en trok verder, naar Halde-
sleben (voormalig Oost-Duits-
land). „Op een klein veld lagen
daar nog 64 resten en gerestau
reerde hunebeden", verhaalt
hij, „en ook op de hele strook
naar de Poolse grens vond ik ze.
In de richting van de Oostzee
verdwijnen de hunebedden en
zie je meer megalieten." Hij
maakte zijn tochten samen met
kinderen en kleinkinderen en
hield er 750 foto's en een rijke
bibliotheek aan over. „Een paar
weken geleden heb ik mijn fo
to's aan het hunebedden-infor
matiecentrum in Borger gege
ven, evenals de lectuur waar
over ze niet beschikten."
Ook 'Het hunebed doorgrond'
staat daar in de kast en geeft
antwoorden op verschillende
vragen. Bijvoorbeeld hoe de
zware stenen tot wel 40.000 ki
logram vanuit Scandinavië in
ons land terecht kwamen - door
opstuwend ijs - en wie sterk ge
noeg was om ze te verplaatsen.
'Grouwsame, Barbarische en
wreede Reusen', meende predi-
kant-dokter-archeoloogPicardt,
wiens lezing in het toenmalige
wereldbeeld paste.
Zijn bewonderaar en navolger
Jan Jonker doet daar zéker niet
schouderophalend over. Maar
hij geeft wel een andere oplos
sing. Een zestal zware balken
werden als een soort rails op
rijshout geplaatst, staat in zijn
boek, en daarover werden over
dwars rollers van boomstam
men gelegd. Achterlangs de
steen een net en treklijnen van
drie tot vier cm dik, met daar
voor de hele gemeenschap van
zo'n veertig mensen en mis
schien ook wel een os.
Waarom ze hunebedden bouw
den om er jarenlang achtereen
hun belangrijkste doden - pries
ters en leidinggevenden - in te
begraven? Jonker wijst op het
verband met de grote verande
ring, tienduizend jaar geleden.
Jagers werden landbouwers,
consumenten werden tevens
producenten. Zij zagen graan
ontkiemen en vrucht voortbren
gen en weer sterven. „Hun hele
denken concentreert zich rond
de Alma Mater, de milde voed
stermoeder, die voor de vrucht
baarheid zorgt. Ook na hun
dood dienden de mensen die
belangrijk waren in een ge
meenschap daar te blijven. Zo
dat ze met hun geesteskrachten
aanwezig waren.
Hunebedden bij Havelte. Onze oudste cultuurmonumenten.
MAglNA,
MtZtNA
f.\iPtu
Zolang de R in de maand is draait de mosselfabriek
mans in Yerseke op volle toeren.
Kleurenwoordenboek
Britse wetenschappers heb
ben het eerste elektronische
'woordenboek' van kleuren
samengesteld. Het digitale
kleurenpalet bevat meer dan
16 miljoen kleuren. Dit meldt
de Britse krant The Observer.
Het kleurenboek - de Image-
master - maakt het mogelijk
kleur objectief te benoemen.
Voorheen was dat een subjec
tieve aangelegenheid. Door
het kleurensysteem kunnen
ontwerpers, mode- en make-
up-fabrikanten en de grafi
sche sector voor hete*
beelden in specifiek^ Jit ni
eerde kleuren elektron Wa
uitwisselen. Het paleli
de medische wereld e
selindustrie van dien?
Zo kan de rijpheid var |Qf
en groenten voortaan
scherm worden beoos
Chirurgen, voor wiel!
ciaalkan zijn, kunnen i(l(je
duizenden kilometers
de wonden, littekens' nact
ren van hun patiënte!
deren.
lenst.