Sterrenregen en vuurbollen In Natura Natuurlijk pigment geniet de voorkeur WOENSDAG 4 NOVEMBER 1998 REDACTIE SASKIA STOELINCA 023-j PETER DE JAEGER Synthetische kleurstoffen staan in een slecht daglicht: ze zijn slecht voor het milieu en soms toxisch voor de mens. De kunststof- en inkt- industrie zijn daarom samen met Wageningse onderzoe kers op zoek naar natuurlijke pigmenten. Al eeuwenlang worden kleurstoffen aan het voedsel toegevoegd. Zo mengden de Romeinen jonge rode wijn met bietensap, zo dat de drank er ouder uitzag en meer geld opbracht. Er waren ook minder onschuldi ge praktijken. Tot begin deze eeuw werden in Engeland cadmium- en arsenicumzou- ten gebruikt om vlees een verse glans te geven. Dergelijke gifstoffen zijn nu verboden. Tegenwoordig be vat ons eten natuurlijke en synthetische kleurstoffen, die vooraf door de Warenwet grondig zijn getest op hun veiligheid. Er is een duidelijke trend naar het gebruik van natuurlijke kleurstoffen, ook buiten de voedselindustrie. Maar kleurstoffen als carote- noïden uit wortelen (oranje rood), eigeel (geel) en chloro- fyl uit bladeren (groen) zijn niet zonder meer geschikt voor gebfuik in verf, textiel of afvalbakken, tuinstoelen en speelgoed van kunststof. „Be langrijk voor technische toe passing is dat de kleurstoffen stabiel moeten blijven bij ho ge temperatuur en tegen blootstelling aan licht moeten kunnen", zegt projectleider jacco van Haveren van het DLO-Instituut voor Agrotech- nologisch Onderzoek (ATO- DLO) in Wageningen. Zo moet inkt in een printer of kopieermachine gedurende langere tijd een temperatuur van 130 graden Celsius kun nen verdragen. Kleurpigment in kunststof moet zelfs be stand zijn tegen een hitte- schok van 250 graden. Een belangrijk deel van het onder zoek is dan ook gericht op verhoging van die stabiliteit. Dat kan onder meer worden bereikt door de pigmentstof in te kapselen in een laagje, dat beschermt tegen zonlicht en zuurstof. Een andere manier is toevoe ging van een stabilisator. Van Haveren: „Uit polyvinylchlo- ride kan bij verdere verwer king tot kunststof zoutzuur worden afgesplitst. Als dat zuur reageert met de pig mentstof verandert de ldeur. Als je een stabilisator erbij stopt, blijft de kleur onaange tast. Die stabilisator hoeft overigens niet chemisch te zijn. Op het ATO-DLO zijn we al ver gevorderd met de win ning van stabilisatoren uit aardappel of suikerbiet." De stabiliteit kan ook verbete ren door een geringe chemi sche verandering van de kleurstof of door koppeling aan een drager. „Hierbij moet je denken aan een stabiel mengsel van een natuurlijke kleurstof met een onschade lijk metaalhoudend pigment, zoals zouten van alumini um", aldus Van Haveren. In de meest verdachte hoek zitten de zogenoemde azo- en di-arylide pigmenten. Deze stoffen, die vooral in plastics en verf zitten, zouden toxisch en mogelijk kankerverwek kend zijn. Daarom worden ze in West-Europa steeds min der gebruikt, maar een goed alternatief ontbreekt nog. Er wordt niet alleen gekeken naar bekende kleurstofleve ranciers, zoals de mierikswor tel die het gele saffraan levert, en oliepalmvruchten, die rijk zijn aan carotenoïden. Ook oude gewassen worden on derzocht op bruikbaarheid. Meekrap was lange tijd een belangrijke plant vanwege zijn rode kleurstof alizarine. Maar de plant verdween eind vorige eeuw van de Zeeuwse akkers, omdat dezelfde ver binding goedkoper door de industrie kon worden ge maakt uit koolteer. Van Haveren: „Er is nooit echt over gedacht om natuur lijke kleurstoffen te gebruiken bij de verwerking van kunst stoffen. Simpelweg omdat synthetische kleurstoffen al op de markt waren toen de kunststofindustrie van de grond kwam. En begin deze eeuw werd uiteraard anders gedacht over het milieu dan nu." Andere gewassen die eeu wenlang in Europa zijn ge teeld om hun kleurstoffen zijn de verfplanten wouw (geel) en wede (blauw). Met deze drie basiskleuren werden in het verleden alle denkbare verven gemaakt. „Wellicht dat dit binnenkort op industriële schaal mogelijk wordt", zegt Van Haveren. De onderzoeker wil bena drukken dat natuurlijke kleur stoffen niet overal voor kun nen worden gebruikt. Van Haveren: „Er zal waarschijn lijk nooit een autolak komen op .basis van natuurlijke kleurstof. Dat kan gewoon niet, de technische eisen zijn daarvoor veel te hoog. Het gaat vooral om korte-duur- toepassingen in huis, of zaken die beperkt aan licht worden blootgesteld, zoals kleding, posterinkt of ondergrondse leidingen." De Leoniden na 33 jaar terug ■1 U Z Z E L Cryptogram HORIZONTAAL: 1. Bevindt zich in thee (6); 7. In Rusland is overal vee verdwe nen (5); 8. Broeder met mij in het raamwerk (5); 9. Onmeetbaar paardje met kaarten (5); 10. Daarop kijkt men teleurgesteld (4); 11. Product van een stormvogel? (6); 12. Door diefstal niet geweigerd (6). VERTICAAL: 2. Het deel van Sam (5); 3. Bijzonder gemeen geldbedrag (6); 4. Op deze plaats is het niet te vinden (6); 5. Onbeleefd vod (4); 6. Bedieningsmechanisme aan een pers (8); 10. Bevestigt en ontkent (4); 11. Die route is er niet meer (3). Oplossing van dinsdag: 1eden-reden-Eender 2. dier-ieder-Leider 3. nier-trein-Intrek 4. meet-meten-Temmen 5. rede-reder-Eerder 6. gade-garde-Gehard 7. meer-emmer-Remmer 8mode-moede-Oedeem 9. keel-kerel-Eerlyk 10trap-pater-Partje Gevraagd woord: ELITEGROEP TOMPOES Tom Poes en het Monster Trotteldrom Joost zette geschokt de thee neer en terwijl hij daarmee bezig was, kwam ook heer Bommel weer binnen om te zien hoe de zaken stonden. De trot keek met grote ogen van de een naar de ander en barstte opnieuw in ge lach uit. „Wat is er?" vroeg de gast heer onthutst. „Ener verstoring", ver klaarde professor Prlwytzkofski. „Gans buitenordentelijk. Der trot vertoont een vernauwering in der ob- serveringsleisting." De vreemdeling kalmeerde en trok de wenkbrauwen op. „Dure woorden", sprak hij. „Daar houden wij niet van. En, ik mag toch zeker wel lachen? Jullie vreemdelin gen lijken allemaal zó op elkaar!" „U gaat te ver", zei heer OlÈe streng. „In de eerste plaats zijn wij geen vreem delingen en in de tweede plaats is er geen sprake van, dat wij op elkaar lij ken, wat u professor?" „Het is ener vernauwering", herhaalde de geleer de. „Een gans dunne." Wat hij daar mee bedoelde, zal het vervolg van deze geschiedenis ons leren. En daarom kunnen we beter eens kij ken, hoe het eiland Trottel er eigen lijk uitziet. Zo op het oog is er niet veel te beleven. Lage vierkante ge bouwen liggen er dicht tegen de heu vels aan en het geheel maakt een ui terst eenvoudige indruk. „Mooi zijn die woondozen niet", zei kapitein Wal Rus, toen het schip was vastge maakt. „Maar ze kunnen gemakkelijk worden opgebouwd, wanneer die overgehaalde worm alles heeft plat getrapt - en dat gebeurt nog al eens. De helft van die trotten bestaat dan ook uit bouwvakkers. Op veel boerenerven in Mozambique scharrelen muskuseenden rond. foto buro vcenea Muskuseend 1 Bij ons is de zwart-witte mus kuseend alleen op de kinder boerderij te zien. In zuidelijk Afrika en zuidoost-Azië komt de zwart-witte vogel in het wild voor. Daar is het voor ar me boeren een goedkope ei witbron. De eenden zijn mak kelijk te houden, omdat ze le ven van weggegooid dierlijk en menselijk afval. Bij de helft van de boeren in Mozambi que scharrelen muskuseen den rond. „Een kip moet wor den bijgevoerd en kost geld, een eend niet", zegt de Mo- Muskuseend 2 Bij een temperatuur beneden de tien graden is eën derde van de pasgeboren eendjes niet in staat zichzelf warm te houden. De eend eet daar door niet goed. De eerste drie weken is het dier afhankelijk van een extra warmtebron (een lamp bijvoorbeeld) en moet worden bijgevoerd. De vrouwtjeseend legt twee maal per jaar een nest met acht tot vijftien eieren. Daarvan komt iets meer dan de helft uit. In Mozambique wijten ze dit slechte resultaat aan de afwe zigheid van zwemwater. Ha- zambikaanse dierenarts M hammed Harun, die onlan in Utrecht is gepromoveen op de muskuseend. 1 larunB heeft onderzocht waarom veel jonge eendjes het looj leggen. Hij ontdekte dat di dieren niet goed tegen koi7 kunnen. Volgens de dieren arts hebben ze ook in de ti pen warmte en extra voer jo dig om te overleven. „Zelfsl hoger gelegen tropische g| bieden kan het 's nachts b)7 hoorlijkkoud zijn." run rekent af met deze vol!) mythe. De ware reden is vq gens hem het typische leg) drag van muskuseenden.J zijn ruim twee weken bezi^ met het vol maken van hun nest. Voor sommige onged| dige eenden duurt dit te laf zij laten het nest halverwej in de steek. Dierenarts Hai „Je kunt het broedsucces vj groten door die verloren ei» ren onder een andere broej dende eend te leggen. De muskuseend gooit vreemdj eieren niet uit zijn nest, in^3 accepteert ze." 13 Arseen vergiftigt Ganges Door de erosie van gesteente in de bronnen van de Ganges komt zoveel arseen vrij, dat naar schatting meer dan een miljoen waterputten in Bangladesh en West-Benga len ernstig verontreinigd zijn. Het drinkwater in deze putten bevat meer dan één gram ars een per liter en dat is zowat honderdmaal meer dan de richtnorm van de Wereldge zondheidsorganisatie (WHO). In deze beide gebieden wor den dan ook talrijke arseen- vergiftigingen geconstateerd. Tot voor kort was rrien ervan overtuigd dat het arseen in de waterputten zelf werd ge- Mini-chip Deense wetenschappers heb ben een nieuwe stap gezet in de speurtocht naar nog klei nere ellips. Zij slaagden erin een chip te maken, waarop één enkel heen en weer sprin gend atoom de binaire code kan genereren, de basis voor de digitale informatietechniek vormd. Nu blijkt dat de ar eenrijke microscopische c tjes tot in de mondingsvla van de Ganges worden mt gevoerd, waar zij zich in d diepe en zuurstofarme wa putten met organisch mat aal verbinden. Dat heeft e scheikundige reactie tot gt volg die het arseen in het drinkwater oplost. Om de: voor de bevolking zo gevai - lijke arseenvergiftiging eer halt toe te roepen, stellen i wetenschappers dan ook\ het grondwater met zuurst te verluchten, zodat geen,— een meer kan vrijkomen, g j leo van computers. Een derge i ke chip is pas over een jaaggj- twintig jaar commercieel f(ei vensvatbaar. Met deze teoes, niek zou de informatie di% (C nog op een miljoen cd-roi(ro, is opgeslagen op een enkejej< schijfje kunnen worden geere Schoon met wilgen 1 Natuurlijke reiniging van ver vuilde baggerspecie op land bouwgrond gaat sneller als er wilgen op groeien. Momen teel loopt een proef met deze combinatie van bodemsane ring en energieproductie op de Oostwaardhoeve in de Wieringermeer. Vroeger dacht men dat er extra bacteriën aaii de grond moesten wór den toegevoegd, óm de ver vuiling te lijf te gaan. „Maar dat is niet zo. Je moet de groeiomstandigheden van de aanwezige bacteriën verbete ren". zegt Joop Harrasent°P het DLO-Staring centrum he Wageningen. De bacteriën hebben zuurstof nodig on- D minerale olieresten, zoals!ffe sel, en polycyclische aronJs6 sche koolwaterstoffen (pal te te kunnen afbreken. „Een5 B zuurstofrijke bodem kun j bereiken door te ploegen t beplanten", zegt Harmser „Maar dat is veel te duur. Dl creëren van een betere ba N(- demstructuur met planteq r0 duurt wel langer, maar hes de gratis." Het storten van vervuilde baggerspecie op een stuk land, waar v fj) ge wilgenoompjes zijn aangeplant. foto cpd/ima(y0n( :re di Schoon met wilgen 2 bi Op de proeflocatie van 36 hectare is gekozen voor wil gen. Deze snelgroeiende bo men kunnen na drie jaar wor den geoogst en op diverse manieren verwerkt. Deze boomsoort zuigt het water op uit de bódem en verdampt dat Door deze ontwatering gaat de grond rijpen en ont staat een zuurstofrijke omge ving, waarin de bodembal.05 riën goed gedijen. De gest baggerspecie is afkomstigni, havens, sloten en dooi gaz vaarten uit de regio. Al naGla jaar is dertig tot negentig? GP' cent van vervuiling verdu? p nen. Om de grond nog vdjuan schoon te maken moet dedagc bagger vijf tot tien jaren b»rk ven liggen. enst BEN APELDOORN Sterrenkundigen verwachten halverwege november een ware sterrenregen. Wellicht is er ook nog een serie zogeheten 'vuur bollen' te zien. De sterrenregen is afkomstig van een komeet, die een langgerekte ellips door het zonnestelsel beschrijft en om de 33 jaar in de buurt van de aarde komt. De stof- en gruisdeeltjes die de komeet met zich meevoert, ko men in de dampkring van de aarde terecht met snelheden van bijna 70 kilometer per se conde. Door de intense botsin gen met luchtmoleculen en - atomen verdampen de deeltjes. De daarmee gepaard gaande lichtverschijnselen noemen wij 'vallende ster' of 'meteoor'. De sterrenregen van november heet de Leoniden, omdat de zwerm stof en gruis zijn uitstra lingspunt in het sterrenbeeld Leo (Leeuw) lijkt te hebben. Elk jaar trekt de aarde, geduren de haar jaarlijkse weg rond de zon, door een aantal meteoor zwermen heen. De allerbekend ste, die elk jaar trouw terug komt, is die der Perseïden rond 12 augustus. De Leoniden is te zien om de 33 jaar. Anderhalve eeuw geleden (no vember 1833) toonden de Leoniden zich van hun meest spectaculaire kant. Boven de Verenigde Staten en delen van de Stille en Atlantische Oceanen waren zulke indrukwekkende sterrenregens te zien, dat men sen dachten dat de wereld ver ging. De eigenaar van een grote plantage schreef in zijn dag boek: „Ik zag alle arbeiders ker mend op hun knieën op de grond liggen, waarbij ze werden beschenen door een vreemd flikkerend, blauw-wit licht dat van boven kwam. Ik zag een angstwekkend schouwspel; de hele hemel was vol naar alle richtingen verschietende ster ren, de meeste helder. De ene na de andere vuurbol ver scheen, die de gehele omgeving als bij daglicht in een blauwe gloed zette. Nog nooit heb ik zoiets ongelofelijks gezien." In november 1866 was het weer raak. Dit keer lag het hoogte punt boven Europa. Alleen wa ren er toen minder lichtver schijnselen. In 1899 was het schouwspel minder spectacu lair. Dat kwam omdat de hoofd- zwerm op betrekkelijk kleine af stand de reuzenplaneten Satur- nus en Jupiter had gepasseerd. Met hun sterke zwaartekracht veld hadden beide planeten in grijpende veranderingen in de baan van de zwerm aange bracht. Ook in 1932 en 1933 wachtte men tevergeefs op een herhaling van 1833. Op 17 november 1966 kwamen de Leoniden weer terug, boven het Amerikaanse continent. As- Een houtsnede, waarop de sterrenregen van november 1833 is te zien en de ontsteltenis van de mensen. tronomen van het Kitt Peak Na tional Observatory (KPNO) in Arizona zagen het aantal Leoni den oplopen tot meer dan 40 per seconde. KPNO-astronoom Dave McLean verklaarde en thousiast 'dat het leek of de aar de met alles erop en eraan met een enorme snelheid in de rich ting van het sterrenbeeld Leeuw vloog.' Het hoogtepunt duurde nauwelijks een half uur. Maar kennelijk volgde een opeenho ping deeltjes nog altijd de oude baan. Of een deel van de oude zwerm is, door de samenwer kende krachten van Jupiter en Saturnus, weer terug gebogen naar de oorspronkelijke baan. De laatste jaren zijn, met de na dering van de volgende 33-jaar cyclus (1998-1999), de eerdere verschijningen van de Leoniden nauwkeurig onderzocht. Zo be schrijft astronoom Martin Beech in een recente uitgave van de Astronomical Journal de resultaten van een analyse van de enorme Leonidenregen in 1833. Zijn aandacht ging daarbij foto cpd speciaal uit naar de vele mel dingen van sissende, krakende en loiappende geluiden. Som mige heldere meteoren (vuur bollen), veroorzaakt door veel grotere brokken dan gebruike lijk, kunnen inderdaad ontplof fen. Volgens Beech moet het gaan om fragmenten van min stens één tot enkele meters groot. Hij verwacht dat we, be halve op een prachtige sterren regen, ook wel eens vergast kunnen worden op heldere vuurbollen. HEINZ MET EEW BVCME KLAP PM1T DE AlSTO PA/V EAOEDH DE EEPSTE pe beste boqfi. cewbe foog- KAWT LJ&T W CE FRAK. „aaw wa6em.'aaw aaoo/e waéeaatje' as/ast &eoea1.0/e ce pearlap /s afeekomew- heb jeéeiww. /o/oot? iseew voet zet /k/hesi w d/rbos vod 6ei/a*euckeeekfceh: scfbpewd ew t/epel/d scmeupt epo&vl erv/woooz ■JI'L ..Nv.i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 10