De mystiek van het abstracte denken Onttakelde flat als galerie 'Trainspotting' overtuigt ook in het theater fTJf e n 5 g n ve Extra WDAG 2 NOVEMBER 1998 emenitische kunst in Pulchri Studio ft haag In Pulchri Studio aan de Lange Voorhout in Den Haag prdt van 5 tot en met 29 november een expositie gehouden p hedendaagse Jemenitische kunst. Jemen heeft een van de idste beschavingen ter wereld. Op de tentoonstelling zijn hilderijen, aquarellen, grafiek en keramiek te zien. ■eidse avond Blues- en Jazz Festival pENOm te zien wat Leiden zoal op jazz- en bluesgebied te Eden heeft is er tijdens het komende Blues- en Jazzfestival op januari een speciale avond met Leidse acts en bands. Aspi- nt deelnemers kunnen een demo of cd met een bio opsturen, t het aanbod wordt door de organisatie een selectie gemaakt p 6 7 acts die elk 30 minuten mogen optreden. Als vergoe- jig ontvangen de geselecteerden een professionele video-regi- •atie van het eigen optreden. De demo's en bio's kunnen wor- in opgestuurd naar: A. van Pijlen, Haarlemmerstraat 166,2312 fi Leiden. [erstelmethode voor Appel-gouaches hiedamHet Stedelijk Museum in Schiedam heeft samen met ItVlaardingse restauratieatelier Art Conservation een manier londen om een gebarsten gouache van Karei Appel te herstel- k. Het ziet ernaar uit dat de methode zich ook leent om de prige Appel-gouaches van het Schiedamse museum te conser- ren. Het Stedelijk in Schiedam bezit tien gouaches (plakkaat- pchilderijen) van Appel, die alle gecraqueleerd zijn, waardoor Den van de verflaag los zijn komen liggen. De werken zijn bij par zo'n half miljoen waard. Vanuit kunsthistorisch oogpunt n ze vooral van belang, omdat ze stammen uit de begintijd h de Cobra-beweging, rond 1948. 3p de Geest' kampioen theatersport tterdam Na twee finales is toneelvereniging 'Op de Geest' uit jmegen zondag in Rotterdam gekroond tot Nederlands kam pen theatersport. Dit weekeinde streden zes toneelteams om iwisselbokaal en de daarbij horende roem. Improviseren pelt een belangrijke rol bij theatersport. Het publiek en de jury fcen uit de zes deelnemers uiteindelijk voor Op de Geest. Pluk Dag uit Rotterdam werd tweede en 'Bruin Tapijt' uit Amers- prt derde. ieuwe Enkhuizer Almanak |huizen» De 404de jaar- hg van de Enkhuizer Alma- |c, de oudste almanak ter reld, is verschenen. Voor ÊÊÊl liefhebbers is het opnieuw W n boekje met veel informa- lover het weer, de stand r hemellichamen, de wa- jgetijden, markten, kermis- a, folkloristische elemen- en een uitgebreid kalen- rium. In het boekje staan Vendien schaatstips, jjoolvakanties en vinddata n het eerste kievitsei sinds DO. De 288-pagina's tellen- lalmanak is verkrijgbaar in 'boekhandel en kost f 6,95 traditionele schipperse- le kost f9,95). Vier li de woningen bieden onder dak aan een ver zameling foto's van achttien fo tografen. FOTO In een uitgeleefde slaapkamer van een leegstaande flat woning in de Amsterdamse Bijlmermeer, hangt een enorme foto aan de muur. Een man zit op een schom mel, een klein meisjes op zijn schoot. Hun hoofden dicht bij elkaar, zijn armen stevig om haar heen. Het krachtige beeld straalt kwetsbaarheid en intimiteit uit. Die atmos feer staat in schrille tegenstelling tot de ruimte waarin de foto hangt: een onttakelde woning in een vrijwel leeg staand en daardoor hoogst luguber flatgebouw. De foto leidt de aandacht af van de versleten vloerbedekking en het gescheurde en bekraste behang, dat een vrolijk mo tief van leeuwtjes en olifanten toont. Het lijkt een achter gebleven en vergeten object van een voormalig bewoner. amsterdam monique brandt De foto is echter onderdeel van de bijzondere fototentoonstel ling Privédomein, die nog tot en met 15 november is te bezoe ken. Op de negende verdieping van de Bijlmer-flat Frissenstein, die in januari tegen de vlakte gaat, zijn vier ningen ingericht als expositie ruimte. Zij bieden onderdak aan een verzameling foto's van achttien fotografen die beelden uit hun eigen leefwereld vast legden. Kadir van Lohuizen, Co- rinne Noordenbos, Gon Bur- man, Guus Rijven en Bertien van Manen zijn enkele van de fotografen die hun werk be schikbaar stelden voor de ten toonstelling die namens de Be roepsvereniging voor Fotogra fen (GKf) is samengesteld door Raymond Wouda en Wil van Iersel. In elke kamer vertellen de verschillende foto's hun eigen verhaal. Op versleten bloksteen- behang, blauwe verf of kale be tonnen muren ontdekken we persoonlijke portretten, ontroe rende momenten uit het leven van een gezin of een rondgang door een ziekenhuis, geknipt vanuit het bed door een door hernia gevelde fotograaf. Maar niet alleen de tentoon stelling zelf, ook de weg er naar toe is zowaar een klein avon tuur. De intimiteit van Privédo mein bevindt zich immers let terlijk in de krochten van de Bijlmer. Slechts een aantal van de woningen in de flat Frissen stein wordt bewoond door vluchtelingen, het overige deel staat leeg. Nadat de lift heel huids is bereikt, is de opluch ting compleet als deze ook nog functioneert. „Er wordt altijd maar over de Bijlmer gesproken, maar nie mand kent het echt. Daarom is het zo leuk om hier een ten toonstelling te houden", zo ver klaart de jonge fotograaf Wil van Iersel de ongebruikelijke lo catie. „Veel fotografen die de expositie bezoeken hebben alle brandhaarden van de wereld gezien. Maar als ze hier aanko men zijn ze helemaal geshoc keerd: waar ben ik nu in Gods naam beland'. Deze maffe plek roept dus wel wat op." De expositie 'Privédomein': t/m 15 november in flat Fris senstein, appartementen 918 tot en met 921, ganzenhoefpad in Amsterdam Zuid-Oost, vlak bij Station Bijlmer en Winkel centrum Amsterdamse Poort; vrijdag, zaterdag en zondag van 14.00 uur tot 18.00 uur. chef jan rijsdam. 071-5356444, plv chef annetvan aar5en 071-5356443 recensie pablo cabenda Voorstelling: 'Trainspotting' Bewerking: Harry Gibson, Regie: Peter Pluymakers. Gezien: 29/10. Schouwburg, Leiden. Karakteristieke pose: handen diep in de zakken van het gore en te kleine colbertje, schouders bijna opgetrokken tot oorhoog te en als een musje met een blaasontsteking hippend van het ene op het andere been. Hij heet Tommy en hij moet nodig een shot. Als Tommy en zijn vriend Mark eindelijk bij de dealer zijn aangekomen begint ook bij Mark het smachten een gat in zijn ziel te branden. Zelfs een dode baby en een hyste risch krijsende moeder kan een naar smack snakkende Mark niet van zijn stuk brengen. Hij zegt wat hij altijd zegt in zo'n noodsituatie: „Zal ik nog een shotje klaarmaken?" De film 'Trainspotting' was al een heftige confrontatie met de fascinerende gruwelijkheid van het junkiebestaan, de toneelbe werking van Harry Gibson doet er niet voor onder. Zuipen, spuiten, seks en scoren; de doorsnee dagindeling van de gemiddelde junk wordt breed uitgemeten in een theatraal kotsmengsel. Dit heeft niets met de gestyleerde junkiechic te maken zoals die niet zo lang ge leden werd gepropageerd in trendy modebladen. Dit is hard, snel, jong en ongezond. En, af gezien van het eerste en het laatste, geldt dat ook zo'n beetje voor het publiek: 80 procent van het schouwburgpubliek is vanavond onder de dertig. Tegen een decor van wat barkrukken, een vieze brits en blokken morsig piepschuim verhalen Mark, Tommy, Alison en Franco over de hel van hun lege maar opwindende bestaan waarin heroïne de witte motor is. Mark staat voor het persona ge van Renton en oreert laco niek over de vuiligheid waarin hij wakker wordt, over de kick van het spuiten en over zijn po gingen om af te kicken. En ja, de beruchte strontpotscène (wc zou hier een regelrecht eufe misme zijn) ontbreekt niet in de toneeluitvoering. Mark vist tot genoeglijk afgrijzen van het pu bliek een paar levensechte drol len uit de pot op zoek naar zijn lievelingen, zijn opiumzetpillen. Roef Ragas is in zijn rol als Mark nonchalant natuurlijk en schakelt met evenveel gemak om in snelheid als gemoedstoe stand. Ad Knippels onderstreept als de angstaanjagende psy- chopatische zuiplap Franco Begbie elke vloek met een drui pende fluim. Het stuk heeft net als de film een behoorlijk tem po. De grootste kracht van de toneelversie is de interactie van sterk spel en taal. Mark en Tom my bijvoorbeeld wankelen over het toneel. Hun ogen zijn geslo ten en ze hebben duidelijk moeite met een besef van hier en nu. Ze praten over seks en vriendinnetjes, ditjes en datjes, in een poging tot een tragische ontkenning van hun peroonlijke hel, terwijl de dood al zichtbaar aan ze vreet. Daarbij houdt de vertaling van Tom Kleijn gemakkelijk stand. 'Trainspotting' op hel to neel is net zo rauw, net zo deer niswekkend, net zo fascinerend, kortom net zo overtuigend als de filmische versie. Alleen de bijfiguren, zijn iets te zwaar aangezette typetjes. Moe Ren ton spreekt met een gemoede lijk Limburgs accent en de hoge heren van de sollicitatiecommi- sie zijn voorspelbaar bekakt. Op dat punt had Trainspotting' wel een lijntje of een grammetje minder gemogen. Theo de Vries over het verschil tussen passie en werk b de Vries ontvangt in zijn woning aan looigracht in Leiden. In een studeerka- zoals een studeerkamer moet zijn. Kas- üie uitpuilen van boeken en aanvanke- peen geschikte stoel voor zijn bezoek, t een beetje chaoot, bekent hij, is hij De buste van de Griekse wiskundige iagoras op het grote bureau verraadt De Vries niet alleen belangstelling heeft het welzijn van de mens. [ythagoras was behalve wiskundige ook teresseerd in het mystieke. Die instel- ligt me. De wiskunde is en blijft ook I passie, terwijl ik daarnaast met veel in- ïn plezier mijn vak beoefen. Als ik op (ntie ga, neem ik altijd een paar wiskun- )eken mee. Dat is voor mij nog steeds eten. Wiskunde ontroert en biologeert ik raak ervan in vervoering. Want er zit tiek in het abstracte denken. Als je na- tt over de structuren, over hoe dingen Icaar zitten, begrijp je ook meer van de is en de maatschappij. De Duitse wis- flige Gödel stelde al in zijn axiomatisch fem dat sommige dingen waar zijn, r desondanks niet bewezen kunnen pen." Vries ziet wiskunde als een kunst, die Is de muziek beoefend kan worden, iks of misschien wel juist door zijn iatsiche aanleg, heeft hij 'niets' met uziek van Bach. „Ik wil door muziek len ontroerd en verrast en dat doet niet bij mij. Die muziek is te voorspel- Geef mij maar Mahler, Berlioz of Sa- luist het onvoorspelbare geeft ontroe- Ik zou ook voor de geboorte van een niet willen weten of het een jongen of tneisje wordt. Probeer niet alles te rege- laat het leven gebeuren. Ik voel me over. Ilgemeen gelukkig. En is dat een enkele niet zo, dan accepteer ik dat. Zoals de til of niet schijnt." ïdanks zijn bijzonder hoogleraarschap de Universiteit voor Humanistiek is hij geen lid van het Humanistisch Ver- 1 Hij zegt 'met moeite' doopsgezind te „Bij de doopsgezinde en remonstrant- jrk voelen mensen die willen nadenken de waarden van het leven zich thuis, is bij het Humanistisch Verbond ook. tnigen vinden dat er daardoor onder de H een te hoog gehalte aan academici is. f wat is daar op tegen? Die mensen tn zich daar blijkbaar thuis." It vrouwen ondanks allerlei campagnes steeds niet zo goed scoren in de wis- leles is volgens De Vries geen kwestie gebrek aan intelligentie. „Het vindt zijn aak in de genetische aanleg van vrou- Vrouwen vragen altijd naar de beteke- Zij worden 'geremd' door praktische lis, waardoor zij meer dan mannen met e benen op de grond staan en daarom fchien niet zo 'ontvankelijk' zijn voor de' Undige problemen. Vries denkt dat de ontplooiingskansen kinderen uit zwakke milieus nog lang Optimaal zijn. „Het is tot op de dag van laag zo dat slimme kinderen uit de la- sociale klassen het niet zo ver schop- Professor dr. T. de Vries is directeur van de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in Zuid-Holland. Met de gezondheidszorg in Nederland is het volgens de hoogleraar goed gesteld. We hebben een systeem dat behoort tot de top tien van de wereld. Alleen voor de zwakkeren, zoals de ouderen en de verstandelijk gehandicapten, is Nederland nog geen walhalla. De Vries ziet het als zijn levenstaak daar wat aan te doen. „Mensen die acuut geholpen moeten worden, hebben meestal economische waarde. De zwakkeren hebben dat niet. Het is dus een kwestie van fatsoen om goed voor hen te zorgen." De Vries is voor één dag in de week bijzonder hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek, alwaar hij regionale gezondheidszorg doceert. Zijn loopbaan is hij echter begonnen als wiskundige. „De gezondheidszorg is mijn vak, wiskunde is mijn passie." ■HBBBEa FOTO HIELCO KUIPERS pen als even slimme kinderen met een be tere achtergrond. Ik ben het wat dat betreft roerend eens met professor Hans Galjaard die stelt dat mensen wel gelijkwaardig, maar beslist niet gelijk zijn. Milieu, opvoe ding en achtergrond zijn vaak van doorslag gevende betekenis hoe een leven zich ont vouwt." Ook in de gezondheidszorg ziet hij die verschillen terug. Gezondheid wordt maar voor een kwart bepaald door goede zieken huizen en gastvrije verzorgingshuizen. Werkgelegenheid, huisvesting, voeding, leefstijl en komaf blijken voor driekwart aan de gezondheid van de mens bij te dragen. Ook de eenzaamheid laat zo zijn sporen na. Eenzaamheid is een van de belangrijkste re denen om opgenomen te worden in een bejaardenoord. De Provinciale Raad waarvan de Leide- naar directeur is, is een onafhankelijk, wet telijk orgaan dat de provincie van adviezen voorziet. Zoals op het gebied van zorg voor ouderen, van ambulancevervoer, van ge handicaptenzorg, om er maar een paar te noemen. Het nieuwe puntensysteem voor zieken huizen ziet hij niet als een verbetering. Als deze rapportcijfers daadwerkelijk worden ingevoerd, zou dat zelfs onnodige angst bij patiënten kunnen geven. Bijvoorbeeld bij de zieken die door allerlei omstandigheden toch in een 'slecht' ziekenhuis worden be handeld. Want in een dergelijk ziekenhuis kan best een goede arts zitten, een dokter die het beste met de zieke voor heeft en er alles aan doet zijn klachten te verlichten. En in dat met vele sterren gelauwerde ziekenhuis zou de patiënt wel eens een ge neesheer kunnen treffen, die niet bereid is hem serieus te nemen. Het komt in de ge zondheidszorg dus eigenlijk aan op het ver trouwen tussen de individuele patiënt en de individuele arts. „Een algemeen kwaliteits merk voegt niets toe aan goede gezond heidszorg en de wachtlijsten worden er al helemaal niet korter van." De ouderenzorg en de zorg voor verstan delijk gehandicapten hebben zijn meer dan warme belangstelling. Deze twee groepen zijn in onze welvaartsstaat te vaak stiefmoe derlijk bedeeld is de mening van De Vries. Hij probeert, zonder al teveel zijn morele afkeuring te laten blijken, daar een verkla ringvoor te zoeken. „De situatie is vooral een gevolg van de hedendaagse cultuur in Nederland. Mijn vader die het zelf ook niet al te breed had, heeft bijvoorbeeld nog voor zijn ouders, broers en zussen gezorgd. In het Nederland van na de Tweede Wereldoorlog, toen de zorg voor de ouderen en de zwakkeren steeds meer is overgedragen aan de staat, is een heel andere situatie ontstaan. Terwijl over het algemeen de Nederlander toch be hoorlijk sociaal is ingesteld. In Griekenland is het nog steeds heel gewoon dat drie ge neraties bij elkaar wonen. De West-Europe- se maatschappij kent zo zijn schaduwzij den." Dat er veel geld wordt besteed aan de hightech geneeskunde, die behalve specta culaire operaties ook een grote verbetering heeft gebracht in behandelingsmethodes en het medicijnengebruik is natuurlijk een goede zaak. De verpleegduur is mede daar door de afgelopen tien jaar met dertig pro cent verkort. Desondanks vraagt hij zich af of thuis herstellen altijd als positief moet worden gezien. De kanttekening die hij plaatst heeft vooral betrekking op mensen die na een operatie of een behandeling in een zieken huis nog even tot rust willen komen. Door dat ook steeds meer mensen alleen wonen is dit probleem behoorlijk complex. „Voor zichtigheid is geboden", is een meer dan oprechte waarschuwing. Er is de laatste tijd nogal kritiek op de ver deling van de gelden over ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. „Mensen die acuut geholpen moeten worden, hebben over het algemeen een economische waarde. Oude ren hebben dat meestal niet. Het gaat er dus om hoeveel je als maatschappij wilt be steden aan mensen die geen maatschappe lijk nut hebben. Hoe fatsoenlijk je als sa menleving wilt zijn. Ik vind dat je dat niet kunt wegen. Iemand die op een hartopera tie wacht, heeft ook recht op hulp. Daar naast heb je als overheid de plicht goed voor de zwakkeren te zorgen. Die zorg is een kwestie van beschaving die nog meer in de botten van de maatschappij moet ko men en niet alleen met de mond beleden moet worden." Hij probeert die mening ook in zijn privé- leven gestand te doen. Zijn moeder van 93 woont nog zelfstandig. Het staat voor hem vast dat ze nooit naar een verpleeghuis zal gaan. „Zij is daarvoor te eigenwijs, zij heeft allerlei zaken geregeld en het woord ver pleeghuis komt in ons woordenboek niet voor." Betekent het dat hij voor kortere of langere tijd zijn moeder of zijn schoonvader van 88 thuis aan de Hooigracht zal verzor gen als dat onverhoopt nodig mocht zijn? „Daar kan ik op dit moment natuurlijk geen exact antwoord op geven. Ik weet in ieder geval dat we dan gezamenlijk, ook met m'n zus die alleen woont, naar de beste oplos sing voor moeder of mijn schoonvader zul len zoeken." Aan zijn jeugd heeft hij enkele 'krachtige' herinneringen. Geboren in Den Haag in het oorlogsjaar 1940 zegt hij bepaalde beelden nog helder voor zich te zien. Vooral het mo ment dat de Duitsers een inval deden, om dat ze op zoek waren naar zijn vader die zich op de vliering had verborgen, staat in zijn geheugen gegrift. „Ik zie nog steeds die ene Duilser met zijn enorme grote handen voor me. Mijn moeder stond daar als een kranige vrouw en vertelde de moffen dat ze overal konden rondkijken, maar waar schuwde wel dat de kinderen difterie had den. De Duitsers verdwenen en m'n vader kon elders onderduiken." Zijn enige broer - hij heeft nog twee zus ters - is vier jaar geleden overleden aan ast ma. „Ik heb nog steeds een diep respect voor zijn onverzettelijkheid, de manier waarop hij jaren tegen deze ziekte heeft ge vochten, maar uiteindelijk heeft hij de strijd verloren. Mijn vader is in 1965 onder mijn ogen overleden aan een hartaanval. Volle dig onverwachts: zo'n gebeurtenis is trau matisch. Die twee sterfgevallen hebben me milder gemaakt, ik ben wat minder driftig en ongedurig." Zijn vrouw en drie dochters vormen zijn thuisfront. „Er valt weinig over te zeggen, het gaat allemaal goed, we zijn een hecht gezin. De tweeling is nu negentien en de jongste is achttien. Het ziet er naar uit dat ze volgend jaar alle drie zullen vertrekken, maar het kan best zijn dat ze hier nog een tijdje blijven 'hangen'."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 27