'Meer angst in de rugzak dan ondergoed' Mulisch schrijft als Gods eigen schaduw Boeken intwikkeling Kouwenaar 'Verzen als leeftocht' In Iran vloeit meer bloed dan olie De fascinerende jacht op 21 ton goud INDERDAG 8 OKTOBER 1998 p dichter die ingetogenheid nastreeft boek recensie hans warren itemann: Verzen als leeftocht. Over Kouwenaar 160 pag./ fl. 39,50. His torische Uitgeverij, Groningen. gelegenheid van de vijfen en intigste verjaardag van Ger- sj Kouwenaar bundelde A.L. nann zes artikelen over de iter in Verzen als leeftocht. nann is een bewonderaar; ichrijft dat Kouwenaar zich zijn smaak gemanifesteerd ft als de grootste.Nederland- tjé lichter uit de tweede eeuw- w;t. Hij beseft overigens dat ken kunnen verschillen, ir hij zet zich af tegen men- die Kouwenaars moeilijk [ankelijke werk afkeuren, r at moet op een misverstand tet ïsten, veronderstelt hij. jwenaar is immers een an- dichter dan vaak wordt ge- d'Jht. Het zou volgens me- toien iedere keer weer over dichten zelf gaan, Steinann erop dat het meestal om <ere dingen draait, namelijk vragen van leven en nad,van bestaan, niet-bestaan voortbestaan, en om de tijd en wat die til richt - dus uiteindelijk om on iraag naar wat een mens ei- is en vertegenwoordigt. m e vérgaande onpersoonlijk- a l van deze poëzie zou een nde zijn. Als je goed leest, er juist heel veel recht- •kse menselijke betrokken- te ontdekken. Wanneer jjiiann echter aan het tellen in de bundel Een geur van irande veren, blijkt daarin zo onpersoonlijke men een de meest voorkomende irden te zijn. Eigennamen verwijzingen naar concrete ;en zijn bijzonder schaars: je I zeggen dat ook hierdoor ge iten eerder een kille dan een me indruk maken. Waar- nlijk heeft Stemann toch Kouwenaar is niet alleen 'ei nan van het gedicht als een tMaar hij deinst terug, voor e woorden en streeft ingeto- ki teid na. In de loop van de (en werd zijn werk soberder oberder. Het is wellicht de igétste verdienste van Verzen Elle Eggels verbrandde alle schepen achter zich en debuteert nu met roman Gerrit Kouwenaar zoekt naar wat een mens eigenlijk is. archieffoto als leeftocht hoe Kouwenaars ontwikkeling wordt belicht. De dichter zelf zal daar niet onver deeld gelukkig mee zijn. Niet voor niets liet hij zijn verzamel de gedichten pas beginnen in 1948. Maar vóór dat jaar heeft.hij ook al poëzie geschreven. In 1941 liet hij een bundeltje Vroe ge voorjaarsdag drukken, met regels als: Stil mijne ziele, zwijg nu stil:/ zo vele dingen zijn er om te wenen. De letterkundige Van Hattum noemde tegenover hem de verzen haast zo goed als de erwtensoep van je moeder. In deze stijl bleef Kouwenaar nog even doorgaan, maar na de oorlog sloeg hij andere wegen in. Hij schreef exuberante poë zie in een Lucebert-achtige stijl en sociaal bewogen werk. Zo bleef hij nog een poos zoeken, tot de spontane teksten plaats maakten voor weloverwogen werk. De invloed van Wallace Stevens zou daarbij een grote rol gespeeld hebben. Stemann spant zich in om de dichter in een nationaal en in ternationaal perspectief te plaatsen, bijvoorbeeld in een verhandeling over Kouwenaars poëtica. Maar hij is op zijn best wanneer hij zijn werk interpre teert, zo wordt onder meer dui delijk in een stuk over Le poète Y. sur son lit de mort. Een cyclus die rijk is aan kenmerkende wendingen als: Van alle maken is doodmaken/ wel het vol maaktste. Stemann is een lezer die anderen tot lezen aanzet. Daarom is dit niet alleen een aardig verjaardagscadeau voor de dichter, maar ook voor zijn publiek. Elle Eggels (1946) was moderedactrice. Jarenlang hield ze voor diverse tijdschriften bij wat er op catwalks van Parijs en Milaan aan nieuwe ontwerpen voorbij kwam. Twee jaar geleden deed zij waar iedereen wel eens van droomt of zelfs hardop over spreekt, maar uiteindelijk nooit doet. Van het ene op het andere moment gooide zé het bijltje er bij neer, verkocht haar huis, ruilde haar personal com puter in voor een laptop en trok naar Zuid-Amerika. On der meer om een roman te schrijven. Het boek is er nu en lijkt nu al de weg naar de weg naar de lezer te vinden. Het huis van de zeven zusters is een fraaie Limburgse streekroman, geschreven in Zuid-Amerikaanse stijl com pleet met de bijbehorende magische trekjes. ,,Het gaat niet om morgen, het gaat om vandaag." roman interview Elle Eggels: Het huis van de z< theo hakkert n zusters Roman. 191 blz., fl. 34,90. (gebonden). Uitge verij Vassallucci. De mode had een cirkelgang gemaakt. 'De jaren zestig kwa men terug.' Wat Elle Eggels be treft konden die kleren de klere krijgen. 'Kleding verbaasde me niet meer.' Het werd tijd voor de grote stap. Bijna vijftig was ze. 'En ik wilde geen feest geven toen ik vijftig werd.' Wegwezen dus. In haar eentje. 'Ik heb vaak gehoopt dat iemand me voor een lange reis zou uitnodigen, maar dat gebeurde niet.' Dus ging ze alleen. Naar Guatemala, want dat de reis naar Zuid- Amerika zou voeren, stond van meet af aan vast. Aan goede raad geen gebrek. Of ze dat nou wel zou doen als vrouw alleen? Met een georga niseerde reis dan misschien? 'Het hele leven is al georgani seerd,' antwoordde ze dan. Daarom wilde ze juist weg. 'Ik blijf in Antigua zo lang ik wil,' zwoer ze. Of ze ooit terug zou komen, ja toch zeker? Maar Elle Eggels beloofde niks. Ze ging. 'Al had ik meer angst in mijn rugzak dan ondergoed.' Ze liet zich meedrijven op de golven van het toeval. Een abusievelijk bij haar belande fax deed haar belanden in Tikal, in het noordoosten van Guatama- la waar een week lang de zon newende werd gevierd. Ze maakte kennis met een Ameri kaan die ook alle schepen ach ter zich had verbrand en begon in San Cristobal de las Casas in Mexico voorzichtig met het schrijven van haar roman. 'Maar met Kerst was het uit met de Amerikaan.' Waarop de buurman zijn kans schoon zag. Ook een Ame rikaan. 'Mister Hollywood' noemt Elle hem nu. Schrijver van filmscenario's. 'Hij heeft me een week zitten doorzagen over schrijven, over zinnen, over de intentie van het schrijven.' Maar het hielp. Het manuscript vorderde en vorderde. 'Het was net een baby die je niet af wilt geven.' Van tevoren had ze al met een kennis in Nederland overlegd dat wanneer ze het boek af had, deze dame zou proberen er een uitgever voor te vinden. Erg actief gebeurde het lobbyen niet. Wat er wel aan antwoorden kwam, was het geijkte excusesrijtje: 'Past niet in ons fonds' of 'Krijg niet genoeg aandacht'. Ze reisde haar literaire baby achterna. Haar vrienden ston den haar al op te wachten, vilein lachend. 'Als je terug komt, willen ze 't niet weten. Er Elle Eggels terug in Swalmen. wordt van je verlangd dat je je weer in het patroon voegt. Maar daar had ik helemaal geen zin in. Ik voelde me heerlijk, want ik had een fantastische tijd ge had. Ik was nog bezig met wat ik had gedaan, maar iedereen vroeg alleen of ik al weer werk had. Nederland is zo ontzettend met de toekomst bezig.' Op de halfjaarlijkse boeken beurs in Amsterdam gaf ze op een maandag een paar hoofd stukken van haar boek aan en kele uitgevers. Oscar van Gelde ren van uitgeverij Vassallucci, die bijvoorbeeld ook Lulu Wang uitgeeft, reageerde het snelst. foto gpd/jan van ijken Nog voor het weekend was wil de hij het complete manuscript zien, na het weekend legde hij haar een contract voor. Toen was ik dus professioneel schrij ver. Ik kon me ook niet voorstel len dat wanneer schrijven zo'n passie is, er geen belangstelling voor mijn boek zou bestaan. Ik realiseerde me overigens ook dat schrijven het enige is wat ik kan.' Beeldend Het huis van de zeven zusters. Dat de titel aan een boek van Isabel Allende doet denken, is juist wel goed. Het geeft de lezer namelijk meteen enig idee wat er komen gaat. Elle Eggels laat haar boek dan wel spelen in Limburg, haar schrijfstijl is ronduit Zuid-Amerikaans. Snel, beeldend, met wonderbaarlijke wendingen en ook het nodige magisch-realisme. Een gestor ven vrouw die als geest gewoon aan tafel blijft zitten. Witte vrouwen die zowel in dromen als in werkelijkheid voor zouden kunnen komen. 'Ik ga soms over de rand van de werkelijk heid. Maar hoeveel mensen zijn er niet die iets 'zien'?' Het voornaamste is: het werkt. Als lezer accepteer je dat dit soort Zuid-Amerikaanse ma gie zich in een Limburgse set ting voordoet. 'Waarom ook niet? En waarom zouden we in Nederland ook niet wat wolliger schrijven? De Nederlandse lite ratuur is zo nuchter en rechtlij nig. Ik vind vertellen zo belang rijk.' En vertellen doet ze. Het huis van de zeven zusters is een ou de bakkerij, waar de 13-jarige Emma wordt opgevoed door acht vrouwen. Ze is de dochter van Martha, de oudste dochter van de bakker. De bakker zelf is spoorloos verdwenen nadat zijn vrouw aan kraamkoorts was overleden na de geboorte van hun laatste twee dochters. Martha neemt de taak op zich het huis en de bakkerij te be stieren, daarbij geholpen door haar zes zussen. De achtste vrouw is Omi, die op een dag komt aanlopen en blijft, zonder dat iemand weet wat nu precies haar achtergronden zijn. Dat blijkt pas aan het eind. Ze is dan allang overleden, maar houdt nog steeds een oogje in het zeil. Wat de zeven zusters bindt, behalve bloedbanden, is de angst op het liefdespad de laatste stap te zetten. 'Hier le ven zeven vrouwen die niet het aandurven hun dromen waar te maken. Hun droom is mooi, maar ze willen 'm op afstand houden.' Elk van de vrouwen in de bakkerij heeft iets bijzonders. Elle Eggels zet hun karakters zo sterk neer dat ze absoluut niet door elkaar lopen. Een zo op het oog kleine, maar cruciale rol is in Het huis van de zeven zusters weggelegd voor de pastoor. Had hij er bij de bakkersvrouw niet op aan gedrongen na de derde dochter door te gaan met kinderen krij gen, dan had het drama zich niet voltrokken. 'Die sneer is zeer zeker zo bedoeld. De rooms-katholieke kerk zoals die vroeger was, legde een enorme druk op de mensen. Voor mijn gevoel soms op het misdadige af. Maar ik moet zeggen dat dat iets van vroeger is. Voor mij be tekende de kerk maar één ding: feesten. Bij elke heilige hoorde wel een feest. In Mexico is dat nog erger. De vrolijkheid hoort er daar helemaal bij. Verder hebben ze daar ook niks.' Swalmen Net als Gabriel Garcia Marquez alvorens zijn boeken te schrij ven terugging naar Aracataca, het dorp waar zijn grootouders hem opvoedden, zo ging Elle Eggels terug naar Swalmen. Om vast te stellen dat Swalmen zoals zij het kende, louter nog in haar geheugen bestond. Met een tante liep ze haar geboorte dorp door. De bakkerij? Weg. De school? Weg. Waar in haar hoofd de harmoniezaal stond, bevindt zich nu het politiebu reau en de melkfabriek was af gebroken. 'Alleen het huis van de burgemeester staat er nog, maar dat is nu een hotel. Prach tig hoor, maar het is allemaal zo netjes geworden. Het gevoel van het oude Swalmen heb ik nu alleen nog wanneer ik in San Cristobal ben.' Wanneer de bel gaat bijvoorbeeld. In het boek komt een postbode voor die, voordat hij ze bezorgt, de brie ven eerst leest. In San Cristobal belt de postbode aan, iedere keer wanneer hij iets te bezor gen heeft. 'Of hij fluit zo lang tot je vanzelf komt kijken. Zo leven staat mij aan. Niet rennen, ren nen, rennen. Het gaat niet om morgen, het gaat om vandaag.' De Procedure overschrijdt metafysische grenzen boek recensie HARRY MULISCH e zomer van 1942, hij was vijftien, schreef Harry K. isch op negenentwintig blo- )tyellen zijn eerste boek lerne atoomtheorie voor ie- i en. In het vijfde en laatste fdstuk behandelt de voorzit- 'an de Chemische Jongens- C.J.C. de alchemie, met na- de 'Transmutatie der stof. zijn laboratorium aan de ilemse Anna van Burenlaan probeert hij tussen het ijven door chlorophyl te te nderen in bloed. at de schepping een te ont- - selen raadsel is, daar was g isch al vroeg van overtuigd. I mededeling in het begin E De Procedure dat hij vooral oeuvreschrijver is, heeft dan ook alles mee te ma in de boekenkast die hij in lange carrière vol schreef, heersen steeds dezelfde en: hoe zit mijn wereld in ir, wat is mijn plaats daarin oe is dat allemaal zo geko- >k De Procedure is een [gamisch boek: een inge leid, maar wel steeds lees- mengsel van een histori- psychologische en scien- ctionroman die geen mo lt verveelt, bij vlagen ont- en essentiële morele vra- itelt over onze houding je- leven en dood. En natuur- z0u de roman geen echte sch zijn als er geen spel ge ld zou worden met auto- rafische feiten en feitjes, namen, data, getallen, tsen, auteurs en citaten, als ructuur van de roman dat niet zou onderstrepen, als |en kabbalistische, klassieke pseudo-wetenschappelijke en geciteerd en geanaly- zouden worden. Lezers het van dat soort spelletjes len, zullen geïrriteerd afha- Voor hen is deze roman geschreven. lofdpersoon in De Procedu- de eenenveertigjarige Vic- Mulisch' derde voornaam) ter, een celbioloog van we- ormaat. Zijn grootste ont- jng is de zogenaamde eo- ri: een organische, dus Ie le stof, voortgekomen uit tozuren. Zoals Mulisch van zelf zei: 'Ik ben de Tweede eldoorlog', zo zegt Werker: ten de moderne microbiolo gie.' Niet alleen wordt daarmee de link gelegd tussen auteur en hoofdpersoon, tussen de jongen op een zolderkamer in de oor log en de moderne wetenschap per maar ook tussen ultieme menselijke daden: het doden en het maken van leven. Deze twee motieven spelen in de roman een ingewikkeld spel. Victor is de vader van een dood geboren meisje, Aurora, aan wie hij tijdens een wetenschappelij ke rondreis langs allerlei we reldsteden brieven schrijft waarin hij onder an dere uitlegt waarom hij in pa niek wegrende toen zijn vrouw Clara hun dode dochter baren moest. Natuurlijk spelen Freu diaanse verklaringen daar een rol in maai' ook daarmee krijgt hij noch zijn vrouw, laat staan zijn dochter terug. Hem blijft niets anders over dan het kunst matige leven dat hij heeft weten te maken. Maar of dat de mens heid veel geluk zal brengen... In de eerste hoofdstukken neemt Mulisch ons niet voor niets mee naar het Praag uit de zestiende eeuw. Keizer Rudolf II draagt rabbijn Löw op een go lem voor hem te maken, een mens, door mensen gevormd uit klei, tot leven gewekt met behulp van allerlei eeuwenoude kabbalistische formules. Löw slaagt erin de metamorfose tot stand te brengen maar onmid dellijk wordt duidelijk dat dit nieuwe leven, dat deze goddelij ke imitatie machtiger is dan zijn maker. En in dat roomse en jid- dische Praag wordt Löw ook nog plotseling getroffen door de schim van Franz Kafka die koortsachtig zit te schrijven aan, vermoed ik, Het Proces, toch ook een eindeloze procedure, waarvan de hoofdpersoon in de laatste zinnen een even treurige dood vindt als zijn twintigste- fred berca Kameran Zadhe: 'Over de bergen - Vlucht uit Iran'. Uitgever: Ad. Donker. Prijs, f.34,50. boek recensieZadhe wacht ondanks de vele twijfels zijn mo bilisatie niet af en waagt de Grote Vlucht. Met en kele honderden dollars op zak gaat hij in zee met een mensensmokkelaar, zijn familie en vriendin in vertwijfeling en onzekerheid achterla tend. Zijn reis is er een als vele andere. De voortdu rende angst gepakt te worden, de ellenlange nachtelijke marsen, het nooit mogen opvallen, het onzekere verblijf in een politiecel in den vreemde, en vooral het keer op keer bedrogen worden door op geld beluste charlatans: het over komt Zadhe allemaal op zijn vlucht naar West- Europa. Je leest die 170 pagina's in één ruk uit. En je kunt je een beetje voorstellen hoe het is om onder een fanatiek gelovig juk te leven. 'In Iran vloeit meer bloed dan olie', schrijft Zadhe. En over zijn wanhoop: 'Kan dan niemand iets doen tegen de terreur van die duivelse Godvereerders? Kan nie mand die lawine van onrecht en verdrukking te genhouden? De hele wereld zou zich moeten ke ren tegen deze praktijken'. Bij de titel 'Over de bergen' denk je nu niet meteen 'jongens wat flitsend', maar schijn be driegt. Het boek met de simpele subütel 'Vlucht uit Iran' leest als een spannend jongensboek. Kameran Zadhe is student tandheelkunde in Teheran als de sjah wordt verdreven en er in het land een streng-islamitische dictatuur wordt ge vestigd. Khomeiny's goddelijke wil is wet, en dat zullen de Iraniërs weten. Zeker als de oorlog met buurland Irak uitbreekt wordt het velen te heet onder de voeten. Weinig mensen hebben zin hun leven te geven in een uitputtingsslag la de Eer ste Wereldoorlog, en dan ook nog in de woestijn. Maar de arm van de ayatollah reikt ver: wie niet wil meevechten wordt als deserteur en landverra der gestraft: streng dus. Opsluiting, mishandeling, marteling en verlies van burgerrechten is hun deel - als ze al in leven mogen blijven. boek* recensie Harry Mulisch. eeuwse lotgenoot. De Procedure is te lezen als een spannende sciénce-fiction. Ooit zullen we er toch in slagen uit niets iets te creëren. Daar door zal de mens zijn schepper ingehaald hebben, met alle ethische en morele vragen van dien. Over de dood beslissen we al; wetenschappelijk staan we, volgens Mulisch, nu ook op de drempel van Gods kinderkamer. Daarnaast is de roman Mu lisch' poëtica, zijn geloofsbelij denis waarin hij de schrijver ziet als een god die vanuit het niets met woorden levens, mensen en hun geschiedenissen creëert. Net als De ontdekking van de hemel is De Procedure tenslotte ook een buitelend spel van symboliek, getallenmagie, auto biografische details en structu rele aardigheden. Zo hebben de drie aktes van het boek ieder hun eigen vertelsituatie, spelen de drie (Egyptische pyramiden foto archief hun rol, komen er drie 'melk- broeders' van Victor in voor, enz. Niet voor niets is drie het getal van God. De ontdekking van de hemel ging voor mij aan dat spel ten onder. De procedu re stijgt door zijn morele vragen en door de ontroerende én vaak geestige beschrijving van het tragische leven van Victor bo ven dat spel uit. Lees en geniet! Het goudschip, Gary Kinder. Vertaald door Bert Meelker. Uitgeverij Arena. 479 pag. f. 49,90. Je moet je een soort Georges- orkaan voorstellen, maar dan misschien nog heftiger. In zulk weer vergaat in 1857 de Ameri kaanse stoomraderboot de SS Central America voor de kust van de staat Carolina in de die pe wateren van de Atlantische Oceaan. Het schip is letterlijk afgeladen met goud. Aan boord bevinden zich rond de zeshon derd bemanningsleden en pas sagiers, voor het merendeel pio niers die schatrijk terugkeren van de goudvelden van Califor- nië, die negen jaar daarvoor zijn ontsloten. Stofgoud hebben ze bij zich, goudklompjes, gouden munten die zojuist bij de nieuwe Munt van San Francisco zijn geslagen, en goudstaven soms zo groot als een baksteen. Maar de SS Central America vervoert ook nog eens een lading commer cieel geregistreerd goud plus een geheime overheidszending. In totaal heeft het schip 21 ton goud aan boord. Dat is wel even iets anders dan de armbanden, halskettingen en andere siera den van de passagiers van de Titanic. De ondergang van de SS Central America werd des tijds dan ook door velen gezien als de oorzaak van de beurs krach van 1857. In het onlangs in vertaling verschenen boek Het goudschip beschrijft Gary Kinder aan de hand van de ooggetuigeversla gen van de slechts enkele tien tallen overlevenden het leven aan boord, vlak voordat de SS Central America in de Atlanti sche diepte verdwijnt. Hoe de mannen in een lange rij uren achtereen hulpeloos staan te hozen, hoe de vrouwen en kin deren onder de moeilijkst denk bare omstandigheden worden gered, hoe drenkelingen dagen lang, ronddobberend op een vlot of met een stuk hout onder iedere arm, op redding wach ten, hoe kapitein Herndon met zijn schip ten onder gaat. Maar Kinder beschrijft ook het niet minder spannende vervolg op de schipbreuk van de SS Central America: de pogingen van de excentrieke wetenschapper Tommy Thompson om de schat, die op bijna 3000 meter diepte ligt, zo'n honderddertig jaar later te bergen. Zwitsers zakmes Thompson komt na zijn univer siteitsopleiding tot ingenieur te recht op het beroemde Battelle Memorial Institute in Colum bus, Ohio. Vijfhonderd mede werkers van dit instituut waren in de oorlogsjaren betrokken bij het Manhattan Project, de ont wikkeling van de eerste atoom bom. Het was ook dit instituut dat 'zondagsuitvinder' Chester Carlson hielp bij een uitvinding die vanaf 1961 door een firma genaamd Xerox geëxploiteerd zou worden. En het waren al weer Battelle-onderzoekers die de hitteschilden voor de ruimte schepen van de NASA ontwik kelden. Thompson, gefasci neerd door de geschiedenis van de SS Central America, neemt zich voor 'het ultieme Zwitserse zakmes van de onderwatertech nologie' te ontwikkelen om de schat van de stoomraderboot boven water te halen. Jarenlang dachten schatjagers dat de SS Central America op 30 meter voor de Amerikaanse kust bij Cape Hatteras lag. 'Een pret tige legende om in leven te hou den', schrijft Kinder, 'zonder die legende geen financiers.' Thompson, die in de loop der jaren een team medewerkers om zich heen verzamelt en op avontuurlijke wijze aan spon sors komt, raakt ervan overtuigd dat het schip elders, in veel die per water, gezonken is. De tocht naai' de onheilsplek en de eerste pogingen om dieper dan wie ook de zeebodem af te struinen met nooit eerder beproefde ap paratuur, levert een thrillerach tig verhaal op, vooral als Thompson keer op keer met nerveuze concurrenten te ma ken krijgt, die proberen hem voor te zijn, en met rechtszaken waarin het 'eigendom' van de schat wordt betwist. Het goudschip, in een prima vertaling van Bert Meelker, is een boek om van te smullen. Gary Kinder, die zelf sinds 1987 bij Thompsons project betrok ken was, weet zelfs de techni sche kant van het avontuur leesbaar en spannend te hou den: zijn de idiote invallen van Thompson inderdaad op grote diepte bruikbaar en lukt het hem met zijn zelf opgetuigde boot als eerste ter plekke te zijn? Jammer bij zo'n mooi boek is de absoluut slordige flaptekst, waarin Thompsons avontuur ineens 'ruim 200 jaar' na het zinken van de SS Central Ameri ca plaats heeft en waarin de schat 'al twee eeuwen' op de zeebodem rust. Waar zijn zulke foutjes nu voor nodig?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 27