'Meer angst in de rugzak dan ondergoed'
Mulisch schrijft als Gods eigen schaduw
Boeken
intwikkeling Kouwenaar
'Verzen als leeftocht'
In Iran vloeit meer bloed dan olie
De fascinerende jacht op 21 ton goud
INDERDAG 8 OKTOBER 1998
p dichter die ingetogenheid nastreeft
boek recensie
hans warren
itemann: Verzen als leeftocht. Over
Kouwenaar 160 pag./ fl. 39,50. His
torische Uitgeverij, Groningen.
gelegenheid van de vijfen
en intigste verjaardag van Ger-
sj Kouwenaar bundelde A.L.
nann zes artikelen over de
iter in Verzen als leeftocht.
nann is een bewonderaar;
ichrijft dat Kouwenaar zich
zijn smaak gemanifesteerd
ft als de grootste.Nederland-
tjé lichter uit de tweede eeuw-
w;t. Hij beseft overigens dat
ken kunnen verschillen,
ir hij zet zich af tegen men-
die Kouwenaars moeilijk
[ankelijke werk afkeuren,
r at moet op een misverstand
tet ïsten, veronderstelt hij.
jwenaar is immers een an-
dichter dan vaak wordt ge-
d'Jht. Het zou volgens me-
toien iedere keer weer over
dichten zelf gaan, Steinann
erop dat het meestal om
<ere dingen draait, namelijk
vragen van leven en
nad,van bestaan, niet-bestaan
voortbestaan, en om de
tijd en wat die
til richt - dus uiteindelijk om
on iraag naar wat een mens ei-
is en vertegenwoordigt.
m e vérgaande onpersoonlijk-
a l van deze poëzie zou een
nde zijn. Als je goed leest,
er juist heel veel recht-
•kse menselijke betrokken-
te ontdekken. Wanneer
jjiiann echter aan het tellen
in de bundel Een geur van
irande veren, blijkt daarin
zo onpersoonlijke men een
de meest voorkomende
irden te zijn. Eigennamen
verwijzingen naar concrete
;en zijn bijzonder schaars: je
I zeggen dat ook hierdoor ge
iten eerder een kille dan een
me indruk maken. Waar-
nlijk heeft Stemann toch
Kouwenaar is niet alleen
'ei nan van het gedicht als een
tMaar hij deinst terug, voor
e woorden en streeft ingeto-
ki teid na. In de loop van de
(en werd zijn werk soberder
oberder. Het is wellicht de
igétste verdienste van Verzen
Elle Eggels verbrandde alle schepen achter zich en debuteert nu met roman
Gerrit Kouwenaar zoekt naar wat
een mens eigenlijk is. archieffoto
als leeftocht hoe Kouwenaars
ontwikkeling wordt belicht. De
dichter zelf zal daar niet onver
deeld gelukkig mee zijn. Niet
voor niets liet hij zijn verzamel
de gedichten pas beginnen in
1948.
Maar vóór dat jaar heeft.hij
ook al poëzie geschreven. In
1941 liet hij een bundeltje Vroe
ge voorjaarsdag drukken, met
regels als: Stil mijne ziele, zwijg
nu stil:/ zo vele dingen zijn er
om te wenen. De letterkundige
Van Hattum noemde tegenover
hem de verzen haast zo goed als
de erwtensoep van je moeder.
In deze stijl bleef Kouwenaar
nog even doorgaan, maar na de
oorlog sloeg hij andere wegen
in. Hij schreef exuberante poë
zie in een Lucebert-achtige stijl
en sociaal bewogen werk. Zo
bleef hij nog een poos zoeken,
tot de spontane teksten plaats
maakten voor weloverwogen
werk. De invloed van Wallace
Stevens zou daarbij een grote
rol gespeeld hebben.
Stemann spant zich in om de
dichter in een nationaal en in
ternationaal perspectief te
plaatsen, bijvoorbeeld in een
verhandeling over Kouwenaars
poëtica. Maar hij is op zijn best
wanneer hij zijn werk interpre
teert, zo wordt onder meer dui
delijk in een stuk over Le poète
Y. sur son lit de mort. Een cyclus
die rijk is aan kenmerkende
wendingen als: Van alle maken
is doodmaken/ wel het vol
maaktste. Stemann is een lezer
die anderen tot lezen aanzet.
Daarom is dit niet alleen een
aardig verjaardagscadeau voor
de dichter, maar ook voor zijn
publiek.
Elle Eggels (1946) was moderedactrice. Jarenlang hield ze
voor diverse tijdschriften bij wat er op catwalks van Parijs
en Milaan aan nieuwe ontwerpen voorbij kwam. Twee
jaar geleden deed zij waar iedereen wel eens van droomt
of zelfs hardop over spreekt, maar uiteindelijk nooit doet.
Van het ene op het andere moment gooide zé het bijltje
er bij neer, verkocht haar huis, ruilde haar personal com
puter in voor een laptop en trok naar Zuid-Amerika. On
der meer om een roman te schrijven. Het boek is er nu
en lijkt nu al de weg naar de weg naar de lezer te vinden.
Het huis van de zeven zusters is een fraaie Limburgse
streekroman, geschreven in Zuid-Amerikaanse stijl com
pleet met de bijbehorende magische trekjes. ,,Het gaat
niet om morgen, het gaat om vandaag."
roman interview
Elle Eggels: Het huis van de z<
theo hakkert
n zusters Roman. 191 blz., fl. 34,90. (gebonden). Uitge
verij Vassallucci.
De mode had een cirkelgang
gemaakt. 'De jaren zestig kwa
men terug.' Wat Elle Eggels be
treft konden die kleren de klere
krijgen. 'Kleding verbaasde me
niet meer.' Het werd tijd voor
de grote stap. Bijna vijftig was
ze. 'En ik wilde geen feest geven
toen ik vijftig werd.' Wegwezen
dus. In haar eentje. 'Ik heb vaak
gehoopt dat iemand me voor
een lange reis zou uitnodigen,
maar dat gebeurde niet.' Dus
ging ze alleen. Naar Guatemala,
want dat de reis naar Zuid-
Amerika zou voeren, stond van
meet af aan vast.
Aan goede raad geen gebrek.
Of ze dat nou wel zou doen als
vrouw alleen? Met een georga
niseerde reis dan misschien?
'Het hele leven is al georgani
seerd,' antwoordde ze dan.
Daarom wilde ze juist weg. 'Ik
blijf in Antigua zo lang ik wil,'
zwoer ze. Of ze ooit terug zou
komen, ja toch zeker? Maar Elle
Eggels beloofde niks. Ze ging.
'Al had ik meer angst in mijn
rugzak dan ondergoed.'
Ze liet zich meedrijven op de
golven van het toeval. Een
abusievelijk bij haar belande fax
deed haar belanden in Tikal, in
het noordoosten van Guatama-
la waar een week lang de zon
newende werd gevierd. Ze
maakte kennis met een Ameri
kaan die ook alle schepen ach
ter zich had verbrand en begon
in San Cristobal de las Casas in
Mexico voorzichtig met het
schrijven van haar roman.
'Maar met Kerst was het uit met
de Amerikaan.'
Waarop de buurman zijn
kans schoon zag. Ook een Ame
rikaan. 'Mister Hollywood'
noemt Elle hem nu. Schrijver
van filmscenario's. 'Hij heeft me
een week zitten doorzagen over
schrijven, over zinnen, over de
intentie van het schrijven.'
Maar het hielp. Het manuscript
vorderde en vorderde. 'Het was
net een baby die je niet af wilt
geven.' Van tevoren had ze al
met een kennis in Nederland
overlegd dat wanneer ze het
boek af had, deze dame zou
proberen er een uitgever voor te
vinden. Erg actief gebeurde het
lobbyen niet. Wat er wel aan
antwoorden kwam, was het
geijkte excusesrijtje: 'Past niet in
ons fonds' of 'Krijg niet genoeg
aandacht'.
Ze reisde haar literaire baby
achterna. Haar vrienden ston
den haar al op te wachten,
vilein lachend. 'Als je terug
komt, willen ze 't niet weten. Er
Elle Eggels terug in Swalmen.
wordt van je verlangd dat je je
weer in het patroon voegt. Maar
daar had ik helemaal geen zin
in. Ik voelde me heerlijk, want
ik had een fantastische tijd ge
had. Ik was nog bezig met wat
ik had gedaan, maar iedereen
vroeg alleen of ik al weer werk
had. Nederland is zo ontzettend
met de toekomst bezig.'
Op de halfjaarlijkse boeken
beurs in Amsterdam gaf ze op
een maandag een paar hoofd
stukken van haar boek aan en
kele uitgevers. Oscar van Gelde
ren van uitgeverij Vassallucci,
die bijvoorbeeld ook Lulu Wang
uitgeeft, reageerde het snelst.
foto gpd/jan van ijken
Nog voor het weekend was wil
de hij het complete manuscript
zien, na het weekend legde hij
haar een contract voor. Toen
was ik dus professioneel schrij
ver. Ik kon me ook niet voorstel
len dat wanneer schrijven zo'n
passie is, er geen belangstelling
voor mijn boek zou bestaan. Ik
realiseerde me overigens ook
dat schrijven het enige is wat ik
kan.'
Beeldend
Het huis van de zeven zusters.
Dat de titel aan een boek van
Isabel Allende doet denken, is
juist wel goed. Het geeft de lezer
namelijk meteen enig idee wat
er komen gaat. Elle Eggels laat
haar boek dan wel spelen in
Limburg, haar schrijfstijl is
ronduit Zuid-Amerikaans. Snel,
beeldend, met wonderbaarlijke
wendingen en ook het nodige
magisch-realisme. Een gestor
ven vrouw die als geest gewoon
aan tafel blijft zitten. Witte
vrouwen die zowel in dromen
als in werkelijkheid voor zouden
kunnen komen. 'Ik ga soms
over de rand van de werkelijk
heid. Maar hoeveel mensen zijn
er niet die iets 'zien'?'
Het voornaamste is: het
werkt. Als lezer accepteer je dat
dit soort Zuid-Amerikaanse ma
gie zich in een Limburgse set
ting voordoet. 'Waarom ook
niet? En waarom zouden we in
Nederland ook niet wat wolliger
schrijven? De Nederlandse lite
ratuur is zo nuchter en rechtlij
nig. Ik vind vertellen zo belang
rijk.'
En vertellen doet ze. Het huis
van de zeven zusters is een ou
de bakkerij, waar de 13-jarige
Emma wordt opgevoed door
acht vrouwen. Ze is de dochter
van Martha, de oudste dochter
van de bakker. De bakker zelf is
spoorloos verdwenen nadat zijn
vrouw aan kraamkoorts was
overleden na de geboorte van
hun laatste twee dochters.
Martha neemt de taak op zich
het huis en de bakkerij te be
stieren, daarbij geholpen door
haar zes zussen. De achtste
vrouw is Omi, die op een dag
komt aanlopen en blijft, zonder
dat iemand weet wat nu precies
haar achtergronden zijn. Dat
blijkt pas aan het eind. Ze is dan
allang overleden, maar houdt
nog steeds een oogje in het zeil.
Wat de zeven zusters bindt,
behalve bloedbanden, is de
angst op het liefdespad de
laatste stap te zetten. 'Hier le
ven zeven vrouwen die niet het
aandurven hun dromen waar te
maken. Hun droom is mooi,
maar ze willen 'm op afstand
houden.' Elk van de vrouwen in
de bakkerij heeft iets bijzonders.
Elle Eggels zet hun karakters zo
sterk neer dat ze absoluut niet
door elkaar lopen.
Een zo op het oog kleine,
maar cruciale rol is in Het huis
van de zeven zusters weggelegd
voor de pastoor. Had hij er bij
de bakkersvrouw niet op aan
gedrongen na de derde dochter
door te gaan met kinderen krij
gen, dan had het drama zich
niet voltrokken. 'Die sneer is
zeer zeker zo bedoeld. De
rooms-katholieke kerk zoals die
vroeger was, legde een enorme
druk op de mensen. Voor mijn
gevoel soms op het misdadige
af. Maar ik moet zeggen dat dat
iets van vroeger is. Voor mij be
tekende de kerk maar één ding:
feesten. Bij elke heilige hoorde
wel een feest. In Mexico is dat
nog erger. De vrolijkheid hoort
er daar helemaal bij. Verder
hebben ze daar ook niks.'
Swalmen
Net als Gabriel Garcia Marquez
alvorens zijn boeken te schrij
ven terugging naar Aracataca,
het dorp waar zijn grootouders
hem opvoedden, zo ging Elle
Eggels terug naar Swalmen. Om
vast te stellen dat Swalmen
zoals zij het kende, louter nog in
haar geheugen bestond. Met
een tante liep ze haar geboorte
dorp door. De bakkerij? Weg.
De school? Weg. Waar in haar
hoofd de harmoniezaal stond,
bevindt zich nu het politiebu
reau en de melkfabriek was af
gebroken. 'Alleen het huis van
de burgemeester staat er nog,
maar dat is nu een hotel. Prach
tig hoor, maar het is allemaal zo
netjes geworden. Het gevoel
van het oude Swalmen heb ik
nu alleen nog wanneer ik in San
Cristobal ben.' Wanneer de bel
gaat bijvoorbeeld. In het boek
komt een postbode voor die,
voordat hij ze bezorgt, de brie
ven eerst leest. In San Cristobal
belt de postbode aan, iedere
keer wanneer hij iets te bezor
gen heeft. 'Of hij fluit zo lang tot
je vanzelf komt kijken. Zo leven
staat mij aan. Niet rennen, ren
nen, rennen. Het gaat niet om
morgen, het gaat om vandaag.'
De Procedure overschrijdt metafysische grenzen
boek recensie
HARRY
MULISCH
e zomer van 1942, hij was
vijftien, schreef Harry K.
isch op negenentwintig blo-
)tyellen zijn eerste boek
lerne atoomtheorie voor ie-
i en. In het vijfde en laatste
fdstuk behandelt de voorzit-
'an de Chemische Jongens-
C.J.C. de alchemie, met na-
de 'Transmutatie der stof.
zijn laboratorium aan de
ilemse Anna van Burenlaan
probeert hij tussen het
ijven door chlorophyl te
te nderen in bloed.
at de schepping een te ont-
- selen raadsel is, daar was
g isch al vroeg van overtuigd.
I mededeling in het begin
E De Procedure dat hij vooral
oeuvreschrijver is, heeft
dan ook alles mee te ma
in de boekenkast die hij in
lange carrière vol schreef,
heersen steeds dezelfde
en: hoe zit mijn wereld in
ir, wat is mijn plaats daarin
oe is dat allemaal zo geko-
>k De Procedure is een
[gamisch boek: een inge
leid, maar wel steeds lees-
mengsel van een histori-
psychologische en scien-
ctionroman die geen mo
lt verveelt, bij vlagen ont-
en essentiële morele vra-
itelt over onze houding je-
leven en dood. En natuur-
z0u de roman geen echte
sch zijn als er geen spel ge
ld zou worden met auto-
rafische feiten en feitjes,
namen, data, getallen,
tsen, auteurs en citaten, als
ructuur van de roman dat
niet zou onderstrepen, als
|en kabbalistische, klassieke
pseudo-wetenschappelijke
en geciteerd en geanaly-
zouden worden. Lezers
het van dat soort spelletjes
len, zullen geïrriteerd afha-
Voor hen is deze roman
geschreven.
lofdpersoon in De Procedu-
de eenenveertigjarige Vic-
Mulisch' derde voornaam)
ter, een celbioloog van we-
ormaat. Zijn grootste ont-
jng is de zogenaamde eo-
ri: een organische, dus Ie
le stof, voortgekomen uit
tozuren. Zoals Mulisch van
zelf zei: 'Ik ben de Tweede
eldoorlog', zo zegt Werker:
ten de moderne microbiolo
gie.' Niet alleen wordt daarmee
de link gelegd tussen auteur en
hoofdpersoon, tussen de jongen
op een zolderkamer in de oor
log en de moderne wetenschap
per maar ook tussen ultieme
menselijke daden: het doden en
het maken van leven.
Deze twee motieven spelen in
de roman een ingewikkeld spel.
Victor is de vader van een dood
geboren meisje, Aurora, aan wie
hij tijdens een wetenschappelij
ke rondreis langs allerlei we
reldsteden brieven
schrijft waarin hij onder an
dere uitlegt waarom hij in pa
niek wegrende toen zijn vrouw
Clara hun dode dochter baren
moest. Natuurlijk spelen Freu
diaanse verklaringen daar een
rol in maai' ook daarmee krijgt
hij noch zijn vrouw, laat staan
zijn dochter terug. Hem blijft
niets anders over dan het kunst
matige leven dat hij heeft weten
te maken. Maar of dat de mens
heid veel geluk zal brengen...
In de eerste hoofdstukken
neemt Mulisch ons niet voor
niets mee naar het Praag uit de
zestiende eeuw. Keizer Rudolf II
draagt rabbijn Löw op een go
lem voor hem te maken, een
mens, door mensen gevormd
uit klei, tot leven gewekt met
behulp van allerlei eeuwenoude
kabbalistische formules. Löw
slaagt erin de metamorfose tot
stand te brengen maar onmid
dellijk wordt duidelijk dat dit
nieuwe leven, dat deze goddelij
ke imitatie machtiger is dan zijn
maker. En in dat roomse en jid-
dische Praag wordt Löw ook
nog plotseling getroffen door de
schim van Franz Kafka die
koortsachtig zit te schrijven aan,
vermoed ik, Het Proces, toch
ook een eindeloze procedure,
waarvan de hoofdpersoon in de
laatste zinnen een even treurige
dood vindt als zijn twintigste-
fred berca
Kameran Zadhe: 'Over de bergen - Vlucht uit Iran'. Uitgever: Ad.
Donker. Prijs, f.34,50.
boek recensieZadhe wacht ondanks de vele twijfels zijn mo
bilisatie niet af en waagt de Grote Vlucht. Met en
kele honderden dollars op zak gaat hij in zee
met een mensensmokkelaar, zijn familie en
vriendin in vertwijfeling en onzekerheid achterla
tend.
Zijn reis is er een als vele andere. De voortdu
rende angst gepakt te worden, de ellenlange
nachtelijke marsen, het nooit mogen opvallen,
het onzekere verblijf in een politiecel in den
vreemde, en vooral het keer op keer bedrogen
worden door op geld beluste charlatans: het over
komt Zadhe allemaal op zijn vlucht naar West-
Europa.
Je leest die 170 pagina's in één ruk uit. En je
kunt je een beetje voorstellen hoe het is om onder
een fanatiek gelovig juk te leven. 'In Iran vloeit
meer bloed dan olie', schrijft Zadhe. En over zijn
wanhoop: 'Kan dan niemand iets doen tegen de
terreur van die duivelse Godvereerders? Kan nie
mand die lawine van onrecht en verdrukking te
genhouden? De hele wereld zou zich moeten ke
ren tegen deze praktijken'.
Bij de titel 'Over de bergen' denk je nu niet
meteen 'jongens wat flitsend', maar schijn be
driegt. Het boek met de simpele subütel 'Vlucht
uit Iran' leest als een spannend jongensboek.
Kameran Zadhe is student tandheelkunde in
Teheran als de sjah wordt verdreven en er in het
land een streng-islamitische dictatuur wordt ge
vestigd. Khomeiny's goddelijke wil is wet, en dat
zullen de Iraniërs weten. Zeker als de oorlog met
buurland Irak uitbreekt wordt het velen te heet
onder de voeten. Weinig mensen hebben zin hun
leven te geven in een uitputtingsslag la de Eer
ste Wereldoorlog, en dan ook nog in de woestijn.
Maar de arm van de ayatollah reikt ver: wie niet
wil meevechten wordt als deserteur en landverra
der gestraft: streng dus. Opsluiting, mishandeling,
marteling en verlies van burgerrechten is hun
deel - als ze al in leven mogen blijven.
boek* recensie
Harry Mulisch.
eeuwse lotgenoot.
De Procedure is te lezen als
een spannende sciénce-fiction.
Ooit zullen we er toch in slagen
uit niets iets te creëren. Daar
door zal de mens zijn schepper
ingehaald hebben, met alle
ethische en morele vragen van
dien. Over de dood beslissen we
al; wetenschappelijk staan we,
volgens Mulisch, nu ook op de
drempel van Gods kinderkamer.
Daarnaast is de roman Mu
lisch' poëtica, zijn geloofsbelij
denis waarin hij de schrijver ziet
als een god die vanuit het niets
met woorden levens, mensen
en hun geschiedenissen creëert.
Net als De ontdekking van de
hemel is De Procedure tenslotte
ook een buitelend spel van
symboliek, getallenmagie, auto
biografische details en structu
rele aardigheden. Zo hebben de
drie aktes van het boek ieder
hun eigen vertelsituatie, spelen
de drie (Egyptische pyramiden
foto archief
hun rol, komen er drie 'melk-
broeders' van Victor in voor,
enz. Niet voor niets is drie het
getal van God. De ontdekking
van de hemel ging voor mij aan
dat spel ten onder. De procedu
re stijgt door zijn morele vragen
en door de ontroerende én vaak
geestige beschrijving van het
tragische leven van Victor bo
ven dat spel uit. Lees en geniet!
Het goudschip, Gary Kinder. Vertaald
door Bert Meelker. Uitgeverij Arena. 479
pag. f. 49,90.
Je moet je een soort Georges-
orkaan voorstellen, maar dan
misschien nog heftiger. In zulk
weer vergaat in 1857 de Ameri
kaanse stoomraderboot de SS
Central America voor de kust
van de staat Carolina in de die
pe wateren van de Atlantische
Oceaan. Het schip is letterlijk
afgeladen met goud. Aan boord
bevinden zich rond de zeshon
derd bemanningsleden en pas
sagiers, voor het merendeel pio
niers die schatrijk terugkeren
van de goudvelden van Califor-
nië, die negen jaar daarvoor zijn
ontsloten.
Stofgoud hebben ze bij zich,
goudklompjes, gouden munten
die zojuist bij de nieuwe Munt
van San Francisco zijn geslagen,
en goudstaven soms zo groot
als een baksteen. Maar de SS
Central America vervoert ook
nog eens een lading commer
cieel geregistreerd goud plus
een geheime overheidszending.
In totaal heeft het schip 21 ton
goud aan boord. Dat is wel even
iets anders dan de armbanden,
halskettingen en andere siera
den van de passagiers van de
Titanic. De ondergang van de
SS Central America werd des
tijds dan ook door velen gezien
als de oorzaak van de beurs
krach van 1857.
In het onlangs in vertaling
verschenen boek Het goudschip
beschrijft Gary Kinder aan de
hand van de ooggetuigeversla
gen van de slechts enkele tien
tallen overlevenden het leven
aan boord, vlak voordat de SS
Central America in de Atlanti
sche diepte verdwijnt. Hoe de
mannen in een lange rij uren
achtereen hulpeloos staan te
hozen, hoe de vrouwen en kin
deren onder de moeilijkst denk
bare omstandigheden worden
gered, hoe drenkelingen dagen
lang, ronddobberend op een
vlot of met een stuk hout onder
iedere arm, op redding wach
ten, hoe kapitein Herndon met
zijn schip ten onder gaat. Maar
Kinder beschrijft ook het niet
minder spannende vervolg op
de schipbreuk van de SS Central
America: de pogingen van de
excentrieke wetenschapper
Tommy Thompson om de
schat, die op bijna 3000 meter
diepte ligt, zo'n honderddertig
jaar later te bergen.
Zwitsers zakmes
Thompson komt na zijn univer
siteitsopleiding tot ingenieur te
recht op het beroemde Battelle
Memorial Institute in Colum
bus, Ohio. Vijfhonderd mede
werkers van dit instituut waren
in de oorlogsjaren betrokken bij
het Manhattan Project, de ont
wikkeling van de eerste atoom
bom. Het was ook dit instituut
dat 'zondagsuitvinder' Chester
Carlson hielp bij een uitvinding
die vanaf 1961 door een firma
genaamd Xerox geëxploiteerd
zou worden. En het waren al
weer Battelle-onderzoekers die
de hitteschilden voor de ruimte
schepen van de NASA ontwik
kelden. Thompson, gefasci
neerd door de geschiedenis van
de SS Central America, neemt
zich voor 'het ultieme Zwitserse
zakmes van de onderwatertech
nologie' te ontwikkelen om de
schat van de stoomraderboot
boven water te halen.
Jarenlang dachten schatjagers
dat de SS Central America op 30
meter voor de Amerikaanse kust
bij Cape Hatteras lag. 'Een pret
tige legende om in leven te hou
den', schrijft Kinder, 'zonder die
legende geen financiers.'
Thompson, die in de loop der
jaren een team medewerkers
om zich heen verzamelt en op
avontuurlijke wijze aan spon
sors komt, raakt ervan overtuigd
dat het schip elders, in veel die
per water, gezonken is. De tocht
naai' de onheilsplek en de eerste
pogingen om dieper dan wie
ook de zeebodem af te struinen
met nooit eerder beproefde ap
paratuur, levert een thrillerach
tig verhaal op, vooral als
Thompson keer op keer met
nerveuze concurrenten te ma
ken krijgt, die proberen hem
voor te zijn, en met rechtszaken
waarin het 'eigendom' van de
schat wordt betwist.
Het goudschip, in een prima
vertaling van Bert Meelker, is
een boek om van te smullen.
Gary Kinder, die zelf sinds 1987
bij Thompsons project betrok
ken was, weet zelfs de techni
sche kant van het avontuur
leesbaar en spannend te hou
den: zijn de idiote invallen van
Thompson inderdaad op grote
diepte bruikbaar en lukt het
hem met zijn zelf opgetuigde
boot als eerste ter plekke te zijn?
Jammer bij zo'n mooi boek is
de absoluut slordige flaptekst,
waarin Thompsons avontuur
ineens 'ruim 200 jaar' na het
zinken van de SS Central Ameri
ca plaats heeft en waarin de
schat 'al twee eeuwen' op de
zeebodem rust. Waar zijn zulke
foutjes nu voor nodig?