'Ik geniet, altijd, als een kind'
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1998
Emile Ratelband wil geen goeroe zijn
Mijn dochter staat in de keuken, komen er
twee van die bullebakken binnen. Die la
ten even snel hun FIOD-kaartje zien, ik ben
Flip en ik ben Flap, en vragen: waar is je va
der? Hoezo? Nou, we komen hem arresteren.
Ik ben toevallig thuis, ik word vastgepakt,
meegesleurd, in de auto gezet. Zomaar, waar
dat kind bijstaat. Mijn zoon hoort het, komt
naar beneden, ziet dat ik in die auto wordt
geduwd en rijdt er een heel stuk achteraan.
Als je het nou over traumatische ervaringen
hebt...
Ach, die jongens van de FIOD hebben keu
rig hun best gedaan. Die worden ook maar
gestuurd. Ik wist dat het niets was. Nou je
ziet het, eerst zou ik de belasting voor miljoe
nen hebben opgelicht, toen ging het om ton
nen en nu is het nul. Alleen mijn advocaat is
er beter van geworden: 120.000 gulden. Ik
blijf er laconiek onder. Het enige waar ik
kwaad om ben, is dat ze het hebben laten
lekken naar de pers. Ik zeg op dat bureau te
gen die meneer: realiseert u zich wel dat als
de pers dit te weten komt het afgelopen is
met Ratelband? Hij zegt: meneer, dit komt de
pers nooit te weten, 's Avonds om twaalf uur
word ik los gelaten en al in de auto word ik
gebeld door een vriend: Emile, je staat op de
voorpagina.
Ik heb bij elkaar zo'n tachtig brieven, faxen
en telefoontjes gehad van mensen die het
zelfde is overkomen. Nou, niet één staat er
nog overeind. Of hun relatie is stuk, of hun
bedrijf is over de kop of hun gezondheid is
naar de knoppen. Er is niks veranderd verge
leken met '40-'45. Misschien is het nog wel
erger geworden. Jullie denken allemaal dat je
in vrijheid leeft, maar er is veel meer geregeld
dan je denkt. Er zijn natuurlijk joden-mensen
die heel kwaad worden als ik dat zeg, maar
daar heb ik het niet over. Ik heb het over de
willekeur. De Gestapo pakte je zomaar op als
je kop hun niet aanstond en dan hielden ze je
gewoon een paar dagen vast. Ik ben ook op
gepakt op de willekeur van de persoon. Toen
ik vroeg wat de aanklacht was, kreeg ik te ho
ren dat ik buiten danwel een grote bek mocht
hebben, maar hier niet. Is dat democratie?
Alles mag maar. De KLM laat je rustig twee
uur van tevoren inchecken, omdat ze te
belazerd zijn om vier mensen extra in te zet
ten. En iedereen pikt het. Ik verdóm het, ik
hoor niet bij de massa. Ik wil een dwarsligger
zijn. Dat hoort niet, hè?! Je mag je alleen la
ten leiden door het intellect en niet door het
gevoel. Nou, ik laat me juist wel leiden door
emoties. Ik zeg: kinderverkrachters, wilt u ge
holpen worden? Oké, daar doen wij alles aan,
maar op één voorwaarde: als u niet mee
werkt dan hakken we 'm d'r gewoon af. Alles
wat uitsteekt; oren, neus, armen, voeten en
pik, dat laten we er publiekelijk afhakken
door de vader, of moeder, van dat verkrachte
kind. Op die manier zorg je dat mensen min
der deze neigingen krijgen. Iedereen is ge
schokt als ik dat zeg, want we denken nog als
in de jaren tachtig: begrijpen is synoniem
voor rechtvaardigen. Ik begrijp het ook wel,
soms, dat als je grootvader een crimineel was
en je vader een crimineel was, jij ook crimi
neel wordt omdat je niet beter weet. Maar als
je dan niet geholpen wilt worden, houdt het
op. Ik ben voor het invoeren van lijfstraffen.
Een leraarmag tegenwoordig niet eens meer
een kind op z'n nummer zetten. Als ik thuis
kwam en ik klaagde over de leraar, dan kon ik
meteen naar bed.
Ik zal je vertellen, mijn jongste zoon is
dyslectisch. Dat is een handicap en je mag
dan twintig minuten langer doen over het
eindexamen, HAVO in zijn geval, als je ten
minste een verklaring van een deskundige
kunt overleggen dat je echt dyslectisch bent
en niet alleen maar een beetje moeilijk leest.
Zo'n onderzoek zou me drieduizend gulden
kosten en dat heb ik geweigerd. Mensen wor
den laaiend als ze dat horen, vinden mij een
ontzettende klootzak. Maar ik zeg: het gaat
mij natuurlijk niet om dat geld, het gaat mij
er om dat zo'n diploma dan niks waard is. Hij
moest het van mij in de normale tijd halen.
Dat kost meer moeite, meer inspanning,
maar wat is daar tegen? Laat-ie maar leren
om van dat negatieve iets positief te maken.
We hebben hem van het begin af aan ge
holpen om met die woordblindheid om te le
ren gaan, om er vanaf te komen. Hij heeft ex
tra lessen gehad van een, hoe heet dat ook al
weer, een remedial teacher, ja. Maar dat di
ploma moest hij echt verdienen. Mijn zoon
vond dat klote, er was behoorlijk wat ruzie in
de tent, maar ik zei: overtuig me maar. Hij
kwam niet verder dan dat-ie meer moest le
ren en minder kon uitgaan. Vond ik niet zó
sterk, halia. Hij heeft dat diploma uiteindelijk
wel op de gebruikelijke manier gehaald, want
hij zag dat die ouwe z'n poot stijf hield. En nu
is die jongen apetrots.
Ik ben ook dyslectisch, dus ik weet echt wel
wat het is. In de tijd dat ik op de lagere school
zat, bestond woordblindheid nog niet, dus
was je gewoon stom. Maar ik wilde niet stom
worden gevonden. Ik begreep helemaal niets
van wat die leraar op het boord schreef, maar
ik durfde niets te vragen. Ik hóórde wel wat
hij zei. Ik leerde luisteren, heel goed luiste
ren, en heb me van alles voorstellingen ge
maakt. Ik maakte beelden in mijn hoofd en
leerde zo om de dingen te onthouden. Bij
overhoringen en repetities las ik als het ware
de antwoorden van de foto's in mijn hoofd.
Als kleine jongen zat ik ook nog onder het
eczeem. En ik was één meter twintig lang en
tachtig kilo zwaar, dus net zo breed als hoog.
Ik was in die tijd echt de stomme mongool.
Maar ik heb me nooit zorgen gemaakt. Als ie
mand tegen me tekeer ging, dacht ik altijd:
het komt wel goed. Van wie ik dat heb, Joost
mag het weten. Ik denk dat alles daarop is te
rug te voeren, mijn hele houding in het leven.
Ik heb gemerkt dat tegenslagen een uitdaging
voor me waren, dat weerstand bij mij altijd
een positieve uitwerking heeft. Ik ben er al
tijd beter van geworden. Kritiek raakt mij ook
totaal niet. Niemand hoeft het voor mij op te
nemen. Mensen die mij een schreeuwlelijk
vinden, gaan hun gang maar, zij mogen dat
vinden. Doet me niets. Zij zitten er mee, zij
hebben een rotgevoel, ik niet. Het glijdt van
me af, allemaal.
Mijn vader overleed toen ik twaalf jaar was.
Daardooor heb ik meteen na de lagere
school met mijn moeder onze bakkerszaak
gerund, en later met mijn ex-Truus. Alle
ex'en heten Truus, dat weet je wel hè?! Ik ben
in totaal 25 jaar samen geweest met die ex-
Truus; we hebben vier kinderen. We hebben
het na de eerste scheiding nog drie jaar
Niet één keer valt het t-
woord. Emile
Ratelband wil ook wel
eens iets anders
vertellen. ,,Van mijn
tweede scheiding heb
ik een behoorlijke
opflikker gehad.
Op bezoek bij een
gedreven dwarsligger.
Jomanda komt ook
nog even langs. „Zij is
van de geest, ik van het
vlees."
door DICK HOFLAND
probeerd, maar het ging gewoon niet meer.
Niemands- schuld. Er was geen ander, geen
alcohol, geen gokken, het is gewoon gebeurd.
Ik denk er wel over na, meer dan vroeger.
Over onze eerste scheiding was ik veel laco
nieker. Ik had zoiets van: we zijn niet voor el
kaar geschapen. En ik voelde me miskend,
vond dat zij mijn succes niet kon dragen. Dat
gedoe. Onzin natuurlijk, allemaal excuses
voor mijn eigen onvermogen. Deze tweede
scheiding is een veel grotere teleurstelling
voor me. Ik heb het in het begin ook beleefd
als een groot falen, als een persoonlijke ne
derlaag. Maar geleidelijk heb ik tegen mezelf
kunnen zeggen, dat ik mijn best heb gedaan,
dat ik geen eikel ben geweest. Het heeft ook
positieve kanten: ik ben minder schreeuwe
rig, denk eerst na over wat ik zeg. Ik relativeer
nog meer dan ik al deed.-
Een derde keer proberen, nee, dat zit er
niet in, al word je natuurlijk altijd wel aan el
kaar herinnerd. Zonder het te beseffen verge
lijk je iedere nieuwe toch met de oude. Ik heb
ook niks te wippen buiten de deur waardoor
ik er wat minder aan herinnerd zou worden.
Ik werk me vijf slagen in de rondte en dat
leidt ook behoorlijk af. Maar voor alles heb ik
het grote geluk dat de kinderen bij mij wo
nen, hier in mijn huis, alle vier. De oudsten,
een tweeling die al in de twintig is, een zoon
van achttien en een meisje van tien. Het gaat
hartstikke goed met ze, terwijl ik er echt niet.
vaak ben. Zeg maar dat ik er nooit ben. We
bellen twee, drie keer per dag met elkaar,
zeggen dat we van elkaar houden, dat het
goed gaat. En als ik thuis ben, dan ben ik er
ook echt voor ze en dan zorgen zij ook dat ze
er alle vier zijn. Ze hebben natuurlijk veel bij
pappie, dat is het voordeel als je wat knikkers
in de zak hebt. Ik stimuleer wel dat ze con
tact houden met hun moeder. Niet dat ik ze
er met de auto naartoe rijd, maar ik vind wel
dat ze regelmatig moeten bellen en af en toe
langs moeten gaan. Ik ben er niet klaar mee,
met die scheiding, ik heb er een behoorlijke
opflikker van gehad, maar ik vraag me niet
meer af waarom het is gebeurd. Ik geloof dat
alles wat je overkomt bedoeld is om te leren.
Ik wil verder, dus ik zoek naar de betekenis
van zo'n scheiding, wil er achter komen wat
het positieve er van is.
Hai Jo, kom binnen. Ja, de verhalen klop
pen hoor, dit is Jomanda, we gaan straks lek
ker ergens eten. We kennen elkaar vijf, zes
jaar, we zijn zeer goed bevriend. Toch, Jo?"
Jomanda: ,,We zitten op dezelfde lijn, het
houdt nooit op in ons hoofd."
Ratelband: „Zij is van de geest, ik van het
vlees."
Jomanda: „Ik zie naast mensen soms witte
gedaanten staan."
Ratelband: „Dan moet je eens een bril op
zetten, zie je ze niet meer.
Jomanda: „Als ik mensen aanraak, zie ik de
littekens."
Ratelband: „Maak er een foto van, dan ge
loof ik het pas."
Jomanda: „Grote mond, klein hartje."
Ratelband: „Jo zegt dat het van de andere
kant komt. Ik zeg dat het in jezelf zit. Zij
noemt het een wonder dat ik met alleen lage
re school de raad van bestuur van Philips kan
motiveren en dat ik als een domme mongool
vijf boeken heb geschreven. Ik zeg: dat heb ik
zelf gedaan. Het hangt af van je overtuiging
hoe je tegen de dingen aankijkt.
Gisteren heb ik een sessie gehad voor 550
mensen die bij Heineken aan de lopende
band werken, op de inpak-afdeling. Ik heb
toen gevraagd wie er wilde stoppen met ro
ken. Eén man kwam naar voren en ik vroeg:
ben je bereid er alles voor te doen? Als hij had
gezegd: wat levert het op, was ik meteen ge
stopt. Maar hij zei: ja, èdles. Nou, die was al
genezen, dus met hem kon ik verder. Ik heb
hem één ding voorgehouden: weet je hoe je
er uitziet als je over tien jaar nog rookt? Dan
lig je met een zuurstofmasker in een zieken
huisbed te piepen en te rochelen, met een
slang in je neus, een slang in je arm, een
enorm litteken op je rug, want er is minstens
één long uitgehaald, en dan komt je dochter
aan je bed en die is zwanger van je eerste
kleinkind, en jij hebt spijt, want je weet dat jij
je eerste kleinkind nooit in je armen zult
houden. Ja, ik heb 'm bang gemaakt, en dat
gaat dan met een enorm geweld, dan beuk ik,
dan schreeuw ik. Die man moest ervan kot
sen. Als je gelovig bent, zou je denken dat het
exorcisme is. Ik heb tegen die man gezegd:
nu moet je die 549 collega's in de zaal een
belofte doen. Hij zei dat-ie ze allemaal zou
trakteren op een superdeluxe diner voor elke
sigaret die hij nog opstak. Dus ik riep dat die
collega's een verdomd goede reden hebben
om hem verder in de gaten te houden en dat
hij een hele goede reden heeft om nooit meer
te roken.
Jomanda zegt dan: het is een wonder. Ik
zeg: het is een techniek. Maar toch krijg ik
hordes achter me aan; mensen die contact
met me willen houden. Komt niks van in, Ra
telband is niet thuis. Ze krijgen wel netjes
antwoord op hun brieven, telefoontjes en
faxen, maar van mijn medewerkers. Ik ver
breek alle contact, want ik wil geen goeroe
zijn. Dat is de verkeerde benadering. Je bent
je eigen goeroe. Ik ben toch geen missionaris!
Je moet toch gedreven zijn om te doen wat
ik doe. Ik geniet, altijd, overal, als een kind.
Ik heb aan drie, vier uur slaap genoeg, omdat
ik het leuk vind. Ik ben constant bezig met
seminars en lezingen. Veel tijd heb ik niet,
dus de prijs gaat omhoog. Een bedrijf dat me
wil, betaalt geen 50.000 gulden meer, maar
een ton. Wie me verder nog wil hebben,
moet me 's nachts maar boeken. Geen pro
bleem, jetlag kennen we niet. Dus in een
week vier seminars in Frankrijk, daarna Ame
rika, ik ben pas in China geweest waar mijn
eerste boek in 500.000 exemplaren uitkomt,
er komt een'serie voor Veronica, waar ik dus
's ochtends om vier uur begin, iedereen nog
half dood, en dan kom ik van hoppakee, daar
gaan we, en binnenkort sta ik ook nog in
St. Petersburg.
Vermoeiend? Je zegt het maar. Het laat me
allemaal koud. Of ik nog wel te raken ben?
Tsja... Een tijdje geleden stond ik op een
vliegveld achter een oud stel. Hij rookte de
ene sigaret na de andere weg, heel kramp
achtig. Zij had twee straathondjes bij zich,
van die beestjes met een schurfterige huid.
Vijf jaar geleden zou ik er op afgestapt zijn,
en tegen die man hebben gezegd dat-ie wat
aardiger voor zijn vrouw moest zijn, eens een
bloemetje moest meenemen. En tegen haar
had ik gezegd dat ze eens naar de kapper
moest en wat meer moest lachen. Nu doe ik
dat niet meer, maar ik ben wel verdrietig als
ik zo'n stel zie. Kleine dingen, die raken me
nog wel, meer eigenlijk dan de grote zaken.
Zo'n stel, verzuurd, niets van het leven ge
maakt, dat werpt me terug op mezelf. Ik wil
niet zijn zoals zij, niet van: het zal mijn tijd
wel duren.
Ik ben liever een schokeffect. Zeg wat ik
vind. Dat is wat anders dan een schreeuwle
lijk. Dat schreeuwen is maar een miniem on
derdeel van wat ik doe. Twee, drie minuten
op een sessie van uren. Zeker, ik doe er zelf
aan mee om het beeld van die Ratelband met
de grote bek in stand te houden. Tv-pro-
gramma's willen dat, dus krijgen ze het. Wie
betaalt bepaalt. Het wekt weerstand, dat weet
ik. Maar de mensen die het meest op mij
moeten kotsen, zijn de mensen die mij nog
nooit aan het werk hebben gezien. Piet
Vroon, hoogleraar psychologie, was één van
mijn felste tegenstanders. Ik heb jarenlang de
heftigste discussies met hem gehad, maar hij
is nooit komen kijken. Daarom had hij geen
recht van spreken. Zijn dood, zijn zelfmoord,
kort nadat we op tv weer eens een heftige
botsing hadden gehad, laat me volledig koud.
Het doet me niets. He-le-maal niets. Als ik er
niet meer ben, zal blijken hoe er over mij
wordt gesproken. Dan is mijn fysiek weg, dus
dan is de bedreiging weg. Dan zal duidelijk
worden wat ik heb gedaan, wat ik heb be
werkstelligd, of dat het allemaal niks is ge
weest."