'Met top heb ik nooit problemen' 'Je moet de hele vereniging zien mee te laijgen' TERDAG 26 SEPTEMBER 1998 Ivo Trumbic nu coach bij AZ&PC De rijzige gestalte uit Kroatië is terug. Ivo Trumbic - van 2 april 1935 te Split - geeft zijn rijke loopbaan zaterdag een officieel vervolg bij AZ&PC. De Amersfoortse landskampioen opent de competitie tegen De Robben uit Hilversum. Maar wie is Trumbic, gekenschetst als de ondoorgrondelijke en de norse, en wat heeft hij voor zijn sport, waterpolo, betekend. Veel, zo blijkt. Het verhaal van een succesvolle goeroe. 'ater en Ivo Trumbic, het is altijd een -eenheid geweest. Al vanaf zijn ge- Dorte, op een metertje of vijftig van de driatische zee, zijn ze onafscheidelijk, ivemmend ging de kleine Ivo, uitgerust iet een snorkel, langs de kustlijn op weg nar de trainingen in het zwembad van ilit. „Dat was toch een kilometertje of ie verderop. Het was ontspanning, on- irweg had ik alle tijd een visje mee te issen. Die werden dan tussen de trainin- n door klaargemaakt." spelelement zat er bij de jonge Ivo umbic al vroeg in. Zwemmen en vissen, ;t spel, ze verklaren voor een groot deel ju keuze voor waterpolo. Een bal en de tdaging om het gevecht met het water te innen. „Ik heb ook veel gehandbald, ilfs het nationale team gehaaid, maar lo in krijg je van nature mee. De weerstand het water moet je leren. Dat vond ik een otere uitdaging." e keuze voor waterpolo lag in de lijn der rwachtingen, vond Trumbic. Zoals ook beslissing de rol van doelman in 1953 te ruilen voor die van verdediger, limbic was een zwemmer, kon niet op n plek blijven liggen en koos voor de isitie van midachter. „Ik had ais keeper veel te regelen, kon me niet concentre- 11 op het tegenhouden van de bal. Ei- inlijk wilde ik gewoon zelf spelen." Als leler van Jadran Split pakte hij vijfmaal Joegoslavische titel. udie ior zijn studie verkaste Trumbic van de ist naar Zagreb, Mladost werd zijn nieu- e ploeg. Het is, zonder twijfel, Trumbic' raarste en meest emotionele periode ge lest. Als international combineerde hij aterpolo met de opleiding tot professor ihamelijke opvoeding aan de universiteit n Zagreb. „Dat was dus geen docenten- - ileiding. Ik mag alle sporten trainen en achen, behalve hockey. Ja, ik zou bij het oatische voetbalelftal zo Miroslav Blaze- kunnen opvolgen. ïar de combinatie had nogafwat voeten de aarde. Sterker nog, ze stuitte voorna- elijk op onbegrip in het toenmalige Joe goslavië. Toch, Trumbic slaagde. Nog steeds schiet hij vol, druppelen tranen over zijn wangen als hij verhaalt over de inspanningen die hij zich moest getroos ten. „Examens en grote toernooien vielen vaak gelijk. Uitstel kreeg je niet. Zo hadden we met de nationale ploeg een groot toernooi in Moskou. Op maandag en dinsdag had ik nog gespeeld en op woensdagochtend vloog ik 's morgens om vijf uur via Belgra do naar Zagreb. Het vliegtuig landde om tien voor tien, het examen was om half elf. Op de landingsbaan stond al een auto klaar met twee agenten, die me naar de universiteit begeleidden. Mijn professor was tegen deze constructie, volgens hem kon het allemaal niet." Trumbic slikt, heeft zichzelf even niet meer onder controle. „Ik had anderhalf uur de tijd voor mijn examen, want om kwart over twaalf moest ik weer op weg naar Moskou. Op het vliegveld stonden dezelfde agent en een douane-beambte, die hadden me kort daarvoor nog zien landen. 'Zijn wij nou gek, of ben jij dat?' vroegen ze. Ik haalde een tien, wist alles en 's avonds in Moskou speelde ik een goede wedstrijd. Het was mijn laatste exa men." Revolutie Trumbic brak wel een lans voor zijn lotge noten. Zelf spreekt hij van een revolutie in Zagreb. Sinds zijn ongelijke strijd mogen topsporters ook een week eerder of later hun examen doen. Trumbic, de vechter, was een garantie voor succes. In Split, in Zagreb, waar hij twee landstitels en drie Europacups won, en als international voor Joegoslavië. Maar een kind van president Tito? Nee, zo is Trumbic kort. „Ik ben al tijd Kroaat geweest. Het stond ook altijd in mijn paspoort. Joegoslavië was een kunst matig in stand gehouden land." EK's, WK's en Olympische Spelen, Trum bic behaalde talrijke successen. Zijn con duitestaat moet'onovertroffen zijn, slechts zes gelijke spelen en zes nederlagen in L52 interlands. Grootse cijfers. Maar het kan nog indrukwekkender. In de jaren '66, '67 Ivo Trumbic: „Hoe kan het dan dat in 1995 vijf ton beschikbaar was voor het Nederlandse waterpolo en nu nog maar 45.000 gulden?" foto gpd en '68, een serie van maar liefst 120 wedstrijden, kwam zijn directe tegenstander, de midvoor, niet tot scoren. Zelfs de beroemde Russische waterpo- lofamilie Meserinace vader en twee zonen volg den elkaar op als midvoor lukte het niet. „En dat waren kasten van kerels." Trumbic pakte zilver op de Olympische Spelen van Tokio in 1964, maar de kroon op het werk volgde vier jaar later in Mexico, zijn absolute hoogtepunt. Hij werd in die jaren de beste poloër van de wereld genoemd. Van Tito kreeg Ivo Trumbic zelfs de hoogste sportonderscheiding van Joegoslavië. De beste vond hij zichzelf even wel nooit. „Hoe kan dat nou in een teamsport?" Als coach wilde Trumbic, hoe kan het ook anders, actief blijven. Maar van 'iets terugdoen' voor de sport die hem zo veel geestelijke rijkdom had ge schonken, wilde hij niet weten. „Dat klinkt als een verplichting. In dienst van de sport, ja, altijd. Maar ik heb nooit gedacht: gebruik de sport voor jezelf." Wereldburger De Kroaat werd een waterpologoeroe en een we reldburger. Niet alleen is hij al achttien jaar in het bezit van een Nederlands paspoort, hij trainde in Griekenland, was coach van Jug Dubrovnik, was bondscoach van de Griekse nationale ploeg en werd met superster Manuel Estiarte als pupil Eu ropees kampioen bij het Italiaanse Pescara. On mogelijk was niets, zo bewees het spelletje bluf poker van Trumbic. „Pescara werkte met een be groting van drieëneenhalve ton. Benetton toonde belangstelling om te sponsoren, zeker na die Eu ropese titel. Ik riep: we hebben drie miljoen gul den nodig om de grote prijzen te pakken. Of ik gek was geworden, zo dachten de bestuursleden. Sorry, zeiden ze bij Benetton, drie miljoen is on mogelijk maar anderhalf dat kan wel..." Eerder, van 1974 tot en met 1980 had hij de Ne derlandse ploeg onder zijn hoede. Met brons op de Olympische Spelen van Montreal f76) als hoogtepunt. Van 1992 tot en met 1995 was Trum bic opnieuw verantwoordelijk voor de nationale ploeg. Zijn vertrek was pijnlijk, maar blijft onbe sproken. Trumbic is niet rancuneus, wil domweg niets kwijt over de conflicten met spelers en zijn gevecht met de zwembond KNZB. „Waterpolo stelde hier niets voor, toen ik na de Olympische Spelen van Mlinchen naar Nederland kwam. In 1991 was Nederland twintigste van de wereld, vier jaar later zevende. En nu is het weer niets. Het gaat om niveau in denken. Niet iedereen in en rond de Nederlandse ploeg was top. En met top heb ik nooit problemen." De coach spiegelt waterpolo aan volleybal, aan het succesverhaal van het zogenaamde Bankras-model. „Het gaat om structuur. De opzet van de volleyballers, de beste spelers uit de competitie halen, was niet perfect. Het gat met de clubs wordt op ter mijn te groot. Maar er was wel beleid, structuur. Hoe kan het dan dat in 1995 vijf ton beschikbaar was voor het Nederlandse waterpolo en nu nog maar 45.000 gulden? Beleid, KNZB, intriges, nee. Liever praat Trumbic over de mooie kanten van zijn sport. Over de mogelijkheden die hij had als topsporter. Waterpoloërs op reis die de hele dag klaverjassen, hij gruwelt ervan. „Lees dan een boek of praat met de men sen op straat, daar heb je veel meer aan. Zelf heb ik me altijd verdiept in archeolo gie, in de geschiedenis van een land. Met de aanvoerders van vier ploegen waren we op een bijeenkomst tijdens de Spelen van Mexico. Ik riep: 'Viva Mexico'. Nou, in het olympisch dorp hoefden we niet meer te betalen voor koffie of cola. We werden met de Joegoslavische ploeg uitgenodigd om naar een plek te komen waar de india nen eenmaal per jaar hun ruilhandel had den. Eten met je handen en maar zeggen dat het perfect was. Je horizon verbreden is belangrijk, het gaat niet alleen om polo. Thuis, dat is voor mij overal. Kom ik in Griekenland, dan kom ik bij vrienden. Kom ik in Italië, dan kom ik bij vrienden." Drijfveer Ook bij AZ&PC heeft Trumbic vrienden. Na twee jaar zonder club, zonder nationa le ploeg, krijgt zijn carrière in Amersfoort een vervolg. Met het plezier als voornaam ste drijfveer. „Ik wil de spelers iets extra's leren, maar ga door op de lijn van Hans van Zeeland en Johan Aantjes. Kennen ze weer twee of drie extra technieken, krijgen ze vanzelf meer plezier. Ik wil spelers be ter maken, de mentaliteit veranderen. Er naar streven de Europacup te winnen, dat is te veel. Maar waarom zouden we niet proberen de laatste acht te halen?" Ook de jeugd krijgt de aandacht, zoals die altijd al zijn aandacht heeft gehad. Waar ter wereld Ivo Trumbic ook kwam, de wa- terpoloscholen schoten als paddestoelen uit de grond. Met mini-polo voor de aller kleinsten. „Eén lijn door heel de vereni ging en accenten kunnen leggen, dat is mijn doel. In 1966 heb ik dit model al in Nederland geïntroduceerd, mijn boek wordt nog steeds als handleiding ge bruikt." Trumbic, de coach, heeft duidelijke idee- en. Zijn roots verloochenen, nee. In Joego slavië was de wil van de trainer wet. „Je deed wat hij vroeg. Als het niet goed ging, was hij verantwoordelijk. Maar als een in dividu niet uitvoert wat hij krijgt opgedra gen, wie is er dan verantwoordelijk? Pre^ cies. In een team heb je democratie, maar dat betekent niet dat je maar kan doen wat je wil. Dan heb je anarchie. Democra tie betekent dat je je vrijwillig ondeiwerpt aan bepaalde regels. Een coach is als een dirigent, een team als een orkest. Zonder dirigent wordt geen Chopin gespeeld, kun je geen symphonie uitvoeren. Zo is het met coachen ook. Je probeert de goede punten te benutten en de slechte te ca moufleren. Ziet een speler het anders, dan moet ik hem overtuigen. Lukt dat niet, dan moet ik iets anders verzinnen. Want je kunt een speler niet iets laten uitvoeren waar hij niet achter staat." Wim van Ginhoven zat nooit in een ivoren toren Wim van Ginhoven wil geen ceremonieel voorzitter zijn. „Ik ben iemand die wil sco ren." De preses kijkt met trots terug op wat hij met Ter Leede heeft bereikt. „Ik heb een lange tijd met een leuke groep mogen sa menwerken. Daar is iets moois uit voortge komen." Niet alleen ging het in de periode ld Van Ginhoven' rood-geel sportief voor de wind. Onder zijn bewind betrok Ter Leede levens het prachtige nieuwe sportcomplex Roodemolen. Het is tijd om de fakkel over te dragen. „Voor beide partijen is het goed dat er een ander komt. Ik geloof niet in een 25 jaar durend voorzitterschap. De kantoorruimte die Wim van Ginhoven -in zijn eigen bloemenexportbedrijf M&G inneemt, is sober van inrichting. Geen overdreven poespas. De enige uiting zijn voorliefde Ter Leede past in het decor: een plastic bakje met memoblaadjes is ver sierd met de clubkleuren en de naam van de Sassenheimse eersteklasser. Het zegt veel over de persoon Van Ginhoven. Zijn houding is er een van; doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De Sassenheimer is allesbehalve een con troversieel figuur. „Ik heb altijd begrip ge had van de mensen binnen de vereniging. Er is nooit een moment geweest'dat ik dacht dat ze niet meer achter me stonden. Wat dat betreft zijn het redelijk gemakkelij ke jaren geweest. Het komt misschien ook omdat ik het zweet van de kleedkamer heb :2l geroken", zegt Van Ginhoven. Tot zijn ei gen teleurstelling speelde de middenvelder in het kampioensjaar 1959 slechts zón twaalf wedstrijden, maar daarna was hij tot 1973 bijna niet weg te denken uit de hoofd macht; eerst in de hoogste tweede klasse, later in de nieuw ingevoerde eerste klasse. Natuurlijk was er wel eens een eigenwijze trainer die de onvergeeflijke fout maakte Van Ginhoven te passeren toen hij in de bollentijd noodgedwongen trainingen moest overslaan, of niet kon komen omdat hij voor zijn werk naar het buitènland ver dween. Op het veld bewees hij vervolgens het ongelijk van zo'n coach. Zo herinnert hij zich nog maar al te goed de periode on der trainer Duindam. „Ik moest om die re den met het tweede meedoen. Na rust schoot ik er zes op rij in. De scheids kwam L: TM 7 namOTS wkr* l E i'ïBfwi" r* toen naast me lopen en vroeg: 'Lopen er bij jullie nog betere voetballers rond?' Ik zei tegen hem: 'Waarschijnlijk wel, want ik speel in het tweede'." Zoals dezelfde Duindam in de ogen van de vroegere rechtshalf de fout maakte hem in 1973 te wisselen te gen Kozakken Boys. „Ik vond dat ik er niet uit had ge moeten." Het betekende zijn afscheid als speler, al geeft hij eerlijk toe: „Ik was voetballer en wedstrijdse cretaris en dat was eigenlijk niet te combineren." Hij speelde in één met de nodige familieleden; de drie broertjes Molenaar - Herman, Kees en Ko - en Piet de Bruin. Een kantine was er niet, 'pabomen' deden ze bij schoonmoeder thuis. „Een weduwe met drie dochters, die allen met voetballers waren getrouwd. Ze klaagde meer dan eens; kunnen jullie dan over niets anders praten dan voetbal." Het waren tijden dat de beleving groter was. „Er ston den zo'n drie- tot vierduizend man langs de lijn. Het afgelopen jaar hebben we dat niet een keer gehaald. Als speler had je destijds ook erg veel voor je club over. Je liep niet zo snel weg. Tegenwoordig zijn er toch een hoop zogenaamde broodvoetballers. Van Ginhovens bezieling voor het voetbal is niet ver anderd. Wat wil je met een vrouw die speaker bij de vereniging is en drie dochters en een zoon, die allen voetballen. „Zaterdag is de dag van Ter Leede. Het is dan leuk om naar het sportpark te gaan." Het zijn da gen waarop Van Ginhoven herinneringen ophaalt, met oude tegenstanders. „Nu Floor van Duyn bij ons speelt, ontmoet ik ook zijn vader regelmatig. Hij was destijds mijn directe tegenstander", zegt de Sassenhei mer die in zijn voetbaljaren gezegend was met een goed schot. „Ik was een vrij harde speler. Niet gemeen, maar ik ging voor niemand opzij." „Ik denk dat ik als bestuurder eenzelfde type was. Niet hard, maar ik houd wel van discipline. Zonder discipli ne kun je in mijn ogen niet veel bereiken." Hij zegt Ter Leede geleid te hebben als een zaak. Geen overbodige luxe, zeker als je kijkt naar de begroting. „Ik denk dat die, in vergelijking met de periode dat ik begon, ver vijfvoudigd is." Een zakelijke inslag die Van Ginhoven ook goed kon gebruiken om de verhuizing van het sterk verouderde complex aan de Menneweg naar een nieuw terrein te bepleiten. „Het heeft ontzettend veel moeite gekost om de politiek ervan te overtuigen dat een nieuw sportpark gewoon noodzaak was. Aan de Menneweg hadden we maar één hoofdveld en vier kleine veldjes. Voor trainingen moest soms naar de ijsbaan worden uitgeweken. Dat ging gewoon niet meer." Een ver huizing waar de gemeente in zijn ogen niet slechter van is geworden. „Ze hebben er zelfs aan verdiend." Het sportpark is immers een bouw locatie geworden. „Destijds deed zelfs een projectontwikkelaar het aanbod om voor 0 gulden een nieuw sportpark voor ons aan te leggen, in ruil voor de grond." Ter Leede en Teylingen kregen op sportpark Roodemolen opnieuw hun eigen onderkomen. En dat ter wijl er ten tijde van de verhuizing verkennende besprekingen waren gevoerd om samen te gaan. „Ik moet daarin eerlijk zijn, bij Ter Leede was daarvoor destijds geen meerderheid." Een hernieuwde po ging liep aan het begin van het jaar spaak door een niet al te tactische houding bij Ter Leede, meent Van Ginhoven. „Ik denk dat beide clubs elk drie wijze mannen moeten aan wijzen die door hun vereniging worden geaccepteerd en gerespec teerd. Zij moeten dan een advies uitbrengen of de clubs het wel wil len." Van Ginhoven laat in het mid den of hij in zo'n gezelschap zitting wil nemen. „Ik zeg daar geen'ja en geen nee op." Het zal niet de eerste keer zijn dat Van Ginhoven over de streep moet worden getrokken. Toen de vorige voorzitter Willem van Biezen hem opbelde om preses van Ter Leede te worden, hield hij de boot af. „Ik zei tegen hem dat ik het niet wilde wor den, omdat ik het voorzitterschap absoluut niet ambieerde." Het ar gument dat het een uitdaging moest zijn om Ter Leede uit de vier de klasse te halen, leverde uiteinde lijk een positieve reactie op. „De club was op dat moment écht een vierdeklasser. Gezellig, goed georga niseerd, maar ingedut. Je ziet dat ook wel eens bij bedrijven, dat de boel helemaal is weggezakt. Hoe dat dan komt, is moeilijk te verklaren." Van Ginhoven droomde van de tij den dat de hoofdmacht uitkwam te gen clubs als Quick Boys. „Zwam- merdam, Linschoten en MVKV, met alle respect voor die verenigingen, spraken mij niet echt aan." Nog steeds denkt hij met afgrijzen aan het duel dat Ter Leede in 1987 bij MVKV speelde. „Het was een koude middag, rond het vriespunt. Op zijn Hollands gezegd: kloten- weer. Er stonden maar enkele men sen langs de lijn, de wedstrijd was slecht en we werden opgevangen - daar kon MVKV overigens niets aan doen - in een hal op het Marine Vliegkamp Valkenburg. Het was een bittere middag in alle facetten. Ik dacht toen echt: waar ben ik aan begonnen. We moeten zo snel mo gelijk omhoog." Via de weg van de geleidelijkheid stoomde Ter Leede langzaam maar zeker op in de vaart der volkeren. „Dat bereik je niet door elf goede spelers op te stellen. Je moet de hele vereniging zien mee te krijgen. Heb je een goed elftal, maar de achter ban volgt niet, dan doe je het niet goed. Het eerste elftal kreeg echter wel voorrang, omdat er te. veel jeugdspelers - Bart Ottenkamp, Mi chel Roest en Emiel Wajer - weg gingen vanwege het te lage niveau." De Sassenheimse vereniging be haalde haar doel, maar Kloetinge sloeg de afgelopen zomer wreed het slagroom van Van Ginhovens ge bakje af. Het is de voorzitter niet ge gund afscheid te nemen op het hoogste niveau. Toch ziet hij de toekomst, zowel sportief als be stuurlijk, met vertrouwen tegemoet. Met Arie Philippo en Jan Udema heeft Ter Leede twee goede kandi daten (respectievelijk voorzitter en secretaris) voor het bestuur. En Van Ginhoven zelf? Hij neemt steevast tijdens elke wedstrijd zijn plekje in achter het vijandelijke doel. „Tegen 's Gravenzande was ik zeiknat geregend, maar dat is toch het echte van voetbal." Het tekent ook de persoon die hij als bestuur der was. „Ik was niet iemand die in een ivoren toren zat en op de men sen neerkeek." Onderhandelen Of ik het op de beurspagina zag of toch op de sportpagi na, dat zou ik zo gauw niet meer weten, maar ik heb ergens gele zen dat Barcelona het bod op Frank en Ronald heeft verlaagd. De tweeling was het andere Oranje omgerekend in guldens eerst 40,3 miljoen waard, nu nog 37,7. „Er zal een jaar verstreken zijn voordat ze voor ons kunnen spelen", verklaardeBarcelona- voorzilterNunez deze inflatie. Nunez bedoelt natuurlijk dat hij de broers volgend jaar te oud vindt. Valt in te komen. Klinkt zelfs redelijk. Die Nunez is geen watje. Bovendien zijn ze tweedehands. We praten hierover voetballers hè, niet over wijn. Wijn, ja, dat wordt kostbaarder met de jaren en kaas wordt lekkerder - als je tenminste van oude kaas houdt. Om over schilderijen maarte zwijgen. Aan materiaalkosten was Mondriaan voor Victory Boogie Woogie zeggen en schrij ven 128 dollar 85 kwijt, sterke drank en shag inbegrepen. Maar als voetballers verjaren, gaat het beste er af. Het zijn niet allemaal Eijkelkampen. Het schijnt dat Nunez, toen hij zijn bod op De Boer en De Boer bijstelde, nog onwetend was van het gelijkspel van Ajax tegen De Graafschap. Onmiddellijk nadat Nunez over de Superboeren had gelezen in zijn ochtendblad, bevool hij zijn secretaresse Louis te ontbieden. Monter begaf de oefenmeester zich ten paleize en stapte met de hem kenmerkende gezonde gymnastieklerareriblos op de wangen het kantoor (zeg maar salon) van Nunez binnen. Zon der te kloppen, want het was de maandag na de zaterdag ervoor. Twee- tivee tegen Hiddink, in Madrid: een overwinning. „Luis, hoeveel Europa Cups heeft Graafschap gewon nen „Hoeveel Amstel Cups dan?" „Hoe heet de trainer?" „Hoeveel internationals heeft die Fritz tot zijn beschikking?" Louis antwoordde zoals altijd, eerlijk. En Nunez verlaagde het bod op de gebroeders met één vingerknip tot 31,8 miljoen. Want zakendoen, daar weet Nunez van. Fortuna-Ajax 1 -0. Nunez maakt op een persconferentie bekend nog maar 26,9 miljoen te willen neertellen. Als een dag later cle statistieken van Fortuna-Ajax op Nunez' bu reau worden bezorgd, geraakt de anders zo kalme, zo beheerste en sympathieke voorzitter In een verontrustende staat van razer nij. Weer wordt Louis ontboden. „Frank heeft 16 ballen gekopt", briest Nunez. „Waarvan twee niet met zijn voorhoofd. „En Ronald drie! Ik dacht dat die Ronald niet zo'n kopper was. Wie zei mij dat toch? Was jij dat niet?" Drie kopballen is niet onge woon voor wie op zes speelt. En daar pikken we hem voor in. Voor op zes. Niet voor zijn kop ballen. „Maar Luis, drie kopballen! Weet je wel wat dat wil zeggen?" Louis weet liet niet. Maar Nunez wel. De anders zo stoïcijnse, zeg gerustgroot vaderUjkvriendelijke Nunez, begint te stampvoeten en te schuimbekken, ondertussen vervaarlijk zwaaiend met het geruchtmakendeMalscr-rap- port. Erik Matser, u weet wel. Neuropsycholoog te Geldrop. Heeft onderzoek verricht naar blijvende hersenbeschadiging in de voetbalsport als direct gevolg van koppen. „Hier!Léés!", beveelt Nunez, en Louis leest de passage die de an ders zo bedaarde Nunez met tril lende vinger aanwijst.Veelvul dig licht hersenletsel dat bij de speler rond zijn dertigste levens jaar als gevolg van al gemiddeld drie kopballen per jaar ernstige uitvalsverschijnselen kan ge ven. „Hoe oud zijn die jongens vol gend jaar?", schreeuwt Nunez het nu uit. „Negenentwintig. Maar één is een uur jonger. „Dan nemen we die. Voor twin tigmiljoen. En geen peseta meèr. En alleen als-ie vanaf nu in KPN-Telecompetitiewedstpjden een helm draagt. Laat jij dat even aan Sehor Van Os weten?" Dat kan nog een leuke zomer worden, volgend jaar. Met Nunez en Van Os aan de onder handelingstafel. Zei Van Os niet dat hij 40 miljoen, voor één De Boer, al een fancy fair-prijs vindt? Frank Snoeks is verslagge vervan Studio Sport

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 35