'Met top heb ik
nooit problemen'
'Je moet de hele vereniging zien mee te laijgen'
TERDAG 26 SEPTEMBER 1998
Ivo Trumbic nu coach bij AZ&PC
De rijzige gestalte uit Kroatië is terug. Ivo Trumbic - van 2
april 1935 te Split - geeft zijn rijke loopbaan zaterdag een
officieel vervolg bij AZ&PC. De Amersfoortse landskampioen
opent de competitie tegen De Robben uit Hilversum. Maar
wie is Trumbic, gekenschetst als de ondoorgrondelijke en de
norse, en wat heeft hij voor zijn sport, waterpolo, betekend.
Veel, zo blijkt. Het verhaal van een succesvolle goeroe.
'ater en Ivo Trumbic, het is altijd een
-eenheid geweest. Al vanaf zijn ge-
Dorte, op een metertje of vijftig van de
driatische zee, zijn ze onafscheidelijk,
ivemmend ging de kleine Ivo, uitgerust
iet een snorkel, langs de kustlijn op weg
nar de trainingen in het zwembad van
ilit. „Dat was toch een kilometertje of
ie verderop. Het was ontspanning, on-
irweg had ik alle tijd een visje mee te
issen. Die werden dan tussen de trainin-
n door klaargemaakt."
spelelement zat er bij de jonge Ivo
umbic al vroeg in. Zwemmen en vissen,
;t spel, ze verklaren voor een groot deel
ju keuze voor waterpolo. Een bal en de
tdaging om het gevecht met het water te
innen. „Ik heb ook veel gehandbald,
ilfs het nationale team gehaaid, maar lo
in krijg je van nature mee. De weerstand
het water moet je leren. Dat vond ik een
otere uitdaging."
e keuze voor waterpolo lag in de lijn der
rwachtingen, vond Trumbic. Zoals ook
beslissing de rol van doelman in 1953
te ruilen voor die van verdediger,
limbic was een zwemmer, kon niet op
n plek blijven liggen en koos voor de
isitie van midachter. „Ik had ais keeper
veel te regelen, kon me niet concentre-
11 op het tegenhouden van de bal. Ei-
inlijk wilde ik gewoon zelf spelen." Als
leler van Jadran Split pakte hij vijfmaal
Joegoslavische titel.
udie
ior zijn studie verkaste Trumbic van de
ist naar Zagreb, Mladost werd zijn nieu-
e ploeg. Het is, zonder twijfel, Trumbic'
raarste en meest emotionele periode ge
lest. Als international combineerde hij
aterpolo met de opleiding tot professor
ihamelijke opvoeding aan de universiteit
n Zagreb. „Dat was dus geen docenten-
- ileiding. Ik mag alle sporten trainen en
achen, behalve hockey. Ja, ik zou bij het
oatische voetbalelftal zo Miroslav Blaze-
kunnen opvolgen.
ïar de combinatie had nogafwat voeten
de aarde. Sterker nog, ze stuitte voorna-
elijk op onbegrip in het toenmalige Joe
goslavië. Toch, Trumbic slaagde. Nog
steeds schiet hij vol, druppelen tranen
over zijn wangen als hij verhaalt over de
inspanningen die hij zich moest getroos
ten.
„Examens en grote toernooien vielen vaak
gelijk. Uitstel kreeg je niet. Zo hadden we
met de nationale ploeg een groot toernooi
in Moskou. Op maandag en dinsdag had
ik nog gespeeld en op woensdagochtend
vloog ik 's morgens om vijf uur via Belgra
do naar Zagreb. Het vliegtuig landde om
tien voor tien, het examen was om half elf.
Op de landingsbaan stond al een auto
klaar met twee agenten, die me naar de
universiteit begeleidden. Mijn professor
was tegen deze constructie, volgens hem
kon het allemaal niet."
Trumbic slikt, heeft zichzelf even niet
meer onder controle. „Ik had anderhalf
uur de tijd voor mijn examen, want om
kwart over twaalf moest ik weer op weg
naar Moskou. Op het vliegveld stonden
dezelfde agent en een douane-beambte,
die hadden me kort daarvoor nog zien
landen. 'Zijn wij nou gek, of ben jij dat?'
vroegen ze. Ik haalde een tien, wist alles
en 's avonds in Moskou speelde ik een
goede wedstrijd. Het was mijn laatste exa
men."
Revolutie
Trumbic brak wel een lans voor zijn lotge
noten. Zelf spreekt hij van een revolutie in
Zagreb. Sinds zijn ongelijke strijd mogen
topsporters ook een week eerder of later
hun examen doen. Trumbic, de vechter,
was een garantie voor succes. In Split, in
Zagreb, waar hij twee landstitels en drie
Europacups won, en als international voor
Joegoslavië. Maar een kind van president
Tito? Nee, zo is Trumbic kort. „Ik ben al
tijd Kroaat geweest. Het stond ook altijd in
mijn paspoort. Joegoslavië was een kunst
matig in stand gehouden land."
EK's, WK's en Olympische Spelen, Trum
bic behaalde talrijke successen. Zijn con
duitestaat moet'onovertroffen zijn, slechts
zes gelijke spelen en zes nederlagen in L52
interlands. Grootse cijfers. Maar het kan
nog indrukwekkender. In de jaren '66, '67
Ivo Trumbic: „Hoe kan het dan dat in 1995 vijf ton beschikbaar was voor het Nederlandse waterpolo en nu
nog maar 45.000 gulden?" foto gpd
en '68, een serie van maar liefst 120 wedstrijden,
kwam zijn directe tegenstander, de midvoor, niet
tot scoren. Zelfs de beroemde Russische waterpo-
lofamilie Meserinace vader en twee zonen volg
den elkaar op als midvoor lukte het niet. „En dat
waren kasten van kerels."
Trumbic pakte zilver op de Olympische Spelen
van Tokio in 1964, maar de kroon op het werk
volgde vier jaar later in Mexico, zijn absolute
hoogtepunt. Hij werd in die jaren de beste poloër
van de wereld genoemd. Van Tito kreeg Ivo
Trumbic zelfs de hoogste sportonderscheiding
van Joegoslavië. De beste vond hij zichzelf even
wel nooit. „Hoe kan dat nou in een teamsport?"
Als coach wilde Trumbic, hoe kan het ook anders,
actief blijven. Maar van 'iets terugdoen' voor de
sport die hem zo veel geestelijke rijkdom had ge
schonken, wilde hij niet weten. „Dat klinkt als een
verplichting. In dienst van de sport, ja, altijd.
Maar ik heb nooit gedacht: gebruik de sport voor
jezelf."
Wereldburger
De Kroaat werd een waterpologoeroe en een we
reldburger. Niet alleen is hij al achttien jaar in het
bezit van een Nederlands paspoort, hij trainde in
Griekenland, was coach van Jug Dubrovnik, was
bondscoach van de Griekse nationale ploeg en
werd met superster Manuel Estiarte als pupil Eu
ropees kampioen bij het Italiaanse Pescara. On
mogelijk was niets, zo bewees het spelletje bluf
poker van Trumbic. „Pescara werkte met een be
groting van drieëneenhalve ton. Benetton toonde
belangstelling om te sponsoren, zeker na die Eu
ropese titel. Ik riep: we hebben drie miljoen gul
den nodig om de grote prijzen te pakken. Of ik
gek was geworden, zo dachten de bestuursleden.
Sorry, zeiden ze bij Benetton, drie miljoen is on
mogelijk maar anderhalf dat kan wel..."
Eerder, van 1974 tot en met 1980 had hij de Ne
derlandse ploeg onder zijn hoede. Met brons op
de Olympische Spelen van Montreal f76) als
hoogtepunt. Van 1992 tot en met 1995 was Trum
bic opnieuw verantwoordelijk voor de nationale
ploeg. Zijn vertrek was pijnlijk, maar blijft onbe
sproken. Trumbic is niet rancuneus, wil domweg
niets kwijt over de conflicten met spelers en zijn
gevecht met de zwembond KNZB. „Waterpolo
stelde hier niets voor, toen ik na de Olympische
Spelen van Mlinchen naar Nederland kwam. In
1991 was Nederland twintigste van de wereld, vier
jaar later zevende. En nu is het weer niets. Het
gaat om niveau in denken. Niet iedereen in en
rond de Nederlandse ploeg was top. En met top
heb ik nooit problemen."
De coach spiegelt waterpolo aan volleybal, aan
het succesverhaal van het zogenaamde
Bankras-model. „Het gaat om structuur.
De opzet van de volleyballers, de beste
spelers uit de competitie halen, was niet
perfect. Het gat met de clubs wordt op ter
mijn te groot. Maar er was wel beleid,
structuur. Hoe kan het dan dat in 1995 vijf
ton beschikbaar was voor het Nederlandse
waterpolo en nu nog maar 45.000 gulden?
Beleid, KNZB, intriges, nee. Liever praat
Trumbic over de mooie kanten van zijn
sport. Over de mogelijkheden die hij had
als topsporter. Waterpoloërs op reis die de
hele dag klaverjassen, hij gruwelt ervan.
„Lees dan een boek of praat met de men
sen op straat, daar heb je veel meer aan.
Zelf heb ik me altijd verdiept in archeolo
gie, in de geschiedenis van een land. Met
de aanvoerders van vier ploegen waren we
op een bijeenkomst tijdens de Spelen van
Mexico. Ik riep: 'Viva Mexico'. Nou, in het
olympisch dorp hoefden we niet meer te
betalen voor koffie of cola. We werden
met de Joegoslavische ploeg uitgenodigd
om naar een plek te komen waar de india
nen eenmaal per jaar hun ruilhandel had
den. Eten met je handen en maar zeggen
dat het perfect was. Je horizon verbreden
is belangrijk, het gaat niet alleen om polo.
Thuis, dat is voor mij overal. Kom ik in
Griekenland, dan kom ik bij vrienden.
Kom ik in Italië, dan kom ik bij vrienden."
Drijfveer
Ook bij AZ&PC heeft Trumbic vrienden.
Na twee jaar zonder club, zonder nationa
le ploeg, krijgt zijn carrière in Amersfoort
een vervolg. Met het plezier als voornaam
ste drijfveer. „Ik wil de spelers iets extra's
leren, maar ga door op de lijn van Hans
van Zeeland en Johan Aantjes. Kennen ze
weer twee of drie extra technieken, krijgen
ze vanzelf meer plezier. Ik wil spelers be
ter maken, de mentaliteit veranderen. Er
naar streven de Europacup te winnen, dat
is te veel. Maar waarom zouden we niet
proberen de laatste acht te halen?"
Ook de jeugd krijgt de aandacht, zoals die
altijd al zijn aandacht heeft gehad. Waar
ter wereld Ivo Trumbic ook kwam, de wa-
terpoloscholen schoten als paddestoelen
uit de grond. Met mini-polo voor de aller
kleinsten. „Eén lijn door heel de vereni
ging en accenten kunnen leggen, dat is
mijn doel. In 1966 heb ik dit model al in
Nederland geïntroduceerd, mijn boek
wordt nog steeds als handleiding ge
bruikt."
Trumbic, de coach, heeft duidelijke idee-
en. Zijn roots verloochenen, nee. In Joego
slavië was de wil van de trainer wet. „Je
deed wat hij vroeg. Als het niet goed ging,
was hij verantwoordelijk. Maar als een in
dividu niet uitvoert wat hij krijgt opgedra
gen, wie is er dan verantwoordelijk? Pre^
cies. In een team heb je democratie, maar
dat betekent niet dat je maar kan doen
wat je wil. Dan heb je anarchie. Democra
tie betekent dat je je vrijwillig ondeiwerpt
aan bepaalde regels. Een coach is als een
dirigent, een team als een orkest. Zonder
dirigent wordt geen Chopin gespeeld, kun
je geen symphonie uitvoeren. Zo is het
met coachen ook. Je probeert de goede
punten te benutten en de slechte te ca
moufleren. Ziet een speler het anders, dan
moet ik hem overtuigen. Lukt dat niet,
dan moet ik iets anders verzinnen. Want
je kunt een speler niet iets laten uitvoeren
waar hij niet achter staat."
Wim van Ginhoven zat nooit in een ivoren toren
Wim van Ginhoven wil geen ceremonieel
voorzitter zijn. „Ik ben iemand die wil sco
ren." De preses kijkt met trots terug op wat
hij met Ter Leede heeft bereikt. „Ik heb een
lange tijd met een leuke groep mogen sa
menwerken. Daar is iets moois uit voortge
komen." Niet alleen ging het in de periode
ld Van Ginhoven' rood-geel sportief voor de
wind. Onder zijn bewind betrok Ter Leede
levens het prachtige nieuwe sportcomplex
Roodemolen. Het is tijd om de fakkel over
te dragen. „Voor beide partijen is het goed
dat er een ander komt. Ik geloof niet in een
25 jaar durend voorzitterschap.
De kantoorruimte die Wim van Ginhoven
-in zijn eigen bloemenexportbedrijf M&G
inneemt, is sober van inrichting. Geen
overdreven poespas. De enige uiting
zijn voorliefde Ter Leede past in het decor:
een plastic bakje met memoblaadjes is ver
sierd met de clubkleuren en de naam van
de Sassenheimse eersteklasser. Het zegt
veel over de persoon Van Ginhoven. Zijn
houding is er een van; doe maar gewoon,
dan doe je al gek genoeg.
De Sassenheimer is allesbehalve een con
troversieel figuur. „Ik heb altijd begrip ge
had van de mensen binnen de vereniging.
Er is nooit een moment geweest'dat ik
dacht dat ze niet meer achter me stonden.
Wat dat betreft zijn het redelijk gemakkelij
ke jaren geweest. Het komt misschien ook
omdat ik het zweet van de kleedkamer heb
:2l geroken", zegt Van Ginhoven. Tot zijn ei
gen teleurstelling speelde de middenvelder
in het kampioensjaar 1959 slechts zón
twaalf wedstrijden, maar daarna was hij tot
1973 bijna niet weg te denken uit de hoofd
macht; eerst in de hoogste tweede klasse,
later in de nieuw ingevoerde eerste klasse.
Natuurlijk was er wel eens een eigenwijze
trainer die de onvergeeflijke fout maakte
Van Ginhoven te passeren toen hij in de
bollentijd noodgedwongen trainingen
moest overslaan, of niet kon komen omdat
hij voor zijn werk naar het buitènland ver
dween. Op het veld bewees hij vervolgens
het ongelijk van zo'n coach. Zo herinnert
hij zich nog maar al te goed de periode on
der trainer Duindam. „Ik moest om die re
den met het tweede meedoen. Na rust
schoot ik er zes op rij in. De scheids kwam
L: TM
7 namOTS
wkr*
l E i'ïBfwi"
r*
toen naast me lopen en vroeg: 'Lopen er bij jullie nog
betere voetballers rond?' Ik zei tegen hem:
'Waarschijnlijk wel, want ik speel in het tweede'."
Zoals dezelfde Duindam in de ogen van de vroegere
rechtshalf de fout maakte hem in 1973 te wisselen te
gen Kozakken Boys. „Ik vond dat ik er niet uit had ge
moeten." Het betekende zijn afscheid als speler, al
geeft hij eerlijk toe: „Ik was voetballer en wedstrijdse
cretaris en dat was eigenlijk niet te combineren."
Hij speelde in één met de nodige familieleden; de drie
broertjes Molenaar - Herman, Kees en Ko - en Piet de
Bruin. Een kantine was er niet, 'pabomen' deden ze bij
schoonmoeder thuis. „Een weduwe met drie dochters,
die allen met voetballers waren getrouwd. Ze klaagde
meer dan eens; kunnen jullie dan over niets anders
praten dan voetbal."
Het waren tijden dat de beleving groter was. „Er ston
den zo'n drie- tot vierduizend man langs de lijn. Het
afgelopen jaar hebben we dat niet een keer gehaald.
Als speler had je destijds ook erg veel voor je club over.
Je liep niet zo snel weg. Tegenwoordig zijn er toch een
hoop zogenaamde broodvoetballers.
Van Ginhovens bezieling voor het voetbal is niet ver
anderd. Wat wil je met een vrouw die speaker bij de
vereniging is en drie dochters en een zoon, die allen
voetballen. „Zaterdag is de dag van Ter Leede. Het is
dan leuk om naar het sportpark te gaan." Het zijn da
gen waarop Van Ginhoven herinneringen ophaalt, met
oude tegenstanders. „Nu Floor van Duyn bij ons
speelt, ontmoet ik ook zijn vader regelmatig. Hij was
destijds mijn directe tegenstander", zegt de Sassenhei
mer die in zijn voetbaljaren gezegend was met een
goed schot. „Ik was een vrij harde speler. Niet gemeen,
maar ik ging voor niemand opzij."
„Ik denk dat ik als bestuurder eenzelfde type was. Niet
hard, maar ik houd wel van discipline. Zonder discipli
ne kun je in mijn ogen niet veel bereiken." Hij zegt Ter
Leede geleid te hebben als een zaak. Geen overbodige
luxe, zeker als je kijkt naar de begroting. „Ik denk dat
die, in vergelijking met de periode dat ik begon, ver
vijfvoudigd is."
Een zakelijke inslag die Van Ginhoven ook goed kon
gebruiken om de verhuizing van het sterk verouderde
complex aan de Menneweg naar een nieuw terrein te
bepleiten. „Het heeft ontzettend veel moeite gekost
om de politiek ervan te overtuigen dat een nieuw
sportpark gewoon noodzaak was. Aan de Menneweg
hadden we maar één hoofdveld en vier kleine veldjes.
Voor trainingen moest soms naar
de ijsbaan worden uitgeweken. Dat
ging gewoon niet meer." Een ver
huizing waar de gemeente in zijn
ogen niet slechter van is geworden.
„Ze hebben er zelfs aan verdiend."
Het sportpark is immers een bouw
locatie geworden. „Destijds deed
zelfs een projectontwikkelaar het
aanbod om voor 0 gulden een
nieuw sportpark voor ons aan te
leggen, in ruil voor de grond."
Ter Leede en Teylingen kregen op
sportpark Roodemolen opnieuw
hun eigen onderkomen. En dat ter
wijl er ten tijde van de verhuizing
verkennende besprekingen waren
gevoerd om samen te gaan. „Ik
moet daarin eerlijk zijn, bij Ter
Leede was daarvoor destijds geen
meerderheid." Een hernieuwde po
ging liep aan het begin van het jaar
spaak door een niet al te tactische
houding bij Ter Leede, meent Van
Ginhoven. „Ik denk dat beide clubs
elk drie wijze mannen moeten aan
wijzen die door hun vereniging
worden geaccepteerd en gerespec
teerd. Zij moeten dan een advies
uitbrengen of de clubs het wel wil
len." Van Ginhoven laat in het mid
den of hij in zo'n gezelschap zitting
wil nemen. „Ik zeg daar geen'ja en
geen nee op."
Het zal niet de eerste keer zijn dat
Van Ginhoven over de streep moet
worden getrokken. Toen de vorige
voorzitter Willem van Biezen hem
opbelde om preses van Ter Leede te
worden, hield hij de boot af. „Ik zei
tegen hem dat ik het niet wilde wor
den, omdat ik het voorzitterschap
absoluut niet ambieerde." Het ar
gument dat het een uitdaging
moest zijn om Ter Leede uit de vier
de klasse te halen, leverde uiteinde
lijk een positieve reactie op. „De
club was op dat moment écht een
vierdeklasser. Gezellig, goed georga
niseerd, maar ingedut. Je ziet dat
ook wel eens bij bedrijven, dat de
boel helemaal is weggezakt. Hoe dat
dan komt, is moeilijk te verklaren."
Van Ginhoven droomde van de tij
den dat de hoofdmacht uitkwam te
gen clubs als Quick Boys. „Zwam-
merdam, Linschoten en MVKV, met
alle respect voor die verenigingen,
spraken mij niet echt aan."
Nog steeds denkt hij met afgrijzen
aan het duel dat Ter Leede in 1987
bij MVKV speelde. „Het was een
koude middag, rond het vriespunt.
Op zijn Hollands gezegd: kloten-
weer. Er stonden maar enkele men
sen langs de lijn, de wedstrijd was
slecht en we werden opgevangen -
daar kon MVKV overigens niets aan
doen - in een hal op het Marine
Vliegkamp Valkenburg. Het was een
bittere middag in alle facetten. Ik
dacht toen echt: waar ben ik aan
begonnen. We moeten zo snel mo
gelijk omhoog."
Via de weg van de geleidelijkheid
stoomde Ter Leede langzaam maar
zeker op in de vaart der volkeren.
„Dat bereik je niet door elf goede
spelers op te stellen. Je moet de hele
vereniging zien mee te krijgen. Heb
je een goed elftal, maar de achter
ban volgt niet, dan doe je het niet
goed. Het eerste elftal kreeg echter
wel voorrang, omdat er te. veel
jeugdspelers - Bart Ottenkamp, Mi
chel Roest en Emiel Wajer - weg
gingen vanwege het te lage niveau."
De Sassenheimse vereniging be
haalde haar doel, maar Kloetinge
sloeg de afgelopen zomer wreed het
slagroom van Van Ginhovens ge
bakje af. Het is de voorzitter niet ge
gund afscheid te nemen op het
hoogste niveau. Toch ziet hij de
toekomst, zowel sportief als be
stuurlijk, met vertrouwen tegemoet.
Met Arie Philippo en Jan Udema
heeft Ter Leede twee goede kandi
daten (respectievelijk voorzitter en
secretaris) voor het bestuur.
En Van Ginhoven zelf? Hij neemt
steevast tijdens elke wedstrijd zijn
plekje in achter het vijandelijke
doel. „Tegen 's Gravenzande was ik
zeiknat geregend, maar dat is toch
het echte van voetbal." Het tekent
ook de persoon die hij als bestuur
der was. „Ik was niet iemand die in
een ivoren toren zat en op de men
sen neerkeek."
Onderhandelen
Of ik het op de beurspagina
zag of toch op de sportpagi
na, dat zou ik zo gauw niet meer
weten, maar ik heb ergens gele
zen dat Barcelona het bod op
Frank en Ronald heeft verlaagd.
De tweeling was het andere
Oranje omgerekend in guldens
eerst 40,3 miljoen waard, nu nog
37,7. „Er zal een jaar verstreken
zijn voordat ze voor ons kunnen
spelen", verklaardeBarcelona-
voorzilterNunez deze inflatie.
Nunez bedoelt natuurlijk dat hij
de broers volgend jaar te oud
vindt.
Valt in te komen.
Klinkt zelfs redelijk. Die Nunez
is geen watje.
Bovendien zijn ze tweedehands.
We praten hierover voetballers
hè, niet over wijn. Wijn, ja, dat
wordt kostbaarder met de jaren
en kaas wordt lekkerder - als je
tenminste van oude kaas houdt.
Om over schilderijen maarte
zwijgen. Aan materiaalkosten
was Mondriaan voor Victory
Boogie Woogie zeggen en schrij
ven 128 dollar 85 kwijt, sterke
drank en shag inbegrepen. Maar
als voetballers verjaren, gaat het
beste er af. Het zijn niet allemaal
Eijkelkampen.
Het schijnt dat Nunez, toen hij
zijn bod op De Boer en De Boer
bijstelde, nog onwetend was van
het gelijkspel van Ajax tegen De
Graafschap.
Onmiddellijk nadat Nunez over
de Superboeren had gelezen in
zijn ochtendblad, bevool hij zijn
secretaresse Louis te ontbieden.
Monter begaf de oefenmeester
zich ten paleize en stapte met de
hem kenmerkende gezonde
gymnastieklerareriblos op de
wangen het kantoor (zeg maar
salon) van Nunez binnen. Zon
der te kloppen, want het was de
maandag na de zaterdag ervoor.
Twee- tivee tegen Hiddink, in
Madrid: een overwinning.
„Luis, hoeveel Europa Cups
heeft Graafschap gewon nen
„Hoeveel Amstel Cups dan?"
„Hoe heet de trainer?"
„Hoeveel internationals heeft die
Fritz tot zijn beschikking?"
Louis antwoordde zoals altijd,
eerlijk. En Nunez verlaagde het
bod op de gebroeders met één
vingerknip tot 31,8 miljoen.
Want zakendoen, daar weet
Nunez van.
Fortuna-Ajax 1 -0. Nunez maakt
op een persconferentie bekend
nog maar 26,9 miljoen te willen
neertellen.
Als een dag later cle statistieken
van Fortuna-Ajax op Nunez' bu
reau worden bezorgd, geraakt de
anders zo kalme, zo beheerste en
sympathieke voorzitter In een
verontrustende staat van razer
nij.
Weer wordt Louis ontboden.
„Frank heeft 16 ballen gekopt",
briest Nunez. „Waarvan twee
niet met zijn voorhoofd.
„En Ronald drie! Ik dacht dat
die Ronald niet zo'n kopper was.
Wie zei mij dat toch? Was jij dat
niet?"
Drie kopballen is niet onge
woon voor wie op zes speelt. En
daar pikken we hem voor in.
Voor op zes. Niet voor zijn kop
ballen.
„Maar Luis, drie kopballen!
Weet je wel wat dat wil zeggen?"
Louis weet liet niet. Maar Nunez
wel. De anders zo stoïcijnse, zeg
gerustgroot vaderUjkvriendelijke
Nunez, begint te stampvoeten en
te schuimbekken, ondertussen
vervaarlijk zwaaiend met het
geruchtmakendeMalscr-rap-
port. Erik Matser, u weet wel.
Neuropsycholoog te Geldrop.
Heeft onderzoek verricht naar
blijvende hersenbeschadiging in
de voetbalsport als direct gevolg
van koppen.
„Hier!Léés!", beveelt Nunez, en
Louis leest de passage die de an
ders zo bedaarde Nunez met tril
lende vinger aanwijst.Veelvul
dig licht hersenletsel dat bij de
speler rond zijn dertigste levens
jaar als gevolg van al gemiddeld
drie kopballen per jaar ernstige
uitvalsverschijnselen kan ge
ven.
„Hoe oud zijn die jongens vol
gend jaar?", schreeuwt Nunez
het nu uit.
„Negenentwintig. Maar één is
een uur jonger.
„Dan nemen we die. Voor twin
tigmiljoen. En geen peseta meèr.
En alleen als-ie vanaf nu in
KPN-Telecompetitiewedstpjden
een helm draagt. Laat jij dat
even aan Sehor Van Os weten?"
Dat kan nog een leuke zomer
worden, volgend jaar. Met
Nunez en Van Os aan de onder
handelingstafel. Zei Van Os niet
dat hij 40 miljoen, voor één De
Boer, al een fancy fair-prijs
vindt?
Frank
Snoeks is
verslagge
vervan
Studio
Sport