Hovenier in de proeftuin van de oecumene Kerk Samenleving ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1998 979 Foto uit de archieven Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing een ingevulde bank- of girocheque ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar van 13 bij 18 centimeter in zwart wit) op te sturen naar het Leidsch Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, Postbus 54, 2300 AB Leiden of door contante be taling aan de balie van het Leidsch Dagblad aan de Rooseveltstraat 82. U ontvang de foto binnen drie weken. Als je zijn collega's omschrijft als werkers in de wijngaard van de Heer, mag je pastor Th.A. Scholtes (55) gerust een hovenier in de proeftuin van de oecumene noemen. Zeven jaar werkte hij in de Leidse Merenwijk, waar hervormden, gereformeerden en rooms-katholieken al meer dan een kwart eeuw gezamenlijk één geloofsgemeenschap vormen. Scholtes neemt morgen afscheid van kerkelijk centrum De Regenboog, om als provinciaal-overste de Nederlandse tak van zijn orde - de Minderbroeders Conventuelen - te gaan leiden. FOTO MARK LAMERS T ijdens zijn eerste kennismakingsgesprek met een afvaardiging van de Samenwerkende Kerken in de Merenwijk, flitste het nog wel even door hem heen. 'Zouden ze van mij ook van die lange preken verwachten die dominees houden?' „Je zit natuurlijk met beelden en associaties over het protestantisme, die zich met een zekere hardnekkigheid bij je hebben vastgezet." Een feit is wel dat het preken in zijn jaren bij De Regenboog 'een belangrijke en intense bezigheid is geworden'. „Ik ben langer gaan preken dan ik op een andere plek ooit zou hebben gedaan en Geert van der Bom - de protestantse collega waarmee ik hier het langst heb samengewerkt - is korter gaan preken. Het bleef voor mij altijd een zware bevalling, maar het kreeg wel een meerwaarde. De waarde van het woord." Die bevruchting was er ook naar de andere kant. „Als het gaat om het vieren en het gebruik van symbolen in die viering, hebben wij voor de mensen met een protestantse achtergrond veel kunnen betekenen." Niet dat er bij De Regenboog in kampen wordt gedacht. ,Als pastoresteam ben je er voor de hele gemeenschap, dat heb ik altijd zo aangevoeld." Dat bleek vooral in de periode dat Van der Bom als studentenpastor naar Amsterdam trok en zijn opvolging nog bijna een jaar lang op zich liet wachten. „In deze periode was ik in zekere zin dominee en pastoor tegelijk. Hier kan dat." Scholtes en Van der Bom vormden als pastores de tweede generatie van De Merenwijk. „Bij onze komst was de eerste periode van opbouw en consolideren achter de rug. Dankzij de inzet van onze voorgangers was hier een gemeenschap ontstaan die gevormd was, waar structuren waren, waar heel veel mensen zich inzetten. Ik denk dat de afgelopen zeven jaar accenten konden worden gelegd van verdieping, reflexie op wat we hier aan het doen zijn rond het thema van de oecumene. Elkaar bevragen en zoeken naar nieuwe wegen. Hoe kun je als gemeenschap ook naar buiten toe iets betekenen? Wij kregen daarvoor de gelegenheid omdat we ons niet meer met de structuren hoefden bezig te houden." Het zoeken naar de relevantie van het geloof voor het dagelijks leven, dat is voor Scholtes één van de dingen waar het om draait. „Dat doen we vanuit de gezamenlijkheid van het vieren, het zondagse bij elkaar komen. Maar een belangrijk punt is de afgelopen jaren ook dat we hebben ervaren dat het vieren door de week zo n belangrijk aspect is. En dat is natuurlijk niet voor alle tradities iets wat gebruikelijk of bekend was. We hebben hier sinds enige tijd nu een stiltecentrum, waar met name ook doordeweeks heel veel bijeenkomsten worden belegd rond geloofsthema's. Dat is een plek van geloofscommunicatie geworden. Geloofsijver Pastor Scholtes is een oorlogskind. Hij groeide op in Den Haag, als de vijfde'in een gezin van zeven kinderen (drie broers, drie zussen). Het katholicisme maakte er - 'gewoon normaal, niet overdreven' - deel uit van het dagelijks leven. Zijn grote voorbeeld was een oom, die pastoor was. Scholtes noemt hem als degene die de weg opende naar een opleiding aan het seminarie Hageveld in Heemstede. Veel oprechte geloofsijver kwam aan die keuze niet te pas. „Het was allemaal niet zo berekend. Op die leeftijd heb je voorbeelden nodig, mensen die je enthousiast maken. En uiteindelijk groei je zelf naar een keuze toe. Dat is moeilijk uit te leggen. Het is niet iets wat op een ochtend opeens bij me binnenkwam. Het klimaat en de begeleiding tijdens de seminarietijd zijn ook op het maken van die keuze gericht. Daar vind je ook weer interessante mensen die voorbeelden worden, en op een gegeven moment kom je op het punt dat je zegt: ik wil hier blijven, ik wil me voor altijd binden." Dat hij uiteindelijk terecht kwam bij de Minderbroeders Conventuelen (een religieuze orde die vanuit Franciscus is ontstaan), zou weieens het gevolg van een misverstand kunnen zijn. „Toen we spraken over de vervolgopleiding na Hageveld, heeft mijn vader contact gehad met twee seminaries van paters. Het één stond in Helmond en het ander in Urmond, in Limburg. Ik meen dat ze allebei ook de naam College Christus Koning droegen. Ik ben in Helmond geweest voor kennismakingsdagen, en daarna is er telefonisch op de één of andere manier iets gebeurd waardoor ik niet in Helmond, maar in het College Christus Koning in Urmond terecht kwam." In Limburg rondde hij het gymnasium af, om vervolgens naar België te reizen voor het proefjaar - het noviciaat - dat aan het intreden in de orde vooraf ging. Scholtes studeerde vervolgens filosofie en theologie, eerst nog op het eigen seminarie van de paters in Limburg, en toen dat gesloten werd in Leuven. In het midden van de jaren zestig - toen er met het Tweede Vaticaans Concilie tal van vernieuwingen in de kerk hun intrede deden - kwamen de studenten weer terug naar Nederland. „Vooral vanuit de gedachte: we gaan hier later ook werken, dan willen we ook de ontwikkelingen meemaken." De Minderbroeders Conventuelen sloten zich aan bij een studieconcentratie van de Dominicanen in Nijmegen, waar Scholtes zijn opleiding voltooide. In 1969 werd hij tot priester gewijd. Na een paar maanden als invaller te hebben gewerkt in parochies op de Zuid- Hollandse eilanden belandde hij in Bemmel, in de buurt van Nijmegen. Daarna volgde, van 1975 tot 1980, het parochiepastoraat in Amsterdam-Osdorp. De overgang van het dorpse Bemmel naar de hoofdstad was voor hem geen cultuurschok. „Ik mag me gelukkig prijzen dat we een brede opleiding hebben gehad. Niet alleen gericht op theologie, maar ook op sociologie, pedagogiek en psychologie. Dat uitte zich ook in stages. Zo heb ik zelf een aantal jaren meegelopen op een woonwagenkamp." In het stadspastoraat werkte Scholtes - 'op een hele vanzelfsprekende manier' - al nauw samen met reformatorische collega's om als kerken gemeenschappelijke problemen te lijf te gaan. Dat werk werd afgebroken in 1980, toen er op hem onverwacht een beroep werd gedaan om de orde in Nederland te leiden. „Dat heb ik gedaan van 1980 tot 1989, de maximale periode van drie maal drie jaar. Dat betekent veel internationaal werk. Over de hele wereld zijn er zo'n 4500 Minderbroeders Conventuelen en die hebben onderling een sterke band. Er zijn veel internationale contacten. Onze Nederlandse groep - die bestaat uit een kleine veertig broeders - heeft vanouds gestudeerd in studiehuizen van onze orde in het buitenland en is uitgewaaierd naar onder andere Denemarken, Duitsland en Zambia. Als provinciaal-overste onderhoud je met hen de contacten en ben je ook pastoraal actief voor de mede broeders." Scholtes kijkt met plezier terug op die periode. „Je loopt rond in andere kerksituaties, in andere landen en culturen. Daar heb je ook weer iets van 'over het muurtje heen kijken', wat ik altijd al heb willen doen." Zijn periode als overste liep af toen zijn voorganger bij de Regenboog - pastor Jan van Well - met emeritaat ging. „En iedereen hier zat te kijken: kan er nog iemand komen? Het was toen al lastig met vacatures en dat is alleen maar lastiger geworden." Scholtes had geen ervaring met een zo ver doorgevoerde vorm van oecumene, maar zei 'van harte ja' op het verzoek om naar de Merenwijk te komen. „Het was ook voor de geloofsgemeenschap hier een belangrijk moment omdat de toenmalige bisschop van Rotterdam, mgr. Bar, mij persoonlijk heeft geïnstalleerd. Bij die gelegenheid liet hij weten heel blij te zijn met deze plek in het bisdom. Dat was voor mij een heel bemoedigend begin. Onder de voorganger van Bar - de huii kardinaal Simonis - waren er nog wel t fricties tussen het bisdom en de Samenwerkende Kerken, vooral over kwesties van kerkordelijke aard. Scholt noemt het 'de geweldige verdienste va die tijd, dat van de kant van het bisdoi nooit de zijden draad is doorgeknipt'. van deze kant heeft het werk altijd in loyaliteit met het bisdom zijn vorm gekregen. Later kwam er ook een commissie van theologen, die niet alle adviseert over kerkorde-vraagstukken, maar ook als gesprekspartner optreed tussen het bisdom en de pastores of d gemeenschap hier. Het bisdom wil ook dat er een opvolge komt voor Scholtes. „Juist vanwege de manier waarop de oecumene hier gesi krijgt, is dit binnen de Randstad een h belangrijke ervaringsplek geworden. De 'formule' van de Samenwerkende Kerken in de Merenwijk heeft landelijl weinig navolging gekregen. Als één va verklaringen daarvoor noemt Scholtes de omstandigheden zoals die hier desi werden aangetroffen, uniek waren. „E sprake van een wijk die vanaf de gront moest worden opgebouwd, in een tijd het algemene klimaat voor de oecume veel sterker werd beleefd dan tegenwoordig, pe constatering dat De Regenboog geen navolging heeft gekn is ook niet helemaal juist. Dat mag dai opgaan voor deze geconcentreerde vo van oecumene, er zijn wel een stuk of twintig geloofsgemeenschappen in he land die op enigerlei wijze op een vergelijkbare manier bezig zijn. Verde er tal van nieuwbouwwijken waar ker heel intensief contact met elkaar hebt Oecumene omschrijft Scholtes als 'de vanzelfsprekendheid om met elkaar o tafel te gaan zitten'. „Sinds het Tweed Vaticaans Concilie is benadrukt dat oi andere kerken een stuk van die waarh te vinden was. Zoek het maar op. Ook eigen straat, heel dichtbij, zie je oecui In elke kerkbank zitten gemengd gehuwden uit verschillende geloofstradities. Kandidaatstelling Scholtes gaat nu weer terug naar de o al blijft hij voorlopig zijn huis in Leide uitvalsbasis gebruiken. „Ik zal ook komende periode veel reizen en trekk In mijn vorige periode als provinciaal overste heb ik negen jaar met een rug in mijn auto rondgereden." Zijn hernieuwde uitverkiezing voor di ambt kwam ook voor Scholtes als een verrassing. „In januari zijn we bij elka gekomen om de provinciaal te benoei Wij kennen geen kandidaatstelling vo het is een hele open procedure. Maar - op het feit dat ik al negen jaar in deze functie actief was geweest, mocht ik redelijkerwijs verwachten dat ze niet i mij zouden kijken. Maar dat pakte an uit." Hoewel de Minderbroeder Conventui in Nederland een smalle basis hebbei L toont Scholtes zich niet bezorgd over toekomst. „Er treden nog steeds men toe. Aan het begin van deze maand hi nog de professie afgenomen van een medebroeder die zich voor zijn leven y, gebonden. Het gaat in een traag temj |e' waardoor we momenteel de vergrijzii ej niet bijhouden. Maar ach, we zijn een. internationale orde. Wereldwijd groei wij nog steeds." rj De periode dat hij als provinciaal-ove actief mag zijn is verruimd van drie ki drie jaar naar drie keer vier jaar. Of hi v tijd - bij leven en welzijn - ook volma noemt Scholtes ongewis. „Ik begin ni v de eerste periode en dan zien we wel ,n het verder loopt. Als ik klaar ben met gj ambt, schuif ik binnen de broedersch r weer gewoon aan in de rij." y f De feestelijke afscheidsdienst van pastor e j Scholtes begint morgen om 10.00 uur in I v kerkelijk centrum De Regenboog. Daarn ,e| een kort officieel gedeelte, gevolgd door e receptie. j LEIDSCH DAGBLAD (Opgericht 1 maart 1860) KANTOOR Rooseveltstraat 82 Postadres: Postbus 54, 2300 AB Leiden ABONNEESERVICE Abonnementen 071-5128030 Geen krant ontvangen? Bel voor nabezorging Ma. t/m/ vr. 18.00-19.30 uur en Zaterdag 10.00-12.00 uur 071 -5128 030 DIRECTIE B.M.Essenberg, W.M.J. Bouterse (adjunct) J. Kiel (adjunct) HOOFDREDACTIE J.G. Majoor, T. van Brussel (ad/und) L.F Klein Schiphorst (adjunct) REDACTIE J. Rijsdam, chef redactie nieuwsdienst/kunst J. Preenen chef red Groot Leiden A J B.M. Brandenburg, chef eindred. regio F. Blok, chef eindredactie algemeen W.F. Wegman, chef red Duin en Bollenstreek W Spierdijk, chef sportredactie T. Brouwer de Koning, chef Rijn-en Veenstr E Straatsma, chef red. Regio Leiden Redactie: Hoofdredactie. ADVERTENTIES Maandag t/m vrijdag van 8.30 tcpf' Maandag t/m vrijdag van 8.30 tc ABONNEMENTEN bijvooruitbetaling: per maand (acceptgiro) per kwartaal (acceptgiro) per half jaar (acceptgiro) per jaar (acceptgiro) Abonnees die ons een machtiging vc (e het automatisch afschrijven van hel geld, ontvangen 1,- korting per be VERZENDING PER POS! per kwartaal (NL) LEIDSCH DAGBLAD OP CASSE Voor mensen die moeilijk lezen, s hebben of blind zijn (oteen anden hebben), is een samenvatting van h« nieuws uit het Leidsch Dagblad op g J: beschikbaar Voor informatie 0486-J ng (Centrum voor Gesproken Le ONGEVALLENDIENST Rijnland Ziekenhuis, vestiging St. Elisabeth: 24 u. per dag. Diaconessenhuis: maandag t/m vrijdag 08.00-17.00 u. (uitgezonderdI jac Leids Universitair Medisch Centrum 24 u. per dag Rijnland Ziekenhuis, vestiging Rijnoord: geen ongevallendienst. INLICHTINGEN BEZOEKUREN ZIEKENHUIZEN Diaconessenhuis: tel. 071-5178178. Rijnland Ziekenhuis, vestiging Elisabeth: tel. 071-5454545. Rijnland Ziekenhuis, vestiging Rijnoord: tel 0172-463131. Leids Universitair Medisch Centrum: tel. 071-5269111. u t de Leidsch DagbladAllCIIIliVliN ANNO 1898 Maandag 26 September WASSENAAR Zaterdagavond lag op den Haag- weg niet ver van Den Deyl een vrouw, zóó beschon ken, dat ze haar weg niet kon vervolgen. Zooveel zo nog zeggen kon, deelde ze mede, dat ze uit Den Haag kwam. Een voorbijgaand werkman oordeelde het maar het beste haar op zijn kruiwagen te laden en ze ter beschikking van de politie te stellen, die haar de gelegenheid gaf haar roes uit te slapen. URK Aan den kerkeraad der Ger. gemeente op Urk werd dezer dagen een kerkorgel ten geschenke aangeboden. De kosten voor de plaatsing waren niet van overwegend bezwaar, doch met meerder heid van stemmen werd besloten het geschenk niet te aanvaarden, omdat orgeltonen .wanklanken" zijn in het kerkgebouwen men het.getoet" niet bevorderlijk achtte voor de belangen der gemeen te. AMSTERDAM In den foyer van den circus Carré wordt alle avonden op een zoogenaamd chasseurs biljart, voornamelijk door jongelui, om grof geld ge speeld. Zaterdagavond heeft nu mr. E.W. Van Raal- te, waarnemend hoofdcommissaris van politie, zich persoonlijk naar den circus begeven en daar den eigenaar van het biljart aangezegd, dat voort aan het spel niet meer zal mogen gespeeld worden. ALGEMEEN Een dienstmeisje, dat zich dezer dagen te Amsterdam in een nieuwe dienst presen teerde, wenschte behalve het gebruikelijke loon 2.50 extra per week te ontvangen, omdat zij wel den gewonen burgerpot kan koken, maar er zeer weinig van gebruikt, aangezien zij een vegetarische is en haar eigen gerechten noodig heeft. ANNO 1973 woensdag 26 september LEIDEN Wethouder Ham van volkshuisvestingen openbare werken heeft gistermiddag de eerste sleutel van de flat aan de Paramaribohof overhandigd aan de Protestants-Christelijke Wo ningbouwvereniging. Dat gebeur de een jaar nadat de eerste paal voor het gebouw was geslagen. Voorzitter De Geus maakte dui delijk hoe moeilijk het verhuren van de woningen is.- men heeft er tot nu toe veertig kunnen verhu ren binnen de gemeentelijke richtlijnen. Bij de andere veertig woningen in het tien lagen hoge gebouw zal het echter waar schijnlijk niet lukken om de ge meentelijke richtlijnen aan te houden. Ondanks alle sombere verhalen over leegstand was het gisteren natuurlijk een vreugde volle dag. In elk geval voor het echtpaar Esderts, dat als eerste de flat betrok. LEIDERDORP Het St. Elisa beth Ziekenhuis heeft het vorig jaar de boeken afgesloten met een nadelig saldo van 468.592,38. In het jaarverslag wordt de verwachting uitgespro ken dat nog dit jaar een volledige affiliatie (waarbij een overeen komst wordt aangegaan voor de praktische opleiding van co-as- sistenten) met de medische fa culteit van de Leidse universiteit kan worden aangegaan. In het verslagjaar vonden 8.482 opnamen plaats en be droeg het aantal verpleegdagen 117.623. De gemiddelde ver- pleegduur was 14 dagen per pa tiënt per jaar en bezettingsgraad van de kliniek 86,8 procent. Er werden 676 kinderen geboren en er overleden 216 patiënten. Het merendeel van de patiënten die in het St. Elisabeth Ziekenhuis werden opgenomen was afkom stig uit Leiden (40,5 procent), gevolgd door Voorschoten (7,8 procent).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 14