iPORT
Brenda Conijn
lacht weer
Hans Gillhaus werkt in Finland
aan zijn laatste comeback
jff— -
PAC 12 SEPTEMBER 1998
'Ik wil voetballen, het niaakt me niet uit waar'
kan de Veikkausliiga vergelijken met
de eerste divisie. En dan speel ik in
een slecht elftal, dus vul zelf maar
in." Toch is het eerste-divisieniveau
precies wat Gillhaus nodig heeft om
terug te krabbelen na zijn langdurige
blessureleed. De spits heeft in Fin
land zijn 'Torinstinkt' snel hervon
den: hij scoorde drie keer in de eer
ste drie wedstrijden.
„Een goed begin voor mijzelf. Het
elftal speelt nog niet best, maar ik
ben fit en ik scoor, dus ik ben tevre
den." Over anderhalve maand is de
Finse competitie afgelopen. Dan wil
hij terugkeren op een hoger niveau.
„Ik ben per 1 november transfervrij.
Dat zijn niet veel spelers. Ik ben er
daarom van overtuigd dat er een
club voor mij komt. Ik wil voetbal
len, het maakt me niet uit waar. In
Nederland zou leuk zijn, maar ik sta
net zo goed open voor een nieuw
buitenlands avontuur."
Dat Gillhaus niet vies is van een
stap in het ongewisse, bewijst hij in
Pietarsaari. Want voor het geld is hij
zeker niet in Finland neergestreken.
Hoewel in Pietarsaari het verhaal de
ronde doet, dat de papierfabrikant
die Gillhaus betaalt nog nooit zo
diep in de buidel heeft getast, zijn de
spelerssalarissen in Suomi niet om
over naar huis te schrijven. En voor
de gezelligheid hoeft Gillhaus ook
niet in de Finse bossen te blijven.
Want Pietarsaari is niet echt een
swingende metropool. Het dorp ligt
aan de kust, bijna 600 kilometer ten
noordoosten van de hoofdstad I lel-
sinki. De voertaal in dat deel van
Finland is Zweeds, zodat de plaats
twee namen heeft: Pietarsaari voor
de Finnen, lakobstad voor de Zwe
den. Honderdtwintig kilometer zui
delijker, in Vaasa speelt de enige vol
ledig professionele voetbalvereni
ging van Finland, VPS.
„Het is echt een afgelegen, klein
dorp", zegt Hans Gillhaus. „Er is
niets te doen. Weinig restaurantjes,
weinig kroegjes." De aanvaller vult
zijn tijd dan ook louter met voetbal.
En een beetje televisie kijken in het
appartementje wat hij twee maan
den lang zijn thuis mag noemen. Tot
hij, als herboren doelpuntenjager,
op 1 november weer terugkeert naar
de bewoonde wereld, waar hopelijk
een contract wacht dat de afsluiting
van zijn lange, succesvolle carrière
wél waardig is.
3EI
LD
~j Lissese badmintonster nam afscheid van topsport
j ;r is meer tussen hemel en aarde dan alleen maar badminton.
Srenda Conijn ondervond dat tijdens een stage die ze liep voor
haar studie psychologie. „Die stage betekende het keerpunt in
p'Viijn sportleven", bekent de sinds kort van Lisse naar Hillegom
ter ;rhuisde ex-topsportster. 'Ex', omdat ze onlangs haar sportieve
eijopbaan op 23-jarige leeftijd abrupt beëindigde. De Olympische
>pelen in Sydney lonkten, maar de badmintonster voelde niets
üoreen intensief trainingsprogramma om er in Australië 'alleen
aar bij te zijn'. Spijt van haar besluit heeft ze nog geen moment
gehad. „Ik ging al tijden met tegenzin badmintonnen. Mijn
□l( iders zagen al veel langer dat ik geen plezier meer had, maar je
ltlpoet daar toch zelf achterkomen", oordeelt Conijn, die met het
behalen van de nationale damesdubbel-titel in 1996 haar
be sportieve hoogtepunt beleefde.
p. rken is harstikke leuk, maar dat kan al-
ijd nog. Dat was de levensvisie waarmee
da Conijn zich de afgelopen jaren door
lortland bewoog. Omdat zij nog wat
es over had, begon ze aan een studie
ïologie. Zo doodde zij tijdens menige
reis de tijd met het snuffelen in de leer-
en. Toch leidde een stage, die bij de uni-
aire opleiding hoorde, het einde van
jns sportloopbaan in.
haar 'proefperiode' bij het Meldpunt
ïbruikelijk Transacties kwam eerst een
ijk baan voort en vervolgens een vaste
elling. „Wie kan nu zeggen dat-ie tij
de studie al werk krijgt aangeboden?
irobleem was wel, wat ik vervolgens met
ladminton moest doen. Ik heb daarop
rekken met de bondscoach gevoerd. Hij
te mij duidelijk dat ik zwaar aan de
ïttraining moest en diende af te vallen,
u de baan dan niet kunnen accepteren.
wie kan mij garanderen dat ik na Syd-
als ik aan een maatschappelijke carrière
leginnen, dat dan ook kan? licht zij
keuze toe.
de achtergrond speelde nog een tweede
Ze zag het niet zitten om vijftig weken
aar, vijf dagen per week en twee maal
lag, te trainen. Niet zo zeer de arbeid
Dk haar af, het was veel meer de reistijd.
je vijf minuten van de sporthal of het
u' ïthonk afwoont is het wel te doen. Ik
st soms drie uur van te voren weg om op
roor een training te komen. Als je vijf uur
dag kwijt ben om twee uur te trainen,
blijft er weinig tijd voor andere dingen
Dat reizen brak me op."
vendien, was het de investering wel
d? „De badmintonbond is op de goede
Het klopt dat deze sport in Nederland
meer begint voor te stellen. Toch mag
Sydney blij zijn als iemand de tweede
e haalt. Het kan zijn dat ik me vergis en
lederland wel een serieuze medaillekan-
iiat heeft, maar ik denk dat de Chinezen
I e Indonesiërs weer een blik nieuwe spe-
opentrekken. Bovendien moet ik eerlijk
'l mijn mogelijkheden zijn beperkt. Ik kan
1 badmintonnen, maar ik ben geen su-
dent. En om nu drie jaar te trainen om er
■li rdney alleen maar bij te zijn, vind ik te
gevolgen van haar beslissing voelde ze
Het veld van voetbalvereniging FF
Jaro uit het Finse gat Pietarsaari ont
beert elke allure. Net als de club zelf,
die al een heel seizoen lang sparte
lend boven de degradatiestreep van
de Veikkausliiga, de hoogste divisie
van Finland, probeert te klimmen.
Toch traint daar, op het Keskusken-
ta, verscholen tussen miljoenen bo
men en honderden meertjes, in de
schaduw van de plaatselijke papier
fabriek, een Europees kampioen.
Hans Gillhaus, 34 jaar, voormalig
spits van PSV, Vitesse en Oranje,
werkt er aan zijn laatste comeback.
Hoe komt een ex-intemational en
winnaar van de Europacup voor'
landskampioenen in hemelsnaam in
het degradatiegewoel van de Finse
competitie terecht? „Het ligt op het
eerste gezicht niet erg voor de
hand", beaamt de spits. „Maar Jaro
is voor mij de ideale oplossing. Ik
heb wedstrijdritme en veel training
nodig. Omdat de competitie hier al
in volle gang is, was het makkelijk
om er in te stappen. Ik kon meteen
spelen. En dat is erg belangrijk."
Een jaar lang tobde Gillhaus met
een vervelende knieblessure. Een
jaar kon hij niet voluit trainen en
speelde hij geen enkele wedstrijd.
Mede daardoor werd de terugkeer
naar Nederland vanuit het Japanse
Osaka, waar hij zich anderhalf jaar
geleden zo veel van had voorgesteld,
geen succes.
„Zo wil ik geen afscheid nemen",
zegt de spits die in totaal 144 keer
scoorde in 341 competitiewedstrij
den voor Den Bosch, PSV, Aberdeen,
Vitesse, Gamba Osaka en AZ. „Ik wil
heel graag nog voetballen, ik kan op
deze manier niet stoppen. De WCS
kwam drie weken geleden met de
mogelijkheid in Finland te spelen.
Het was of Finland, of blijven wach
ten op een andere club."
Hij had geen idee waar hij terecht
zou komen, bekent Gillhaus. „Ik wist
niets van Finland en niets van het
Finse voetbal. Ik ken wel de Finnen
die in het buitenland spelen. Litma-
nen, Kolkka, Sumiala en Paatelai-
nen. De beste spelers zitten in het
buitenland, maar dat is Nederland
precies hetzelfde. Ik had niet veel
verwachtingen. Het niveau? Tsja, je
Brenda Conijn: „Je hoort altijd dat topsporters niet naar verjaardagen kunnen. Ik ging gewoon. Ik wil rekening houden met anderen."
FOTO DICK HOCEWONINC
Hans Gillhaus: „Ik ben fit en ik scoor, dus ik ben tevreden."
FOTO MAURI FORSBLOM
Conijn. „Dat seizoen speelde ik ontspannen.
Bovendien was Nicole voor mij de ideale
partner. Ik leverde achterin de kracht, zij was
tactisch beter." Nu was Nicole van Hooren
voor haar geen onbekende. Bij de junioren
speelden de twee ook al samen. Met het Ne
derlands team versloegen ze tijdens het EK in
'91 badmintorüand bij uitstek Denemarken,
en wonnen uiteindelijk het brons. „Door het
onderlinge vertrouwen ging het ook bij de se
nioren gewoon goed." Onder meer in Zwit
serland en Wales speelden de twee de sterren
van de hemel. „Een jaar later, in 1997, ston
den we twaalfde op de wereldranglijst."
Nationaal moesten ze alleen Van den Heu
vel en Coene voor zich dulden. Conijn keek
daarom uit naar de buitenlandse toernooien,
die ze naar haar zin te weinig mocht spelen.
Het had alles met geld, of eerder een gebrek
daaraan, te maken. „Eline, Erika, Jeroen en
Chris Bruil speelden grand-prix-toernooien
in Azië. Wij konden niet mee. We zouden
waarschijnlijk maar één ronde spelen en dat
vond men zonde van de uitzending. Er zaten
nu eenmaal twintig man in de nationale se
lectie, die allemaal hun buitenlandse toer
nooien wilden spelen."
Daarvoor geld lenen bij haar ouders wilde
ze niet. De gedachte van een privésponsor
speelde wel door haar hoofd. „Maar, hoe
vaak komt badminton op tv? Misschien vier
minuten per jaar en dan zenden ze, zoals het
NK in '96, twee oninteressante partijen uit.
Wij als dubbel werden niet eens vermeld.
Wat heb ik sponsors dan te bieden?"
Hoezeer het badmintonniveau in Neder
land is verbeterd, geldgebrek zal in haar ogen
een issue blijven. „Je hebt die internationale
toernooien nodig om je niveau te verbeteren.
Toen Jeroen en Dick Palyama naar Dene
marken werden uitgezonden voor een trai
ningsstage speelden ze tegen vijf heren uit de
toptwintig. Dat gaat dan hard tegen hard.
Hier in Nederland durven ze dat niet. De
spelers zijn dan bang om van elkaar te verlie
zen, bang dat ze een ander sterker maken."
De toernooien zijn ook hard nodig voor het
moreel van de sporter, meent Conijn. „Als je
ergens voor werkt en je wordt dan tegenge
houden, dan is dat niet bevorderlijk voor je
plezier en motivatie. Je traint je te pletter,
maar de beloning in de vorm van toernooien
komt er niet."
mijn visie alles deed. Dat valt dan weg. Ieder
een zei tegen mij dat ik moest aftrainen,
maar dat ging nog minder dan helemaal
stoppen. Waarom zou je aftrainen als je dat
nog steeds met tegenzin doet?" Haar af
scheid werd pas vorige week wereldkundig
gemaakt, maar sinds mei heeft de Hillegom-
se nog slechts eenmaal haar racket aange
raakt voor een recreatief toemooitje.
„Het betekent wel dat je je hele leven moet
omgooien. De fundamenten waarop je leeft,
zijn opeens weggevallen." Brenda Conijn
spreekt in meervoudsvorm omdat ook op het
sociale vlak het nodige veranderde. „Ik woon
sinds zes weken op mezelf, want mijn ouders
gaan naar Veendam verhuizen. Daarnaast
had ik nog te maken met de afronding van
mijn studie. Het was dus niet één funda
ment, maar meerdere tegelijk. Je hoort wel
eens van die verhalen dat topsporters in een
'zwart gat' vallen. Ik dacht dat het allemaal
wel zou meevallen. Alles kwam echter tege
lijk en ik ben dan niet iemand die daar ge
makkelijk overheen stapt."
Conijn kijkt nu terug op een sportieve
loopbaan waarin ze uitkwam voor Badmin
tonvereniging Lisse, Drop Shot, BCO/Bali,
Pellikaan, het Duitse Giffhorn en BCO/Inpro-
ba. Behaalde ze in de jeugd (onder 14 en on
der 18) de nationale titels in het enkelspel, bij
de senioren beleefde zij de beste sportmo-
menten in de dubbel. Met als absoluut hoog
tepunt de nationale titel in 1996. Samen met
partner Nicole van Hooren voorkwam Conijn
dat Erica van den Heuvel en Eline Coene hun
tiende kampioenschap behaalden. Al geloof
de zij daar pas op het laatste moment in.
„Bij een stand van 12-4 in de derde set had
ik nog steeds zoiets van; als we maar niet
worden ingemaakt. Bij mij heeft zo'n instel
ling altijd beter gewerkt dan dat ik vooraf ver
wachtingen had. Ik kon wel met de druk om
gaan, maar ik maakte het mezelf vaak te
moeilijk. Destijds was ik bevriend met Jeroen
van Dijk. Hij trainde hard en dat gaf hem
zelfvertrouwen in de partijen. Ik draaide dat
om. Omdat ik zo hard trainde, vond ik dat ik
ook goed moest presteren. Dat deed ik me
zelf aan, het kwam niet van buitenaf. Van wie
moet je nou de druk krijgen? Wij zorgden
destijds voor dé verrassing tijdens het NK,
maar alle aandacht ging toch weer uit naar
de singelaars."
Heel 1996 was een fantastisch jaar voor
meteen. „Ik besloot aanvankelijk om door te
gaan op een lager, zeg maar Europees ni
veau, maar je merkt dat je er meteen uitligt.
Tijdens trainingen wordt er minder aandacht
aan je besteed. Je wordt verwezen naar een
zijbaantje waar je wat oefeningen kunt doen.
Een eigen trainer, de koker - waarbij je vele
shuttles achter
elkaar op je
krijgt afgevuurd
om een snelle
rally na te boot
sen - en com
mentaar tijdens
oefenpartijen,
het was er niet
meer bij. Het
kan best zijn
dat het niet zo
is, maar ik had
ook het gevoel
dat trainers en
spelers minder
met mij praat
ten. Een speel
ster vergeleek
het wel eens
met een rijden
de trein.
„Bren", zei ze,
„we zitten met
zijn allen in de
trein met een
bepaald doel
voor ogen. Jij
bent op een be
paald moment
uit die trein ge
stapt en rijdt nu
in een ander
treinstel op het
spoor ernaast.
Je ziet alles, hoort alles, maar hoort er niet
meer bij." Ik heb daar best moeite mee ge
had."
Dat heeft ongetwijfeld te maken met het
karakter van Brenda Conijn. Haar sociale in
slag staat in schril contrast tot de vaak egoïs
tische denkwijzen in de topsport. „Ik heb nu
eenmaal interesse in andere mensen, mis
schien heb ik daarom ook wel voor de studie
psychologie gekozen. Eigenlijk ben ik heel
erg sociaal en in de topsport is dat funest. Ik
heb geprobeerd om het niet te zijn, dat lukte
Brenda Conijn in actie tijdens de German Open van
1996. FOTO
gewoon niet. Ik was in staat trainingen af te
zeggen om mijn zus naar Schiphol te bren
gen. Daarnaast hoor je altijd dat topsporters
niet naar verjaardagen kunnen. Ik ging ge
woon. Ik wil rekening houden met anderen."
„Mijn ouders zijn blij dat ik zo ben geble
ven. Ze vinden het jammer dat ik de interna
tionale top niet
heb gehaald,
maar waarderen
het zeer dat ik
niet een egocen
trische sporter
ben geworden.
Dat ik de meid
ben gebleven,
die ik was. Zij
vinden ook dat ik
de juiste keuze
heb gemaakt. 'Je
lacht weer', zeg
gen ze."
Het laatste jaar
was niet het
meest leuke in de
carrière van Co
nijn. „Ik ging al
tijden met tegen
zin badminton
nen. De trainin
gen duurden
normaal tweeën
half uur, maar na
een uur keek ik al
op mijn klokje of
we niet konden
stoppen. En dat
terwijl ik de trai
ning al tot twee
uur had ingekort.
Bij de meeste
badmintonners
is het ook zo dat als ze twee weken geen
racket hebben aangeraakt, ze weer beginnen
te smachten. Ik heb dat nooit gehad. Mijn
ouders zagen al veel langer dat ik geen ple
zier meer had, maar je moet daar toch zelf
achterkomen. Je bent nu eenmaal zo gewend
aan het leven met sport. Het keerpunt was
die stage. Je ziet opeens dat het leven ook an
ders is."
Toch viel het afscheid haar zwaar. „Vanaf
je zestiende ben je volledig voor deze sport
gegaan. Je hebt een doel, waarvoor ik binnen
McGwire
McGwire, is de naam.
Geen ambtenaar van de bur
gerlijke stand in St. Louis die er.
woensdagochtend, vreemd van
opkeek. Geen ambtenaar ook,
die vroeg naar de schrijfwijze
van McGwire of besmuikt zich
afvroeg of de jonge vader het wel
zeker wist: McGwire, doe je dat
een kind aan, mijnheer?
Gewoon McGwire vobtond.
Roepnaam Mac.
Mark McGwire, eerstehonk-
man van St. Louis Cardinals,
sloeg dinsdagavond 18 over acht
zijn tweeënzestigste homerun
van dit seizoen. Een record.
De tijd stond even stil. Op alle
Amerikaanse televisiestations
werden de uitzendingen onder
broken voor dit nieuws. Naar
verluid greep de president naar
een dikke Cubaan. Mensen die
geen benul meer hebben wat ze
deden toen Kennedy stierf, Arm
strong zijn voeten veegde op de
maan of JR zijn laatste adem
uitblies, zullen altijd weten
waar ze waren, de minuut dat
McGwire de status van onsterfe
lijkheid venuierf.
De homerunbal in kwestie -
alle ballen die, sinds McGwire
nr. 61 geslagen had. op hem ge
worpen werden, waren door een
notaris genummerd - was een
miljoen waard, maar werd door
de eerlijke vinder als vanzelf
sprekend aan McGwire zelf aan
geboden. (Want zijn bal was het,
niet die van een te rijk geworden
belastingontduiker die denkt dat
voor geld alles te koop is).
McGwire was zo opgewonden
dat hij tijdens zijn rondje over
de kussens, hoewel dat juist voor
hem toch routine is, bijna vergat
het eerste honk aan te raken.
McGwire was niet de enige die in
de war wasDiezelfde avond be
sloten op zijn minst negen va
ders hun juist geboren kind de
volgende ochtend aan te geven
als McGwiretje.
Je kunt je voorstellen hoe dat
is gegaan.
Na dagen, weken, soms zelfs
maanden van getwist over de
naam zijn de aanstaande ouders
eruit. Jim in geval van een boy,
Mary-Lou als het een meisje is.
Of Joe of Bo. Bill of Monica. Als
het er twee zijn, clan Frank en
Ronald. What's in a name? Hoe
dan ook, nog net geen advoca
tenwerk. maar de namen staan
vast, gelukkig.
„McGwire", antwoordde de
jonge vader de volgende dag
zonder met zijn ogen te knippe
ren op de vraag hoe het kind he
ten ging. Alleen al woensdag tus
sen negen en tien, voor 9 uur is
inschrijving niet mogelijk, no
teerde liet bevolkingsregister van
St. Louis de geboorte van 9 McG
wire's. Waarvan één een meisje.
Het gekke is dat heel Amerika
aan de voeten ligt van McGwire
en trouwens ook aan die van
Sammy Sosa.
McGwire sloeg zijn recordho
merun voor een uitverkocht
Busch Stadium in St. Louis. De
tegenstander was Chicago Cubs,
de werkgever van Sosa, die zelf
dit seizoen al 58 homeruns sloeg.
Dat het record van 61 homeruns
verbroken zou worden lag in de
lijn der verwachting, de vraag
was alleen wie dit als eerste zou
doen, McGwire of Sosa. Umclat
deze vraag heel Amerika bezig
hield waren de wedstrijden van
de Cardinals (die aan een zeer
matig seizoen bezig zijn) en de
Cubs al wekenlang uitverkocht.
Overal, juist ook in uitwedstrij
den, ontvingen McGwire en Sosa
al wekenlang staande ovaties als
ze in het slagperk traden en
homeruns van hun knuppel,
ook al waren die nadelig voor cle
eigen favorieten, werden in elk
stadion met beschaafd applaus,
ja, zelfs met enthousiasme be
groet.
Hier en daar las ik dat de op
hef, in Amerika, over het record
van McGwire, typisch Ameri
kaans was èn illustratief voor de
valse sentimenten waar de
Amerikaanse samenleving, naar
wij menen te weten, bol van
staat.
Gelukkig zijn wij daar wars
van, van vals sentiment.
(Sonny Silooy, weliswaar geen
McGwire maar toch een 25-vou-
dig international die twee Euro
pa Cups won met Ajax en zich
in een lange reeks van jaren een
voorbeeldig voetballer heeft ge
toond en die (nu hij 35 is) nog
steeds aardig voetballen kan.
werd dinsdag als tegenwoordig
De Graafschapper in De Kuip
vergast - ja, dit is goed Neder
lands - op Auschwitzgeluiden).
Zeg dat wel, die Amerikanen
kunnen van ons nog wat leren.
Frank Snoeks
is verslagge-
ver van Stu-
dio Sport