Het geloof van cellist Yo-Yo Ma M Houd de dief! 136 ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1998 alzburg is als de etalage van een luxe patisserie, waar je als een klein kind je neus tegen het ven sterglas plet. Als taartjes, petits-fourtjes en gekrulde krokanterie vermomd buigen de huizen uit vroeger eeuwen zich over je heen. Hier, in de stad van Mozart, op een steenworp van Tirol, lijkt het verleden het heden te domineren en de toekomst te be- palen. Tijdens het jaarlijkse culturele festival, de Salzburger Festspiele, ligt het zwaarte punt op een gedegen programma, maar toch wordt er tegen menig heilig huisje aan getrapt. Wenen is de dood in de pot, maar hier durft de Belgische intendant na drukkelijk nieuwe muziek of anti-burger- lijk theater te programmeren. De gegoede burgerij verwacht het zelfs. De repressieve t-|(] tolerantie is in Oostenrijk een omvangrijk fenomeen. Het is begin augustus. Begeleid door de Berliner Symphoniker onder leiding van Vladimir Ashkenazy brengt Yo-Yo Ma in Ïl de Salzburger Steinreiterschule 'The Pro- tecting Veil'. De concertzaal is tegen een overhangende rots aangebouwd. Ze dankt haar sfeer aan de Spaanse rijschool die zich hier bevond en de transparante akoestiek aan de granieten achterwand. John Tavener (geboren in 1944) schreef The Protecting Veil in 1987 en wijdde het 'Muziek en cynisme gaan niet samen' In de Leidse Stadsgehoorzaal nam de wereldvermaarde Amerikaanse cellist Yo-Yo Ma vorige week samen met de Nederlandse barokspecialist Ton Koopman twee cd's op: Bach-transcripties en de cello-concerten van Boccherini (in authentieke notatie). Ma, die eerder dit jaar de Gouden Roos van Montreux won met zijn zesdelige videoserie Inspired by Bach, is echt wel wat gewend. Maar in de snelkookpan die een opnameproces nu eenmaal is, kwamen in Leiden de darmsnaren van zijn barokcello maar niet op temperatuur: geen klimaat voor een interview. Aan het eiiul van de week, vlak voor zijn vertrek naar de VS, gaf Ma alsnog ruimte voor een gesprek. Over sterkte en zwakte, nieuwe muziek en een gedurfd plan om in het Midden-Oosten een grensoverschrijdend jeugdorkest op te zetten. ariaverschijning in 902 nabij het hevig door Saracenen bedreigde Constantino- pel. De cello verleent stem aan Maria's be de en haar geweeklaag. De muzikale la ding is intens, bijna filmisch en heeft niet veel op met wat de Stockhausens van deze wereld aan nieuwe muziek brengen. r Na afloop van het concert doe ik een 2 toelatingsexamen. Yo-Yo Ma houdt zijn 'erk en leven niet helemaal afzijdig van de media, maar wil zelf wegen welk vlees hij in de kuip heeft. De plaats van samen komst is een ontvangstruimte in een zeer intiem en luxueus familiehotel in het hart de stad, waar Ma gefêteerd wordt in het bijzijn van een dertigtal vrienden, ken nissen, vertegenwoordigers van festival en platenmaatschappijen. J Vlak naast zijn keurige zoon en opge- dirkte Amerikaanse eega prijkt nog een 'guest of honour'. Yo-Yo spreekt me in het correcte Amerikaans-Engels toe dat je van Paul Simon of Woody Allen kent en dat als W.A.S.P (White Anglo-Saxon Protestant) te boek staat. Hij wil me voorstellen aan He- inrich Harrer, een hoogbejaarde Oosten rijker met witte manen. Herr Harrer is pas op gezegende leeftijd wereldvermaard ge worden omdat zijn levensverhaal verfilmd werd als 'Seven Years in Tibet' met Brad Pitt in de hoofdrol. Harrer was tussen 1944 en 1950 de leermeester van de toen nog jonge Dalai Lama. Ma, op samenzweerderige toon: „De manier waarop Harrer zich heeft kunnen redden in Tibet, in een heel ander land, in een heel andere cultuur, fascineert me. Hij kwam op mij af, maar ik heb alleen maar aan zijn lippen gehangen." Dh rie weken later zit in Leiden een fris- gewassen veertiger aan de koffie. Een da- P genlange worsteling met Bach, Boccherini en onwillige darmsnaren zit erop. Hij lijkt een beetje op de vorige Japanse premier, die ook graag zijn stropdas aflegde als hij met Jeltsin ging vissen of cowboyboots aantrok als hij bij Clinton ergens in. het Wilde Westen moest poseren voor de we reldpers. Yo-Yo Ma toont een vers geste ven vrijetijdsshirt en een gezicht waarvan de spanning is geweken. Salzburg en Tavener lijken verdrongen, maar Yo-Yo heeft juist sterk moeten den ken aan de overeenkomst tussen de gees telijke kracht van de de oude muziek die- ya hij in Leiden moest leren beteugelen en de spirituele ervaring die van The Protecting Veil uitgaat. „Er zitten aan het eind van Taveners stuk van die grote breaks en lan ge glissandi. Hieieieieeuoeefffi Het is alsof Tavener daarmee Maria nabootst die met lange uithalen weent. Toen ik deze week in Leiden nadacht of het wel correct was dat we een bewerking van Bachs Erbarme Dich speelden, rolden de tranen vanzelf over mijn wangen zodra ik de noten voel- rtde. Het is sterker dan jezelf. Daarna was ik n mijn twijfels kwijt." Ónder musicologen is het een tijd bon ton geweest om de twintigste eeuw te zien als de eeuw van de cello. Er is immers geen ander (strijkjinstrumenl dat zozeer in staat is om alle extremen van de mense lijke stem na te bootsen. De waardering Rjdie Pablo Casals, Leo Stem, Janos Starker, Mstislav Rostropovitsj, Heinrich Schiff en in Nederland Pieter Wispehvey, Anner Yo Yo Ma: „Mijn geloof doet zich het krachtigst gelden als ik speel. You can't perform and be cynical. Dat is onmogelijk." FOTO LEX VAN ROSSEN Bijlsma en anderen toegezwaaid kregen, bewijst dat het instmment de ideale ver tolker is geworden van diepgevoelde emo ties. Ma, spelend op de Stradivarius waar op Jacqueline du Pré en Carl Davidov vóór hem werkten, kent het effect. „Blijf zelf be scheiden". zegt hij. „Of het nu Bach is of Tavener is, als uitvoerend musicus moet je je vooral niet teveel verbeelden. Iedereen die op mijn terrein werkzaam is, opereert op basis van zijn instinct of op basis van feiten en research. Ik geloof dat je gevoel en kennis juist moet combineren om je werk aan te kunnen. Het gaat er ook niet om wat de opgave is en hoeveel je er van te weten kunt komen. Je moet, zoals in mijn geval, proberen in de compositie te komen. Van binnenuit de muziek on derzoeken. En om ergens in te komen heb je een ingangetje nodig. Een muziekstuk is namelijk levend en zit organisch in elkaar. Ieder klein feitje kan je helpen om een stuk te doorgronden. Ik vind het verbazingwekkend dat Tave ner aan het eind van de twintigste eeuw schrijft over een wonder dat ruim duizend jaar terug en elders, in het Bzyantijnse Rijk, heeft plaatsgevonden", zegt Ma. „We vinden het vanzelfsprekend dat Bach over geestelijke thema's schreef, maar van een tijdgenoot is dat merkwaardig, zeker als Tavener ook nog tonaal schrijft over Maria voor strijkorkest en cello. Toen ik zijn stuk de eerste keer hoorde, dacht ik dat ik een enorme code moest kraken om zijn com positie te kunnen begrijpen. De waarheid is verbijsterend eenvoudig: Tavener heeft zich beperkt tot een heel eenvoudige 'sleutel': een beperkt gebruik van (symbolische) intervallen. Het is helemaal geen new age-muziek, niet vijftien minu ten lang geneuzel. The Protecting Veil heeft een heel goede structuur. Maria is natuurlijk een vrouw maar Ta vener geeft haar een heel diep stemgeluid. Als ze huilt dan hoor je langgerekte bas tonen uit de cello komen, alsof een beest gewond is. Zoals in primitieve culturen ge rouwd wordt. Ik moet me dan afvragen: hoe moet ik dat spelen en waarom? Om dat het essentiel is, je hoon Moeder Aarde. Het is de herhaling van de oerschreeuw. Een vrouw die leven baart, produceert ook een heel diep gesteun. Het is een teken van Het Leven. In Leiden moest ik huilen bij Bach. In Salzburg bezorgde Tavener me rillingen. Spiritualiteit is overal om ons heen. Het is zeer moeilijk om die geestelijke kracht te herkennen in een bijna volkomen gesecu lariseerde samenleving. Zoveel in ons le ven wordt bepaald door cijfers en hoeveel heden. Door macht, invloed, omzet. Ik sla een krant open om te lezen over een nieu we film en er staat hoeveel bezoekers er op af gekomen zijn. Er vlak naast zie ik een top-10-lijstje. Wat stelt dat voor? Maar uiteindelijk raakt zo'n lijstje vastgenageld in mijn onderbewuste. Spiritualiteit vereist dat je een innerlijke beleving ervaart, na denkt over het hoe en waarom. Dat is al leen wat minder makkelijk meetbaar dan het aantal bezoekers dat op een film af komt" Muziekmaken, zegt Yo-Yo, is een activi teit waarbij je betrokken raakt bij iets dat groter is dan jezelf. „Je moet volledig kopje onder durven gaan in datgene dat je wilt overbrengen. Dat wil niet zeggen dat je je ego moet vergeten of je je verstand moet uitschakelen. Einstein zei dat hij geloofde in het mysterie. Of ik gelovig ben? Zelf ben ik zo beperkt dat ik het concept van een oneindig universum niet kan begrijpen. We hebben de Hubble-telescoop in de ruimte hangen die ons iets vertelt over de vorm van het heelal, over de mogelijke aanwezigheid van levenscheppende voor waarden op andere planeten. Maar wat daar achter zit...? Ik ben opgebracht in de episcopalische kerk door Chinese ouders. Mijn vader is als boeddhist voorbereid op het leven. Mijn kinderen gaan naar de zondagsschool. Maar mijn geloof doet zich het krachtigste gelden als ik speel. You can't perform and be cynical. Dat is onmogelijk. Aan de andere kant: muziek is niet gelijk aan religie. Muziek bezit wel het vermogen anderen aan te raken, in ver voering te brengen." lVluziek bezit net als religie ook de ei genschap je bewust te maken van je eigen nederigheid. In de Stadsgehoorzaal moest Yo-Yo Ma zich een klein geluid aanmeten, niet vergelijkbaar met de draagwijdte van de moderne concertzaal. Spelen op darm snaren en musiceren zonder draagpin schiep grote problemen. Ma moest zijn toch al niet sterke rug teisteren om het in strument te kunnen omklemmen. Jaap ter Linden, de vaste cellist in Koopmans Am sterdam Baroque Orchestra, hielp hem door de lastige dagen te komen. „Ik had ook problemen met de juiste in tonatie en het formaat van alles. Hier ging het erom juist niet het geluid van het in strument te maximaliseren en uit te ver groten. Als je het klein moet houden vind je een compleet andere wereld aan klank kleur, expressie en articulatie. Klein en ge sloten qua geluid wil niet zeggen beperkt, maar betekent juist een andere klankwe reld. Zoals je in een kijkdoos de wereld kunt zien, ja. Maar als je het ene aspect van de barokcello onder de knie hebt, dondert het andere in mekaar. Ik had het fysiek en mentaal zwaar gedurende de eerste dagen. Ik raakte lichtelijk in paniek, maar aan de andere kant werkt een dead line juist in mijn voordeel. Onder pressie presteer ik doorgaans het beste. Aan het Massachusetts Institute of Technology krijgen tweedejaars studenten halverwege het jaar de opdracht om een machine te bouwen die een heuvel op rijdt, terwijl van de andere kant een ande re machine aankomt met het doel dat ve hikel eraf te gooien. Je weet nooit wat er op je afkomt. Het idee is om te genieten van je opdracht, te vertrouwen op je vin dingrijkheid en je geluk. Ook al besteed ik tien jaar aan wat ik in Leiden opgenomen heb; het wordt er niet beter van. Uiteinde lijk kregen we het voor mekaar. Ik heb er van geleerd me nog beter voor te berei den. Meer voorspel ja, hahaha." Ma la is de bescheidenheid zelve. Zelfs toen hij van het Amsterdams Concertge bouw in 1993 de zogeheten carte blanche kreeg en vijf concerten mocht samenstel len schonk hij anderen op zijn minst ook een plek in het spotlicht. Hij wil niet als de tennisser Michael Chang een i/oZe-model, een voorbeeldfiguur zijn voor de Aziati sche minderheid in de VS. „Ik moet mijn eigen leven in balans houden. Ik heb jaren achter de rug dat ik in december naar mijn agenda keek en niet wist waar ik tusen februari en juli was gebleven." Het vliegtuig gaat. Yo-Yo moet als ge volg van de bomaanslagen in Dar es Sa- lam en Nairobi eerder op Schiphol zijn voor een veiligheidcheck van zijn bagage. „Wat kan ik aan deze wereld doen? Vol gend jaar zomer geven Daniel Barenboim en ik in Weimar masterclasses aan veelbe lovende jonge musici uit het Midden-Oos ten. Er zijn zo'n 800 muziekstudenten aangeschreven in Israel, Egypte, Syrië, Li banon en Jordanië. Ze worden momenteel geauditeerd. Caïro en Damascus bezitten goedé conservatoria namelijk. In ons ach terhoofd gloort de hoop dat we een jeugd orkest van het Midden-Oosten kunnen opzetten. Waarin wordt samen-gespeeld. Dat zou heel bijzonder zijn." De taal is vrij en eigendom van ie dereen. Dat moet liefst zo blijven. Zolang niet God, de goede zeden of het koningshuis beledigd woren, mogen we zeggen wat we willen, en ook hoe we het willen. De leraar op school kan eens een slecht cijfer ge ven voor wat hij als een taalfout be schouwt, maar buiten de school zijn we vrij. Ook kan niemand verboden worden om Nederlands te spreken, of Katwijks of West-Vlaams of Alge meen Beschaafd Ladeuzepleins, en er kan geen btw geheven worden op het gebruik van bijvoeglijke naam woorden. Zo was het althans. Overheid en bedrijfsleven doen al jaren hun best om ons deze vrijheid af te pak- Meneer Reinhard Weniger is 45 jaar en woont in Duitsland, waar precies dezelfde tendens bestaat als bij ons. Hij werkt bij de kledingzaak Hennes Mauritz. Tot voor kort werd de heer Weniger door collega's, door ondergeschikten en door de directie aangesproken met het beleefde 'sie', wat in het Duits normaal is, net als bij ons 'u'. Dus niet met het joviale 'du' (vergelijk ons 'je, jij'). De directie van H&M heeft echter uit gevonden dat het voor de verkoopcijfers be ter is als het bedrijf een jonger en dynami scher imago krijgt. Daarom moet iedereen elkaar voortaan met 'du' aanspreken. Wie niet meedoet, kan ontslagen worden, en dus doet iedereen mee, en ze zeggen ook 'du' tegen meneer Weniger, die daar een maagzweer van krijgt en een zenuwinstor ting. Dat zie je wel vaker, dat die twee sa mengaan: maagzweren en zenuwinstortin- gen. Een spookverhaal, een kwakkel, een broodje-aap? Welnee, zelf kom ik al jaren niet meer bij Ikea omdat ze daar ook alle klanten op last van de directie met je en jij aanspreken. Kan dit zomaar? Ik ben geen jurist, misschien is het juridisch mogelijk, maar het kan natuurlijk van geen kant. Zo lang ik die winkels mijden kan, zijn er aan mijn kant geen problemen; maar ik stel vast dat Hennes Mauritz niet het enige bedrijf is dat zijn personeel voorschrijft hoe het spreken moet. Het Ikeaans heb ik zelf ge hoord. Tot zover gaat het om dingen die iemand moet zeggen, gedwongen door de werk gever, ja gechanteerd door de werkgever. Het omgekeerde komt nog vaker voor: din gen die men niet mag zeggen. Het neemt hand over hand toe dat gewone woorden door een bedrijf worden ingepikt, wettelijk gedeponeerd, en zo onttrokken aan het ge meenschappelijk bezit. Deze diefstal uit de taal wordt vervolgens met een beroep op de rechter verdedigd. In Nederland zijn krasse voorbeelden van de laatste jaren: 'Het Net', 'De Bank', 'De Post' en 'Het Groene Boekje'. Wie denkt dat deze woorden nog van ie dereen zijn, kan voor rare verrassingen komen te staan. Ik zweer bijvoorbeeld bij de Postbank. Dat is voor mij de Bank. Ik mag dat, geloof ik, nog wel zeggen maar in druk, met cursief de, is het al niet meer toege staan, want de Bank is wettelijk gedepo neerd een andere bank. Ik moet dus ofwel van bank veranderen, ofwel mijn mond houden. België blijft niet achter. Wie in 1977 naar Brugge is verhuisd en straks zijn 25-jarig Bruggelingschap vieren wil met een chique diner, mag geenszins op de menukaarten laten drukken: 'Brugge 2002'. Jammer me neer, maar die woorden zijn al van iemand anders. Je moet er vroeg bij wezen om ook een paar woordjes op je naam te kunnen zetten. Intussen gaat de uitverkoop van on ze taal voort. Gewone woorden als boter, chocolade en hotel hebben al lang niet meer de betekenis die de goegemeente daaraan wenst te geven. Er is wettelijk vast gelegd wat boter heten mag en wat niet; op Europees niveau wordt getwist over de be tekenis van chocolade; en wie zijn kippen hok met bed en stromend water een hotel noemt, is strafbaar. Het ontbreekt er nog maar aan dat er ook Europese richtlijnen zijn voor het legale gebruik van de woorden maagzweer, kippenhok of menukaart. Ik ben daar trouwens niet eens helemaal zeker van. Laten we nog gauw even iets tegen elkaar zeggen, zo lang dat nog in vrijheid kan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 51