Rotzooi is altijd de schuld van een ander k a TT ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1998 t_S( lie houding van de reinigingsdienst ruimt het wel op, dus het maakt toch allemaal niet uit, vind ik een vorm van misbruik", zegt Elly de Jongh van de Stichting Nederland Schoon. We zijn weer thuis. Terug van vakantie in het buitenland kunnen Nederlanders zich massaal overgeven aan volkssport nummer één: mopperen. Over het weer, de lakse overheid, de overvolle wegen en het trage openbaar vervoer. Maar wat ook ineens opvalt: wat is het toch verschrikkelijk smerig langs de snelwegen, in de stad en op het strand. Op de camping in Frankrijk en langs het Italiaanse strand was het véél schoner. Komt allemaal omdat alles maar mag in Nederland. We ergeren ons rot aan vuil op straat en in de natuur, maar slechts weinigen voelen zich geroepen de troep op te ruimen. Een ander heeft het immers veroorzaakt. „Je benteen watje öf niet helemaal lekker als je iets vies van straat pakt en in de vuilnisbak gooit'1, constateert Elly de Jongh van de Stichting Nederland Schoon (SNS). Samenwerken met bewoners en volhouden is de strategie waarmee ons land schoongemaakt moet worden. et is warm geweest deze zater- I dag. Scheveningen geniet na met een tropisch festival. Tien duizenden bezoekers schuifelen over de pro menade langs het grote podium van terras naar terras. Het strand ligt ter hoogte van het Kurhaus bezaaid met honderden lege blikjes en andere rotzooi. Echte Hagenaars en Sche- veningers kijken er niet van op. Sterker nog: het valt vanavond reuze mee, je kunt warem pel nog zand tussen het metaal en plastic ontdekken. Komt zeker door die actie van het promotieteam dat vandaag gratis vuilniszak ken heeft uitgedeeld aan strandgangers. Het Scheveningse strand is niet de enige plek waar het met de tolerantie ten aanzien van het zogeheten zwerfafval is afgelopen. Een jong meisje moet strafregels schrijven nadat ze is betrapt op het weggooien van een snoeppapiertje op straat. Het achteloos laten slingeren van een koffiebekertje leidt tot een rechtszitting en een forse boete voor de da der. In Oldenzaal patrouilleert de politie sinds kort regelmatig bij de McDrive omdat te veel klanten hun bakjes, bekertjes en kar tonnetjes na gebruik op straat kieperen. En kele recente voorvallen waaruit blijkt dat het veroorzaken van troep op openbare grond niet meer wordt getolereerd. De genoemde bestraffingen zijn echter nog zo ongebruike lijk, dat ze de krant halen. Irritatie We ergeren ons met z'n allen rot aan zwerf vuil. Tweederde van de Nederlandse bevol king vindt zijn leefomgeving vies. Honden poep, drankblikjes, glas, plastic en pies vor men de grootste bronnen van irritatie. Wie troep op straat maakt, is in de ogen van 'het volk' een grotere boef dan degene die mis bruik maakt van sociale voorzieningen, zo blijkt uit onderzoek. De Stichting Ideële Re clame (SIRE) heeft op veler verzoek in de campagne 'De maatschappij dat ben jij' ook een spotje gemaakt over een plein bezaaid met lege blikjes. Ondanks de ergernis ruimen we de rotzooi buiten ons eigen erf zelden of nooit op. Dat moeten de veroorzakers maar doen en an ders de gemeente. Daar betalen we per slot van rekening een smak reinigingsrechten voor. „Je bent een watje öf niet helemaal lek ker als je iets vies van straat pakt en in de vuilnisbak gooit", constateert EUy de Jongh van de Stichting Nederland Schoon (SNS). De stichting is een samenwerkingsverband tussen overheid, bedrijfsleven en belangen organisaties, dat (sinds 1991) probeert het zwerfafval terug te dringen. Onderzoeken, enquêtes, voorlichtingscampagnes, nationale schoonmaakdagen in bossen en op stranden, afspraken met fabrikanten over het terug dringen van weggooi-verpakkingen en con tacten met gemeentelijke reinigingsdiensten hebben Nederland na zeven jaar niet zicht baar schoner gemaakt. Een kwart van de be volking is er zelfs van overtuigd dat het in de jaren negentig alleen maar vuiler is geworden op straat. Maar wie veroorzaakt al die troep dan? „De buurman. Mensen hebben de neiging om naar anderen te kijken. De buurman is een viespeuk, daar zou de politie wat aan moeten Nederlanders ergeren zich aan zwerfvuil, maar ruimen zelf niets op doen", zegt De Jongh. De meeste Nederlan ders vinden hun eigen weggooigedrag beter dan dat van de gemiddelde landgenoot. Ruim driekwart van de bevolking vindt daar om dat niet hij of zij maar de medeburger zijn gedrag moet veranderen. Kuddegeest Een uitzondering op die grote groep vormen enkele tienduizenden vrijwilligers die één of meer keren per jaar met bezem, prikstok en vuilniszak gezamenlijk de wijk, of de natuur in gaan. Dat gebeurt niet alleen op de Natio nale Natuurschoonmaakdag (elke derde za terdag van maart), en de Landelijke Strand- schoonmaakdag (in april), maar steeds vaker ook op initiatief van een wijk- of buurtvereni ging. Uit het plezier dat de deelnemers aan deze opruimacties beleven, blijkt maar weer eens de kuddegeest van mensen. Het indivi du dat op straat vrijwillig de rotzooi van een ander opruimt mag dan een watje zijn, dege ne die hetzelfde in georganiseerd verband doet, voelt dat hij een goede daad verricht. Datzelfde groepsgedrag leidt tot kromme opvattingen over de vervuiling van openbare ruimten. „Als een bepaald terrein schoon is, dan moet iemand een psychologische drem pel over om er afval te deponeren", zegt De Jongh. maar ligt er eenmaal één leeg patat bakje op het strand, dan is het zand binnen een paar uur vergeven van het afval. Menig automobilist vindt dat het geen kwaad kan om bij een afrit één extra drank verpakking op de met cola- en bierblikjes be zaaide middenberm te gooien. Dat soort plekken moet immers toch regelmatig wor den schoongemaakt. Je bent geen vervuiler het ergens al vies is. De Jongh: „De reinigingsdienst ruimt het wel op, dus het maakt toch allemaal niet uit. Ik vind die houding een vorm van misbruik. U vraagt, wij draaien. Gemeenten hebben daar overigens ook lange tijd aan meege werkt. Hun reinigingsdiensten waren er voor namelijk om rommel op te ruimen, niet om het te voorkomen. Dat is nu gelukkig aan het veranderen, steeds meer gemeenten voeren een actief preventiebeleid." Kleinschalig Eén van die gemeenten is Den Haag. De resi dentie probeert met een reeks kleinschalige projecten groepen bewoners ertoe bewegen hun eigen woonomgeving schoon te houden, samen met de gemeente. De Gulden Klinker heet die actie, waarbij bewoners zelf af en toe de bezem pakken en er voor zorgen dat hun vuilnis op de juiste dag op straat wordt gezet. Wilma van der Putten van de dienst stads beheer weet wat in een stad als Den Haag de grootste veroorzaker is van zwerfvuil. „Vuil nis dat dagen te vroeg op straat wordt gezet. Meeuwen en katten maken gaten in de zak ken en bij de eerste flinke bries liggen de vie ze luiers al overal op straat. Ik kan me heel goed voorstellen dat je - zeker als je drie- hoog-achter woont - het liefst zo snel moge lijk van je vuilniszak af wil, vooral als het der tig graden is. Maar als je de bewoners uitlegt waarom een vuilniszak niet dagen op straat moet staan, heeft men daar toch wel begrip Elke groep die een half jaar lang met suc ces meedoet aan De Gulden Klinker, krijgt van de gemeente 4000 gulden die naar belie ven kan worden besteed aan activiteiten of voorzieningen in de straat. Het bedrag is in middels 120 keer uitgedeeld. De kracht van het project schuilt volgens Van der Putten in de huis-aan-huis-benadering door de ge meente, de sociale controle in een buurt en het langdurige karakter. „Je moet hiermee blijven doorgaan. Mentaliteitsverandering kost tijd en is breekbaar. Als twee actieve be woners uit een straat verhuizen, kan de boel al instorten." Ook op het strand betrekt Den Haag na drukkelijk de vervuilers zelf bij het terugdrin gen van zwerfafval. Op warme dagen trekt deze zomer een promotieteam over het strand, dat kleine vuilniszakken uitdeelt aan de badgasten. „We hebben er ook even aan gedacht om kinderen te belonen voor elke zak vol blikjes en andere rommel die ze inza melen. Dat hebben we toch maar niet ge daan, omdat je daarmee een verkeerd signaal zou uitzenden. De troep wordt dan immers niet door de vervuiler, maar wéér door een ander opgeruimd", zegt Van der Putten. On danks alle inspanningen moeten na elke war me dag tractoren het strand op om met spe ciale installaties tonnen vuil uit het zand te zeven. Na de tropische 10e augustus was op het Scheveningse strand de totale 'vangst' uit bakken, zakken en zand 48 kubieke meter af val, een paar flinke vrachtwagens vol.' Snackcultuur De enorme toename van consumpties bui tenhuis heeft de afgelopen decennia een be langrijke bijdrage geleverd aan het probleem van zwerfvuil. Toch vindt Elly de Jongh het 'een misvatting' dat hamburgergiganten, drankfabrikanten en anderen die aan de snackcultuur verdienen, medeveroorzakers van de rotzooi zijn. „We leven in een vrij land, waarin bewoners bepaalde behoeften hebben. Daar wordt op ingespeeld door fa brikanten. Op zich is daar niks mis mee. Het zwerfvuil wordt niet door hen veroorzaakt, maar door mensen zoals u en ik. Die maken er een rotzooi van." Dezelfde fabrikanten en ketens zijn overigens belangrijke financiers van de SNS. Zij beseffen terdege, dat elk stuk je vuil met hun merknaam een vorm van an ti-reclame is. Hoewel de SNS met de schoonmaakacties en op andere terreinen succesjes boekt, be raadt de organisatie zich op een nieuwe, lan- ge-termijnstrategie. Van een brede mentali teitsverandering is ondanks alle inspannin gen van SNS en anderen namelijk nog steeds geen sprake. De grote campagne om in het jaar 2000 het zwerfafval met liefst 20 procent te hebben teruggedrongen, lijkt op zijn zachtst gezegd ambitieus. Wonderrecepten zijn er niet, in tegenstel ling tot populaire opvattingen. Iedereen weet wel een (vakantie)land aan te wijzen waar zwerfvuil nauwelijks een probleem is. Harde straffen en torenhoge boetes uitdelen zoals Singapore doet, statiegeld op drankblikjes naar Amerikaans voorbeeld, méér afvalbak ken plaatsen; de oplossingen lijken zo sim pel. De Jongh: „In Singapore is repressie een kenmerkend aspect van de samenleving ge worden. Ik denk dat in Nederland maar wei nig mensen dat zouden willen. Statiegeld op blikjes is nog zo'n misverstand. In Amerika heeft dat zin omdat daar de blikjes van de dure grondstof aluminium worden gemaakt. Hier is bewust - en ik vind terecht - gekozen om het van goedkoper materiaal te maken. Het staal van onze blikjes wordt bovendien voor een groot deel gerecycled doordat het in de afvalverwerkingscentrales er met magne- FOTO GPD PAUL JANSSFN ten uit wordt gepikt. Blikjes vormen trou wens nog geen tien procent van het zwerfaf val, terwijl plastic en papier elk zo'n dertig procent van de totale herg vormen. Je kunt je afvragen of je voor dat relatief kleine percen tage blik dat nog niet wordt gerecycled enor me investeringen moet plegen." Méér afvalbakken dan? Heeft weinig zin, zo blijkt uit recent Australisch onderzoek. Het meeste zwerfafval in Australische steden blijkt in een straal van minder dan vijf meter van een afvalbak te liggen. Er is bovendien geen duidelijke scheiding aan te brengen tus sen trouwe 'bakgebruikers' en veroor/akers van zwerfvuil. Veel Australiërs die door de onderzoekers werden betrapt op vervuiling, bleken kort daarvoor of daarna ook netjes iets in een afvalbak te hebben gegooid. Som migen doen consequent voorwerpen als blik jes in een bak, terwijl ze kleiner afval, meestal sigarettenpeukjes, achteloos op straat achter laten. Ze denken dat één peukje geen kwaad kan en dat het toch makkelijk verteert. Zo heeft iedereen andere opvattingen over ver vuilen. Mag een houten ijsslokje in de strui ken worden geworpen, of toch maar liever niet? Slechts weinigen zijn zich ervan bewust dat ze medeverantwoordelijk zijn voor rol zooi op straat of in de natuur. Ook de meeste Nederlanders zien vooral anderen als 'dader'. Saillant detail is, dat Duitse vakantiegasten in ons land denken dat zij meer zwerfafval ver oorzaken dan Nederlanders. De vraag rijst of dat echt waar is, of dat onze Oosterburen eerlijker zijn over hun gedrag. Wellicht camoufleren wij onze acties beter dan Duitsers. Onopvallend rotzooi maken is een kunst op zich, zo blijkt uit het genoemde Australische onderzoek. Drie groepen In dat land zijn drie bijzondere groepen ver oorzakers van zwerfvuil ontdekt: wegstop- pers, begravers en missers. Wegstoppers pro- heren hun afval op een onopvallend plekje te dumpen (zoals achter een bankje), begravers woelen het vuil onder aarde of bladeren en missers nemen niet de moeite om een slecht 'schot' op een afvalbak over te doen. De laatsten zijn misschien van goede wil, maar moeten hun schaamte overwinnen pf hun techniek bijschaven. Jammer, dat nu nog al leen 'watjes' daartoe bereid zijn Imago-campagnes om de afvalbak net zo populair te maken als de glasbak, hebben tot nu toe onvoldoende resultaat gehad. Volgens Elly de Jongh heeft dat te maken met de grote verschillen tussen glas en de meeste andere soorten verpakkingen. Glas is een redelijk schoon en goed recycle baar product dat vooral in huis wordt gebruikt en daarna wordt bewaard om samen met andere flessen en potjes naar de bak te worden gebracht. De andere verpakkingen blijven meestal over na consumptie onderweg, zijn vies en lijken na gebruik nutteloos geworden. Ras als het soci aal, stoer of sportief wordt om ook de afval bak te gebruiken, zal het zwerfvuil zichtbaar en blijvend afnemen. De oprichting van een Champions League blikjeswerpen of KPN- Telecompetitie peukenmikken zou ongetwij feld bijdragen aan een schoner Nederland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 43