in zee voor
IJmuiden
Milieu
Zon komt
Ie laat'
iTERDAG 29 AUGUSTUS 1
Molenpark voor de kust op proef maar wél blijvend
de gewenste verminde-
van het gebruik van fos-
|ele brandstof te krijgen (in
ïoet het 10 procent
hinder zijn), zet EZ niet alle
parten op de wind. Ook bio-
hassa (het opwekken van
nergie uit afval of uit spe-
iaal daarvoor geteelde ge-
rassen) en warmtepompen
lorden nauwgezet onder-
icht en zo snel mogelijk ge-
ïtroduceerd. Bij warmte-
Dinpen wordt warmte uit
ödein, water of lucht ge
lald en afgegeven aan bij-
lorbeeld de lucht in huizen,
annenergie is (nog) geen
delijk alternatief. Niet om
it de zon in Nederland te
einig schijnt, maar omdat
kostprijs van electriciteit
bgewekt uit zonnekracht
ria de zogeheten photo-vol-
ü'sche cel) nog veel te hoog
,Zonne-stroom kost tien
r zoveel als stroom opge-
|ekt uit fossiele brandstof,
findenergie is ongeveer
ren duur als fossiele ener-
zegt Boomsma.
let nieuwe technieken moet
kostprijs van zonne-ener-
sterk omlaag kunnen,
srwacht EZ. Daarom is het
botste deel van de tachtig
biljoen gulden die het mi-
Isterie volgens het regeerak-
pord de komende vier jaar
>r onderzoek naar duurza-
energie beschikbaar
ïft, voor dit onderzoek be-
lemd.
e financiële injectie is geen
prantie voor een doorbraak
Dnne-techniek. Wind-
lolens zijn dus onvermijde-
|k. En daarmee is de cirkel
>nd: Op het land is niet ge-
joeg ruimte en dus gaat Ne
erland buitengaats.
mol^s
IJMUIDEN/DEN HAAG
Drukke tijden voor Don Quichot. Niet zo
maar een enkel windmolentje, maar een
heel park deze keer.
Nederland krijgt, als het aan het ministerie
van economische zaken ligt, kort na de
eeuwwisseling een windmolenpark in zee.
Ruim acht kilometer buitengaats, bij voor
keur voor de kust van IJmuiden, nabij Wijk
aan Zee moeten honderd turbines komen te
staan. Het park is bedoeld om ervaring op
te doen met windmolens op zee. Want wind
mee of wind tegen, in 2020 moet Nederland
tien procent minder afhankelijk zijn van
fossiele brandstoffen. Wind is een goed al
ternatief en midden op zee waait het lekker
hard. Nederland heeft geen ervaring met
'zeewind': het /iÉwr-s/iore-molenparkdient
als proeftuin.
Als na enkele jaren 'zeewindenergie' het
succes zo groot blijkt te zijn als Economi
sche Zaken vermoedt, gaat Nederland aan
het grote werk beginnen. Rond 2020 moet
enkele tientallen kilometers buitengaats,
off-shore dus, een veel groter windpark ver
rijzen.
Dat is nog toekomstmuziek: Burgers en or
ganisaties worden nu met advertenties op
geroepen om mee te praten over 'de richt
lijnen voor de milieu-effect-rapportage'
voor het near-shore-park. Geen sinecure
voor de vele miljoenen Nederlanders die
niet dagelijks met deze materie van doen
hebben. Milieu is voor hen niet meer dan
scheiden van afval, de gordijnen 's avonds
dicht doen en de auto eens een keertje laten
staan. Wat een effect-rapportage is, laat
staan aan welke richtlijnen zo'n rapport
moet voldoen, is hen een raadsel. Voor de
meeste kustbewoners telt alleen of zo'n
park vanaf de kust te zien is, of het lelijk is,
of de bouw veel onrust in het dorp veroor
zaakt en wat je ervan merkt als het er een
maal staat.
H. Boomsma, beleidsmedewerker wind
energie van het ministerie van economi
sche zaken geeft toe dat de inspraak-uitno
diging behoorlijk ingewikkeld is. „Maar als
je het eenvoudig uitdrukt, vragen we ge
woon aan de mensen waar zij meer van wil
len weten vóór zij een keuze tussen de ver
schillende locaties kunnen maken. Waar
vii\d je dat op moet worden gelet? Op vo
gels, overlast voor de kustbewoners, gevaar
voor de scheepvaart of wat dan ook. Dat
staat ook heel duidelijk uitgelegd in de in
spraakbrochure."
Na vooroverleg met milieuclubs, een haal
baarheidsstudie door Novem (de Neder
landse onderneming voor energie en
milieu) en de nodige financiële exercities
zijn uit de lange rij potentiële locaties (de
Noordzeekust is behoorlijk uitgestrekt) twee
plekken overgebleven: voor de Westerschel-
demond en voor de kust van IJmuiden nabij
Wijk aan Zee.
Volgens de startnotitie 'Locatiekeuze de-
monstxatieprojectnear-shore-windpark'
'wint' IJmuiden op tal van terreinen. Omdat
bij Wijk aan Zee de molens verder in zee
kunnen worden geplaatst, is de invloed op
het landschap veel kleiner dan bij plaatsing
voor de Westerscheldemond. Bovendien
waait het op deze noordelijke locatie veel
harder, wat een hoger rendement per mo
len oplevert.
Duurder
Het windmolenpark komt minimaal acht
kilometer uit de kust te liggen, maar wel
binnen Nederlandse wateren en dus niet
méér dan twintig kilometer uit de kust. Hoe
verder van het strand des te dieper de zee.
Dieper betekent zwaardere funderingen en
dus hogere kosten. EZ gaat daarom uit van
een plek ergens tussen acht en tien kilome
ter uit de kust.
De molens van het demonstratiepark gaan
elk een MegaWatt elektriciteit opwekken.
Met z'n allen nemen ze het stroomverbruik
van 100.000 huishoudens voor hun reke
ning.
De turbines staan elk afzonderlijk op een
fundering: een stalen paal die tientallen
meters in de zeebodem wordt geheid. Het
worden forse gevaartes: de wieklengte is
zo'n dertig meter, de palen zijn 50 tot 200
meter hoog.
Hoewel de locatiekeuze formeel nog volle
dig open is, verwacht Boomsma niet dat er
na de inspraak- en voorlichtingsperiode
plotseling een nieuwe locatie op tafel ligt.
„Er is natuurlijk al gedegen onderzoek ge
daan en overleg geweest. Natuur- en
milieuorganisaties zijn gehoord en daar
door zijn al veel plaatsen afgevallen. Zoals
de Waddenzee; volgens hen is het natuur -
belang daar veel te groot. Natuurlijk luiste
ren we naar alle ideeën voor alternatieven.
De inspraak is echt geen wassen neus. Maar
ik verwacht niet dat andere locaties beter
zullen zijn."
Honderd molens, honderd palen, honderd
funderingen, tientallen kilometers leiding,
verzamelstations, en acht tot tien mensja
ren werk. Het near-shorepark kost 450 mil
joen gulden. Economische Zaken heeft zes
tig miljoen gulden subsidie beschikbaar ge
steld en hoopt zo banken, bouwconsortia,
turbinebouwers en energiebedrijven lekker
te maken voor investeren in wind. Boom
sma verwacht meer dan voldoende animo.
Bouwen op zee is maar vijf tot zes maanden
per jaar mogelijk. In herfst en winter zijn
weer en golfslag te ontstuimig. Zelfs als de
molens mijlenver op zee staan en volgens
EZ dus nauwelijks zichtbaar zijn vanaf het
strand, dan nóg zal de komst van het proef-
park de inwoners van IJmuiden niet ont
gaan. Op enig moment komen de windtur
bines als bouwpakket plus leidingen en ver
deelstations naar IJmuiden. Van daaraf
worden de materialen per boot naar de
'plek van bestemming' gebracht en afge
zonken. „Maar op welke plek precies de
spullen worden opgeslagen, wódr de boten
vertrekken en waar eventueel verbindings
lijnen van de molens met de kust komen te
liggen, zijn allemaal zaken die veel later
worden ingevuld. Daar komen aparte
milieu-effect-rapportages en studies voor",
zegt Boomsma.
Proef
Het park is een demonstratie/proefproject.
Bij een proefopstelling denkt 'de gemiddel
de Nederlander' aan iets dat kan mislukken
en dus wellicht weer wordt afgebroken.
Boomsma's opvatting van 'proefdraaien'
blijkt een heel andere. De honderd molens
blijven volgens hem sowieso staan: „Het is
een commercieel project." De molens gaan,
zo vermeldt een folder van EZ, jaarlijks voor
35 tot 40 miljoen gulden aan stroom produ-
Toch heet het een demonstratie/proefpark
te zijn. Boomsma: „We willen hiermee erva
ring opdoen met de specifieke omstandig
heden op zee. Niet alleen de zoute en harde
wind en het zoute water, maar ook de on
bereikbaarheid en dus de noodzaak om de
molens onderhouds-ongevoelig te maken.
De windmolens moeten, zoals dat mooi
heet, worden gemariniseerd.
Bovendien moet duidelijk worden wat de
effecten zijn op de zeebodem en het zeele
ven. „Tussen de funderingen is het heel rus
tig. Het zou me niet verbazen als er daar
zich een aantrekkelijke leefgemeenschap
ontwikkelt."
Ook de gevolgen voor vogels worden onder
zocht.
Windenergie is onuitputtelijk en schoon.
Geen verzuring, geen stinkende rookgassen
en geen vuile restprodukten. Koren op de
molen van de milieuclubs, zou je zo den
ken. Zo simpel blijkt het niet te zijn. De
Milieufederatie Noord-Holland zit met het
plan voor windmolens in zee behoorlijk in
haar maag. Ze worstelt met een standpunt.
„Eigenlijk weten we niet zo goed wat we
vinden. We zijn voor- en tegenstander
in een. Windenergie is een goede ver
vanging van fossiele energie,
zijn tegen molens in de ecologische
hoofdstructuur (de grote natuurgebie
den in Nederland plus de stroken
groen die die gebieden verbinden,
red.) Molens horen, en dan liefst in
grote parken vanwege de forse i
giewinst, op industrieterreinen.
Maar daar staat tegenover dat de
Noordzee toch al overbevist is, dus
de natuur wordt al grote schade
aangedaan. Of die molens dan nog
zoveel kwaad aanrichten, is nog
maar de vraag", aldus Wim van der
Schot van de Milieufederatie.
De twaalf provinciale milieufede
raties plus de stichting Natuur en
Milieu, samen ongeveer heel
milieuminnend en -verdedigend
Nederland, hebben vorig jaar hun
standpunt vervat in de brochure
Frisse Wind. Als indicatieve xxcht-
lijn wordt plaatsing van wind
molenparken in de ecologische
hoofdstructuur of aandere na
tuurgebieden afgewezen.
MilieufederatieNoord-Holland
gaat in haai nuancering nog
een stap verder. „We zijn ei
genlijk tegen, maar als kan
worden aangetoond dat er
geen schade is, zijn we voor."
Het voornemen van een aan
tal energiebedrijven om langs
de Afsluitdijk zestig windmo
lens neer te zetten, wijst de
federatie wel af. De dijk
scheidt de Waddenzee, net
als de Noordzee ecologische
hoofdstructuur, van het IJs-
selmeer.
Snelwegen
Die ecologische hoofdstructuur en dus
natuur is in geval van de Noordzee 'overko
melijk'. Van der Schot verwacht dat de
schade aan de vogelwereld van molens in
de Noordzee veel kleiner zal zijn dan die
van de turbines op de Afsluitdijk. „Maar ei
genlijk weten we nog weinig van de trek van
vogels boven zee. Er moet dus éérst gede
gen driedimensionaal onderzoek worden
gedaan. Pas als onomstotelijk vaststaat dat
er geen schade te verwachten is, gaan wij
akkoord met plaatsing in zee."
Voor de 'windman' van de federatie gaat de
discussie rond windenergie veel verder dan
simpelweg vóór of tegen de plaatsing van
een molen zijn. „Er moet een fundamentele
discussie komen over het energiegebruik in
Nederland."
Maar wachten totdat Nederland overgaat
tot diepe, brede en basale discussie over het
hoe en waarom van de economische groei,
kan niet. De bel voor de eerste ronde van
inspraak heeft geluid: er moet een mening
komen. En die heeft de federatie niet. „We
vinden dat windmolens eigenlijk langs snel
wegen horen te staan. Die gebieden zijn
toch al verpest. Maar daar gaat het nu niet
om. De vraag is wat de federatie van molens
in zee vindt? Van der Schot erkent op twee
gedachten te blijven hinken. „Het gevaar is
dat zo'n near-shore-park het begin is van
een havenhoofd. Maar ja, windenergie is
wel schoon. En zo'n park kan ook voordelen
hebben voor de onderwater-natuur. Alleen,
de Noordzee is natuurgebied en dat willen
we eigenlijk niet. Tja...."
Achtertuin
Zo weifelend als de Milieufederatie Noord-
Holland is, zo ferm is Vogelbescherming
Nederland. Directeur Eric Wanders: „Om
dat niemand die molens in zijn achtertuin
wil hebben, worden de turbines maar in zee
gezet. Middenin de ecologische hoofdstruc
tuur. De natuur is weer de dupe. Daar zijn
wij het dus bepaald niet mee eens. Wind-
Het menselijk oog is nauwkeuriger dan de beste computer- en videoapparatuur. Op
acht kilometer afstand 'ziet' de computer geen draaiende wieken meer. Het mense
lijk oog ziet die nog wel. In deze uitsnede zijn de molens vergroot om een indruk te
geven van het totale beeld. foto's lokman produkties},
energie is natuurlijk prachtig, maar wind
molens horen thuis in produktiegebieden.
Niet in zee, maar op landbouwgrond of in
dustrieterreinen.'
Vogelbescherming Nederland zegt voorals
nog nee tegen windmolens in zee. „Wij
gaan pas akkoord met windmolens in de
ecologische hoofdstructuur als onomstote
lijk is aangetoond dat die molens werkelijk
nergens anders kunnen worden neergezet
en als het effect op vogels en ecologie niet
groot is."
De trek van vogels in de luchtstrook op zo'n
acht kilometer van de kust is nog nooit
goed in kaart gebracht. „Daar was geen re
den voor. Die strook is tot nu toe immers al
tijd vrij gebleven. Als iemand nu de nood
zaak tot onderzoek creeërt, dan moet hij
ook dat onderzoek doen en betalen."
Het ontbreken van cijfers ten spijt, kan
Wanders wel een idee geven van de moge
lijke schade die een windpark op acht kilo
meter afstand aan vogels zal toebrengen.
„In die strook vliegen vooral steltlopers en
lijsterachtigen. Omdat vogels boven zee
geen obstakels verwachten, reageren ze te
traag. Hun sturingsmechanisme is er niet
op afgesteld. Ik ben bang dat zo'n park heel
veel slachtoffers maakt."
Wanders is wantrouwend jegens het minis
terie van economische zaken: „Die proef is
oneigenlijk. Als je zegt ervaring te willen op
doen met windmolens op volle zee, moet je
niet dicht bij de kust een park bouwen. Dat
klopt niet. Dan moet je dus gewoon ver op
zee een paar molens neerzetten."
Animatie
Insprekers een goede beschrijving geven
van watje ziet als er acht kilometer uit de
kust een windpark staat, valt volgens Boom
sma niet mee. Vooral omdat er volgens hem
niet zo barbaars veel te zien is. En dus is in
opdracht van Economische Zaken door
Lokman Produkties, een bureau voor inter
actieve media, animatie en vormgeving,
met behulp van een wiskundig computerp-
orgramma een animatiefilm gemaakt.
In een paar minuten tijd krijgen de bezoe
kers van de voorlichtingsavonden voorge
schoteld wat vanaf de kustlijn te zien is van
het windmolenpark op acht kilometer uit
de kust. Het beeld bij goed weer en bij
slecht weer en als de molens in een drie
hoek danwel in een vierkant opgesteld
staan. Ook de invloed van 'een likje verf
voor de molens wordt getoond. Een oranje
molen is vanaf de kust veel beter te zien
dan een grijze. Iets te goed waarschijnlijk,
want Novem (opdrachtgever voor de film)
is, uit angst voor negatieve beeldvorming
bij de toekomstig insprekers, niet bereid bij
voorbaat de foto met de oranje molens voor
publicatie ter beschikking te stellen.
Acht kilometer is een eind weg, maar zelfs
bij slecht weer blijven de molens zichtbaar,
zo blijkt uit de film. Het draaien van de wie
ken is, althans op video, niet te zien.
EZ houdt de komende week voorlichtings
bijeenkomsten:
Op 1 september om 19.00 uur in het Con
certgebouw aan het Klokhuisplein in
Haarlem;
Op 4 september om 19.00 uur in het pro
vinciehuis aan het Zuid-Hollandplein in
Den Haag.
Een informatiemap is te bestellen bij het
ministerie via telefoonnummer 070 -
379 88 20.