Vergeten
zwervers op
afgedankte
mijnenjagers
'Mandela is een mythe die boven alles staat'
Buitenland
De voorpost
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1998
Valentin Atajev, zijn vrouw lljona en hun zoon Valia.
foto hans hoogendijk
Russische officieren al vier jaar dakloos
Een strakblauwe hemel, weinig wind en in geen velden of
wegen militaire politie te zien. In de kleine marinehaven
van Lomonosov aan de Botnische Golf, zo'n zestig kilo
meter van St. Petersburg, dobbert een handvol oorlogs
schepen. Al vier jaar liggen de schepen er. En al vier jaar
wonen commandant Jevgeni Stalnov en luitenant-ter-zee
Valentin Atajev met hun gezinnen aan boord van de mij-
nenjager SR-70.
LOMONOSOV HANS HOOGENDIJK
CORRESPONDENT
Na de ondergang van de Sovjet-
Unie heeft de Russische Balti-
sche vloot, gedwongen, de Letse
oorlogshaven Liepaja moeten
verlaten. Mijnenjagers en ande
re oorlogsbodems werden naar
Lomonosov gedirigeerd, omdat
in andere havens geen plaats
was. De SR-70 en de andere
schepen rotten sirfdsdien weg.
De marine is de gezinnen van
Stalnov, Atajev en die van drie
andere officieren die noodge
dwongen op een andere mij-
nenjager wonen, blijkbaar ver
geten.
Wettelijk is het Russische minis
terie van defensie verplicht
overgeplaatste officieren binnen
drie maanden na aankomst op
hun nieuwe bestemming een
onderkomen te geven. Maar de
Atajevs en de anderen in Lomo
nosov vechten al vier jaar voor
een menswaardig onderkomen.
Het leven op het schip is bikkel
hard. In de winter vriest het dat
het kraakt, verwarming is er
nauwelijks, 's Zomers is het er
bloedheet, en brandstof voor
motoren van de ventilatoren is
er al lang niet meer. De com
mando-centrale doet nu dienst
als kinderkamer annex mini-
keuken met zegge en schrijve
'We het
nog milon
t Th
rechten
een bedél*
fstc
ezo
eah
lijk tv ingeschakeld.^
zending kregen we r
plaatselijke autoriteF?
ren dat we moesten"1
kwam zelfs een agei j"
heime dienst die zei
contact met buiten!
nalisten moeten meflg
daar peins ik niet o\
zo behandelen'
Ook kwam er een hcgis
delegatie op bezoek°or
commandant, een v?lgf
raai, zei dat we geentke
waren. Over die flat"13
leen dat we dan ma£stI
ces moesten aanspa°ni
de bouwmaatschapfkk'
boden ze ons een oiins
Alexander Münninghoff spreekt met Neder
landse topdiplomaten over hun ervaringen
tijdens een belangrijke gebeurtenis in hun
toenmalige standplaats.
Naast Indonesië en Suriname
heeft ons land nog een derde
koloniale erfenis: Zuid-Afrika.
Een prachtig land met een
historie waarin Nederlanders
en hun afstammelingen sinds
1652, toen Jan van Riebeeck
bij Kaap de Goede Hoop een
ravitailleringspunt inrichtte op
de lange route naar de Oost,
een permanente rol spelen.
In 1795 namen de Engelsen
de macht in het gebied over.
Dat gebeurde zeer tegen de
zin van de nazaten van de
Hollanders, de Boeren, die
vervolgens na het
Unieverdrag van 1910 de
gang van zaken weer gingen
dicteren. Tegen hun
apartheidsprogramma kwam
uiteraard verzet van met
name de zwarte bevolking.
Het African National
Congress (ANC) bundelde dat
verzet, dat zich verscherpte na
het bloedbad van Sharpville in
1960. Er kwamen martelaren
als Steve Biko, die in 1977 in
een politiecel overleed. Ook
de zwarte advocaat en ANC-
leider Nelson Mandela
verdween in het begin van de
jaren zestig in de gevangenis.
Staatspresident Pieter Willem
Botha was de eerste die
begon in te zien dat er met de
zwarte bevolking een akkoord
zou moeten worden gesloten.
Die verandering kwam er, en
snel ook.
P.A. van Buuren was
ambassadeur in Zuid-Afrika
bij de vrijlating van Nelson
Mandela op 11 februari 1990..
Toen ik in augustus 1988 op mijn post kwam,
zat president Botha zo sterk in het zadel dat het
leek alsof niemand hem eruit zou kunnen krij-
gen. Op dissidenten werd gereageerd met op-
sluiting en processen, en binnen de regering
leek geen verzet te bestaan tegen deze aanpak.
Wij waren een van de weinige landen die in Zuid-Afrika
een diplomatieke vertegenwoordiging hadden. Ons idee
was dat we er meer konden doen als we er zaten. Maar wél
kenden we de zogenaamde kritische afstandelijkheid.
Mede door die houding wierpen de blanke Zuid-Afrikanen
ons wel eens het verwijt naar het hoofd dat we hen in hun
strijd in de steek hadden gelaten. Zeker ook in hun strijd
voor het behoud van het uit het Hollands voortgekomen
Afrikaans als taal. Voor hen is die taal het fundament van
hun identiteit.
Bij het plaatsje Paerl in de Kaapprovincie, in het zuiden
van het land, staat een gigantisch monument ter ere van
het Afrikaans. Dit is ons erns staat daar met grote letters
geschreven. Er valt dus niet mee te spotten. En ze vinden
dat wij, als oervaders van hun taal, er veel te weinig aan
hebben gedaan om het Afrikaans te behoeden.
Die kritiek laaide op in 1980, toen onze Tweede Kamer be
sloot het cultureel verdrag, dat van voor de Tweede We
reldoorlog dateerde, op te heffen. Zuid-Afrika. dat was in
middels zo ongeveer een scheldwoord, zeker in bepaalde
Nederlandse kringen. Ik heb mensen gekend die het zelfs
niet aan hun kinderen durfden te vertellen dat ze naar
Zuid-Afrika op vakantie gingen. Ze zeiden dan dat Botswa
na hun reisdoel was.
Nu hebben we dat wel vaker in Nederland, dat we ons vre
selijk opwinden over dingen waar we misschien niet altijd
even veel verstand van hebben. Maar ik vind wel dat orga
nisaties als Kairos en Sietse Bosgra met zijn Anti-Apart
heids Comité een punt hadden door te zeggen dat juist wij
Nederlanders, juist vanwege Van Riebeeck en zo, verplicht
waren in de strijd tegen de apartheid voorop te lopen.
Maar het is tegelijkertijd ook weer niet zo dat Zuid-Afrika
bezeten was van rassenwaan. Je kunt het vergelijken met
bij ons voor de oorlog, toen hadden we het over inlanders.
Daar hadden we geen moeite mee, want er waren bij ons
vreselijk veel mensen met Indisch bloed. Maar ergens in je
achterhoofd zat het wel dat ze toch ietsje minder waren.
Anders, dat is in orde. Een inlander is anders dan een Ne
derlander, een blanke is anders dan een zwarte. Maar
minder, dat kan dus niet.
Intussen was dat wel de implicatie van de Zuid-Afrikaanse
apartheidsfilosofie. Het idee was dat je de zwartman in
zijn eigen cultuur moest laten en hem een eigen plaats in
de maatschappij moest geven. Maar het rampzalige gevolg
was wel dat de zwarten waren aangewezen op de thuislan
den en de zwarte townships rond de grote steden, waar de
overheid niets ter verbetering van de levensomstandighe
den ondernam.
Dat heeft natuurlijk buitengewoon contraproductief ge
werkt. Van de blanke bevolking zou je kunnen zeggen dat
die misschien niet zo rabiaat apartheid-minded was als
wel eens werd voorgesteld, maar dat men wel ongeïnteres
seerd was in het wel en wee van de zwarte medemens.
Men sloot de ogen te gemakkelijk.
Je kunt je afvragen in hoeverre het heeft geholpen, al die
genoeg verandering in de lucht, voor wie er een&
voor had. Nadat Botha in 1989 een beroerte kre£
moest aftreden, is het opeens snel gegaan. Zijn F
De Klerk liet onder de blanken een referendum r'
waaruit bleek dat de grote meerderheid voor ont
lingen met het ANC was. Men wilde van het systj]
Geen opsluitingen meer, geen Steve Biko meer,;
zonder voorwaarden vooraf en op basis van gelijA/
heid. Zuid-Afrika wilde niet meer het stinkdier \kc
reld zijn, zoals men dat zelf in informele gesprebr
eens formuleerde.
Door deze omslag in het denken kon De Klerk oje
ri 1990 de aankondiging doen dat Mandela zouv I
vrijgelaten en dat er besprekingen met het ANCh
komen; zaken die kort daarvoor nog als staatsgeta
waren beschouwd. k
Opmerkelijk was het ontbreken van rancune bij
ten. Je kon in de weken voor de vrijlating van Mc
blanke rustig, zonder angst voor vergeldingsactii
stadions gaan waar grote bijeenkomsten werden^
den, waarin openlijk over de toekomstige Zuid-A"
samenleving zonder apartheid werd gesproken.
rustige uitstraling van Mandela is daar een refle^
is dan ook geen bijltjesdag geweest.
In dat charisma van Mandela schuilt trouwens cw
vaar. Hij heeft gezegd dat er geen geweld tegen cj
mocht ontstaan, maar hij heeft ook gezegd dat ie
stromend water, elektriciteit en een baan zou kii^,
dat is hem nog niet gelukt. Aan de laatste gemeef"
verkiezingen kon je al zien wat daarvan het gevofo
ANC boekte een teleurstellend resultaat, want hty
zijn beloften niet-kunnen waarmaken. r
Toen Mandela in 1990 de Verster-gevangenis inls
uitkwam was dat een fantastisch moment, een n
waarvan wij hadden gedacht dat we het nooit zojc
meemaken. Je merkte duidelijk dat gevoel van 1%
dat op de massa oversloeg. Tegelijkertijd was dejj
gespannen, want ze waren vreselijk bang dat er
dere idioot zou zijn die hem zou neerknallen. Hfj(
eenmaal een land met veel dagelijks geweld. fj
Mijn vrouw en ik zagen het op de tv en we zijn tq
meteen naar het stadhuis van Kaapstad gereden^
Mandela zijn eerste optreden zou hebben. We stfe
daar urenlang in de zon te midden van het volk%
plein. Daar hebben ze nog mijn portefeuille gerof
geboeid was ik door de gebeurtenis. t
Mandela kan de zwarten, die onderling ook sterka
zijn, samenhouden. Hij heeft een sterke uitstral%
zag, zonder dat hij zichzelf fantastisch vindt. Datjj
niet veel voorkomende mix. Hij heeft ook iets vofi
zijn gedrag. En natuurlijk dat charisma van de zvj
die het blanke juk heeft weten af te schudden. H%
historisch ijkpunt, een mythe die boven alles sta&i
hoeveel tijd heeft hij nog? En iemand die 27 t
jaar gevangen heeft gezeten, kun je daar je
hoop op stellen? e
Mandela is zonder meer het beste wat Zuid-
Afrika op dat moment in zijn geschiedenis kon
overkomen. Maar of het voldoende is om het c
land in rust naar welvaart en stabiliteit te lei- e
den, weet ik niet. V
aan in een gemeenst
flatgebouw". Dat aasi^
in dat de Atajevs tijd'
kamer van ongeveerde
te meter in een tehultb
tersburg konden bet, 2
,,We zijn gaan kijken, a(
was nog geen twintig
meter en dat voor viyer,
En het water droop \e t
ren". jn£
Een blik op zijn uniftjer
pend: „Eens was ik e
marine-officier te zij
nu... We bestaan nielO
hebben nog minder,
dan een bedelaar." IF
heeft zijn salaris van H
kend 250 gulden per115,
maanden niet gezieria'
een beetje, en broody
gratis van een veerbcHf
vandaan vertrekt. Wt
paddestoelen. En de3
gen van twaalf verdit
Hij treedt na schooltiJ(
markt op met zijn ge;
rat." SEi
Volgend jaar heeft luie I
zee Atajev er twintig eid
op zitten en mag hij d r
vroegd pensioen. „Des|
600 roebel (ongeveeen
den) per maand. Eendt
flatje kost al evenveetie
moeten mijn vrouw, inl
ren en ik dan van levde
er niet. Vroeger warei
te van het land, nu ziu
ge ten zwervers. NuttF
last," zegt hij met venKh
stem. Zijn vrouw Iljof^
doorvechten: „Ze will c
dwingen weg te gaanur
blijven op dit schip tql,
recht hebben gekregt^
we alles kwijt, mijn tr^ j
nog". fi.
jaren van strijd en actievoeren in Nederland en andere
westerse landen ten behoeve van de anti-apartheid. Onze
taak was het in ieder geval om, meestal in EG-verband, er
telkens weer bij de Zuid-Afrikaanse regering op aan te
dringen dat ze haar beleid moest veranderen. Los van de
morele kwestie: het regeringsbeleid werkte gewoonweg
ook niet, omdat de toestand van 's lands economie steeds
nijpender'werd vanwege de internationale boycot.
De effectiviteit van die boycot was meestal niet zo direct
meetbaar. Maar misschien datje achteraf kunt zeggen dat
mede door ons optreden de nieuwe president F.W. de
Klerk toch is gaan inzien dat de apartheid het land op den
duur te gronde zou richten. Bovendien was het voor de
mensen die in de ellende zaten, wel een ruggensteuntje te
weten dat ze niet alleen waren. Dan hebben we het over
de mensen in de gevangenis.
Er waren inmiddels al wel informele gesprekken met het
ANC, en ook had je het befaamde kopje thee dat de gevan
gen zittende Mandela met Botha dronk in het Tuinhuis,
de residentie van de president in Kaapstad. Er zat kortom
In de haven van Lomonosov is inmiddels een begin gemaakt met de ontmanteling van een aantal oorlogsschepen van de Russische Baltische vloot. foto epa Alexander nemenov
P.A. van Buuren: „Mandela is zonder meer het beste wat Zuid-Afrika op dat moment in zijn geschiede
nis kon overkomen." foto mauricenelwan
één krakkemikkig kookplaatje.
Atajevs vrouw lljona en Ljoeba
Stalnova, de vrouw van de com
mandant, proberen zo goed en
zo kwaad als het kan de zaak
een beetje schoon te houden. ll
jona: „Het is gewoon onbegon
nen werk. We hebben veel kak
kerlakken en ratten. Ik kwam
hier met drie gezonde kinderen,
maar nu mankeren ze van al
les".
Kort geleden viel de vierjarige
Valia van het schip en belandde
tussen de twee mijnenjagers.
Vader Atajev: „Ik kon alleen nog
een blond kopje zien. Hij dreig
de verpletterd te worden. Ik ben
gesprongen en hoe ik hem heb
kunnen redden, weet ik niet
meer. Maar het is een wonder
dat wé het allebei hebben over
leefd."
Daarmee was de maat vol voor
deze marine-officier, die zo lang
zo veel van zijn superieuren had
geslikt. Hij schreef brieven aan
wél opdracht heeft gegeven een
flatgebouw neer te zetten. Een
woordvoerder van de admirali
teit in St. Petersburg verklaarde
dat defensie de aanbetaling van
twintig procent voor de flats
had gedaan, maar dat de pro
jectontwikkelaar daarna failliet
was gegaan.
Onduidelijk is of de marine niet
voldoende geld had om de rest
te betalen of dat de aannemer
het lucratiever vond de flats aan
particulieren te verkopen en dat
hoge marine-officieren daar een
graantje van meepikten. De
Atajevs denken dat er „een
smerig spel is gespeeld. Mijn
hoogste baas heeft ineens twee
flats. Hoe kan dat? En een ande
re topofficier werd aangeklaagd
wegens fraude, maar die heeft
zich snel in het parlement laten
kiezen en geniet nu dus on
schendbaarheid", zegt een ver
bitterde luitenant Atajev.
„Uiteindelijk heb ik de plaatse-
Christina Atajeva
speelt met de gedres
seerde rat, waarmee
haar oudere broer op
treedt en wat bijver
dient.
foto epa
alexander nemenov
de marinetop, meldde het on- dak boven zijn hoofd. Daar is van gekomen, ofschoon de ma-
geluk van zijn zoon en eiste een het tot op heden nog steeds niet rine een projectontwikkelaar