Onttakeling van een foeilelijke kolos
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1998
De lucht boven Groenoord is opgeklaard
jiden was trots toen in 1963 de eerste
jaal de grond in ging. Zelfs de bewo-
(ers van de wijken in de schaduw van
>rbrandingsinstallatie (WI) maakten
torgen. „Je stond er niet eens bij stil,
Je had zoiets van: „Als de overheid
Sk bouwt, zal het wel goed zijn", herin-
J Oostwouder zich. Ze verhuisde in
Aiaar man naar Groenoord. „Wat wis-
£j de jaren zestig nou over milieu en
juiling?"
-f htig jaar later ontwikkelde zij zich tot
voorvechters van sluiting van de WI.
N| jaar lange strijd resulteerde er op 3
j 1990 in dat het vuur in de ovens
iverd gedoofd. Deze mijlpaal beteken-
ns niet het einde van de overlast voor
jrs van Groenoord. Want natuurlijk zat
i met een probleem: waar moest nu
aar toe? Tot eind vorig jaar deed de
VI aan de Gabriël Metzustraat dienst
erslagplaats. „Ik weet niet hoeveel
ens denderden er per dag door de
an de meeuwen, het ongedierte, de
I stond een enorme container buiten,
-afval werd opgeslagen. Op warme da-
-et hier niet uit te houden", zegt Emile
een andere actievoerder uit de buurt,
n waarop het met die overslag moest
jpen, werd telkens weer verplaatst. Dat
harde strijd gekost."
en Emile van Aelst, twee
°P totaal verschillende wijze de slui-
le WI probeerden te bewerkstelligen.
pvouder: „Ik probeerde het met pra-
krgumenten. Anderen opperden wel
dee om de boel maar te bezetten, let-
de barricades te gaan. Maar daar houd
i." Emile van Aelst: „Ik ben me er eind
ïtig mee gaan bemoeien. De mensen
Vuilverbranding hadden toen
fing gepraat. Er werd keurig naar ze ge-
er gebeurde niets. Ik was meer
van een harde aanpak."
.1st woont nog steeds in Groenoord,
J fjer verhuisde naar de Coebel. Van Aelst
"lolder nog stapels knipsels, kooien en
.Wigenlijsten van de voorbij^ strijd,
'uinler deed haar archiefmateriaal al lang
42jj het oud papier. Maar ze herinneren
es dezelfde dingen. Ze herinneren zich
strijd.
kwamen in 1983", zegt Janny
Ier. „De gemeente moest voor de vuil-
ir. ng een nieuwe hinderwetvergunning
i. In die tijd werkte er een buurtop-
Hcer in Groenoord, die ons erop wees
■lokpluim helemaal niet zo onschuldig
geloofden. Vóór die tijd was ik niet zo
garden we over de gifgrondschanda-
lacht ik 'Gelukkig woon ik niet in
jvbouwwijk, onder deze oude
9®|s de grond tenminste
had er geen flauw be-
Zo'n 35 jaar beeldbepalend voor
Leiden, zeker voor hen die met de
trein in de stad arriveerden. Maar
sinds kort rest er niets dan een kale
vlakte. De vuilverbranding, foeilelijk
en kolossaal, is niet meer.
De afgelopen maanden is dit blok
beton, waar jarenlang het afval van
acht Gevulei-gemeenten werd
verbrand en waar vervolgens nog eens
jarenlang het afval uit diezelfde
gemeenten werd overgeslagen,
vakkundig gesloopt.
door ANNET VAN AARSEN
nul van dat wat wij via de lucht op ons afkregen,
minstens zo gevaarlijk was. Maar toen ik een
maal wist, dat er stoffen uit die vuilverbranding
kwamen die je niet kon zien, niet kon ruiken,
sloeg de angst toe. Ja natuurlijk, mijn waslijnen
waren altijd gitzwart en de ramen moest ik vaker
zemen dan mensen aan de andere kant van de
stad. Maar daar was ik niet zo bang voor, ik was
beduchter voor die stoffen die je niet kon zien.
Het eerste wat ik 's ochtends deed, was kijken
hoe de wind stond. Als het noordenwind was
gingen bij mij de ramen direct dicht."
Emile van Aelst: „De politiek had klaarblijke
lijk niet zo'n moeite met de vuilverbranding.
Die installatie stond er toch mooi, in
Groenoord? Ze hebben miljoenen in dat
ding geïnvesteerd. Ook na de bouw.
De schoorsteen is een keer ver
hoogd, er kwamen nieuwe fil
tersin...."
Een knipsel uit 1983,
interview met de be-
drijfleider van de
WI: In het ver
leden was de
uitstoot
bron van kritiek. Merenwijkbewoners klaagden
over neerdwarrelende stofdeeltjes die het wat al
te bont maakten met de buiten drogende witte
was. Kranenburg: „Toen hadden we nog die oude
schoorsteenpijp. Maar nu we sinds vorig jaar een
nieuwe hebben gekregen, is er met de uitstoot
geen vuiltje meer aan de lucht.
Van Aelst: „Maar de buurt kwam er steeds
meer achter dat het goed fout zat. En ook men
sen uit andere wijken sloten zich aan bij de
'Werkgroep Vuilverbranding'. Geen politieke
partij wilde zich echter hard maken voor snelle
sluiting, het bleef allemaal heel vaag. Men hield
de boot af, men hield de werkgroep aan het lijn
tje. Het TNO-onderzoek naar de uitstoot, in
maart 1990, kwam er alleen maar omdat de
Werkgroep zich zo druk maakte."
Het bewuste TNO-onderzoek wees onder an
dere uit dat de uitstoot van zoutzuur zeven maal
hoger was dan toegestaan. Ook met de uitstoot
van stof, met daarin het inmiddels gevreesde
dioxine, was het mis: vier maal boven de toege
stane waarde.
„Ik heb een paar jaar gehad", zegt Janny
Oostwouder, „dat ik dagelijks met die vuil
verbranding bezig was. Ik heb vaak inge
sproken bij commissies, ben bij de
Raad van State geweest, met knik
kende knieën. Op een gegeven
moment heb ik het de toen
malige wethouder Peters
op de man af gevraagd.
Kon hij me garande
ren dat die vuilver
branding geen
gevaar ople
verde
zondheid? Dat deed hij dus niet. Hij wist dat het
met de WI niet goed zat, hij was op de hoogte.
Maar het duurde heel lang voordat het besluit
tot sluiting genomen was. Ik weet nog steeds
niet of onze inspanningen invloed hebben ge
had. Volgens een andere wethouder, Hans de la
Mar, is dat wel zo. Maar misschien hadden we
uiteindelijk simpelweg het geluk dat er op ande
re plaatsen in het land dioxineschandalen ont
stonden. In de Lickebaertpolder, bijvoorbeeld."
Tja, die vuilverbranding, die zal in de wijk niet
meer opspelen. Hoewel sommige bewoners ver
moeden dat het terrein ooit, misschien over
tientallen jaren, weer veelbesproken onderwerp
wordt. Van Aelst: „Er zijn twee plannen voor zo
ver we weten. Of er wordt asfalt gestort voor een
noodparkeerterrein van de Groenoordhallen, óf
er komen bedrijven. Een groene speelweide zal
het niet worden. Misschien zitten er wel diep
weggestopt vervuilingen waar we nog geen weet
van hebben."
achines knabbelen langzaam aan de achterkant van het ge-
foto henk bouwman
Vlak voor de sloop begon, werd deze betonnen kolos gebruikt als aanplakzuil voor exposities. De Lakenhal
trekt aandacht voor een tentoonstelling met werk van Juriaan van Hall. foto hielco kuipers