Valbijl in een luguber oord Tekeningen Andy Warhol laten zich lezen als zijn levensverhaal Marinus van der Lubbe een Hollandse 'rebel' De Leidse metselaar Marinus van der Lubbe werd op 27 fe bruari 1933 in een daklozen- asiel in Berlijn gearresteerd voor brandstichting in de Rijksdag. Ongeveer een jaar later suisde in Leipzig de valbijl boven zijn jonge nek omlaag. Van der Lub be, 24 jaar oud, viel als een van de eerste slachtoffers ten prooi aan de nazi's. Zijn schuld aan de brand stichting is altijd omstreden ge weest. In de jaren '70 werd de procesgang nader onderzocht. Het gerechtshof in Berlijn her riep liet doodvonnis en zette dat om in 8 jaar dwangarbeid. De Hollandse 'rebel' is na ruim 60 jaar nog steeds in het nieuws. Zo is een groep Leidse kunstenaars bezig aan een mo nument voor Van der Lubbe. En Zuidenwind Filmprodukties maakte in samenwerking met de RVU in Duitsland opnamen voor een w-documentaire die in het najaar wordt uitgezonden onder de titel Wateren Vuur'. Verslaggever Cees van Hoore volgde de televisieploeg in Leip zig en bewandelde wegen achter de schennen. In drie afleverin*"* gen zijn bevindingen. Vandaag het slot: de plek waar Marinus van der Lubbe ter dood werd ge bracht en bezoek aan het Süd- friedhof. ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1998 heet 'Schicksaltage unserer Jahrhundert' en daar past die geschiedenis natuurlijk perfect in. In 1955 is Van der Lubbe opgegraven door de medewerkers van het Dimitrovmuseum. Er was een zware steen op de kist gelegd, zo bleek. Een steen van een ander, namelijk die van Julius Motterle, een man die bekend stond als de Rote Feldpostmeister, een knaap die tijdens het nazisme illegale krantjes had gedrukt. Die steen staat nu inmiddels ergens anders." Boven de plek waar Van der Lubbe ligt, staan wat kleine coniferen. Het is er stil, zo stil dat je de koorzang van bijen en vliegen kunt bo ren. Er omheen liggen de urnengraven van onbekenden, geliebr - geweint - unvergessen. „Van der Lubbe is begraven in een zinken kist", zegt de man van de begraafplaats. „Ik denk dat men dat heeft gedaan omdat er bij zo'n onthoofding natuurlijk flink veel bloed vrijkomt. En men wilde niet dat de kist lekte tijdens het transport. Zijn familie heeft zijn lijk niet mogen meenemen naar Holland. Dat stonden de nazi's niet toe. Hij zou dan als een soort martelaar naar Nederland zijn ge gaan. De Partei des Demokrotischen Sozialismus, de voormalige communisten dus, heeft zich ingespannen om Van der Lubbe een waardi ge rustplaats te geven. Ook vanuit Nederland zijn er initiatieven ondernomen. Maar vol gens de begrafeniswet mag het ombedden van Van der Lubbe pas in 2007 gebeuren. Tot die tijd moeten de andere doden hier rustig kunnen liggen. Dat ombedden gebeurt hier wel meer, meestal in het koude jaargetijde. Maar ach, er zal niet veel van Van der Lubbe meer over zijn. Meestal treffen we na zo'n tijd alleen nog de schedel en heupbeenderen aan. Van der Lubbe is doppelttief begraven. Normaal gebeurt dat ook wel, bij familiegra ven bijvoorbeeld. Maar hier is dat, denk ik, toch gebeurd omdat men hem echt diep on der de grond wilde hebben. Op zijn kaart stond in rood schrift vernield dat niemand op de begraafplaats inlichtingen over hem mocht verstrekken." De man van de begraafplaats laat mij even alleen met de schim van Marinus van der Lubbe, wiens hart, die 'bloedrode rebel', al lang niet meer klopt. In gedachten zie ik Van der Lubbe met gebogen hoofd en afgezakte broek staan voor twee Duitse politie-agenten, uitgerust met glanzend gepoetste laarzen en koppelriem. Vanonder hun helm, waarop de Duitse Reichsadler prijkt, kijken ze hem aan, leedvermaak in hun ogen. Terwijl ik over de begraafplaats naar de uit gang wandel, waar mensen met gieters en schepjes in hun hand hun geliefde doden ko men bezoeken, moet ik denken aan die arme sloeber die diep in de vreemde grond werd gestopt, ver van zijn vaderland. Zijn familie kreeg het stoffelijk overschot niet mee, was niet in staat hem af en toe een bloemetje te brengen. Maar ach, of de milde schaduw nu van onkruid komt of van bloeiende planten, dat maakt de doden niet uit. Langs de westelijke muur van het Südfried- hof bevinden zich de graven van de voorna men. Voor een zware, ijzeren, deur zit een naakte man op zijn knieën. Zijn hoofd hangt er mismoedig bij. Hij staart naar een rood boeket op de grafzerk. Met zijn rechterhand rukt hij aan de klink van de ijzeren deur. Zo heeft Van der Lubbe de deur van de gruwel kamer, waarin Hitier en zijn trawanten hun snode plannen uitdachten, voor het oog van de wereld proberen open te rukken. Marinus van der Lubbe, de straatarme Leidse jongen, wiens naam vergoed versmolten zal blijven met het eerste, vlammende, protest tegen de nazi-terreur. Ruhesanft, Kamerad! ijk, die geluiden van brom- mers en ander optrekkend verkeer kan ik natuurlijk niet echt gebruiken. Dat had je in die tijd nog niet zo erg. Het kan zo zijn dat ik voor deze stille scène ergens anders een geluid oppik. Mis schien wel het geluid van kraaien, straks in Polen, ergens op het platteland. Daar moeten we nog naar toe om opnamen te maken van de plekken waar Van der Lubbe heeft gewan deld. Het geluid van kraaien, ja, van die grote kraaien. Dat harde, ratelende, gekras." Geluidsman Gert-Jan Miedema staat er wat verloren bij op de binnenplaats van het Poli- zeiprasidium in Leipzig. Zijn collega's, regis seur Joost Ceelen en cameraman Peter Brug man, zijn bezig met opnamen van de plek waar Marinus van der Lubbe ter dood is ge bracht, ergens in een achterafhoek van het imposante gebouw. Pr-medewerkster Birgit Höhn, gekleed in een fleurige blouse en dito rok, heeft de plek met enige schroom aange wezen. De binnenplaats wordt omsloten door gevangeniscomplexen, waar onlangs nog verse rollen prikkeldraad op de muren zijn aangebracht. Een luguber oord, waar, net als overal in Leipzig, wordt gerenoveerd en gebouwd. Regisseur Joost Ceelen geeft de opdracht alle 'anachronismen', zoals colablikjes, stuk ken maandverband, bestelbusjes, rood-wit lint waarmee kuilen zijn afgezet en een grote generator uit beeld te halen. En de milieu vriendelijke groene afvalcontainers moeten ook weg, Samen met de geluidsman rol ik ze uit beeld. Cameraman Peter Brugman voelt met de rug van zijn hand of het al ophoudt met mie zelen. Als de hemel groen licht geeft, loopt hij met de camera op zijn schouder naar de plek toe. Behoedzaam als een balletdanser zet hij zijn ene gymschoen voor de andere. De moeilijkheid is om op een natuurlijke manier een glimp van de rollen prikkeldraad mee te nemen in het beeld. Terwijl hij bezig is, zegt Joost Ceelen: „Van een man die hier in de jaren dertig gevangen heeft gezeten, heb ik gehoord dat de gevan genen in de cellen die grensden aan de bin nenplaats tijdens de executie van Van der Lubbe zijn verplaatst naar de andere kant van de gang. Ze wilden niet dat iemand de terechtstelling zag. In alle vroegte hebben ze Van der Lubbe onthoofd. Voortdurend werd hij in de gaten gehouden. Hij mocht geen zelfmoord plegen. De dood door de valbijl was eigenlijk een vrij milde straf. Zo'n dood getuigde toch nog van enig respect. Hitier wilde eigenlijk dat Marinus in het openbaar werd opgehangen. Als een afschrikwekkend voorbeeld. We heb ben het apparaat waarmee Marinus werd ge dood, gefilmd. Het was keurig opgeborgen onder een laken, stofvrij. Met Duitse Griind- lichkeit legde een man ons uit hoe het werk te. Een soort houten bank waarop Van der Lubbe op zijn buik moest gaan liggen. Het hoofd en het lichaam werden vastgesnoerd met leren riemen. Het mes van de bijl solide en scherp. Vakwerk. Aan het hoofdeinde van de bank was een zinken bak aangebracht waar het hoofd in moest vallen. Aan de zij kanten waren spatlappen bevestigd, tegen de bloedspetters. Die apparaten werden in de Hitlertijd vaak gebruikt, maar ze hadden er maar "n beperkt aantal van. Als er in een stad ergens een nodig was, bracht men daar de valbijl naar toe. U vraagt en wij hakken! Dat beulswerk verdiende goed. Per executie kreeg de beul zo'n driehonderd Mark, wat veel was in die tijd. De beul van Van der Lub be kwam uit Schmölln. Ik heb foto's van die man gezien. Daar word je niet vrolijk van. Je kent dat wel: zo'n dikke speknek. Een slager. Als hij weer eens een klusje had opgeknapt, trakteerde hij zijn vrienden aan de Stamm- tisch. Het Südfriedhof is het grootste kerkhof van Leipzig. Tussen de bomen, die aan de zoom van bedauwde grasvelden staan, is nog volop plaats. Er staat een zoel windje dat taldcen en struikgewas doet bewegen. Alsof de natuur de voorbijgangers wenkt: kom erbij, kom er bij! „Gisteren is die Hollandse filmploeg hier ge weest", zegt een medewerker van de begraaf plaats. Hij leidt mij naar de plek waar de stof felijke resten van Van der Lubbe liggen. „Ik heb gezien dat de ZDF ook al bezig is met een documentaire. Ze maken een serie die De binnenplaats van het Polizeiprasidium in Leipzig. Hier werd Marinus van der Lubbe ter dood gebracht. foto zuidenwind filmprodukties Marinus van der Lubbe met gebogen hoofd en afgezakte broek voor twee Duitse politie-agenten, uitgerust met glanzend gepoetste laarzen en koppelriem. foto archief anp door ELLEN LEIJSER jhkjec aan Andy Warhol, dan denk je aan pblikken, aan coca cola Jaan Marilyn Monroe, 'yin zeefdrukken van larbiljetten, aan Mao en Jan auto-ongelukken, nrloin, dan denk je aan n gedreven kunstenaar lie als geen ander van J alledaagse, triviale derwerpen Kunst wist te aken. Het is veel minder ekend dat Warhol met nzelfde bevlogenheid en overtuigingskracht Uizenden en duizenden leningen heeft gemaakt. Een selectie van 230 tekeningen van deze beroemdste Pop Art- unstenaar is te zien in lseum Schloss Moyland, net over de grens bij Nijmegen. Flinke selectie te zien in Schloss Moyland Zelfportret (acryl op papier) van Andy Warhol uit 1986. foto gpd richard stoner e tentoonstelling van tekeningen van Andy Warhol in Museum Schloss Moy land geeft extra dimensie aan het be kendere werk van de kunstenaar. De tekeningen la ten zich lezen als zijn levensverhaal. Een met potlood getekend zelfportret uit 1942 toont een ietwat verle gen jongeman, een beetje nors naar de toeschouwer kijkend. Wat een verschil met het zelfportret dat War hol in 1986 maakte. Zijn extreem wilde kapsel neemt meer dan de helft van afbeelding in. De blik is er een van 'wie doet mij wat?'. Verlegenheid heeft plaatsge maakt voor zelfverzekerdheid. De tentoonstelling is samengesteld door de Offent- liche Kunstsammlung Basel, in nauwe samenwerking met het Andy Warhol Museum in Pittsburgh. Dat museum is met de Andy Warhol Foundation for the Visual Arts in New York de belangrijkste beheerder van Warhols nalatenschap. De tekeningen zullen, na Moyland, nog worden getoond in de Duitse plaatsen Tübingen en Linz. Na Duitsland reist het werk vol gend jaar naar de Verenigde Staten, waar de trip zal eindigen in het Andy Warhol Museum. Het overzicht doet Nederland dus niet aan. En dat is jammer. Andy Warhol wordt als Andrew Warhola in 1928 in Pitssburgh geboren. Hij is de jongste zoon van Tsjecho-Slowaakse emigranten, zijn vader is mijn werker. Na zijn opleiding 'technisch tekenen en ont werpen' aan de Carnegie Institute of Technology in Pittsburgh gaat Warhol aan de slag als illustrator en reclametekenaar. In 1949 verhuist hij van Pittsburgh naar New York. Daar valt hij vrijwel direct op door zijn bijzondere technische vaardigheden en zijn professionele hou ding. Zijn carrière verloopt voorspoedig. Hij verwerft veel opdrachten. In modieuze, tijdschriften worden zijn illustraties veelvuldig gepubliceerd. Zo verschij nen in het blad Glamour regelmatig zijn 'Lady shoes'. Op de tentoonstelling zijn enkele prachtige tekenin gen van deze schoenen te zien. De onrustige Warhol heeft praktisch alle disciplines onderzocht en onderworpen aan zijn scheppings drang. Het tekenen blijft hij trouw tot aan zijn dood in 1987. Hij sterft als gevolg van complicaties bij een galblaasoperatie. In de jaren vijftig is het tekenen voor Warhol de enige manier om zich uit te drukken. Juist deze teke ningen belichten een onbekende Warhol. Ze onder strepen zijn veelzijdige talent. De werken zijn heel di vers, van stripachtige tekeningen vol grapjes tot intie me portretten waar de fijngevoeligheid vanaf straalt. Van snelle krabbels met dezelfde sfeer als het werk van Picasso tot kwetsbare, delicate mannenhoofden. Als Warhol begin jaren zestig het zeefdrukken ont dekt en hij met zijn reclamewerkzaamheden stopt, legt hij ook zijn potloden in de kast. In de periode van 1963 tot 1972 tekent hij nauwelijks. Dat heeft enigszins te maken met het imago dat hij zichzelf heeft aangemeten. Tekenen past niet in zijn nieuwe wereld van glitter en glamour. Vanaf de jaren zeventig put hij echter weer voldoe ning en genoegen uit het tekenen. Het liefst tekent hij op zondag. Zijn New Yorkse atelier The Factory, meestal het domein van vele assistenten, is dan stil en verlaten. Ideaal om te ontsnappen aan het hecti sche society-wereldje waarin Warhol verkeert. Op zondag komt hij, met het tekenblok hinnen handbe reik, tot rust. De tekeningen die hij die laatste vijftien jaar van zijn leven maakte, hehben een duidelijke verwant schap met zijn zeefdrukken: ze sluiten er naadloos op aan. Het lijken schetsen, voorontwerpen. Zo hangen er op de tentoonstelling tekeningen van Joseph Beuys en Mao, met acht zeefdrukken ter illustratie ernaast, en een uitvergroot schetsmatig detail van zijn Laatste avondmaal. Warhol is zijn hele leven commercieel geweest. Daarom is het op zijn minst opmerkelijk dat het te kenwerk uit de jaren zeventig en tachtig niet of nau welijks in de handel is opgedoken. Veel tekeningen uit die tijd zijn zelfs nooit in de openhaarheid geko men. Een verklaring is wellicht dat hij het voor het geld niet meer hoefde te doen. 'Andy Warhol, tekeningen 1942-1987' tot en met 20 september in Museum Schloss Moyland, Am Schloss 4 in Reclburg-Hau. Openingstijden: dagelijks van 10 tot 18 uur, vrijdag van 10 tot 21 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 35