1 De strijd tegen de zuipschuit IsjQËEHSDBl Interesse J- - M door THEO KOOPMAN Het bootje 'Promiloos', hier in de haven van Delfzijl, wordt ingezet bij de alcoholcontrole op het water. FOTO CPD WLADIMIR VAN DEN BURGH Spee zegt dat er geen heksenjacht op het wa ter zal komen, klinkt dat heel coulant, maar tegelijkertijd kan ook worden aangetekend dat de heks op een wel heel korte bezemsteel zit. Neem bijvoorbeeld de situatie in Fries land, dé watersportprovincie bij uitstek, waar ook nog eens veel beroepsvaart aanwezig is. Friesland beschikt over welgeteld één politie- boot met daarbij twee rubberen speedboten. Deze vloot ligt in Sneek, de enige post in Friesland van de politie te water. „Als er in Friesland een ongeluk op het water gebeurt, vindt men het heel gewoon dat het een paar uur duurt voor wij er zijn", zegt Berend Tim mer, politieman te water in Sneek. Of neem de provincie Drenthe. Die be schikt helemaal niet over een sectie politie te water. De provincie wordt bediend door de onder de waterpolitie Delfzijl ressorterehde eenheid in de stad Groningen. Als er in Drenthe een alcoholcontrole op het water uitgevoerd moet worden, zal volgens woord voerder Piet Piekstra van de waterpolitie Delfzijl de politie met de auto naar bijvoor beeld een sluis rijden om vervolgens met de blaaspijpjes aan boord te gaan. In Groningen zelf zijn er posten in Delfzijl en Lauwersoog. Maar de meren in de provincie vallen won derlijk genoeg niet onder de verantwoorde lijkheid van de politie te water (onderdeel ZATERDAG 25 JUL11998 Kinderen kunnen slecht leeftijden schatten. Vraag je in de kleuter school hoe oud de juffrouw van de klas is, dan veronderstellen sommi gen dat ze twaalf of misschien wel dertien is, terwijl anderen het op minstens honderd houden. De gro te getallen zeggen hun weinig. Toen mijn jongste zoon vier was, en ver nam dat zijn grootmoeder 76 was, moest hij daar lang over nadenken, en toen vroeg hij: 'Maar is ze wel bij één begonnen?' Met personen krij gen we het schatten meestal wel onder de knie. Moeilijker is het schatten van de leeftijd van een woord. Hoe lang bestaat het woord 'hartstikke' al? Hoe lang is het woord 'interesse' reeds in onze taal? Akkoord, er bestaan ge leerde boeken waarin zoiets soms te vinden is. Lang niet altijd, overigens. Maar zonder hulpmiddelen? Zonder hulpmiddelen zou den we er niets van terechtbrengen. Deze week heb ik twee ongefundeerde ideee'n overboord moeten zetten. Altijd gedacht dat 'hartstikke' een tamelijk jong mode woord is, maar dat klopt niet. En van 'inte resse' zou ik gedacht hebben dat het al eeu wen bestaat, maar het blijkt nog geen hon derd jaar oud. Het is bepaald jonger dan 'hartstikke'. Het woord hartstikke kwam ik toevallig te gen bij het lezen van Beets' 'Camera Ob- scura' (1839): 'Haar naaste buurvrouw is hartstikken doof. Ik keek daarvan op, want ik meende dat het een modewoord was van twintig, dertig jaar geleden. Zoals nu alles keiduur is of te gek snel, zo was er een poos geleden heel veel hartstikke. Maar Beets ge bruikt het in 1839 ook al, en als je het na zoekt blijkt P.C. Hooft het reeds in de 17de eeuw te gebruiken, al was het toen nog let terlijk: 'Toen grypt ze een mes, en jaaght het hem door de ribben dat hy hartsteeken doodt bleef. Ook als we Hooft en de letter lijke betekenis niet meetellen, heeft hart stikke dus al minstens 140 jaar de tegen woordige betekenis. Volgens het grote 'Woordenboek der Nederlandsche Taal', anno 1912, is het 'gemeenzaam', en 'In Zuid-Nederland onbekend'. Het eerste is nog steeds juist; het tweede niet. Een ander vooroordeel mijnerzijds sneu velde bij het lezen van een mooi artikel van Fons Moerdijk over de geschiedenis van het woord 'interesse'. Net als de sa mensteller van het Van Dale Etymologisch Woordenboek en vele generaties gymna siasten wist ik niet beter of dit woord komt rechtsteeks uit het Latijn. Daar blijkt weinig van te kloppen. Het verhaal begint wel bij het Latijn, maar er zit een lange geschiede nis tussen toen en nu. Om te beginnen het middeleeuws Latijnse 'interest' of'interes se': 'vermindering van de waarde van een voorwerp, schade die daaraan ontstaat, na deel dat daaruit voor de bezitter voort komt'. In het Duits zien we de vorm 'interesse', in het Nederlands, het Engels en het Frans vooral 'interest' (in het Frans later tot 'intérèt' geworden). Via 'schade, verlies' ontwikkelt zich de betekenis 'schadevergoe ding, schadeloosstelling'. Vandaar wordt het ook: 'percentsgewijze vergoeding voor het gebruik van geleend geld', en: 'rente, in terest'; en dan: 'belang'. Uiteindelijk ook: 'belangstelling'. Rond 1900 bestaat er een woord 'interest' met als betekenis: (1) rente, (2) belangstelling. Er is dan in het Neder lands nog geen woord 'interesse'. De eerste keer dat ons 'interesse' (=belangstelling) opduikt, is pas in 1913. Het duurt dan nog een hele poos voordat het zo algemeen ge bruikt wordt dat het ook in de woordenboe ken wordt vermeld. Van Dale noemt het pas vanaf 1950, Koenen vanaf 1952. Verschue- ren kent in 1950 enkel nog 'interesse' als: 'belang voordeel'; wel 'interest' als 'belang stelling'. Argumenten om aan een Duits leenwoord te denken zijn onder andere dat 'interesse' in de jaren dertig een germanis me genoemd wordt, en ook dat het aanvan kelijk onzijdig gebruikt werd: 'het interesse' (vgl. Duits: 'das Interesse'). Het leenwoord kwam goed van pas, aangezien het Neder landse woord 'interest' op dat moment twee erg ongelijke betekenissen moest dra gen: enerzijds 'rente, interest', anderzijds 'belangstelling'. Bovendien sloot het leen woord beter aan bij de al langer bestaande woorden 'interesseren' en 'interessant'. Dat het toch nog tientallen jaren geduurd heeft, voordat dit leenwoord algemeen geaccep teerd raakte, zou wel eens kunnen komen door ohze misschien ook toen al verregaan de schrik voor alles wat van buiten komt. Als je bedenkt hoe weinig er na vijftig jaar van die schrik overgebleven is, dan zouden we vandaag de dag toch wel wat zorgelozer mogen leven. IR *r Steviger beleid n de loop der jaren groeide het besef och een steviger beleid opgezet moest i. Men kreeg niet alleen in de gaten alcoholgebruik op het water niet lan- lagatelliseerd kon worden, maar door ist van steeds grotere en steeds meer n werd de situatie op het water ook als gevaarlijker beoordeeld. Vandaar dat eid via artikel 27 van de Scheepvaart- rd aangescherpt. Iemand die het bevel f stuurt, mag niet onder invloed verke- is strafbaar. Dat betekent dat niet al- roerganger strafbaar is, maar ook de- e de leiding op het schip heeft. Een lie op een gegeven moment zijn zoon ct het stuurrad over te nemen en ver- zelf aan de fles gaat, zit goed fout, Dk een dronken loods niet meer vrijuit ij controle zal het schip uit de vaart genomen en aan de ketting gelegd, /etswijziging die een actiever opspo- :n vervolgingsbeleid mogelijk maakt, 1 april in en het college van procu- eneraal kwam onlangs met de dienst- ht aan politie en justitie dat er gerichte d controles moeten worden gehouden. tn Geen heksenjacht et bedenken en het invoeren van een wet meestal niet het grootste pro- de controle op uitvoering ervan is ?el moeilijker te realiseren. Als Koos van het Korps Landelijke Politiediensten) - die vallen sinds allerlei reorganisatiemaatre gelen onder de toch al zo overbelaste Regio politie Groningen. Geen sinecure Ziet het er facilitair beschouwd niet perfect uit, de alcoholcontrole op het water zelf is ook geen sinecure. Op de weg laat je automo bilisten in een fuik rijden, zodat je tijdens één actie velen aan een alcoholtest kunt onder werpen. Op het water gaat dat niet zo simpel. Berend Timmer („Ik wist wel dat de wet was veranderd, maar niet dat er vanaf 1 juli ge richt gecontroleerd moet worden") legt uit hoe het in zijn werk gaat. „We gaan aan boord en laten de stuurman blazen. Blijkt dat hij te veel heeft gedronken, dan moet hij wor den meegenomen. Een collega of ik moet het schip naar de wal varen en aanleggen. Je kunt op een schip komen dat zo ingewikkeld is dat hij eigenlijk alleen maar bestuurd kan wor den door de kapitein. Maar ik moet het stuurrad overnemen en als er wat gebeurt, ben ik de lui. Als we eenmaal een aanleg plaats voor de boot hebben gevonden bellen we het dichtstbijzijnde politiebureau. Die moet een wagen sturen om de man mee te nemen naar het bureau voor de officiële alco holtest, de ademanalyse, met geijkte appara tuur. Soms moet iemand van ons aan boord van het schip blijven totdat de schipper terug is. Je ligt namelijk wel eens op een afgelegen plek waardoor het beter is dat er bewaking aan boord is." Timmer schat dat hij zo'n zes testen per uur kan uitvoeren. „Maar stel je voor dat je midden op een meer een gerichte alcohol controle moet uitvoeren. En stel dat de eerste twee of drie personen die blazen, dronken blijken te zijn, wel, dan ben je daar de hele dag mee bezig. Maar misschien is het moge lijk om bij een gerichte actie mobiele appara tuur voor de ademanalyse in de buurt aan wal te krijgen. Hoewel we weinig middelen hebben waardoor die alcoholcontrole moei lijk is uit te voeren, vind ik de wetswijziging toch een goede zaak. De watersport heeft de naam dat er stevig wordt gedronken. Ieder een heeft wel een flesje Beerenburg of pils aan boord en daar wordt ook van gedronken. Maar dat de verkeersveiligheid op het water daardoor in gevaar is, nee, dat valt wel mee." Piet Piekstra van de waterpolitie Delfzijl onderschrijft de woorden van Timmer. „In ons gebied hebben we niet veel met de ple- ziervaart te maken. Veel meer met de door gaande beroepsvaart. Voor de beroepsvaar- ders is hun schip een woning op het water. Ze hebben er alles bij de hand. Ook drank. En het is gebruikelijk dat ze in de stuurhut een pilsje of een borreltje drinken. Dat kan ook gemakkelijker dan in de auto. Maar nu de schepen steeds groter worden en het verkeer op het water drukker, is het goed dat we ge richte alcoholcontroles kunnen houden. Tot op heden konden we op basis van openbare dronkenschap alleen maar optreden als er echt iets mis was gegaan. Als een schip bij voorbeeld op de wal was gelopen. Nu kunnen we bij de reguliere controles op de schepen de apparatuur meenemen om te laten bla zen. Er zullen ook landelijke, gerichte contro les komen, maar het moet geen heksenjacht Belastend Die laatste opmerking moet geruststellend zijn voor Guus Poppelaars, woordvoerder van de Federatie van Schippersbonden. „Ik vind die alcoholcontrole wel acceptabel. Je moet geen auto besturen als je onder invloed bent en je moet zeker geen schip besturen als je te veel hebt gedronken. Alcohol en vervoer ho ren niet bij elkaar. Ik denk overigens dat er in de binnenscheepvaart evenveel anti-alcoho listen' zijn als mensen die wel alcoholische dranken consumeren. Ik heb geen moeite met de controles, mits ze niet ontaarden. De laatste jaren worden de schippers in een zeer hoog tempo overspoeld met steeds meer voorschriften waar hij en het schip aan moe ten voldoen en waarvan de naleving ook wordt gecontroleerd. Dat wordt duidelijk als belastend ervaren. En als de alcoholcontrole bij nacht en ontij wordt gehouden, zal ook dat als belastend worden ervaren. De schip per zal het zeer hinderlijk vinden als hij 's nachts moet blazen. Het hangt er dus van af hoe en wanneer de controles worden uitge voerd; van de verkeerssituatie, van het tijd stip etc." Volgens de ANWB telt Nederland zo'n 350.000 pleziervaartuigen met een gemiddel de bezetting van twee tot tweeënhalf perso nen die onder hef regiem van de alcoholcon trole vallen. Een controle die voorlopig mondjesmaat zal worden uitgevoerd. „Voor dit jaar zal het worden meegenomen in de reguliere surveillance. Er zullen niet echt lan delijke acties worden gehouden", zegt Koos Spee van het bureau Verkeershandhaving. Toch verwacht Pieter Boomsma van de Re giopolitie Groningen resultaten. „We zullen zeker meer processen-verbaal uitschrijven. Want het is onze ervaring dat men het in de pleziervaart niet zo nauw neemt met het al coholgebruik." Een troost voor de alcoholische dranken nuttigende bootjevaarders: ze mogen meer alcohol tot zich nemen dan de automobilist. Laatstgenoemde is bij een promillage van 0,5 en meer reeds de klos, op het water ligt de grens op 0,8. Dat verschil is aangebracht, om dat op het water de snelheden lager liggen en er naar verhouding minder ernstige ongeluk ken gebeuren dan op het land. f het beeld dat er veel zuipschui- J ten te vinden zijn op de Neder- landse wateren overeenkomt waarheid, is onduidelijk. Bij verzeke- ïaatschappij Unigarant, waar veel bo- verzekerd, heeft men ooit de schade- onderzocht op de vraag of er alcohol spel was. „Dat bleek niet het geval", oordvoerder Karin Hamelink. Bij het ijk Bureau Verkeershandhaving schat voerder Koos Spee dat er jaarlijks der veertig ongelukken op het water ge- waarbij alcohol de boosdoener is. het is natte-vingerwerk", voegt hij er dellijk aan toe. we de precieze cijfers niet weten, komt s Spee doordat er nog nooit a-selectief ntroleerd op alcoholgebruik achter het id. Als er werd gecontroleerd dan ge- dat omdat de boot afwijkend vaarge- ertoonde. Of de stuurman ook echt n was, werd geconstateerd aan de 'an de zogenoemde Trias Alcoholica: oorlopen ogen, een waggelende gang t en met een dubbele tong. Testappara- as niet voorradig. Dat vond men ook idigtoen in 1988 in de Scheepvaartwet epaald dat het verboden was onder in- e varen. „Men vond toen dat het wel 7(il met het alcoholgebruik", weet Spee. Het college van procureurs generaal heeft politie en justitie opdracht gegeven het varen onder invloed van sterke drank aan te pakken. Tot op heden gebeurde dat ook wel, maar dan alleen als de politie door de zwalkende bewegingen van een vaartuig kon vermoeden dat de stuurman te diep in het glaasje had gekeken. Nu moet er doelbewust actie worden ondernomen, zowel in de beroepsvaart als bij recreanten. Gerichte alcoholcontrole op het water. Zoals die al sinds 1 november 1974 in het wegverkeer wordt gehouden. Die controle lijkt niet overbodig. Want, Neptunus mag dan wel de scepter over de wateren zwaaien, Bacchus geniet er een grotere populariteit. Berend Timmer, politieman te water in Sneek: „Stel je voor dat je midden op een meer een gerichte alcoholcontrole moet uitvoeren. En stel dat de eerste twee of drie personen die blazen, dronken blijken te zijn, wel, dan ben je daar de hele dag mee bezig." FOTO ARCHIEF KLM AEROCARTO B. V.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 39