passende jas voor poppodia
i/a
J
door WIM KOEVOET
vesting van instellingen als de onze. Dat veel
clubs, net als Paard en LVC, overschakelen
op een systeem met twee zalen met een af
zonderlijke programmering, is het resultaat
van een grondige verkenning van de markt.
Als je miljoenen guldens investeert, is dat ab
solute noodzaak."
Visser: „Dat de besluitvorming over het
LVC moeizamer verloopt dan over de
schouwburg komt ook omdat de schouw
burgdirecteur in dienst is van de gemeente.
Die heeft kortere lijnen met zijn subsidiege
ver, zit dichter bij het vuur."
Jonker: „De trage besluitvorming heeft in
elk geval niets te maken met weerzin en te
genwerking. De tijd dat jongerencultuur
vooral was geënt op verzet tegen de oudere
generatie ligt achter ons. Jongeren- en pop
cultuur wordt nu breed gedragen. Pop en po
litiek liggen elkaar beter dan vroeger. Het be
sef begint door te dringen dat met de popcul
tuur migranten en jongeren kunnen worden
bereikt."
Visser is niet beducht voor het gevaar dat
de poppodia toch weer worden beoordeeld
op de mate waarin ze minderheden bereiken,
net nu ze met hun welzijnsimago hebben af
gerekend. „Het is inherent aan popcultuur
dat verschillen in taal, kleding, voorkeur en
afkomst pijlsnel worden overbrugd. Sterker
nog, popcultuur komt voort uit minderhe
den. Nu de politiek het LVC als culturele in
stelling erkent, hebben wij het niet gemakke
lijker. Kunst en cultuur vormen de sluitpost
van de begroting. De rechtse partijen blijven
het als luxe zien, de linkse partijen willen er
altijd iets aan verbinden, zeker aan popcul
tuur. De waarde van popcultuur op zichzelf
wordt nog altijd niet ingezien. Het motto is
niet 'kunst omdat het moet'. Kunst moe.t toe
risten lokken of jongeren van de straat hou
den."
Jonker: „Inderdaad, van die budgetvervui
ling moeten we af. We belasten toch ook het
budget voor het Concertgebouw niet met de
kosten van de opvang van de probleemgeval
len onder jongeren of allochtonen?"
Controle
Jonker vindt het 'interessant maar zwaar' om
directeur te zijn van een poppodium dat zo'n
ingrijpende verbouwing staat te wachten. „Ik
prijs me gelukkig dat het stichtingsbestuur
van 't Paard zwaar en invloedrijk is, zich be
perkt tot de hoofdlijnen en op afstand blijft.
Een beter klankbord kan ik me niet wensen.
Van veel van de zeer specialistische dingen
die ik tegenkom, ontbreekt bij mij de kennis.
Om nu te zeggen dat ik de controle heb over
het hele proces... Ik ben geen akoesticus. En
ik heb zelf ook niet die bouwconstructie voor
't Paard bedacht. Het is iets met veren en
wordt ook toegepast bij spoorwegbruggen.
Ze zijn aardbevingbestendig, heb ik me laten
vertellen."
Visser, grijnzend: „Da's altijd meegeno
men, in Den Haag."
De LVC-directeur beaamt dat het onmoge
lijk is om overal verstand van te hebben: „Ik
heb zelf wel wat meer handigheid gekregen
in het aanvragen van contra-expertises. Ik
durf wel te beweren dat ik niet kan worden
bedonderd. Ik prijs me gelukkig dat ik dit al
les mag meemaken. Aanvankelijk was ik te
wild in m'n contacten met de gemeente. Ik
heb boude uitspraken gedaan, die ook in de
krant terechtkwamen en ik heb te weinig oog
gehad voor de ambtenarij en de politiek. Het
is voor mij zo ontzettend gemakkelijk om kri
tiek te hebben. Er mag best wel eens een on
vertogen woord vallen, maar de kunst is toch
om met elkaar in gesprek te blijven. In de
muziekbusiness ben je gewend om snel za
ken te doen. Daar zijn de belangen helder af
gebakend en ligt ook het wederzijds voordeel
in een ommezien op tafel. In de politiek, zo
weet ik nu, is dat allemaal ingewikkelder en
moet je veel meer geduld hebben. Ik durf me
nu ook op ambtenaren en politici te verla
ten."
W-
De meeste poptempels in Nederland
zitten in een verkeerd jasje. Te klein
en tot op de draad versleten. In het
begin van de jaren zeventig werden de
poppodia weggestopt in oude
gebouwen, waar gemeentebesturen
toch geen andere bestemming voor
hadden. De popcultuur zou geen lang
leven beschoren zijn, veronderstelden
de beleidsmakers. Nu hebben de
poppodia hun bestaansrecht dubbel
en dwars bewezen. Er is een hoge
graad van professionaliteit bereikt en
de bezoekcijfers zijn hoog. Maar ze
zijn nog steeds ondergebracht in
dezelfde gebouwen, waar bovendien
decennialang geen noemenswaardig
onderhoud aan is gepleegd. Tijd voor
een inhaalrace, waar miljoenen
guldens mee gemoeid zijn. Ook 't
Paard in Den Haag en het LVC in
Leiden staan aan de vooravond van
een grootscheepse renovatie.
ZATERDAG 25 JUL11998
Ruud Visser (LVC; links op de foto) en Pim Jonker ('t Paard) kunnen straks in hun verbouwde accommodaties aardbevingen aan. foto marklamers
roeger, toen zowel het Leids Vrije
tijdscentrum (LVC) als 't Paard,
het poppodium aan de Haagse
segracht, nog werden opgevoerd op'de
otingen welzijns- en jongerenwerk, wa-
te al buitenbeentjes. Maar ook nu de bei-
oppodia in hun gemeente zijn ingedeeld
ie sector cultuur, voelen ze zich nog
'uj; mde eenden in de bijt. Ze stuiten dikwijls
h onbegrip en onkunde van gemeente-
tenaren, raadsleden en wethouders,
directeur Ruud Visser: „Nog altijd moet
lor mij heel belangrijke informatie uit de
K tlezen."
(iser, sinds 1993 bij het LVC, en zijn
t gse collega Pim Jonker, bijna vier jaar di-
19 :ur van 't Paard, vergelijken tijdens een
w Igang door het gebouw van de LVC aan
eidse Breestraat de bouwplannen, de po-
y( die 't Paard en LVC in hun stad innemen
yj un eigen rol als directeur in de jarenlan-
rijd voor erkenning.
iser: „Voordat er ook maar een steen is
gd, heeft het LVC zijn exploitatie op pa-
rond. Zo hoort het natuurlijk ook. Het
koffiedik kijken maar we hebben ten-
^te onze doelstellingen vastgelegd. Bij
K beeld dat we meer bezoekers willen. En
betekent dan weer wat voor je program-
irding. Dat je bereid moet zijn wat platter te
rammeren. Herman Brood bijvoorbeeld,
al is er geen aanleiding om hem neer te
li omdat hij al jaren niets nieuws doet.
VGhem over te slaan geef je ook een sig-
U\ zo van, hé Herman, je moet wel scherp
:n. Maar je hebt met hem wel gegaran-
n d een volle bak. Het blijft een beetje een
istelling: inhoudelijk programmeren en
,n elen halen."
„ii Jonker: „Nee, geen tegenstelling. Je
irlooft jezelf het ene om het andere te
9 elkaar te krijgen. Zeker in de popcultuur
gedwongen om zo te werken. Poppo-
•fi rijgen relatief minder overheidssubsidies
hun programma's dan andere zalen. Ze
en meer hun eigen broek ophouden."
iker stelt na de wandeling door de Leid-
lii iptempel vast dat 't Paard en het LVC
g «technisch nauwelijks op elkaar lijken, 't
bestaat uit drie 'aan elkaar vastgeplak-
irenhuizen, het LVC zetelt in een school-
uw dat rust op de fundamenten van een
it ter. De belangsrijkste overeenkomst is
l dijk de aanwezigheid van vele inefficiën-
h mten-
tienen waarom LVC en Paard flink gaan
iijkeren zijn in grote lijnen dezelfde,
P' Jonker en Visser leggen wel verschillen-
renten. Jonker wil vooral de capaciteit
oten. „Het Paard moet weer tot de zes
tste zalen van Nederland gaan behoren.
J|lis voor Mojo, dat in Nederland zo'n
e in z'n eentje de concerten verdeelt,
iding om wat grotere bands als Deus
iii 't Paard te laten spelen."
j ser: „Het LVC verkeert in een andere si-
e dan de podia in de grote steden, zoals
ird en Nighttown in Rotterdam. Nog niet
ïel lang geleden deed dat onderscheid
terzake. Ik heb begrepen dat het LVC
Police eens heeft geweigerd. Dat was in
id dat subtoppers het clubcircuit plat-
den en dus ook het LVC elke week grote
ïi had. In die tijd kwam het publiek
op de club af dan op het programma,
leb ik ook met m'n rug naar U2 toe ge-
i omdat 'die avond weer zo'n kutband
ïrland kwam spelen'. Je ging gewoon
ie club."
vervolgt: „De markt is enorm veran-
s Succesvolle, beginnende buitenlandse
«kunnen een stad als Leiden nu gemak-
overslaan. Ze treden een of twee keer
i de grote steden en MTV doet de rest.
een verbouwd LVC zal daarin niet veel
I idering brengen. Wij verbouwen vooral
en zaal te krijgen die voldoet aan de
n op het gebied van arbeidsomstandig-
Ïen geluidhinder."
s Visser is 'de clubgedachte' niet hele-
LVC en 't Paard gaan grootscheeps verbouwen
„Je gaat naar de dance-avond van het LVC omdat de dj's je daar bevallen", is de ervaring van di
recteur Ruud Visser. foto archief mark lamers
maal verdwenen. Vooral door de opkomst
van-de electronische dansmuziek en de daar
uit voortvloeiende opwaardering van de dj,
heeft dat clubidee een vervolg gekregen. „Je
gaat naar de dance-avond van het LVC om
dat de dj's je daar bevallen."
Jonker: „Maar het is niet zo dat dance de
redding is van het clubcircuit. Er gebeurt al
tijd wel wat nieuws, dat is eigen aan de pop
cultuur. Maar je moet oppassen dat je niet te
trendsettend wordt.
Visser: „Da's wel waar. Mensen willen
nieuwe dingen maar die mogen niet te expe
rimenteel zijn. Het is altijd maar een klein
groepje dat direct mee wil gaan in hippe din
gen. Ik zeg wel eens: jongeren zijn het meest
behoudende publiek dat je je kunt voorstel
len."
In het nieuwe LVC krijgen lokale en regio
nale bandjes meer ruimte dan in het gereno
veerde Paard. Jonker stelt dat een aantal
Haagse kroegen de springplankfunctie voor
Haags talent vervult. „Dat gaat prima. Anouk
is hét voorbeeld."
In Leidse kroegen treden als gevolg van de
verscherpte wetgeving op het gebied van ge
luidhinder vrijwel geen bandjes meer op.
Maar ook al zou dat wel zo zijn, zegt Visser,
dan blijft het 'een droom van Leidse bandjes
om in het LVC op te treden'. „En ik vind het
onze taak die droom levend te houden. Niet
dat we nu lukraak Leidse bandjes gaan pro
grammeren. Dat moet met visie gebeuren.
En ik vind dat je ook wat van de bands moet
eisen. Het merendeel van de beginnende
groepen wordt al na een halfjaar ontbonden
of krijgt een nieuwe samenstelling. Dat gaat
ten koste van de kwaliteit. Bandjes moeten
goed beseffen dat ze keihard moeten werken,
hoewel dat geen garantie is voor een door
braak."
Lapmiddelen
LVC en 't Paard werken beide nu zo'n tien
jaar aan nieuwbouw. Al die tijd hebben ze
problemen met lapmiddelen moeten oplos
sen. Visser: „Bij ons is in 1989 een nieuw toi-
letblök gebouwd. Iedereen stond tegen de
aanpalende Waalse Kerk te pissen. Dat
bouwplannetje werd aangeduid met 'eerste
fase'. Maar daarna is er bouwtechnisch niets
noemenswaardigs meer gebeurd. Inmiddels
begint het toiletblok zo'n beetje van de rest
van het gebouw af te breken. Dus nog even
en we staan weer tegen de kerk aan te pis
sen."
Jonker: „Echte schade heeft 't Paard niet
geleden door al dat uitstel. Wel is het vooruit
zicht van een nieuw gebouw dat alsmaar
geen werkelijkheid wordt vermoeiend voor
medewerkers en publiek. Een deel van het
publiek heeft ons de rug toegekeerd. Maar ik
vertrouw erop dat dat weer goedkomt als 't
Paard er weer als een zonnetje bij staat. Ik
begin me ook te schamen voor al die armoe
de. Wanden van artiestendouches die instor
ten na het opendraaien van de kraan."
Visser: „De schade is moeilijk aantoonbaar,
maar dat die er is, staat vast. Dit gebouw is
een gribus. Vooral de laatste twee jaar is het
hard achteruitgegaan. Dat moet wel effect
hebben, anders zou je ook niet hoeven te ver
bouwen. Je loopt achterstanden op - niet al
leen in wat je het publiek te bieden hebt,
maar ook in wat je voor de artiesten kunt
doen. Want hun eisen zijn intussen flink op
geschroefd. Er zijn bepaalde bands die je niet
meer krijgt en dus verspeel je ook bepaalde
publieksgroepen."
Jonker: „Wij doen ook aan film en fusion.
Het publiek daarvoor blijft echter weg omdat
het niet wil uitgaan in een jeugdhonk. Dat is
ook voor ons erg jammer want juist deze
groep heeft flink wat te besteden."
Opnieuw beginnen
't Paard moet tijdens de verbouwingen zo'n
anderhalfjaar dicht. Jonker: „We zullen daar
door een deel van ons publiek kwijtraken.
Sterker nog, ik houd er rekening mee dat we
na de heropening helemaal opnieuw moeten
beginnen, maar ik heb vertrouwen in een
goede afloop."
Visser: „Ik duif niet eens dicht te gaan."
Jonker: „Ik eigenlijk ook niet maar ik moet
wel, zo rigoureus zijn de verbouwingen.
Visser: „Al zou ik moeten, dan nog kan ik
dat niet maken. Het LVC is de enige tent in
Leiden. Misschien dat het LVC er een paar
weekeinden aan moet geloven, maar een van
de belangrijkste opdrachten die we de archi
tect hebben meegegeven is dat wij tijdens de
verbouwing moeten kunnen blijven door
draaien. We denken dat we op die manier het
publiek ook kunnen betrekken bij de weder
opbouw van het LVC en dat het daardoor
sneller gewend raakt aan het nieuwe gebouw.
We zien zelfs programma-inhoudelijke mo-
„Dance is niet de redding van de het clubcircuit. Er gebeurt altijd wel iets nieuws, dat is eigen aan
de popcultuur", zegt Pim Jonker, directeur van 't Paard in Den Haag. foto archief taco van der
gelijkheden. In een gebouw dat in de steigers
staat, kun je prima dansen. Er zijn heel hippe
decors denkbaar."
De locaties van beide podia zijn doorlopend
onderwerp van discussie. Volgens Jonker
heeft 't Paard op papier al op zeventien ver
schillende plekken gestaan. „Het einde van
het liedje is dat we gewoon aan de Prinseg
racht blijven." Visser weet niet wat over een
paar jaar het adres van het LVC zal zijn. Voor
het einde van dit jaar moet duidelijk zijn of
de gemeente in-het gebied tussen Aalmarkt
en Breestraat een winkelcentrum bouwt. Zo
niet, dan blijft ook het LVC op zijn plek.
Hoewel 't Paard in 'het bouwproces' een
flinke voorsprong heeft op het LVC en de
Haagse gemeenteraad de plannen in principe
heeft goedgekeurd, laat Jonker geen cham
pagne aanrukken. „Dat doe ik pas als de
sloop begint."
Visser: „Dan al? Ik pas als het lint wordt
doorgeknipt."
Trage besluitvorming
Visser en Jonker kunnen, aan de vooravond
van de langverwachte renovaties, begrip op
brengen voor de trage besluitvorming. Jon
ker: „Als kunstvorm is popmuziek nog niet zo
oud, laten we zeggen zo'n 40 a' 45 jaar. Film
bestaat al honderd jaar. Toen de popcultuur
begon te bloeien, wist men niet direct wat
men ermee aan moest. Jeugdhonken werden
weggestopt in oude schoolgebouwen of in
kerken die op instorten stonden. Het is dan
ook geen toeval dat de poppodia in Neder
land allemaal min of meer tegelijk aan
nieuwbouw toe zijn. In feite wordt nu pas
voor het eerst goed nagedacht over de huis-