X
H
O
Leidsclv^pagblad
Elk jaar de geuzen achterna
3
<N
M
'Hier gebeurt bijna nooit wat'
xaozaado
<*0
ii
8Ï
g|
Een duidelijk geval
van neurotische
verzamelflapdrose
il
-'000'9
XNIX8
inoHa3»riMaaooN
-'000 9
D3MX3Q33A3DNV1
inoHa3»riMaaooN
-'ooooc
N30I31
NOI1V1S
-'ooool
1N380 3a
xriMaaooN
-'oooa
iwxisaooA
xriMaaooN
driacua
Sil31DiaiX333
M
o
£2
o
O rn
z D
3 O
73
O
g o
c
o
o I
Ruim tweehonderd jaar gele
den vertrok Jan Versteegen,
zoon van een smid, uit Voor
schoten en vestigde zich in
de Weipoort om boer te wor
den. Intussen wonen er heel
wat families met die naam
aan de Weipoortseweg. En
die stammen allemaal af van
die ene ondernemende Jan.
Ook andere oude boerenfa
milies hebben nog nazaten
wonen aan het lange lint
door de Zoeterwoudse pol
ders. Nog steeds staan langs
de kant van de weg van die
bordjes waarop boter, eieren,
en vooral kaas wordt aange
prezen. Want het draait hier
allemaal om zuivel.
De smalle boerenweg volgt al
meer dan duizend jaar de
bochtige gang van de Wei-
poortsevliet. In de tussentijd
zijn er boerderijen bijgeko
men en verdwenen, maar
ook gekocht en opgeknapt
door nieuwkomers die de
stad moe waren. Hier en daar
kwamen er nieuwe, moderne
woonhuizen tussen te staan.
Maar één ding is hetzelfde
gebleven: het uitzicht over de
groene weiden waar de weg
zijn naam aan ontleent.
Die groene weiden zijn ook
meteen het grootste politieke
item hier. Zoals bekend heeft
Leiden het gulzige oog op de
Grote Polder laten vallen. Om
vol te zetten met huizen. Wat
de Weipoorters betreft be
staat daarop slechts één ant
woord: 'Over mijn lijk'.
Doctorandus Zieleknijper, één van de personages in
de Ollie B. Bommel verhalen van Marten Toonder,
zou zijn diagnose snel hebben gesteld: een duidelijk
geval van neurotische verzamelflapdrose. Want sinds
ruim een maand woont er aan de Weipoortseweg in
Zoeterwoude een Heer van Stand. Marian en Pim
Oosterheert hebben daar vorige maand Toondermu
seum De Bommelzolder geopend. Met uw welnemen.
De expositie is bedoeld als eerbetoon aan Marten
Toonder voor al wat hij oplettende lezers de afgelopen
decennia heeft geleerd. Want door op een humoristi
sche wijze dieren als mensen neer te zetten, heeft
Toonder een groot lezerspubliek aan zich gebonden.
Onder wie Marian en Pim Oosterheert.
„We zijn eigenlijk met de boeken en strips meege
groeid'-', vertellen de twee Zoeterwoudenaren. „De
eerste strip werd in 1941 gepubliceerd en na de oorlog
kwamen de boekjes. Pas drie jaar geleden, toen wij
hier gingen wonen, kwamen we op het idee om de
zolder in te richten met onze verzameling. Dat viel
nog niet mee want de regen kwam toen nog door het
dak."
De gaten zijn inmiddels gedicht en de tentoonstelling
is een feit. Boeken, strips, ansichtkaarten, gordijntjes:
alles wat met Tom Poes, Bommel en Toonder te ma
ken heeft, staat uitgestald op planken en in vitrines.
Niet alleen voor 'de heb' volgens Pim Oosterheert,
maar vooral omdat Toonder en Bommel een verrij
king zijn geweest voor de Nederlandse literatuur door
het fraaie taalgebruik van de diverse personages.
De geestelijk vader van Ollie B. Bommel liet vanuit
Ierland inmiddels schriftelijk weten dat hij het idee
van een Bommelzolder waardeert. Temeer daar het is
gespeend van elke commercie. De Oosterheerten had
den veel materiaal al zelf verzameld en proberen hun
collectie uit te breiden door bijvoorbeeld het ruilen
van dubbele exemplaren. Daarnaast worden zij wel
eens verblijd met een gift.
Zeldzame of ontbrekende exemplaren kopen, zien de
twee niet zitten. „Zo waren wij laatst op een beurs en
daar werd voor één stripboek van Bommel 325 gulden
gevraagd. Kijk, dat wij wij dus te ver gaan. Want het
moet natuurlijk wel leuk blijven."
De Bommelzolder bevindt zich aan de Weipoortse
weg 33 in Zöeterwoude maar is momenteel wegens
vakantie gesloten. Marian en Pim Oosterheert stel
len het op prijs als u uw komst telefonisch aankon
digt (071-5804812).
TEKST ERIC-JAN BERENDSEN
FOTO HIELCO KUIPERS
Brigadier Arie Rozenboom heeft één hele
goede reden om de reorganisatie van de
politie te betreuren. „Vroeger, als je even
niets te doen had, ging je de Weipoort be-
surveilleren. Kwam je weer even tot rust.
Nieuwelingen namen we ook altijd meteen
hier naartoe, om ze van de landelijkheid te
laten proeven. Nu komen we daar bijna
nooit meer aan toe."
Een boerenhond komt op een sukkeldrafje
langsgelopen. Die heeft nog wél de tijd om
de polderweg te 'besurveilleren'. Maar veel
meer dan een eenzame fietser en een in
het weiland wegvluchtende haas komt hij
niet tegen. Dit is de Weipoort. Hier gebeurt
bijna nooit wat.
Burenruzies? „Komen hier niet voor", zegt
de brigadier.Als je zo prettig woont als
hier word je ook een prettiger mens. Dat is
wel wat anders in een flat midden in de
stad." Inbraken? „Weinig. Er is hier grote
sociale controle. Als iemand op vakantie is, letten de
anderen extra op." Ook bij de nieuwelingen gebeurt
dat. Niet alle 'import' uit de stad stelt er prijs op, maar:
Als je als nieuwkomer wil, ontvangt de Weipoort je
met open armen."
Om te bewijzen hoe a-crimineel de Weipoorters zijn,
wijst de brigadier op een plantjesverkoop bij een van
de boerderijen. Bij ieder van de plantjes staat een
kaartje met de prijs; het betreffende bedrag dient de
koper in een speciaal daarvoor bestemd busje te doen.
Allemaal een kwestie van goed vertrouwen.
Vier en zes
maakt
samen tien.
En dat
betekent
dat de
verslagge
vers van de
Weipoort in
Zoeterwou
de naar het
Rapenburg
in Leiden
worden
gestuurd.
Morgen
leest u wat
zij in de
duurste
straat van
het
Monopoly-
spel
beleefden.
TEKST AFKE VAN DER TOOLEN
FOTO LOEK ZUYDERDUIN
Mevrouw Oostdam kan elk jaar
vanuit haar keukenraam de
geuzen uitzwaaien. Maar
meestal gaat ze zelf mee met
haar man en zo'n vijftig ande
ren; samen op de boot in het
historische kielzog van de be
vrijders van Leiden. Aan de
Weipoortse Vliet achter het huis
van de familie Oostdam vertrekt
één keer per jaar de Geuzen-
tocht. Een groep van ongeveer
vijftig dagjesmensen vaart een
deel van de tocht, die in 1574
leidde tot Leidens ontzet, op
nieuw. Ze dragen tegenwoordig
vrijetijdskleding en nemen voor
de gezelligheid een kratje bier
mee op hun ontdekkingsreis
door de geschiedenis en de pol
der. Maar ze komen nog steeds
rond 3 oktober Leiden binnen.
Schipper Bertus Oostdam ver
zorgt ter herdenking van die da
tum de vaartocht die in de zes
tiende eeuw de redding bracht
voor de nood- en hongerlijden
de bevolking van Leiden. Vanaf
het Noord Aase Meer bij het ge
maal Palenstein, door de Noord
Aa en de Weipoortse Vliet tot
aan de Weipoort. Net zoals 424
jaar geleden.
Over de ondergelopen Grote
Polder en Westbroekpolder voe
ren de geuzen destijds noord
waarts en richtten hun geschut
op Zoeterwoude waar de Span
jool was gelegerd. De geuzen
waren aan de winnende hand
en staken meteen ook de
(roomse) kerk van Zoeterwoude
in brand. Om op afstand de
Leidse bevolking alvast een hart
onder de riem te steken.
Schipper Oostdam weet er alles
van. Hij heeft het verhaal al zo'n
dertig keer gehoord van de heer
Van den Berge de waarnemend
burgemeester van Ter Aar en
parttime historisch reisleider.
Van den Berge doet al vanaf
1969 verslag van de geuzen-
tocht. En daarnaast heeft Oost
dam altijd al schik gehad in de
historie van Zoeterwoude.
„Maar dat is niet de voornaam
ste reden geweest dat ik dit
werk doe. Mijn vader deed dit al
vóór mij. En ik doe het nu sa
men met mijn zoon. Het is een
familiegebeuren."
Op de Weipoortseweg wonen
nog drie broers van Oostdam.
Twee zijn ook schipper geweest
maar inmiddels gepensioneerd.
Ze vallen nog wel eens in voor
Bertus als hij niet kan. En de
zoon van Bertus Oostdam
Schipper Bertus Oostdam: „Het is toch prachtig dat je zoiets gewoon midden in de Randstad hebt. Zo'n rust."
FOTO HIELCO KUIPERS
gen, hoor. We hadden niet zo
lang geleden een gemeentese
cretaris aan boord en die was
helemaal betoverd door de om
geving. Zegt hij: 'Wat is het hier
mooi'. Zeg ik: 'Ja, en dat willen
we ook zo houden'. Het is toch
prachtig dat je zoiets gewoon
midden in de Randstad hebt.
Zo'n rust."
woont verderop in de straat.
De Oostdammen hebben in de
loop der jaren al heel wat nota
belen vervoerd met de schuit.
De commisaris van de koningin
van Zuid-Holland mevrouw
Leemhuis bijvoorbeeld. En de
ambassadeur van België heeft
tussen de rietkragen ook al mo
gen ruiken aan de geschiedenis.
Bertus Oostdam is zelf niet zo
koningsgezind, maar zou het
fantastisch vinden als de konin
gin een keertje met hem op de
schuit door de polder zou willen
varen. Of dat ooit echt gebeurt,
is nog maar de vraag. Niet eens
zozeer omdat de koningin on
willig zou zijn, maar omdat de
Grote Polder misschien wel
wordt volgebouwd. „Dat bete
kent natuurlijk niet dat je dan
niet meer over de Weipoortse
Vliet kan varen, alleen kijkje
dan tegen beton aan in plaats
van groen. Daar vechten we te-
PABLO CABENDA
Po
to
K*
CO O
o
to o
2 O
X
WATERLEIDING
JACOBSWOUDE
HERENWEG
26.000,-
JACOBSWOUDE
COMRIEKADE
24.000,-
STATION
LAMMENSCHANS
20.000,-
ALPHEN
VANMANDERSIOOSTRAAT
22.000,-
ALPHEN
B.B. SLOTSINGEL
22.000,-
ALGEMEEN FONDS