X H ,<?o Een ketter die naar God knetterde M ^CV0008"' 'Gezelligheid, geen spektakel' iiiiiiimuiiif siitiiiiiiiiim; 'Kennis van vaarregels is bij pleziervaart bedroevend' is iê o )AG 8 JULI 1998 '000 9 XNiua inoHaa>ifiMaaooN "'000"9 93MB3Q13A3DNV1 inohaaxrimaaoon -'ooooz n3qi3t noi1v1s -'000 01, •LN3Ü9 30 xriMaaooN -'oooci. iWHiSHOOA xrimayoon drmaaa Sll31DiaiX313 X30Z3B do i O Q S D O m 73 z O 3 O 73 D O m s| s 3 O c o HuaenPr,izen' ,co ooog"lden De Comriekade is van ouds her dé ontmoetingsplaats voor Woubrugge. De kade dankt zijn naam aan Alexan der Comrie. Hij was van 1738 tot 1773 gereformeerd predi kant en stichter van een kerk en een school in het dorp. Comrie werd in 1706 geboren in Perth, Schotland en ver huisde rond 1725 naar Ne derland. Hij stierf in 1774 in Gouda. De Comriekade is een echte kade, die ligt aan het water van de Woudwetering. Vroe ger deed de kade dienst als jaagpad waarover de paarden liepen die de trekschuit voortbewogen. Deze afbeeldingen zijn gebaseerd op het spel Monopoly Copyright 1998 Hasbro Ine Alle rechter Frans Vink werkt al 17 jaar als politieagent in Jacobswoude en kent de omgeving op zijn duimpje. Hij kent de Comriekade vooral als een gezellige straat. Het 'spannende' be perkt zich op de Com riekade voornamelijk tot leuke evenemen ten. Voor spectaculaire politieverhalen moet je op de kade niet zijn, verzekert Frans Vink. „De opvallendste mo menten op de Com riekade zijn allemaal feestelijke gebeurte nissen." Zo arriveert Sint Nico- laas bij zijn jaarlijkse bezoek aan Woubrug ge steevast met zijn stoomboot aan de Comriekade. En elk voorjaar vinden water sportliefhebbers elkaar op de kade voor de open dag van de wa terrecreatie. De laatste jaren was de Com riekade vooral in het nieuws vanwege de kerosinetransporten voor Schiphol die met grote tankers langs de kade werden gevoerd. Vanwege die transpor ten was het recreanten ook lange tijd verbo den hun boten aan de Comriekade aan te meren. Maar de ge meente werkt er nu hard aan de tanker- drukte op het water te verminderen. TEKST» ERIC DE JAGER FOTO HIELCO KUIPERS We hebben tien gegooid en verzetten het hoedje van de Comrie kade in Jacobs woude naar de Achtho- venerweg in Leider dorp. Morgen leest u er alles over. ■i-Ji. -S Voor het godshuis, aan de wa terkant van Woubrugge, staat een boomlange man te moppe ren. 'Daar gaat weer zo'n Haag se pooier!', moppert hij mom pelend. Een blinkend jacht snijdt voorbij. Voor de rest is het op deze dinsdagochtend stil in Woubrugge. De Nederlandse hervormde kerk aan de Com riekade, genaamd naar de uit Schotland afkomstige dominee Alexander Comrie, heft bestraf fend haar vinger: een ranke spits, waarover een dichter nog eens heeft geschreven: 'Die ho ge toren die daar staat, wijst ons op ons erfdeel daarboven, waar de engelen God loven, 'n zalig heid waar wij naar pogen'. De kerk is stevig afgegrendeld voor de zondaars in de omge ving. Een gedenksteen op het gebouw verhaalt over ene Jan dé Bakker Pistorius, die, omdat hij zijn geloof trouw bleef, op 15 september 1525 op de brand stapel belandde. P. Groot, kapper aan de Com riekade en voormalig koster van kerk, heeft zijn kleindochtertje op bezoek. Een wolk van een meisje, met wangen als bel lefleuren. „Of ik iets weet van die Pistorius?", zegt hij. „Niet veel. Maar hier zijn een paar boeken. Daar staat wel het één en ander in." Woubrugge, zo blijkt uit de door J.H.R. Verboom geschreven bio grafie over Alexander Comrie, was in het begin van de zestien de eeuw een 'broeinest der ket terij'. Mede door de voorganger van Comrie: Jan de Bakker Pis- De Nederlandse hervormde kerk aan de Comriekade in Woubrugge, gefotografeerd door de benen van een turfsteker. Linksboven een gedenksteen op het kerkgebouw, ter herinnering aan Jan de Bakker Pistorius, die op 15 september 1525 op de brandstapel belandde. foto henk bouwman torius, een bakkerszoon uit Woerden. In Wóerden raakte Jan als theologisch student al vertrouwd met de reformatori sche beginselen. Toen hij in Jacobswoude, nabij Woubrugge, werd aangesteld als dominee, begon hij die be ginselen vol hartstocht onder het kerkvolk te verspreiden. 'En de Heere wrocht mede', zo schrijft Verboom, 'zodat het zaad van der Reformatie wortel schoot'. Jacobswoude was door turfste kers bijna volledig weggestoken en liep onder water. Het dorpje verdronk. De kerk werd afge broken. Jan de Bakker trok naar het kerkje in Woubrugge, waar hij zijn ketterse praktijken voortzette. De roomse mis werd door hem afgeschaft. Dat was allemaal maar theater. De kerk vaders in die tijd schudden mis moedig het hoofd. Het was treurig gesteld met de moraal van de roomsen in die omge ving. Uiteindelijk werd Jan voor de inquisitie gebracht. Hem werd gevraagd of hij voor zijn wange drag de absolutie van een roomse geestelijke wilde ont vangen. Dat weigerde Jan. 'Als God vergeven wil, wacht hij niet op het moment dat u gereed zijt uw hand op mijn hoofd te leg gen', antwoordde hij. Doordat hij halsstarrig weigerde zijn dwalingen toe te geven, beland de Jan de Bakker Pistorius uit eindelijk op de brandstapel. Zo knetterde zijn ziel naar God. Zijn opvolger werd Alexander Comrie, een Schotse dominee die op invitatie van een vrome Rotterdamse zakenman in Ne derland was gekomen. Een strenge doch rechtvaardige man. Hij stelde voor de school meesters in die tijd een aantal regels op, die nu nog lijken na te echoën in het rustige Wou brugge. 'Ook zal hij de kinderen ontzag, liefde en trouw voor ha re wettige overheid, zoeken in te boezemen, en dezelven tel kens bij 't uit gaan van het school, volgen tot bij de Woud watering, en nazien of zij op eene ordentlijke en geschikte wijze naer hunne huisen gaen, om die geenen, welke eenige dertelheden, ongebondenheden of iets onbehoorlijks komen te bedrijven, met woorden of da den, wederom in 't school ko mende, tot een voorbeeld van de anderen, naar bevind van za ken te bestraffen'. Alexander Comrie en Jan de Bakker hebben niet voor niets gestreden. Na de reformatie was er in de wijde omgeving niet één katholiek meer te vinden, zo meldt de biograaf van Com rie trots. Tja, 'De aarde zegene de Here, love en verheffe Hem in eeuwigheid'. Die boomlange mopperaar aan de waterkant mag wel uitkijken. CEES VAN HOORE Als het stil is op de Heimanswetering in Wou brugge is het ook rustig op de Woudwetering. Kees Boekhout, reservebrugwachter en kanton nier bij de provincie Zuid-Holland, weet er alles van. Vanuit zijn huisje op de Woubrugsebrug, scheidslijn van beide waterwegen, ziet hij op dinsdagochtend weinig boten. Boekhout doodt de tijd met een puzzeltje, een krantje, luisteren naar de radio of een praatje met een voorbijgan ger. Hij begrijpt niks van de rust op het water. „Wie nu niet vaart, vaart nooit meer. Het is toch goed weer. Het is hartstikke stil en dat heeft niets met het voetbal te maken. Het gaat de laatste tijd vol gens mij toch een stuk minder met de plezier vaart." Boekhout zit tijdelijk op de brug in Woubrugge omdat een aantal collega's met vakantie is. Ei genlijk doet hij kantonnierswerk - het onderhoud langs provinciale (water) wegen zoals grasmaaien en borden plaatsen. Maar dat wil niet zeggen dat hij niets van het brugwachtersvak afweet. Inte gendeel. „Ik kan de brug niet voor het vaderland weg opendraaien. Jachten laat ik nog wel eens rond dobberen tot er een stuk of vier tegelijk door kun nen. Want niets is zo frustrerend voor automobi listen die voor een brug wachten als ze één mast voorbij zien komen. Voor de beroepsvaart ligt het anders. Schippers kondigen hun komst aan via de marifoon en krijgen vrije doorgang. Er is hier trouwens ook geen ruimte om grote schepen te laten wachten." Hartje zomer, bij 30 graden, is het een stuk druk ker. Dan verschijnen ook de 'cowboys op het wa ter'. „Sommige schippers geven gas in de hoop nog even door te kunnen. Maar te laat is te laat en ik laat de brug gewoon zakken. Er zijn mensen die dan heel boos worden, maar daar heb ik ma ling aan." Maar ook óp de brug is het soms raak. Als de rode waarschuwingslichten van de brug aangaan ten teken dat de slagbomen gaan zakken, geeft menig automobilist nog een dot gas. „De mensen den ken: die brugwachter ziet me aankomen en laat me nog wel even door. Alleen door kordaat door te zetten, krijgt ik de slagbomen naar beneden." Het tegenovergestelde doet zich voor onder de brug. Als Boekhout schippers van plezierjachten het groene licht geeft, komt het regelmatig voor dat de boten keren of aanmeren, terwijl de proce dure om de brug te openen al in gang is gezet. „De kennis van de vaarregels bij de pleziervaart is bedroevend", ziet Boekhout dagelijks. TEKST ERIC-JAN BERENDSEN FOTO HENK BOUWMAN o g Cn o oi PU 01 p: cc O cn o oo o x si si O C 3 o waterleiding jacobswoude HERENWEG 26.000,- jacobswoude COMRIEKADE 24.000,- station lammenschans 20.000,- alphen VANMANDERSLOOSTRAAT 22.000,- alphen B. B. SLOTSINGEL 22.000,- alcemeen fonds

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 15