De zuinigheid
I renteniertin
larrick on Suir
I#!
"K
Stephen Roche:
vallen en opstaan
T
Doorzetter
ZATERDAG 4 JUL11998
«MP
Volgende week zaterdag begint de Tour de France in Ierland, een land zonder
wielertraditie. Des te opmerkelijker is het dat Ierland in de jaren tachtig twee
grote renners voortbracht: Stephen Roche en Sean Kelly. Mede op hun initiatief
vertrekt de Ronde van Frankrijk in de hoofdstad Dublin. Stephen Roche laat
zich sinds zijn afscheid nog vaak zien bij wielerwedstrijden.
Sean Kelly, de sobere boerenzoon uit Carrick on Suir, leeft teruggetrokken in
de provincie. Hij houdt daar zijn imago van soberheid en zuinigheid
zorgvuldig in stand.
Sean Kelly tegen het decor van Carrick on Suir. „Ik mis het koersen totaal niet. Het was voor mij een manier om geld te verdienen. Punt uit." foto's fred segaar
wagens en zijn Franse vrouw, nog wel waar
deren. Maar in Carrick wordt hij verketterd
om zijn extravagantie.
Geheim
Nu schijnt het dat Sean Kelly, die met zijn
vrouw Linda en de tweeling Nigel en Stacy
tamelijk eenvoudig woont, momenteel in de
heuvels rond Carrick een huis laat bouwen
van Dallas-achtige afmetingen. Niemand
weet exact waar; de bouwlocatie is het best
bewaarde geheim in de Kelly-familie. Buiten
sporigheid mag, maar anderen hoeven daar
geen weet van te hebben.
Sean Kelly huldigt het standpunt dat elk
woord dat zijn lippen verlaat er een teveel is,
zeker als het privé-aangelegenheden aangaat.
Op verslaggevers heeft hij het niet zo en van
fotografen moet hij helemaal niets hebben.
Als het dan echt niet anders kan, hij wordt
immers verondersteld promotor te zijn van
de Tourstart in Ierland, wil hij wel een jour
nalist ontvangen. 'For a short while', had hij
eraan toegevoegd, en bij voorkeur niet thuis
maar in het Carrick Hotel.
Kelly (42) kijkt zuinig op zijn horloge als
het bezoek, een uur te laat, arriveert. Michael
Hearn, zijn jeugdvriend en organisator van
de plaatselijke wielerwedstrijden, biedt koffie
aan. Het laatste rondje dat Kelly hier gegeven
heeft, dateert van 1984, het jaar van zijn
doorbraak in de klassiekers.
Hearn: „Die Kelly is een gekke. Kan zo
maar de pub komen binnen lopen en dan
aan iemand vragen: 'Koop eens een biertje
voor me' De mensen vinden het prachtig, die
zuinigheid. Hij is zoals hij is. Niks opsmuk,
niks grootspraak."
Afgeschermd
Recht-toe, recht-aan. Van omwegen heeft
Kelly nooit gehoord. Hij fietste zijn talloze
overwinningen bij elkaar met de doelgericht
heid waarmee hij in de wintermaanden rond
zijn ouderlijk huis fazanten en konijnen neer
knalde: in één keer raak. Heam: „Probeer
geen romantiek of mysterie aan hem te ont
dekken. Het is er eenvoudig niet." Al eerder
poogden verslaggevers het mysterie-Kelly te
ontrafelen. Afkomstig uit een land zonder
enige wielertraditie, moest er wel iets ge
heimzinnigs aan hem zijn. Ze werden allen
teleurgesteld. Als ze al iets te weten kwamen
over zijn privé-leven, was het dat hij de fiets
belangrijker vond dan zijn vrouw. Waar
schijnlijk omdat het eerste hem geld oplever
de en het tweede hem alleen maar kostte.
Kelly heeft ooit, in een vlaag van openheid,
een bevriende verslaggever toevertrouwd dat
hij zes weken voor en zes weken na een grote
wedstrijd geen seks had. Wie bekend is met
zijn koerskalender (hij reed van de Omloop
Het Volk in februari tot de Ronde van Lom-
bardije in oktober) hoeft geen rekenwonder
te zijn om te constateren dat het seksleven
van de Kelly's weinig om het lijf had.
Geen gemis
De meeste oud-wielrenners hebben van hun
woonkamer een mini-museum gemaakt,
maar in huize Kelly herinnert slechts een in
gelijst krantenartikel aan zijn verleden als
wielrenner.
Kelly: „Ik leef bij het heden, niet in het ver
leden. Ik werk nu parttime in de PR voor een
Amerikaans bedrijf dat derailleurs voor
mountainbikes maakt. Verder organiseer ik
wat wielerwedstrijden met tandems voor de
Ierse blindenbond. En ik ben nu betrokken
bij de organisatie van de start van de Tour. Al
met al heb ik het dus nog tamelijk druk. Ik
mis het koersen totaal niet. Het was voor mij
een manier om geld te verdienen. Punt uit. Ik
heb ook nauwelijks meer wedstrijden gezien
sinds ik ben gestopt. Ik ben nog één keer
naar een etappe in de Tour geweest en dan
nog alleen omdat ik daar verplichtingen had.
Nee, het zou stom zijn het wielrennen te mis
sen. Je weet gewoon dat het op een bepaald
moment afgelopen is. Van Stephen Roche
begreep ik dat hij moeite heeft gehad afstand
te nemen van het wereldje. Ik zit anders in el
kaar. Heb er niet zo'n behoefte aan mijn ou
de collega's nog vaak te zien. Niet dat ik ben
afgeknapt hoor. Onlangs bij de begrafenis
van Rudi Dhaenens heb ik nog wat mensen
gesproken. Jan Gisbers bijvoorbeeld, mijn
oud-ploegleider van PDM. Hij vertelde me
van het ongeluk van Gert-Jan Theunisse. Ik
heb begrepen dat het nu weer goed met hem
gaat. Theunisse is net als Roche zo'n jongen
die in eén zwart gat is gevallen. Het enige
probleem dat ik heb ondervonden, is dat ik
soms wat agressief was. Dat kwam omdat ik
mijn energie niet meer kwijt kon in de wed
strijden."
Toch smeet Kelly nooit met zijn krachten.
Zuinig was hij ook als wielrenner. Het werd
van hem getolereerd omdat hij in de finale
zelden een ploegmaat mee had die het werk
voor hem kon doen. De sponsors waarvoor
hij reed telden zoveel geld voor hem neer, dat
er niets meer overbleef voor helpers. Hem
komt de eer toe in de jaren tachtig het wiel
rennen te hebben teruggebracht tot de basis:
een individuele sport.
Maar natuurlijk had hij zijn helpers. Vaak
zaten die in andere ploegen. Met Claude Cri-
quielion, die hij ontmoette in de Flandria-
ploeg, sprak hij af dat ze in de rest van hun
carrière nooit tegen elkaar zouden rijden. De
'overeenkomst' leverde Criquielion de zege
in de Ronde van Vlaanderen op. Kelly dankt
er de eerste van zijn twee overwinningen in
Luik-Bastenaken-Luik aan.
Hij lacht gemeen als hij herinnerd wordt
aan het pact met de Waalse ex-wereldkam-
pioen. „In het wielrennen moet je soms wat
afspraken maken. Elkaar een beetje helpen,
anders kom je nergens." Winnen is mooi,
maar verliezen was in het geval van Sean Kel
ly ook vaak lonend. Hij was een handelaar op
de fiets, een kwalificatie die hij onder meer
dankt aan de Ronde van Lombardije van
1986 die hij verkocht aan de oude Italiaan
Baronchelli. Hij heeft het uiteraard nooit toe
gegeven, maar vermoedelijk heeft verliezen
hem meer geld opgeleverd dan winnen.
Kelly won zevenmaal Parijs-Nice, twee
maal Milaan-San Remo, tweemaal Parijs-
Roubaix, tweemaal Luik-Bastenaken-Luik,
tweemaal de Ronde van Lombardije, de Ron
de van Spanje, tweemaal de Ronde van Zwit
serland, Parijs-Tours, Gent-Wevelgem en vier
keer de groene trui in de Tour waarin hij in
1985 vierde werd.
De gele trui was te hoog gegrepen voor hem.
De wereldtitel had hij binnen bereik, maar
toch droeg hij nooit de regenboogtrui. Met
dank aan Steven Rooks die in 1989 in Frank
rijk weigerde zijn diensten aan zijn PDM-
ploegmaat aan te bieden waardoor Greg Le-
mond met het goud aan de haal ging. „Ik ben
er nooit zo dicht bij geweest als dat jaar. Ik
rekende erop dat Rooks voor mij de sprint
zou aantrekken, maar hij rook zijn eigen
kans. En ach, hoe kan ik het hem kwalijk ne
men?"
De laatste keer dat hij werd geconfronteerd
met zijn verleden bij de PDM-ploeg was eind
vorig jaar toen hij werd gebeld door epn ver
slaggever voor een reactie op de affaire-San
ders. De Geleense arts zou op grote schaal
dopingproducten hebben verstrekt aan ren
ners. Sanders was arts van PDM in de Tour
van 1991. Het complete PDM-team moest
dat jaar de Ronde van Frankrijk verlaten door
toediening van het bijvoedingsmiddel Intrali-
pid.
Kelly (in zijn carrière twee keer betrapt op
dopinggebruik): „Wat moet ik zeggen over
Sanders? Ik was destijds boos op hem dat we
door zijn toedoen de Tour uit moesten. Ik
was dat jaar in bloedvorm, had net de Ronde
van Zwitserland gewonnen. Dat zegt toch wel
wat. Ik had heel hoog in het klassement kun
nen eindigen als het niet was gebeurd."
Kelly kijkt op zijn horloge; het is nu wel
mooi geweest. Eventueel kan bij de start van
de Tour de France worden verder gepraat.
'For a short while'. Ook tijd is geld.
Stephen Roche: „Ik heb heel veel moeite moeten doen om aan de bak te
komen."
I e dikke mannen met blote boven-
I lijven balanceren op krakkemikki-
ge ladders. Ze smeren een nieuwe
laag verf op de gevel van hun huis. Hun vrou
wen reiken de emmers aan: hardgeel, gif
groen en vuurrood zijn favoriet. Na bijna
twee maanden van onophoudelijke regenval
ontdoet zuid-oost Ierland zich van zijn
grauwsluier. De bewoners van het eiland be
nutten het buitenkansje door weer eens wat
kleur aan hun leven te geven. In elk geval aan
de buitenkant.
De zon schijnt in Ierland. Het is een zeld
zaam natuurverschijnsel en daarom gaan ze
massaal de straat op. Tatoeages op mollige,
melkwitte bovenarmen en blubberende be
nen. Het is de 'erfenis' van een levenlang fish
and chips.
Rijkdom is in Carrick on Suir, tweehonderd
kilometer ten zuiden van Dublin, bijna net
zo'n zeldzaamheid als mooi weer. Maar wie
in de woonplaats van oud-wielerkampioen
Sean Kelly liggende gelden heeft, is daarover
minder uitgelaten dan de doorsnee van de
bevolking over de eerste zonnestralen.
Kelly, die zijn miljoenen ponden in de ja
ren tachtig op het vaste land van Europa bij
elkaar fietste, leeft in soberheid. Althans, dat
is het beeld dat er van hem bestaat. Hij dankt
er zijn populariteit aan en dus houdt hij het
levend. Anders zou het de ongecompliceerde,
rauwe boerenzoon uit de provincie wel eens
net zo kunnen vergaan als zijn tegenpool
Stephen Roche.
In Dublin kunnen ze de gladde Roche, een
kosmopoliet die graag pronkt met zijn sport -
Stephen Roche, de glamourjon-
gen uit Dundrum bij Dublin,
was voorbestemd om na zijn
glanzende loopbaan als wielren
ner ook in de 'gewone maat
schappij' te slagen. Zijn hemels
blauwe ogen en zijn babbel - wie
wenst zich niet zo'n schoon
zoon? - bleken echter minder
waard dan werd aangenomen.
De renner met het perfecte ge
voel voor PR werd na zijn drie
luik in 1987 (Tour, Giro en we
reldkampioen) in de Ierse hoofd
stad onthaald als een volksheld.
De aanbiedingen stroomden bin
nen, zijn kostje leek voor de rest
van zijn leven gekocht. Maar
toen hij enkele jaren later stopte,
ondervond ook Roche (38 nu)
hoe vergankelijk roem is. „Ik
kreeg als wielrenner de fraaiste
aanbiedingen uit het bedrijfsle
ven. Toen ik die mensen daar na
mijn carrière aan herinnerde, be
gonnen ze terug te krabbelen. Ik
heb heel veel moeite moeten
doen om aan de bak te komen. Ik
investeerde veel tijd in zogeheten
zakenrelaties. Elke avond diners
met drank. Ik was nog maar zel
den thuis en werd steeds dikker.
Mijn vrouw had gehoopt me wat
vaker te zien, maar ik was steeds
de hort op. Dat ging op een gege
ven moment bijna mis.
Ik ben daarna gestopt met tijd
besteden aan die zakenrelaties
en ben voor mezelf begonnen. Ik
heb een bedrijf opgezet in bevei
ligingssystemen in auto's. Daar
was een markt voor, want er wer
den enorm veel auto's gestolen.
Maar de Ierse regering begon
met het geven van bonussen aan
mensen die hun oude wagen in
ruilden voor een nieuwe. In de
meeste gevallen zat er al een
alarm op die auto's. Daardoor
werd ik gedwongen te stoppen."
Roche is daarna wieleivakanties
op Mallorca gaan organiseren.
Hij doet dat nu een paar jaar en
het loopt 'fantastic'. Daarnaast
heeft hij een eigen merk fietsen,
die worden gemaakt in de fabriek
van zijn oude ploegleider, de Ita
liaan Davide Boifafa. Ook, is hij
actief voor een Nonnandische
kaasfabriek die in de Tour de
France dagelijks de prijs geeft
voor de strijdlustigste renner en
verricht promotie werkzaamhe
den voor de Tourstart in Dublin.
„Ik heb mijn zaakjes nu weer
aardig op orde."
Ook privé gaat het hem weer
voor de wind. Drie weken gele
den is het gezin-Roche uitge
breid met een derde kind.
Sean Kelly
mist het
wielrennen niet
Zijn oudere broer Joseph was
degene die Sean Kelly in de
wielersport bracht. Hij moedigde
hem aan zich op deze tak van
sport te richten. Toen de jonge
Sean merkte dat hij er wel eens
zijn brood mee zou kunnen gaan
verdienen, stopte hij met zijn
werk als metselaar. Reeds op 13-
jarige leeftijd had hij zijn school
opleiding gestaakt. Hij is ontdekt
door de Franse burggraaf Jean de
Gribaldy die de Ier in 1977 naar
Flandria haalde. Met een taxi is
hij in Ierland op zoek gegaan
naar de melkwitte, gespierde
renner die als amateur bij de
Velo Club Metz in Frankrijk in
druk had gemaakt en van wie hij
alleen wist dat hij Kelly heette en
in Carrick on Suir woonde. De
helft van de bevolking van het
stadje bestaat uit Kelly's, dus de
speurtocht is destijds nogal in de
papieren gelopen. Zijn remier
betaalde hem later dubbel en
dwars terug.
Kelly: „Ik besefte dat ik me in
Frankrijk moest vestigen als ik
renner wilde worden. Het is de
bakermat Mijn ouders hebben
er wel even over moeten naden
ken voordat ze me lieten gaan."
Kelly ontmoette bij Flandria
Freddy Maertens van wie hij
leerde 's winters door te trainen.
„Terug in Ierland nam ik wel
even rust, maar dat mocht geen
naam hebben. Ik trainde de hele
winter door en bouwde daarmee
een voorsprong op de rest op."
Aanvankelijk kostte het de jonge
Ier nog moeite de sprint aan te
trekken voor de Vlaming, maar
beetje bij beetje werd hij sterker.
In 1983 won hij zijn eerste grote
klassieker, de Ronde van Lom
bardije.
Van Maertens leerde hij ook hoe
het niet moest, maar de Ier was
niet vatbaar voor de verlokkingen
van het leven. In zijn begintijd
deelde hij een klein appartement
met een groep Nieuw-Zeelan-
ders. Het maakte hem niet uit.
Later trok hij in bij de familie Nys
in het Belgische Vilvoorde waar
hij acht jaar zou blijven. Hij had
geen moeite zijn vrouw in Ier
land achter te laten. Hij belde
ook nooit.
„Als renner heb je een vreem
de relatie met je vrouw. Je ziet el
kaar maar een maand of twee
per jaar. Het was wel even wen
nen toen mijn wielertijd erop zat.
Ik kende Linda al zeventien jaar.
Je zou kunnen zeggen dat ik haar
na mijn carrière opnieuw heb
ontmoet."