Britse schrijver P. G. Wodehouse is een legende op zich Bingo is zo big business geworden '0/9 ///«H 5 2J s„ Sel Binnenland 42 S? 6 S"*?! VRIJDAG 3 JULI 1998 Society houdt schrijver van onder meer Jeeves en Wooster in ere De schrijver maakte veelvuldig gebruik van het klassieke thema van de dom me meester en de slimme knecht. In de personen van de onhandige meester Bertie Wooster en zijn butler Jeeves heeft P. G. Wodehouse (1881-1975) dit thema weer nieuw, typisch Brits leven ingeblazen. Maar dit is zeer zeker niet de enige verdienste van de schrijver. Bij de leden van de P. G. Wodehouse So ciety staan de koddige, humoristische boeken nog altijd hoog in het vaandel. „Primair zijn wij natuurlijk liefhebbers. Als je ons moet omschrijven zijn wij een kruising tussen literaire wetenschappers en een vereniging voor kroeg- jol", aldus secretaris Rob Kooij. HILVERSUM SABINE TEN HAVE De leden van de Wodehouse Society in Ne derland zijn niet de enigen die zeer gechar meerd zijn van de domme, aristocratische Wooster die uit allerlei benarde situaties ge red wordt door zijn 'in intelligentie onover trefbare' butler Jeeves. In Zweden, België, Duitsland, Groot-Brittannië en Amerika be vindt zich ook menig Wodehouse-freak, verenigd in een soortgelijk verband. De geestige romans met bizarre en groteske plotwendingen spreken velen tot de ver beelding. ,,Gek zijn we allemaal", zegt Rob Kooij la chend. Net zoals Wooster. Deze niet onbe- Hugh Laurie (rechts) als Bertie Wooster en Stephen Frye als de trouwe butler Jeeves, archieffoto middelde jongeman werkt zich voortdu rend in de nesten. Hij laat zich opjutten door een tante om te stelen en wil een ui terst dominante dame huwen. De vin dingrijke butler Jeeves steekt hier eigenhan dig een stokje voor. Voor de fanatieke Wodehouselezers blijft geen detail onontdekt. „Wooster had de ge woonte om te zingen in bad. In navolging daarvan hebben we een keer een zinken bad naar de bijeenkomst gebracht. Mensen moesten in dat bad een liedje zingen. De prijs was een badeendje. Het is leuk om van tijd tot tijd met geestverwanten op te trek ken." Het ontstaan van de Society is al even vreemd. „De vereniging is in 1975 opge richt. Maar het idee ontstond al tien jaar eerder, tijdens een bijeenkomst van Neder landse journalisten in Finland. De drank vloeide rijkelijk natuurlijk, 's Avonds laat belandden tien Nederlandse journalisten op een hotelkamer. Daar lag een stapeltje boeken van Wodehouse op het nachtkastje. Ze bleken allemaal wel boeken van hem ge lezen te hebben." Het idee van de journalis ten om een fanclub te beginnen stond toen nog in de kinderschoenen. Tien jaar later werd het plan weer uit de doos gehaald en kwam het er dan 'eindelijk' van. De Society wil het werk van de schrijver, die voor de Britten een 'institution' is, levend houden. Terpstra Maar de schrijver spreekt met zijn humoris tisch gedachtegoed niet alleen de 'zotten' in de samenleving aan. Enkele prominente le den: Erica Terpstra, Peter van Straaten (die enkele boeken over de schrijver van illustra ties heeft voorzien), Joop Doderer, Piet de Jong (oud minister-president) en Daan Lodderman (oud-stalmeester van de konin gin). Erica Terpsta is in Wodehousekringen beter bekend onder de naam Tante Dahlia. Deze tante is één van de karakters in zijn boeken, een jolige rondborstige dame. De associatie met Erica 'Dahlia' Terpstra lag voor de hand. Opvallend veel politici zijn lid van de Society. Grappig genoeg zijn het juist zij, de 'pijlers van de democratie', waar Wodehouse de draak mee steekt. Sommige Britse staatsburgers hebben de vaste over tuiging dat zij door krankzinnigen gere geerd worden. Sir Pelham Grenville Wo dehouse, in dezelfde overtuiging, neemt de dwaasheid van de regeerders graag op in zijn boeken als lachwekkend fenomeen. „Ondanks de idioterie van de politici, blijft hun unieke gedrag bewondering oog sten. Het is alsof men een exotisch beestje aanschouwt, uitheems maar verfrissend en uniek. En als ze (Wooster bijvoorbeeld) in de nesten zitten, worden ze door de butler (Jeeves) er uit gehaald, hetgeen volgens sommige mensen de karakteristiek van de democratie vormt". Ondanks de symboliek van de 'gekte in de democratie' omschrijft Rob Kooij hem als een 'politiek onbenul'. Zoals P. G. zichzelf ook typeerde. Het is deze eigenschap die hem in de oor log in een lastig parket heeft gebracht. Met een aantal 'komische' praatjes voor de nazi radio ten tijde van de 'Battle of Britain' joeg hij de regering in Londen flink tegen zich in het harnas. In de Duitse interneringskam pen in bezet gebied, waar alle Britse staats burgers in het buitenland (hij woonde in De Britse schrijver P. G. Wodehouse. Frankrijk) werden neergezet, bleef hij schrijven. In 1942 werd hij vrijgelaten. Na de oorlog werd hij in Parijs opgepakt voor zijn 'uitspattingen' op de nazi-radio. Toen hij vrijkwam wilde de Franse regering we ten of hij in Frankrijk zou blijven. „Ik heb nog een kopie van de memo van Churchill, samenvattend 'he may rot in heil', hou 'em maar, ik wil hem hier niet meer terug zien." Maar, zegt de secretaris de Britse regering heeft nooit een reden kunnen vinden om hem te vervolgen. „Onnozelheid was zijn enige misdaad. Hij schijnt zelfs gezegd te hebben in 1937: 'Als de Duitsers over de wereld willen heersen, laat ze dan!' De tek sten van zijn radiopraatjes bleken later ove rigens volstrekt onschuldig. Verfrissend De onschuld is tevens wat Kooij zo boeit in de boeken van Wodehouse. „Veel humor is tegenwoordig erg grof. Bij Wodehouse is een slaapkamerscène niet gebruikelijk. Als er een voorkomt, dan is het functioneel. In de slaapkamer ligt in zo'n geval bijvoor beeld bewijsmateriaal in een moordzaak. Zo gaan in het boek Company for Henry twee mensen trouwen en vervolgens gaan ze ieder naar hun eigen bed. Dat heeft iets." „Voor de jonge mensen is dit soort hu mor verfrissend, het spreekt hen aan. De leeftijd van onze leden loopt ook sterk uit een, van late tieners tot hoogbejaarde grijs aards. Voor veel mensen is de schrijver .erg belangrijk. Een van onze leden, inmiddels overleden, deed mij ooit een bekentenis. Een aantal ja ren daarvoor was zijn vrouw overleden. Hij is toen de boeken van Wodehouse gaan le zen en zei 'het was als balsem voor mijn ziel, soms zat ik gewoon te schateren van het lachen. Dat heeft mij er doorheen ge holpen.' Hij greep naar Wodehouse zoals een ander naar de bijbel zou grijpen." Moge dit bijzonder lijken, de Wodehouse- gekte gaat nog een stukje verder. „Zo zal tij dens een Wodehouse Memorial Day op za terdag 13 juni een wedstrijd 'suikerklontjes gooien in de hoge hoed' plaatsvinden.' Het leeghoofd Wooster was lid van een heren club, waar ze zich met dit soort activiteiten bezig hielden om de tijd te doden. Ook Jee- arc> ves was lid van een club, een ge$ gentleman's club. Een iets intellige* nootschap, zo blijkt. De club voor schrijft ook over de bijzonderheden (be) dienendwerk. Zo wordt bekend dat Jeeves een i ver zoekt die hij kan domineren, f dekt Wooster als dé geschikte we? De toenmalige bediende wordt door verleid tot diefstal en aangegeven bf litie, waarna de bediende zijn ontsli De fervente aanhangers zullen nooit' krijgen van het immer listige ged' Jeeves. Het motto van The P. G. Woj Society vat de gedachtegang van de den kernachtig samen: 'Wij nenf grappige heel serieus en het serieu grappig'- I De schrijver stierf als Sir Pelham (J Wodehouse. Hij werd nog bij leveni zijn gerehabiliteerd. In 1955 werd hij kaans staatsburger omdat hij zich n ger welkom voelde in zijn vaderlani in 1975 werd hij op nieuwjaarsdaj derd, zes weken voor zijn dood. I Verslaving, zwart geld, allerhande trucs en argeloze deelnemers APELDOORN CPD De spanning in het zaaltje is te snij den. De rook ook. Plotseling klinkt het 'bingoooo...'! Een vrouw op leeftijd verheft zich triomfantelijk van haar stoel en stiefelt naar vo ren, haar bingokaart wapperend in de hand. Even later keert ze met de hoofdprijs terug, een koffiezetap paraat. Maar de échte hoofdprijs aan het einde van de avond is voor de organisatoren. Met een goedge vulde portemonnee keren ze huis waarts. De deelnemers kunnen dat niet zeggen. Bingo. Van een onschuldig volks vermaak is het uitgegroeid tot big business, waarbij het vooral voor sommige organisatoren bingo is. Over 1996 bedroeg de geschatte omzet 117 miljoen gulden. En dan hebben we het alleen nog maar over de officieel gemelde zaalbin go's. De populariteit van het spelle tje en ook de vele illegale bingo's baren het College van Toezicht op de Kansspelen dan ook zorgen. Van een simpel tijdverdrijf, dat zich voorheen vooral kenmerkte door de charme van de eenvoud, is het bingospel in de loop der jaren terechtgekomen in het schemer duister van het toelaatbare. Na tuurlijk zijn er genoeg van die bingoavonden die elke toets der kritiek kunnen doorstaan en in hoofdzaak zijn bedoeld om inci denteel de kas van de organiseren de vereniging te spekken. Maar er zijn er ook van een meer schimmig allooi. Die bingo's op commerciële ba sis bezorgen het College van Toe zicht op de Kansspelen steeds meer hoofdbrekens. Gelet op omzet, fre quentie en dubieuze randver schijnselen vinden 's rijks toezicht houders dat deze bingo's eigenlijk niet door de beugel kunnen. Om de uitwassen terug te dringen, wil het college de handhaving van en de controle op de regels .voor bingo's verbeterd zien. En die uitwassen zijn er legio, variërend van de grote sommen zwart geld die erin om gaan tot aan grote sociale proble men toe. Een van de problemen is dat het bingospel verslavend kan werken op deelnemers, tuk op een prijs(je) in baar geld of in goederen. Er zijn legio voorbeelden te noemen van spelers die bijna avond aan avond van huis zijn en van zaaltje naar zaaltje trekken om maar te kunnen gokken. „Want daar hebben we het uiteindelijk over", zegt een hulp verlener die beroepsmatig bekend is met de uiterste consequentie van het gokken. „Erg ver hoeven ze trouwens meestal niet te reizen, want altijd is er wel ergens in de buurt zo'n bingoavond. In sommi ge dorpen zelfs minimaal twee per week. Ik heb ze hier gehad, echtpa ren van wie de vrouw er het halve huishoudgeld doorheen joeg." Volgens hem gaat het, zonder daar een waardeoordeel aan te ver binden, vooral om een speciale laag van de bevolking, die de open bare bingo's afstroopt. „Laat ik het zo zeggen; het zijn in elk geval niet de meest gefortuneerden onder ons." Begrijpelijk, want het 'grote' geld lonkt nu eenmaal. En een kansje wagen kan toch geen kwaad? Erger wordt het als het niet bij dat ene kansje blijft, maar de frequentie oploopt tot twee, drie 'kansjes' per week. Het is duidelijk dat je op gezette tijden met een prijsje, of liefst met een prijs van formaat, thuis moet komen. Al is het alleen maar om je huisgenoten versteld te doen staan van 'al weer zoveel geluk'. Dus be staat ook de mogelijkheid, de bonafide bingo's niet te na gespro ken, na afloop van een bingoavond prijzen te kopen. Die zijn dan na tuurlijk wel wat duurder dan in de winkel. Stroman Volgens de politie, belast met het toezicht op de Wet op de Kansspe len, moetje vaak dubbel geluk heb ben om met een werkelijk gewon nen prijs huiswaarts te keren. „Want naar onze stellige overtui ging blijft in een aantal gevallen de hoofdprijs in handen van de orga nisatoren. Hoewel de argeloze deelnemers dat niet in de gaten hebben. Het draagbare televisietoe stel. om maar een voorbeeld te noemen, gaat er aan het einde van de avond weliswaar uit. Maar heel toevallig wordt die wel gewonnen door een in de zaal gezeten stro man. Hij roept met gevoel voor ti ming bingo, zijn kaart wordt ge controleerd en hij mag de hoofd prijs mee naar huis nemen", schetst een woordvoerder de gang van zaken. „De volgende week wordt opnieuw een draagbare tele visie als hoofdprijs en als lokkertje ingezet. Maar dat is dan wel mooi dezelfde." Als variant daarop verdwijnen soms ook geldprijzen via een ge heimzinnige zijdeur. Want 'toeval lig' blijken meer dan eens twee 'deelnemers' tegelijk bingo te heb ben. Dus moet, eerlijk is eerlijk, de buit worden gehalveerd. Per slot van rekening moet de schade voor de initiatiefnemers zo beperkt mo gelijk blijven en het eerste gewin is kattengespin. De organisatoren van de malafi de bingo's kom je trouwens nooit in het wild tegen. Die zitten lekker thuis, maar hebben achter de schermen de touwtjes strak in han den, terwijl de op losse basis aan getrokken bingomaster er zo ook nog een leuke grijpstuiver aan ver dient. Wildgroei De wetgever heeft een dergelijke wildgroei van dubieuze aard, ont staan in het zuiden van het land maar inmiddels over het hele land uitgewaaierd, nooit echt voorzien. Daarom zijn de bepalingen in de wet voor het spelen van bingo nogal ruim en ruimhartig opge steld. Voor dat soepele regime is vooral gekozen, omdat de overheid zodoende het verenigingsleven een extra bron van inkomsten wilde le veren. Om met de zo ontvangen gelden bijvoorbeeld nieuVve instru menten of uniformen aan te kun nen schaffen. In de Wet op de Kansspelen is opgenomen dat een avondje bingo tenminste veertien dagen tevoren moet worden aangemeld bij het ge meentebestuur. Bijna automatisch wordt er toestemming gegeven, tenzij dringende redenen dit in de weg staan. Maar die zijn er nauwe lijks wanneer het gaat om een ge zellig kienavondje ten bate van de één of andere clubkas. Verder is vastgelegd dat de bin gospel alleen mag worden georga niseerd door verenigingen die het algemeen belang dienen of daar in elk geval niet strijdig mee zijn. Een tamelijk rekbaar begrip, waarbij is getracht de rek er alsnog uit te ha len door aan die bepaling te koppe len dat de organiserende vereni ging minimaal drie jaar moet be staan alvorens een kienavond op poten te zetten. Dit om te voorko men dat uit het niets op quasi spontane wijze allerhande clubs ontstaan met als enig doel het be oefenen van het bingospel. Er zijn gemeenten die een maxi mum hebben gesteld aan het aan tal bingoavonden, maar er zijn er ook die dat achterwege hebben ge laten. Er kan in principe elke avond een bingo worden gehouden. Avonden die niet alleen door leden van de organiserende vereniging worden bezocht en waarbij het be grip 'organiserend' met een tikkel tje zout moet worden genomen. Want tal van dat soort avonden wordt hooguit onder de vlag van de één of andere vereniging gehou den, maar is in feite in handen van buitenstaanders. Auto Op die manier snijdt het mes al gauw aan twee kanten. De vereni ging die haar naam leent aan de bingobijeenkomst ontvangt in ruil hiervoor tien procent van de op brengst; zeshonderd gulden op één enkel avondje is voor menig pen ningmeester om van te watertan den. En uiteraard wrijft ook de or ganisator zich in de handen. Ook als alle prijzen eruit zijn gegaan. Het totale prijzengeld per avond, zo is per 1 januari vorig jaar van staatswege bepaald, mag de 2.800 gulden niet overstijgen, terwijl de hoofdprijs maximaal 700 gulden bedraagt. Die bedragen worden jaarlijks geïndexeerd." Toch is het in het verleden voor gekomen, dat een gloednieuwe au to als hoofdprijs werd ingezet. De J 24 o 50 .9 2b j, 55 V. 17 Xy 0 40 so S3 Van een onschuldig volksvermaak is het uitgegroeid tot big business, waarbij het vooral voor sommige organisatoren bin' go is. Over 1996 bedroeg de geschatte omzet 117 miljoen gulden. ARCH/fffoj heerst een vreselijke concurrentie! tussen de verenigingen onderling. Ze houden elkaar allemaal angst- vallig in de gaten en gunnen elkaar' eigenlijk het licht in de ogen niet. Je kunt mij niet wijsmaken dat met! dergelijke initiatieven de leden-, band wordt verstevigd." organisatoren konden dat doen den gespeeld: „Ik heb alle begrip door aan de bingo een loterij te voor de opstelling van het College koppelen, door de te kopen bingo- van Toezicht op de Kansspelen, kaarten van een nummer te voor- Het is landelijk flink uit de hand ge zien. Maar uiteindelijk stak daar de lopen. Ook omdat het onderwerp politie een stokje voor. bij gemeenten nu niet bepaald de Een ambtenaar in wiens ge- hoogste prioriteit heeft en dat is bij meente avond aan avond kan wor- de politie al niet anders. Bij ons -i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 8