Twintig
miljoen
patatten
per jaar
r
BIG
Vergelijken
Kies uw eigen 'held' van WK '98
ÏLFTAL
IELDEN
AAN HET WK
ZATERDAG 27 JUN11998
De affaire tussen Guillaume de Ma-
chaut en Peronnelle d'Armentires
t>egon in 1362. De Machaut was op
dat moment al niet zo jong meer,
de zestig gepasseerd. Hij was be
roemd, maar ziekelijk, aan één oog
blind en hij werd geplaagd door
jicht. Hij krijgt een brief van een 18-
jarig meisje, een bewonderaarster,
met een zelfgemaakt liefdesgedicht,
en het voorstel om geregeld brieven
te wisselen. De Machaut gaat er
graag op in, en er ontspint zich een
amoureuze correspondentie. Op
den duur ontmoeten ze elkaar ook
af en toe, totdat Peronnelle ook
weer per brief laat weten dat het af
gelopen moet zijn omdat ze
trouwen gaat.
Over de liefdesgeschiedenis van Peron
nelle en De Machaut zijn we goed geïn
formeerd doordat De Machaut er een boek
over geschreven heeft: 'Le Livre du Voir-
Dit', waarin de brieven en de gedichten op
genomen zijn, voorzien van verbindende
tekst. Ik kom erop doordat de kwestie uit
voerig ter sprake komt in Huizinga's
'Herfsttij der Middeleeuwen', hoofdstuk 9.
Huizinga onderzoekt de cultuur van de late
middeleeuwen, en vraagt zich af hoe het
liefdesleven toen was. De Machaut is een
belangrijke getuigenis, want er zijn uit die
tijd niet veel openhartige beschrijvingen
van de liefde.
Opmerkelijke zaken leert De Machaut
ons. Bijvoorbeeld dat het verschijnsel
van jonge meisjes die zich bij beroemdhe
den komen aanbieden, niet exclusief 20ste-
eeuws is. In de 14de eeuw, zonder televisie,
gebeurde het ook. Meer nog, de ontmoetin
gen vinden steevast plaats in aanwezigheid
van derden, een schoonzuster, een kame
nier, een secretaris, die op de intiemste mo
menten gewoon even de andere kant uit
kijken. Zo ging dat in de veertiende eeuw.
En dan de spelletjes. Nee. vandaag wordt er
niet gekust; De Machaut is gehoorzaam.
Maar als Peronnelle slaapt, legt de secreta
ris een groen blad op haar mond en zegt tot
De Machaut, dat hij natuurlijk wel dat blad
mag kussen, hetgeen De Machaut doet,
maar juist op dat moment trekt de secreta
ris het blad weg, zodat hij toch haar lippen
aanraakt.
In een voetnoot bij deze passage zegt Hui
zinga: 'Vergelijk onze uitdrukking: hij
neemt geen blad voor de mond'. Vergelij
ken kan natuurlijk nooit kwaad, maar heeft
onze uitdrukking echt iets te maken met
boomblaadjes? Om wat voor blad gaat het
eigenlijk, in die uitdrukking? Is het echt een
boomblad, zoals Huizinga blijkbaar dacht?
Of is het een blad papier? Of misschien wel
een dienblad? Is het in vroeger eeuwen wer
kelijk gewoonte geweest om te kussen via
een groen blaadje? Huizinga weet te mel
den dat het thema vaker voorkomt in de li
teratuur uit die dagen, maar dat bewijst niet
dat onze uitdrukking daarvandaan komt.
In het spreekwoordenboek van K. ter Ixian
lezen we: 'Men denkt aan een spreker, die
geen blad papier nodig heeft, om eerst op te
schrijven wat hij zeggen zal'. Dat heeft Ter
Laan niet van zichzelf, want F.A. Stoett was
in zijn grote spreekwoordenboek ook al de
ze mening toegedaan. Alzo niet het grote
Woordenboek der Nederlandsche taal', het
WNT (juist deze maand voltooid geraakt),
dat de uitdrukking vermeldt in de afdeling
'boomblad', niet onder 'blad papier', overi
gens zonder er verder een woord van toe
lichting aan toe te voegen. We krijgen dus
niet te horen wat de overwegingen geweest
zijn om aan een boomblad te denken! Zoals
we trouwens ook van Stoett niet te horen
krijgen waarom hij het boomblad afwijst
(hij heeft het WNT geraadpleegd, dat is ze
ker), en de voorkeur geeft aan het blad pa
pier.
Anderen, bijvoorbeeld Houwink ten Cate,
leggen het als volgt uit: 'Naar het schijnt
weerspiegelt deze zegswijze een kunstgreep
uit de toneelwereld: in vroeger tijd, zo heet
het, namen spelers die een tekst spraken
die hen in moeilijkheden zou kunnen bren
gen 'een blad voor de mond' om zichzelf
onherkenbaar te maken. Zo konden zij vrij
uit spreken zonder door iemand uit het pu
bliek herkend en voor hun woorden aan
sprakelijk gesteld te worden'.
Dat klinkt al beter, ook al zegt ze er helaas
niet bij wanneer dit was, en wat voor
blad die toneelspelers voor het gezicht hiel
den: een blad papier of een boomblad? Je
zou je namelijk kunnen voorstellen dat een
toneelspeler zich letterlijk achter zijn tekst
verbergt. Maar dat schijnt toch niet het ge
val geweest te zijn: het moet een vijgenblad
geweest zijn, dat al traditioneel 's mensen te
kwetsbare naaktheid verhulde. Maar erg ze
ker zijn de handboeken niet, over de her
komst van onze uitdrukking.
In ieder geval zou Huizinga gelijk kunnen
hebben. En als die toneel-traditie toen al
bestond, zou dat het verhaal van De Ma
chaut en Peronnelle nog mooier maken!
Jean-Marie Pfaff heeft het aan de stok met Cesar Zabala tijdens de wedstrijd Belgie" - Paraguay bij het Wereldkam
pioenschap 1986 in Mexico. foto archief omnipress
e'°°f ^et °f r"et- maar er is
een tijd geweest dat België
als voetballand serieus werd
genomen. Niet in de laatste plaats door
toedoen van een ongecompliceerde ziel
als Jean-Marie Pfaff. Aan hem zijn meer
polemieken gewijd dan aan Diego Mara-
dona en Lothar Matthaus samen. En dat
wil toch wel wat zeggen! Met de sluit
post van de Rode Duivels konden lief
hebbers twee kanten op: je hield van
hem (ondanks zijn gebreken), of je haat
te hem (juist vanwége z'n handicaps).
De (on) deugden van de doelverdediger
lagen hoofdzakelijk op het vlak van de
inborst. Vrienden van Pfaff beschouw
den hem als de redder des vaderlands,
een onbaatzuchtige reïncarnatie van Lev
Yashin en Gordon Banks. Vijanden za
gen hem als een clowneske windbuil,
wiens enige doel de ophemeling van
Jean-Marie Pfaff zelf was. Voor beide
standpunten kon bewijslast worden
aangedragen.
Vergrotende trap
Tijdens de WK van 1986 stond het karak
ter van Pfaff een keer niet ter discussie.
Dat België in Mexico tot de halve finale
reikte, mocht geheel en al aan hem wor
den toegeschreven. Probleem was al
leen, dat iedereen daar tot in lengte van
dagen van moest horen. Pfaff paste na
melijk op alles wat hij deed de vergro
tende trap toe. Ook als hij daarvoor
moest liegen. Het was inderdaad waar
dat hij een aardig potje keepte. Onwaar,
dat de Mexicaanse pers hem El Simpati-
co of Numero Uno noemde. Want eigen
lijk was hij allesbehalve sympathiek en
op de toernooi-ranglijst van ballenvan-
gers moest hij drie collega's voor zich
dulden.
Na dat wereldkampioenschap ging Pf
aff niettemin op dezelfde snoeverige wij
ze verder. Het leverde hem een transfer
op van het dorpse Beveren naar het we
reldse Bayern München. In de hoofdstad
van Beieren schreef Pfaff geschiedenis.
Met daden, maar vooral met woorden.
Toen hij na zijn eerste competitiewed
strijd voor Duitse camera's verscheen,
beantwoorde hij een vraag ongeveer op
de volgende wijze: 'lek zak der speler
mit sijn rechter bein sjiesen und dachte,
de bal keet nag links ien die hoek. So iek
duikte aug naar die hoek und pluukte
die bal. Und wijter wiel iek zagen das iek
seer geluuklieg bien miet Baaieren.'
Typisch Jean-Marie Pfaff. Er werd
geen syllabe van begrepen, maar de po
ging was zo aandoenlijk, dat hij niet
meer stuk kon in de metropool. Zes jaar
hield hij het vol en toen was de kaars
opgebrand. Om de buitenwereld te doen
geloven, dat er nog steeds behoefte be
stond aan iemand van zijn kaliber, ver
zon hij de meest fantastische aanbiedin
gen. Zowel in Spanje, Frankrijk, Enge
land als in Japan wilden ze hem hebben.
'Tokio bood me twintig miljoen patatten
per jaar. Netto.' Het werd evenwel Lierse
en, kort daarop, Trabzonspor in Turkije.
Veel te min voor zijn status, maar Pfaff
zou op andere manieren van zich doen
spreken.
Drammen
Wat Jean-Marie in z'n kop heeft, heeft-ie
niet in z'n kont. Drammen kan hij vrij
wel net zo goed als keepen. Alleen wor-
den zijn plannen sporadisch ten uitvoer
gebracht. Dat ligt hoofdzakelijk aan 's
mans persoonlijkheid, waarin zelfover
schatting, narcisme en naïeve overmoed
de boventoon voeren. Voorbeelden zat.
Toen gans Vlaanderen in juli 1986 te
hoop liep om hem te fêteren, bedacht
hij dat het volk verlegen zat om een
Jean-Marie Pfaff-museum. Die perma
nente expositie moest verrijzen in de
streek waar hij wortel geschoten had,
het Waasland. Een passende locatie zou
zo zijn gevonden. Kennelijk wordt er
nog steeds naar gezocht!
Veel pompeuzer was het project dat
drie jaar na Mexico aan zijn brein ont
sproot. Vooruitlopend op het nakende
einde van z'n loopbaan (zesendertig
was-ie inmiddels), droomde Pfaff zich af
in de Gazette van Antwerpen: zodra hij
de veertig had bereikt en zijn afscheid
had aangekondigd, zouden internatio
nale voetbalcoryfeee"n een benefiet
wedstrijd organiseren. Met de riante op
brengst, gestort in het Jean-Marie Pfaff-
fonds, kon dan onder meer de aanzet
worden gegeven tot de bouw van het
multi-functionele Jean-Marie Pfaff-sta-
dion in zijn woonplaats Brasschaat. Het
scénario rammelde als een epileptisch
skelet in een zinken wastobbe. Pfaff
Lezersactie rond elftal WK-helden
n het Zaterdags Bijvoegsel figureren de
latste weken de helden van het WK. Pagi-
lagrote verhalen over Puskas, Garrincha,
'usebio, Bobby Moore, Gerd Mu"ller, Mario
empes en - deze week - Jean-Marie Pfaff.
e serie loopt tot 18 juli. Het elftal WK-hel-
en wordt dan volgemaakt met de held van
et huidige WK, en wie dat wordt bepaalt de
_zer.
In de krant van 4 juli verschijnt een bon
vaarop lezers van deze krant hun favoriete
'oetballer van dit WK kunnen invullen, met
een korte en bondige argumentatie. Volgens
de beproefde methode van de meeste stem
men gelden wordt vervolgens de Held' van
1998 aangewezen, die op 18 juli de serie I
gaat volmaken. De inzender met de meest
originele argumentatie, maakt kans op een
toepasselijke prijs, namelijk een jaar lang
gratis lidmaatschap van de Supportersclub
Oranje en twee toegangskaarten voor de
eerstkomende thuis-interland van Oranje
na het Wereldkampioenschap.
nokte op z'n achtendertigste, bij gebrek
aan ieder spontaan initiatief trommelde
hij de vedetten zelf maar op, en de tribu
nes werden bezet door anderhalve man
en een paardenkop. Na aftrek van kos
ten, bleef er amper voldoende over voor
een koud buffet.
'Hero from zero'
Met de voltooiing van een kunstzinnig
idee wil het evenmin vlotten. Sinds be
gin jaren' negentig vindt Jean-Marie dat
zijn leven opwinding genoeg biedt om
een biografische speelfilm te billijken.
Afkomstig uit een kinderrijk, vaderloos,
kansarm woonwagengezin. Gebrekkige
leerling. Twaalf ambachten, dertien on
gelukken. Met vallen en opstaan aan de
ledigheid ontsnapt. Uitgegroeid tot de
beroemdste sportieve zoon van het ko
ninkrijk. Hij was de Rocky Balboa van
België. Uiteraard volgens hem zelf, maar
ook in de filosofie van een Vlaamse pro
ductiemaatschappij, die de dollars aJ tot
in Hollywood hoorde rinkelen. The Hero
from Zero zou de rolprent gaan heten.
Nog geen beeldje is er tot op heden van
geschoten. Oorzaak: de ijdelheid van De
Held Die Van Nergens Kwam. Pfaff is
namelijk de onvermurwbare mening
toegedaan dat de hoofdrol alleen ver
tolkt mag en kan worden door zijn Ame
rikaanse evenbeeld, Sylvester Stallone.
De illusie van die vergelijking baseert hij
op een oude videoband.
In Escape to Victory verdedigt Stallone
het doel van een elftal krijgsgevangenen,
dat het moet opnemen tegen SS'ers.
Goed versus kwaad. Valt nooit te winnen
natuurlijk. Maar het wonder geschiedt
toch. Dankzij fenomenaal keeperswerk
van Sly, die er zelfs twee strafschoppen
(de scheids is ook een Duitser) uitranselt
en daarna zijn vrijheid herkrijgt. Dat
laatste weet Jean-Marie niet helemaal
zeker, omdat de tranen van emotie rond
het einde strijk en zet zijn blik vertroe
belen. Doet ook weinig ter zake. Van be
lang is slechts de frappante overeen
komst tussen fantasie en werkelijkheid.
Wat Stallone acteerde, gebeurde hem in
het écht. Voor en tijdens het WK van
1986. Inclusief geknok tegen de bierkaai,
het mirakel, de gestopte penalties en de
verlossing. Het was een omen. Jean-Ma
rie Pfaff had niet naar Sylvester Stallone
gekeken, maar naar zijn eigen verleden,
heden en toekomst!
Uitgemolken
Niet alles waar hij zich na zijn carrière in
vastbeet, was overigens al bij voorbaat
tot mislukken gedoemd. Het duurde
echter zelden lang voor er een onher
stelbare kink in de kabel kwam. Zo
draaide uiteindelijk ook zijn grootste za
kelijke avontuur uit op een enorme de
ceptie. Pfaff werd geen businessman uit
roeping, hij stapte die wereld in omdat
anderen hem voorhielden dat hij er voor
was geschapen. Wat ze bedoelden was,
dat zijn reputatie, eeuwige lach, onver
woestbare optimisme en karakteristieke
krullenbol hun bankrekeningen zou
spekken. Z'n ego eenmaal opgepompt
tot de omvang van een luchtballon, hap
te hij toe en verbond zich aan JMP Pro
motion N.V. (De drie initialen stonden
overigens niet voor Jean-Marie Pfaff,
maar waren ontleend aan de voorna
men van zijn partners Jan, Mare en
Piet.) Het bedrijf deed onder meer in
onroerend goed, zat in de horeca, orga
niseerde voetbalmanifestaties en had
belangen in de reclamebranche.
Met een beetje zelfkennis had Pfaff
moeten beseffen, dat hij aan de kant zou
worden gezet zodra zijn publicitaire uier
geen melk meer produceerde. Maar
aangezien zelfkennis juist een van zijn
minst ontwikkelde eigenschappen is - in
tegenstelling tot selfpromotion - bleef-ie
dingen doen waarvoor hij de vaardighe
den miste. Zakenmensen dienen bij
voorbeeld per definitie te beschikken
over een vlotte babbel. En als hij iets niet
heeft, is het dat wel.
Brabbelen kan hij daarentegen als de
beste. De charme daarvan nam zien
derogen af en maakte na verloop van
tijd plaats voor stijgende ergernis. De
bom barstte, toen Pfaffs' vennoten hem
niet alleen dit verbale gestuntel voor de
voeten wierpen, maar hem tevens be
schuldigden van oneerlijk gedrag. Hij
zou de recette van een voetbalwedstrijd
ten bate van lichamelijk gehandicapten
in zijn eigen zak hebben laten verdwij
nen en daarmee het begrip Jean-Marie
Pfaff-fonds al te letterlijk hebben geno
men.
Verraad
Pfaff reageerde op een wezensvreemde
manier. Venijnig en puttend uit een vo
cabulaire, die veel omvangrijker bleek
dan tot dan toe werd aangenomen.
„Allemaal leugens uit de mond van
gangsters. Ik ben het slachtoffer van ver
raad en complot, georganiseerd door
moderne farizeee"rs. Maar ik sta er bo
ven. Voor mij telt maar één weg, de
rechte! Daarom zal ik hier ongeschon
den doorheen komen, want ik heb niets
te verbergen."
Jaloezie! Dat was volgens hem de
grootste gemene deler. Het verhaal van
de kop die boven het maaiveld uitsteekt.
(Belgen blijven tenslotte een soort Hol
landers met een accent!). Wat hij zoal -
en buiten het voetbal om - voor de natie
had gedaan, was kennelijk al weer ver
geten. „Ik heb via mijn relaties wel vijf
tien ontslagen arbeiders van de Renault-
fabrieken in Vilvoorde aan werk gehol
pen. Daar zet ik geen hoge borst van op
en ik loop er niet mee naar de gazetten.
Want ik weet allang dat ik geen sant ben
in eigen land."
Mocht Jean-Marie Pfaff gedacht heb
ben, dat met die lik-op-stuk verdediging
zijn blazoen voor eens en voor altijd ge
reinigd was, dan kende hij zijn pappen
heimers niet. Op Tweede Kerstdag 1996
werd zijn villa in Brasschaat overvallen
door vijf gemaskerde individuen. Jean-
Marie bivakkeerde met een deel van het
gezin in het Zwitserse familie-chalet. Al
leen dochter Kelly, een fotomodel met
benen waar geen einde aan lijkt te ko
men, was thuis. Alsmede de talentrijke
en door Pfaff geadopteerde Russische
doelman Kyrill Waraksin. Officieel zou
het de inbrekers te doen zijn geweest
om kostbaarheden in de woning, offi
cieus werd de roof in de schoenen ge
schoven van de heer des huizes. Dat
meldde althans het roddelbladencircuit.
Hun bron was een zekere Dave. Initiator
van Miss België-verkiezingen en voor
malig vriend van Pfaff. Jean-Marie, luid
de de aantijging, wilde de Rus slijten aan
een topclub, doch zag zich gedwars
boomd door een ander spelersmakelaar.
Waraksin tekende een contract bij Ger
minal Ekeren en Pfaff kon naar de winst
marge fluiten. Uit wraak zou hij toen
Oost-Europese criminelen hebben inge
huurd om zijn protégé een lesje te leren.
Feit was, dat Kyrill Waraksin dusdanig
werd verbouwd, dat hij het licht in één
oog moest missen. Feit was ook, dat de
politie de ware daders achterhaalde: een
bende die het voorzien had op bemid
delde landgenoten. Één van hen was
Sasha Leurs, een gefrusteerd - want ge
dumpt - ex-liefje van Pfaffs' mooiste
dochter.
De moraal: hoge bomen vangen veel
wind, Jean-Marie vangt orkanen.
Volgende week: het WK van 1990 en
Roger Milla
Ieel 8:1986
;an-Marie Pfaff
elgië
k WK heeft zijn eigen helden
lortgebracht. Grote of
agische voetballers die op één
'andere manier een stempel
■ukten op dat
ereldkampioenschap. In een
trie van elf verhalen haalt
hze krant herinneringen op
an de meest spraakmakende
vlden. In deze achtste
flevering: de WK-editie van
986 en Jean-Marie Pfaff. 'Ach,
'et was maar een clown'
I AM THE'
MatSk
Liïi f,lB
«ij! PR