Nooit kattenboeken en weinig debutei Spanning in soorten en maten O O O D Persoonlijke betrokkenheid ontbreek e in 'Radja Tanja' van Brigitte Raskin® Boeken Elly de Waard vervolgt haar eigen eenzame weg T GQ aren Romance in het criminele circuit DONDERDAG 18 JUN11998 pERDA Nieuwe dichtbundel 'Anderling POËZIE RECENSIE Uitgeverij Van Oorschot: Het geheim van klein en onafhankelijk lEDEf HANS WARREN/GPD Elly de Waard - Anderling Uitgeverij De Harrjionie, 96 pag., 32.50. Elly de \Vaard (geb. 1940) publi ceerde, haar pas verschenen Anderling inbegrepen, sinds 1978 tién verhoudingsgewijs veel gelezen dichtbundels. Ze weet desondanks dat we in een tijd levep waarin zoals ze het in een nieuw vers noemt 'een dichter geworden is tot curio sum, tot marginaliteit'. Toch heeft ze ervoor gekozen dichter te zijn van zo'n historisch rijk, maar klein en koppig taalgebied als het onze. Sterker nog: De Waard is niet bereid zich aan te passen. Zo maakt ze enigszins de indruk de laatste poëet te zijn, de laatste dichter die niet aan ironie doet maar des te meer aan grote ge baren, de laatste die heilig ge looft in hartstocht en bevlogen heid. Ze had op die manier gemak kelijk een literair fossiel kunnen worden. Maar dat is niet ge beurd. Ze mag ouderwets aan doende, hoge opvattingen over poëzie hebben, verder staat ze middenin de moderne tijd. Kijk maar eens naar de allesbehalve preutse benadering van seks in haar werk. De poëzie van Elly de Waard staat in het teken van de lesbi sche erotiek, en niemand in Ne derland schreef daar zo open hartig en heftig over als zij. Het gaat hier heel anders toe dan in het oeuvre van Ida Gerhardt voor wie de vrouwenliefde iets was wat diep verborgen lag, iets dat onder de noemer viel alles wat ik had verzwegen. Overigens is De Waard in haar nieuwe bundel Anderling betrekkelijk kalm gestemd. Het is meer een verhaal van voor bije liefde, van herinneringen, tussen ach en achteraf. De daar bij vaak, al te vaak gebezigde woorden vermijdt zij niet: woorden als hart ('mijn hart is moe') en tranen ('tranen zijn mij nabij haast alle dagen'). Er wordt gesmeekt en gezucht. Zelfs doet deze dichteres nog aan romantisch wachten en smachten: 'en het wachten op haar, het smachten naar, de Terwijl andere literaire uitgeverijen groeien, fuseren, op gedoekt worden, elkaar opkopen of fonkelnieuw verschij nen is uitgeverij G.A. van Oorschot zo langzamerhand een constante geworden in de woelige jaren negentig. Het kleine bedrijfje, met slechts vier vaste krachten, houdt in de slag om de bestsellers al jaren dapper stand. Met een zeer gerenommeerd fonds. Geen mega-sellers als Connie Palmen, Adriaan van Dis of Lulu Wang, geen debuten van VWO-meisjes die hun inwijdingsriten open hartig met de lezer bespreken: Van Oorschot biedt de liefhebber stevige, literaire kost. AMSTERDAM Elly de Waard, Neêrlands laatste poëet. ARCHIEFFOTO altijd nabije gedachte aan haar'. Elly de Waard is in de loop der jaren dikwijls bespot van wege haar ietwat ouwelijke poë tica. Haar werd retoriek en ge zwollenheid verweten. Het pleit voor haar dat ze zich hierdoor niet heeft laten ontmoedigen. Ze bleef haar eigen koers trouw en ook in Anderling vervolgt ze haar eenzame weg. Misschien kan ze wel niet anders: de poë zie mag haar niet nodig hebben, zij heeft de poëzie wel nodig, al was het maar bij wijze van the rapie. Haar recente gedichten laten zich in elk geval lezen als een dagboek in dichtvorm. Ze schrijft over een geliefde die verloren ging, over het verdriet, over de troost die ze vindt in kleine dingen. 'Wel tegen mijn zin', zo merkt ze ergens op, 'zijn onze wegen indertijd uiteen gegaan, maar steeds denk ik dat het mogelijk is elkaar nog te beroepen.' Van aanvaarding is geen sprake. Haar lyriek is vol onafzienbare somberheid en al les wat daarbij hoort. Eerlijke poëzie is niet meteen ook sterke poëzie. Het boek maakt een opgeschroefde in druk met al die zieke en wild kloppende harten. Maar hele maal aan het slot relativeert ze het dichterschap: 'Je schoon te schrijven om de honger te ver drijven: het dichterschap zo iets als koning Midas' wens: wat je aanraakt wordt van goud maar er alleen van leven kan geen mens.' Valt Neêrlands laatste poëet van haar geloof? JAN-HENDRIK BAKKER/GPD J.J. Voskuil, voor het derde deel van zijn serie Het Bureau on langs bekroond met de Libris- prijs, is natuurlijk wel een rage onder een bepaald publiek, maar van bescheiden omvang nog altijd. En met de dichter Rutger Kopland, wiens bundel Tot het ons los laat met de VSB- poëzieprijs werd bekroond, kan men hoe populair Kopland ook is niet de beurs op. Wouter van Oorschot, die sa men met Gemma Nefkens de dagelijkse leiding van de uitge verij heeft: ,,Van Geert, mijn va der, hebben Gemma en ik vier regels meegekregen. Ten eerste: blijf klein en onafhankelijk. Ten tweede: geef alleen uit wat je zelf mooi vindt. Ten derde: zelfs het beste kattenboek kan bij Van Oorschot niet uitgegeven worden. Ten vierde: volg je ei gen smaak en niet die van mij." Van Oorschot jr. (46) somt de regels op alsof het om zijn per soonlijke catechismus gaat. Klein blijven en je eigen smaak volgen, daar gaat het om. Goed verdienen, maar je hoofd niet op hol laten brengen door het steeds-maar-meer: „Maar je moet je ook beperken tot de 15 a 20 titels per jaar, die wij kun nen uitgeven. Dat is wel eens moeilijk." Buffervoorraad Het succes dat de uitgeverij heeft met Voskuils reeks Het Bureau was nauwelijks voor zien, vertelt Wouter van Oor schot. Voskuil maakte enige naam met zijn in 1963 versche nen debuut Bij nader inzien (het boek is ook succesvol ver filmd), maar reden om te ver wachten dat het publiek zo massaal op het meer dan 5.000 pagina's tellende Het Bureau af zou komen was er eigenlijk niet. Op dit moment zijn er van deel 1 tot en met 4 meer dan hon derdduizend exemplaren ver kocht. Het jaarverbruik aan dundrukpapier is meer dan ver dubbeld, van 12 naar 25 ton. Gedeeltelijk, denkt Wouter van Oorschot, wordt het succes van Voskuil bepaald door het feit dat dit mega-project voor paginanieuws werd: „Het is de grootste roman ooit geschreven, naar ik weet." Maar daarvoor al was zeker dat Van Oorschot de hele reeks zou brengen. „Gem ma en ik hadden dat na lezing van één deel al besloten. Wij vonden het fantastisch!" Het besluit om de drie dikke boeken van de eigenzinnige en publiciteitschuwe Frida Vogels uit te geven werd ook genomen voordat er enig zicht was op succes. De harde kern ver scheen in drie delen, gezamen lijk 2.000 pagina's tellend. De boeken werden, zeker na de on derscheiding van De harde kern, deel 2 met de Libris-prijs waarbij Frida Vogels ook weer weigerde in de openbaarheid te komen toch een bescheiden succes, met een totale verkoop van 25.000 exemplaren. Smaakmakend Uitgeverij G.A. van Oorschot is nog steeds gevestigd in hetzelf de pand aan de Herengracht waar het bedrijf in 1945 van start ging. Geert van Oorschot, uitgever van Van het Reve (bei den), W.F. Hermans, Multatuli en vele anderen, was niet alleen een smaakmakende uitgever, maar ook een buitengewoon dominant mens en vader. Van de vier zonen werd het tenslotte toch Wouter die hem opvolgde. Joke van Leeuwen kan ook met triest gegeven uit de voeten JEUGDBOEKEN» RECENSIE CASPER MARKESTEUN Ton van Reen - Vlucht voor het Vuur. Uitgeverij Piramide, prijs 29,90; Suzanne Fischer Staples - Noodweer. Uitgeverij Lemniscaat, prijs 27,50; Joke van Leeuwen MaJika Blain - Bezoekjaren. Uitgeverij Querido, prijs 27,50. Het hertogdom Gelre in de zestiende eeuw. Casablanca in Marokko, dertig jaar geleden. Virginia in de Verenigde Staten, begin jaren negentig. Drie ver schillende jeugdverhalen in diverse streken in andere tijden. De overeen komst: spanning. Dat past aardig in deze Maand van het Spannende Boek. Ton van Reen begint met Vlucht voor het Vuur aan een nieuwe histori sche reeks: 'Heksen, Ketters, Oorlog' ditmaal een trilogie. Van Reen ver telt een traditioneel opgebouwd ver haal waarin heksenvervolging cen traal staat. Als de moeder van de twaalfjarige Hilde van hekserij be schuldigd wordt, is de beer los. Vluch ten voor de onredelijke woede van het volk en de kortzichtigheid van de schout is het enige wat erop zit. Het gezin valt uit elkaar en wordt tenslotte herenigd bij de abdis van Thorn, bij wie het een veilig onderkomen vindt. Voorlopig waarschijnlijk, want in de twee volgende delen van de trilogie zal er ongetwijfeld opnieuw gevlucht moeten worden en zullen Hilde en de jonge zigeuner Rajko, zelf ook slacht offer van vervolging, waarschijnlijk nog wel een zestiende-eeuwse ro mance beleven. Uitzien naar de goede afloop vormt bij Van Reen de bron van spanning. Het is te hopen dat Van Reen in de rest van de serie nog aangename ver rassingen in petto heeft, want anders verzandt 'Heksen, Ketters, Oorlog' in gladheid en voorspelbaarheid. In Noodweer van Suzanne Fisher Staples, bekend van haar prachtige Shabanu, is de voorspelbaarheid een stuk minder. Naast verrassing is er angstige spanning in een benauwen de, broeierige sfeer van onuitroeibare discriminatie en racisme: 'Op de plek waar wij opgroeiden, kregen Tunes en ik racisme allebei met de paplepel in gegoten.' De innige en eeuwig lijkende vriendschap tussen de blanke, twaalf jarige Buck en de zwarte Tunes Smith, de dochter van Kneebone die de boerderij van Bucks vader beheert, komt hevig onder vuur te liggen door de moord op Jorge Rodrigues, voor man van Mexicaanse en Haïtiaanse arbeiders. Tunes wordt door groot grondbezitter Jumbo Rawlin, een cre ep van het zuiverste water, beschul digd van de moord, maar Tunes en Buck weten vrijwel zeker dat Rawlin de dader is. Wat volgt, is een op voor hand verloren ongelijke strijd tegen oneerlijkheid en vooroordelen. Een strijd die Buck ook met zijn vader voert. De achtergrond van het hele drama blijkt nog ernstiger dan het lijkt. In dit boeiende verhaal van Fischer Staples gaat het echter niet op de eerste plaats over discriminatie, maar over vriendschap, volwassen worden, een vader/zoon relatie en over wat vol wassenen kinderen kunnen aandoen. Twintig jaar al is Joke van Leeuwen in woord en beeld één en al vrolijk heid, humor en spitsvondigheid. Al tijd stond het licht absurde voorop. Met die traditie lijkt zij in Bezoekjaren gebroken te hebben. De zinnetjes dansen in dit boek ook weer luchtig over het papier, er zijn genoeg grap pige momenten, maar het verhaal is triest. Net als in Nood weer kijkt de ik- -figuur terug op een dramatische ge beurtenis uit de jeugd. Zima (de als co-auteur vermelde Malika Blain van dertig jaar geleden) uit Bezoekjaren weet het nog heel precies: 'Elf was ik. Elf jaar, vier maanden en twaalf da gen.' En één saillant detail vergeet ze nooit: 'Buiten hing Amrars enige mooie broek aan de lijn. Het was een moderne met wijd uitlopende pij pen.' Amrar wordt wegens politieke actie opgepakt en verdwijnt voor jaren in de hel van de Marokkaanse gevange nis. Jaren later, als zijn zus Zima zes tien is, is de ramp compleet als ook broer Mehdi in de cel belandt. Het ge zin kan niets anders doen dan tever geefs brieven schrijven en zoveel mo gelijk bezoeken afleggen. Jaar in, jaar uit. Mehdi is vrij snel op vrije voeten, Amrar volgt spoedig. Net als bij Van Reen is het grote gezin dan weer her enigd. De broek van Amrar laat Van Leeu wen aan het eind van het verhaal sub tiel terugkeren, als de drager ervan thuiskomt: 'Ik zag een smalle man dichterbij komen. Hij had een grote zak bij zich, waardoor hij een beetje scheef liep. Zijn broek had wijd uitlo pende pijpen. Niemand droeg meer zo'n broek.' Joke van Leeuwen trekt in Bezoek jaren weer nieuwe registers van haar Joke van Leeuwen Malika Blain qu >o gezet. Wouter: „Wat wij aai fen was een zaak die ein begon te renderen. Tot had Geert alleen maar in de cijfers gestaan vanvveg investeringen. Die invest gen begonnen, dankzij ke werken, hun vruchten af te Alles ki Kinderi om 17. 17.07 Mv life NOS-Jo NOS-W Get the Kennis Judith Kijk mi 3-delig boeker pen. Hermans had De do lander: kamer van Damocles w ven, Reve Op weg naar h&\ Dat waren onze eerste bestsellers." Na de jaren zeventig Van Oorschot een 'vei imago', zoals dat heet. Hiji een rechtse brompot. Rev Hermans vertrokken naaj andere uitgever. Nieuwe auteurs bleven weg. Tot i dag van vandaag is het g aan jong talent een probï erkent Van Oorschot jr. Zwagerman en Arnon Gnuj liep hij mis. Beide jonge s< vers zochten na aanvaol contact hun heil bij een an uitgever. Een schrijver uitbrenge: aldus Van Oorschot, samen die schrijver op zoek gaan zijn oeuvre. Daarom i huiverig van het lukraak markt brengen van debute de hoop dat er iets duurca tussen blijkt te zitten. J met een debuut komt moet ook rijp zijn. Je moet km voelen dat zo'n boek eenvo geschreven moest worden, vanwege de roem, maar ot de schrijver ervan anders lukkig zou worden. Er moa venservaring achter zitten.' Wouter van Oorschot zal ook ooit debuteren: op ge derde leeftijd en met een zakelijk boek. Net als zijnvt 5 Small die op latere leeftijd schrijver Peskens naam ma heeft hij de pen opgenoo „Het moet een boek m over mijn ouders, ons gt Directeur Wouter van Oorschot voor het pand aan de Amsterdamse Herengracht, waarin zijn vader in 1945 uitgeverij G.A. van Oorschot van start liet gaan. De uitgeverij is hier nog steeds gevestigd. FOTO GPD/HARRY VERKUYLEN Aan hem en redactrice Gemma Nefkens durfde Geert zijn le- mij. Toen ik elf was plee i offer mijn broer van achttien moord. Mijn ouders hebbet verdriet over die gebeurt 0 Het n nooit kunnen delen met Toen ik over dat gemis besf ci. V; te gaan schrijven, merkte gauw dat het daarom ooki mijn ouders en mijzelf gaan." Aanbiedingen van col uitgevers heeft Van Oorscho Drie om precies te zijn. mijn hi Markai Culturi gramrr Kemp gaat n; plaatsi Vanda Gaaste sentat NOS-Jc N0S-V\ Hints. Geban Anita1 Het an kaansi 3-deli over A len.d gen in en me beïnvl Ex-pn Toum Afl.l nootv Werel wielei (Sper tance LITERATUUR «.RECENSIE HANS WARREN/GPD Brigitte Raskin - Radja Tanja. Uitgeverij Balans, Amster dam Van Halewyck, Leuven, 176 pag,, prijs 29,50. Tien jaar geleden debuteerde de Vlaamse schrijfster Brigitte Raskin (50) met Het Koe koeksjong. Zij is vanwege 'dit werk en ande re boeken waarin ze archiefstukken leven inblies, niet meer weg te denken uit onze li teratuur. Haar pas verschenen nieuwe boek Radja Tanja heeft een Nederlands tintje. Ze reist naar Indonesië, samen met een Leidse tandtechnicus die tegelijkertijd een oosterse prins blijkt te zijn. Het eerste hoofdstuk van Radja Tanja be gint heel Hollands. De hoofdpersoon Lex Tanja gebruikt met zijn gezin het ontbijt in een doodgewoon rijtjeshuis in Leiden. Lex heeft echter een heel andere kant: hij is van hoge Indische adel, met enig recht kun je hem zelfs een kroonprins noemen. Hij is een kleinzoon van Wee Tanja, heer en held van Sawu. Zijn grootvader was radja van het kleine eiland dat ergens tussen Sumba en Timor ligt. Een jaar na het overlijden van zijn vader Sam die overigens nooit als radja is aan getreden wordt Lex met zijn familiege schiedenis geconfronteerd. Men ziet hem als de aangewezen figuur om voor zijn va der de laatste begrafenisrite te vervullen. Hij zal daarvoor een reliek, de zogenoemde rukatu ofwel Het Haar van Jakarta naar Sawu moeten brengen. Lex moet terug naar zijn wortels, maar het betreft wortels die hem nauwelijks vertrouwd zijn. Hij verlaat een poos zijn Hollandse omgeving voor een zeer exotische missie. Je verwacht iets heel dijs, dichtbij bleek het een eiland op d „],e£i Verleden, heden en toekomst do jteert' kruisten er elkaar zo chaotisch dat heti meer duidelijk was in welke periode het g, ven zich er afspeelde, in die van de hul een woners of in die van de motorfreaks.' spr plechtigs en mysterieus, maar eenmaal in Indonesië blijkt de rukatu verpakt te zijn in een banale, al vaak gebruikte kartonnen doos. Ook van eventuele illusies over het tropi sche eiland word je beroofd. Brigitte Raskin schrijft mooi, maar afstandelijk over het land van de lontar de boom die de Sawu- nezen spijs en drank levert. Ze stelt vast: 'Van ver leek het eiland een wenkend para- Lex zal gedurende zijn reis talloze, k övendi meestal onbekende familieleden ontn sengj ten. Hij vliegt eerst naar Jakarta, ven maakt hij de reis met zijn neef Wim.! L yoc heeft een eettentje en is een handige n jKn u laar. Voor Lex is hij niet alleen familie, 1(e hun jeugd zijn ze al boezemvrienden jat worden. Wim studeerde namelijk in v westen, huwde een Nederlandse vice on maar leeft en werkt in Bogor. Al gauwv uenjj Lex zich zo verbonden met het eiland Er(jje hij mee wil helpen 'aan een ontwikkelin 0prec programma. 'Als dat zo voortgaat, won® - hier op Sawu verdorie toch nog de volge*j,et n radja Tanja', spot Wim. Het is boeiend allemaal, een kolfje n de hand van Brigitte Raskin, een schrijf die als geen ander van een reportage ffl slepende literatuur weet te maken. Tod Radja Tanja niet haar beste boek tot nut Dat ligt niet aan haar stijl. Die is even fris 'v'U speels als altijd, met geestige binnenrijm jjjos en verrassende beeldspraak. Nee, het is IHier spanning en de persoonlijke betrokken!* 1.20.0' die ontbreekt. Voorgangers als Het R JNOS koeksjong De Eeuw van de Ekster en Maagd van Antwerpen werden er aliens door beheerst. In dit werk blijft op t paar aanzetten na het drama uit enN Q/Q zij als vertelster op de achtergrond. Ene Brigitte Raskin op haar best staat er niet leen bij en kijkt ernaar: ze doet ook mee geeft zich dan helemaal. |D/0 HBO Martina Cole's 'De vlucht' lijdt niet alleen onder slechte vertaling ;doee THRILLER RECENSIE MONIQUE BRANDT/GPD De vlucht - Martina Cole. Uitgeverij Lui- ting-Sijthoff, prijs 39,90 Om met de deur in huis te val len: de vertaling van het nieuwe boek van de Britse thriller-au teur Martina Cole is zonder enig gevoel voor taal tot stand geko men. In haar vaderland heeft Cole inmiddels een naam opge bouwd met boeken die zich af spelen in het criminele circuit van het Londense East End. Haar heldinnen zijn vrouwen die zich na een moeilijk leven vol vernederingen op weten te werken tot vooraanstaande fi guren in dat wereldje. In De vlucht is dat Cathy Connor, dochter van de havenhoer Mad ge en vriendin van de losgesla gen straatjongen Eamonn Do- herty. Ondanks haar voornemens om niet in het groezelige we reldje van haar moeder verzeild te raken, belandt Cathy na een moord en een onvrijwillige op sluiting in een duister meisjes tehuis, in de rosse buurt van So- ho. Daar leert ze met behulp van de travestiet Desrae dat ze wel degelijk heel wat in haar mars heeft, al laat ze zich steeds weer in de luren leggen door de wrede Eamonn, die inmiddels hoog op de misdadige ladder is gestegen. Cole, zelf opgegroeid in de Londense achterbuurten, geeft op zich een boeiend en vermoe delijk realistisch beeld van de criminele wereld in Londen en de kleurrijke en vaak gevaarlijke personages die er leven. Jammer genoeg toont de schrijfster zich geen begenadigd vertelster. Het verhaal blijft hangen op het niveau van een spannende damesroman, waar in de ontwikkeling van de ro mance tussen de twee hoofd personen centraal staat. Daarbij zijn de karakters van haar per sonages niet consequent uitge werkt en verdwijnen sommige verhaallijnen onverklaard in het niets. En de tenenkrommö» net vertaling maakt het zelfs w ca de meest vastberaden j^r moeilijk om het verhaal tot» ;on|s einde toe vol te houden. 5De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 14